donderdag 8 april 2010

Militaire steun VS aan Israel is onwettig

The Electronic Intifada bericht dat De Presbyterian Church (USA) in juli zijn 219e algemene vergadering houdt. Op de agenda staat het rapport Breaking Down the Walls, samengesteld door de Midden Oosten studiegroep van de kerk. Enkele van de aanbevelingen zijn door het Simon Wiesenthal Center al scherp bekritiseerd. Dat waarschuwt dat “aanvaarding van dit vergiftigde document neerkomt op een oorlogsverklaring aan Israel”. Een aanval die de zaken sterk overdrijft en de aanbevelingen van de studiegroep verkeerd voorstelt. De studiegroep stuurt immers niet aan op oorlog, maar op vrede.

De bewering van het Wiesenthal Center dat het rapport de VS oproept zijn financiële en militaire steun aan Israel op te schorten steunt niet op de feiten en is daarmee misleidend. In werkelijkheid roept het “de regering van de VS op om zijn internationale invloed strategisch aan te wenden, met inbegrip van een mogelijke opschorting van militaire steun als middel om Israel te bewegen zich te schikken naar het internationaal recht en [mee te werken aan] de vredesinitiatieven”. Een genuanceerde aanbeveling, die opschorting van militaire steun bepleit als laatste toevlucht. In deze context is het passend om zich af te vragen of de VS, in het licht van internationaal en binnenlands recht, zijn militaire hulp en wapenleveringen aan Israel niet moet stopzetten.

Volgens de International Law Commission (ILC), een VN-organisatie die het internationaal recht in kaart brengt, is “een staat die een andere staat helpt bij een onrechtmatige daad en bekend is met de omstandigheden, internationaal aansprakelijk”. Amnesty International meldt dat de VS sinds 2001 veruit de belangrijkste leverancier van conventionele wapens aan Israel is. Sinds datzelfde jaar viel Israel Libanon en Gaza binnen, ten koste van veel mensenlevens en de vernietiging van infrastructuur, waaronder huizen. Amerikaanse wetten bepalen dat geen militaire hulp mag worden verleend aan landen die regelmatig ernstige inbreuken plegen tegen internationaal erkende mensenrechten, en militaire uitrusting en training enkel mag worden geleverd voor interne veiligheid, wettige zelfverdediging of deelname aan VN vredesmissies.

Op basis van internationaal en binnenlands recht, en gelet op het Goldstone rapport dat wijst op ernstige inbreuken door Israel van de 4e Conventie van Genève, heeft de VS met de militaire steun en wapenleveringen aan Israel zijn plicht om af te zien van steun aan onrechtmatige daden van een andere staat geschonden. Tegen deze achtergrond kan men de aanbeveling van de Midden Oosten studiegroep van de Presbyterian Church om in laatste instantie de militaire steun aan Israel op te schorten slechts als zeer gematigd kwalificeren. Zeker als men die vergelijkt met de oproep van Amnesty International om te komen tot een Veiligheidsresolutie die partijen een wapenembargo oplegt.

De Midden Oosten studiegroep besluit met de opmerking: “Wij hechten aan onze relaties met Joden en Moslims in de VS, Israel en de overwegend Moslim landen in het Midden Oosten. Maar deze vriendschapsbanden mogen ons niet beletten mee te leven met het lijden van anderen en ons daarover uit te spreken. Want met een houding van passiviteit en stilzwijgen legitimeren wij optreden dat wij verwerpen en gevolgen die ons met afschuwen vervullen”.

Geen opmerkingen: