donderdag 15 april 2010

Iran bombarderen haalt niets uit, er zijn alternatieven

Israel kan het regime in Iran de wind uit de zeilen nemen door het Arabisch vredesinitiatief te steunen. Dat zegt Tony Klug in The Guardian van 11/1/2010. Men mag van het Iraanse regime denken wat men wil. Maar strategisch denkt het rationeel, het heeft legitieme belangen op het gebied van nationale veiligheid, en het - nog altijd niet bevestigde - kernwapenprogramma vormt geen extentiële bedreiging voor andere landen, inclusief Israel. Sommige Westerse analisten versimpelen de kwestie Iran door die op één hoop te gooien met terrorisme. Een eenzijdige, misleidende zienswijze, vaak gericht op het eigen belang. Waarmee niet gezegd is dat het Iraanse regime zich niet van terroristische tactieken bedient. Maar door een Iraanse bril zien de zaken er anders uit, aldus Klug.

Iran is een groot land, 70 miljoen inwoners, een rijke geschiedenis. Als het al oorlog voerde was dat om zich te verdedigen. Het land ziet zich vandaag omsingeld door Amerikaanse basissen in Irak, Afghanistan en de Golf, en omringd door kernmogendheden Pakistan, India, Rusland en China. En door Israel, dat met een aanval dreigt. Iran was van nabij getuige van de inval in Irak om een regeringswissel door te drukken. Indien de wereld zich al zorgen maakt over nucleaire ambities van Iran, kan men dan ook eens nadenken over wat er bij de Iraanse leiders leeft? Hoe verdeeld het land ook is, er is nationale consensus over het kernenergie programma. Het heeft daartoe het recht onder de nucleaire Non Proliferation Treaty (NPT), die het - anders dan India, Pakistan en Israel - heeft ondertekend. Een duurzame koerswijziging in Iran moet van binnenuit komen. Wil men de Iraanse dissidentie de kop in drukken, dan zijn bommen het probate middel. Niets verenigt de bevolking beter.

De gevolgen van zo’n aanval zullen vérstrekkend zijn. Iran zal terugslaan, in de Golf, in Irak, in Afghanistan, vanuit Libanon en Gaza, in Europa, de VS en elders. Als Israel de aanval uitvoert, noodzakelijkerwijs met VS medeplichtigheid en openlijk gesteund door de Joodse wereldgemeen-schap, zal de populariteit van de Joden, toch al niet groot, daar nog verder onder leiden. In zijn artikel The Iran Trap in Truthdig van 8/6/2008 voorziet Chris Hedges nog andere gevolgen. De olieprijzen gaan maal 2 à 3, de wereldeconomie stort in. De Sjiieten in de regio, van Saudi Arabië tot Pakistan, zien een aanval op Iran als een aanval op het Sjiietisme en keren zich woedend tegen het Westen. En de Irak oorlog dreigt een langgerekte regionale oorlog te worden die wereldmacht Amerika op de knieën brengt.

En dan Israel’s kernwapens. Hoe kan het die anders gebruiken dan als afschrikking? Dat werkte voor de VS in de Koude Oorlog en tegenwoordig als afschrikking tussen India en Pakistan. Allemaal niet ideaal, maar nucleaire afdreiging is toch beter dan het ontketenen van de 3e Wereldoorlog. Iran is een heel wat geduchtere macht dan een tiental jaar geleden. Met de Westerse inval in Irak is Iran verlost van zijn traditionele vijand en is het machtsevenwicht in de regio afdoend in zijn voordeel verschoven. De wereld zit niet te wachten op het zoveelste militaire avontuur. En ook sancties zijn niet het antwoord. Die konden wel eens een tegenactie van Iran uitlokken, bijvoorbeeld het leggen van mijnen in de Straat van Hormuz, met uit de pan vliegende olieprijzen en ontwrichting van de wereldeconomie als gevolg.

Wat Israel wel kan ondernemen is ernst maken met het vredesproces met de Palestijnen en dat tot een goed einde brengen. Daarmee neemt het de wind uit de zeilen van Iran, dat zich opwierp als fervent verdediger van de Palestijnse rechten. Dat lost misschien niet alle problemen op, maar het opent een etterende wonde en kon wel eens veel doeltreffend zijn dan elke andere optie.

maandag 12 april 2010

Hoe Israel een nucleaire mogendheid werd

Wat was in de VS bekend over de nucleaire ambities van Israel? Had de VS er belang bij om het naadje van de kous te weten? Wie wist wat? Wat vertelde Israel over dit uiterst gevoelige onderwerp? Avner Cohen geeft daar in zijn boek Israel and the Bomb uitvoerige informatie over. In het kader van zijn wetenschappelijk onderzoek bekeek hij een groot aantal recent gedeclassificeerde Amerikaanse documenten. Hieronder zijn kernconclusies.

Het document News & Findings beschrijft hoe in de periode 1955-1957 in Israelische wetenschappelijke en politieke kringen werd gedebatteerd over de haalbaarheid en wenselijkheid van een nucleaire optie. Toen Shimon Peres in 1957 de Dimona overeenkomst had opgesteld en zich van omvangrijke Franse steun verzekerd gaf Ben Gurion het groene licht aan het project. De VS “ontdekten” het Dimona project pas in 1960, 3 jaar na de start. Een kolossale blunder van de CIA. Kennedy was de enige Amerikaanse president die serieuze pogingen ondernam om het Israëlische atoomprogramma te beteugelen. Druk van Kennedy zou hebben bijgedragen tot het aftreden van Ben Gurion in 1963.

Onderzoek ter plaatse door Amerikaanse wetenschappers heeft nooit bewijzen voor de ontwikkeling van kernwapens opgeleverd. De CIA was wel op de hoogte. Zo rapporteerde het eind 1966 dat Israel de ontwikkelingsfase had afgerond en binnen enkele weken over een operationele bom zou beschikken. Die kennis werd echter niet gedeeld met de inspectieteams die Dimona bezochten, en Buitenlandse Zaken verwierp het nieuws.

Na afronding van de ontwikkelingsfase wees premier Eshkol een nucleaire test van de hand. Zo’n test zou immers de stilzwijgende afspraken met de VS schenden. Maar met de zesdaagse oorlog van juni 1967 kwam de zaak in een stroomversnelling. Volgens nieuwe bronnen had Israel twee geïmproviseerde kernbommen in paraatheid gebracht.

Aan de vooravond van de Non-Proliferation Treaty (NPT) in 1968, ten tijde van Johnson, ontstond de meest directe confrontatie tussen de VS en Israel over het kernwapenprogramma. Daarbij stonden Ambassadeur Yitzhak Rabin en Onderminister van Defensie Paul Warnke lijnrecht tegenover elkaar. Warnke probeerde de levering van Phantom straaljagers te koppelen aan ondertekening door Israel van de NPT. Op het cruciale moment kreeg Warnke echter onvoldoende rugdekking van Nixon. De strijd was beslist in het voordeel van Israel.

In 1969 waren verschillende functionarissen uit de regering Nixon van plan Israel alsnog te confronteren over het nucleaire wapenprogramma. President Richard Nixon bedankte daar echter voor. De president was van mening dat de VS kon leven met een niet bekendgemaakte Israëlische bom. In 1970 kwamen tussen president Nixon en premier Golda Meir een aantal nieuwe afspraken tot stand. De VS zou Israel niet langer onder druk zetten om de NPT te tekenen en beëindigde de inspectiebezoeken aan Dimona. In ruil moest Israel geen ruchtbaarheid geven aan zijn atoomprogramma: geen tests, geen verklaringen, geen bevestigingen. Met deze “vraag niets en zeg niets” afspraken was de nucleaire mist geboren. Afspraken die tot op vandaag bestaan.

In de Special National Intelligence Assessment (SNIA74) "Prospects for Further Proliferation of Nuclear Weapons” van 23/8/1974 vermeldt de CIA dat Israel inmiddels al beschikte over een  kernwapenarsenaal en dat spoedig “veel landen” kernwapens zouden kunnen ontwikkelen. Twintig jaar geleden, op 26/1/1978, verscheen een samenvatting van SNIA74 in de The New York Times onder de kop: "C.I.A. said in 1974 Israel had A-Bombs." De CIA gaf als commentaar dat het bericht een vergissing was omdat het geclassificeerde gegevens bevatte.

Israel mist een kans op mondiale erkenning als nucleaire mogendheid

Vandaag begint de nucleaire top in Washington. Een select gezelschap. “Schurkenstaten” Iran, Noord-Korea en Syrië zijn niet uitgenodigd. Israel, dat zijn nucleaire status in nevelen blijft hullen, trok op het laatste moment zijn delegatieleider, premier Benjamin Netanyahu, terug. Avner Cohen, auteur van het boek Israel and the Bomb, meldt 11/4/2010 in Haaretz dat Israel daarmee een kans mist om aan prestige te winnen. Door als nucleaire mogendheid mee te praten over nucleair terrorisme, waarschijnlijk de grootste bedreiging in onze wereld van vandaag.

Israel had van de organisatoren al lang de verzekering gekregen dat het als niet-ondertekenaar van de Non-Proliferation Treaty (NPT) zou worden gevrijwaard van een “nucleaire mangel”. De top was bedoeld om een nieuw forum in het leven te roepen, naast de NPT, om zo de drie landen die de NPT niet hebben ondertekend - Israel, Pakistan en India - mee aan tafel te krijgen. In de slotverklaring zou dan kunnen worden rekening gehouden met gevoeligheden van de zijde van Jeruzalem.

Zelfs indien Netanyahu zou vrezen voor Arabische kritiek op het nucleaire programma en de weigering van Israel om de NPT te ondertekenen, dan zou die tijdens de conferentie snel van tafel geveegd worden. Iedereen weet immers dat Israel, net als Pakistan en India, om juridische en politieke redenen het verdrag moeilijk kan ondertekenen.

Voor veel internationale waarnemers is het in nevelen gehulde Israëlische nucleaire beleid politiek hopeloos achterhaald. Voor hen is het probleem niet zozeer dat Israel een kernmogendheid is, maar de weigering van het land om dat te erkennen. Een terughoudende, verantwoordelijke nucleaire mogendheid heeft immers geen behoefte aan nevelen. En onderwerpt zich probleemloos aan inspectie door het Internationaal Atoomgenootschap. Zo bestendigt Israel zijn imago als een land dat zaken verbergt, dat geheimen heeft voor de internationale gemeenschap en de eigen bevolking. Nu het algemeen bekend is dat Israel nucleaire wapens heeft werkt het verbergen daarvan ook contraproductief in een situatie waarin duidelijkheid van een land als Iran wordt geëist.