dinsdag 15 juni 2010

Waarom Israel in de crisis rond het hulpkonvooi voor geweld koos

Het militarisme waarmee de Israëlische samenleving is doordrenkt, de manipulatie van de publieke opinie, de noodzaak van een mentaliteitsverandering en de naïviteit van de internationale gemeenschap, dat zijn de punten die Ilan Pappe aanvoert ter verklaring van het agressieve optreden van Israel tegen het hulpkonvooi naar Gaza. De Britse Midden-Oosten deskundige Patrick Seale benadert de zaak vanuit geopolitieke hoek en wijst op de twee veiligheidsdoctrines die de Israëlische leiders volgen. Eén tegen de Palestijnen, en één tegen Israëls tegenstanders in het Midden-Oosten: Iran, plus diens Arabische bondgenoten Syrië, Hezbollah en Hamas. De strategie van Israel tegen de Palestijnen is bekend: vanaf het begin van het Zionistische project heeft het hen willen verslaan en verjagen. Sinds de oorlog van 1967 is het nederzettingen-beleid onder Israëlische regeringen van elke politieke kleur met kracht voortgezet.

De hunkering naar een Groot-Israel tussen Jordaan en Middellandse Zee beperkt zich niet tot messiaanse fanatici en ultrarechtse nationalisten, maar bestaat vandaag op ruimere schaal dan ooit. Om zijn expansionistische ambities te realiseren is Israel altijd serieuze onderhandelingen met de Palestijnen uit de weg gegaan, waarmee het kon voorkomen veroverd land te moeten teruggeven. Israel haat gematigde Palestijnen die, zoals Mahmoud Abbas, de onfortuinlijke president van de Palestijnse Autoriteit, bereid zijn te onderhandelen. Het heeft liever te maken met Palestijnse radicalen als Hamas, met wie onderhandelingen gewoon niet mogelijk zijn. Een maar al te bekend deuntje legt het spelletje bloot: “Hoe kan men nu onderhandelen met iemand die je wil doden?”

Men moet de Israëlische aanval op het hulpkonvooi zien als een poging om de Palestijnen te radicaliseren. Zo krijgt Israel de kans de indirecte onderhandelingen waar George Mitchell, de Midden-Oosten afgezant van president Barack Obama, zich zo voor inspant, nog voor die zijn begonnen te kelderen. En zo komt Mahmoud Abbas onder grote druk om zich terug te trekken, of het risico te lopen door de ontvlamde Palestijnse en Arabische publieke opinie te worden afgeschilderd als verrader. Israel rekent erop dat de storm snel gaat liggen, zodat weer veel tijd is gewonnen voor verdere expansie. Net als de bloedige Gaza oorlog zal deze zaak wel snel in de vergetelheid raken. Intussen duurt de belegering van Gaza voort en blijven de Palestijnen verdeeld. De internationale gemeenschap raast en tiert, maar doet uiteindelijk niets en Israel kan gewoon zijn nederzettingen blijven uitbreiden. Ongetwijfeld speculeert premier Benyamin Netanyahu erop dat president Obama geen vuist maakt voor de verkiezingen van november of zelfs daarna als de democraten verliezen.

De Zionistische veiligheidsdoctrine lag al vast voor de stichting van de staat Israel door David Ben-Gurion, de eerste premier. Om zijn veiligheid en overleving in een vijandige omgeving te garanderen moest Israel militair de baas van de regio zijn, sterker dan welke coalitie van tegenstanders ook. Israel mag zich nooit zwak tonen en nooit nalaten om op elke uitdaging krachtig te reageren, zelfs als die wordt gesteld door ongewapende pro-Palestijnse vredesactivisten. “Nooit meer!” is de slagzin van een strijdlustige en onverstoorbare Joodse staat. Om zijn militaire heerschappij over de regio te behouden zette Israel - met inzet van zijn handlangers in het Pentagon en rond de vicepresident - Amerika in 2003 tot oorlog aan met Irak, waarbij het ongegeneerd de bewijzen vervalste dat Irak beschikte over massavernietigingswapens. Vanuit Israëlisch - en mogelijk ook Amerikaans - standpunt was de oorlog een succes omdat die elke Iraakse dreiging tenminste een generatie lang had tenietgedaan.

Vandaag ziet Israel in Iran zijn belangrijkste bedreiging. Als het de Iraanse nucleaire installaties aanvalt wil het zeker zijn dat Amerika meedoet, het werk afmaakt en Israel beschermt tegen elke tegenactie. Om zich van die Amerikaanse steun te verzekeren moet het zich vastberaden tonen om elke bedreiging van zijn suprematie, hoe nietig ook, de kop in te drukken. De aanval op het Gaza konvooi moet daarom misschien worden gezien als politieke en psychologische voorbereiding voor een aanval op Iran. In Netanyahu’s denktrant, en ook in die van Obama, sluit de strijd van Israel met de Palestijnen aan op het geschil met Iran. Voor Netanyahu natuurlijk een uiterst riskante en kostbare strategie. Israel ligt nu overhoop met een groot deel van de wereld. De haat tegen de Joodse staat neemt toe, en niet alleen onder Moslims, wat gepaard gaat met de onvermijdelijke dosis antisemitisme. De “ontwettiging” van Israel - waar veel Joodse intellectuelen in de VS en Europa zich zorgen over maken - zal alleen maar toenemen.

Israel zal wel zwichten onder de internationale druk en de belegering van Gaza opheffen. Egypte komt onder druk van zijn bevolking om de betrekkingen met Israel te verbreken. De Egyptische president Husni Mubarak, die door veel Arabieren van medeplichtigheid met de blokkade van Gaza wordt beschuldigd, liet de Rafa grensovergang al openstellen voor hulpgoederen. Jordanië, dat goede relaties met Israel onderhoudt, zou ook gedwongen kunnen worden om zich van Israel te distantiëren. En ook Turkije, ooit Israëls bondgenoot, behoort nu tot het vijandige kamp. Dat is de zwaarste prijs die Israel moet betalen voor de gewelddadige onderdrukking van de Palestijnen, voor zijn honger naar land en zijn buitensporige regionale ambities. De crisis is uitgegroeid tot een strijd om regionale hegemonie tussen Israel en Turkije. Ter illustratie wijst Patrick Seale op de uitspraak van de rechtse Israëlische commentator Mordechai Kedar op Ynet vorige week: “Wie is de baas in deze regio?... De macht van het Ottomaanse Rijk, dat er opnieuw naar streeft de lakens uit te delen in het Midden-Oosten ... moet aan de kust van Gaza de kop worden ingedrukt”.

Ook de VS zal een zware prijs moeten betalen voor het agressieve gedrag van Israel. Zijn moeilijke bondgenoot is een last geworden. Ziedaar Obama’s dilemma. Als hij Israel het vuur aan de schenen legt, wat hij ongetwijfeld graag doet, loopt hij binnenlandse politieke schade op. Treedt hij niet op, dan beschadigt hij zijn reputatie in het buitenland. Blijft de vraag of de internationale crisis zal leiden tot een binnenlandse crisis in Israel. Het is niet uitgesloten dat de Israëlische publieke opinie, verontrust door de wereldwijde vijandige reacties en bang om de Amerikaanse steun te verliezen, in opstand komt tegen de onverzoenlijke en gevaarlijke politiek van Netanyahu. Die zou wel eens tot aftreden gedwongen kunnen worden en nieuwe verkiezingen onder ogen moeten zien. Een uitkomst waar Obama misschien om bidt.

Geen opmerkingen: