donderdag 15 juli 2010

Israel laat zijn oog vallen op de Palestijnse offshore gasvelden

Israel laat het niet bij landroof op de West Bank, actief financieel gesteund door Washington. Sinds 1990 heeft het zijn oog laten vallen op de omvangrijke offshore gasvelden van Gaza. In 2000 werden de eerste twee velden aangeboord. Die vertegenwoordigen een waarde van $4 miljard. De totale reserves in de zich 200 mijl uit de kust uitstrekkende Exclusieve Economische Zone (EEZ) moeten daar een veelvoud van zijn. November 1999 tekenden British Gas (BG) en Libanese partner Consolidated Contractors International Company (CCC) een contract met de Palestijnse Autoriteit voor de exploratierechten en de aanleg van een pijpleiding. BG participeert voor 60%, CCC 30% en het Investeringsfonds van de Palestijnse Autoriteit 10%.  De Palestijnse Autoriteit is juridisch eigenaar van de EEZ voor de kust van Gaza.

Sinds het overlijden van Yasser Arafat, de verkiezingsoverwinning van Hamas en het uiteenvallen van de Palestijnse Autoriteit - die enkel nog het Fatah regime op de West Bank van Mahmoud Abbas vertegenwoordigt - probeert Israel zich de controle over de Palestijnse gasvelden toe te eigenen. De verkiezing van premier Ariel Sharon in 2001 leidde tot een keerpunt. Die vocht de Palestijnse soevereiniteit over de gasvelden tevergeefs aan voor het Hooggerechtshof. Om vervolgens te laten weten dat Israel nooit aardgas van Palestina zal kopen, ten teken dat de gasvelden Israel toekomen. En in 2003 kelderde hij een contract voor de levering van Gazaans aardgas aan Israel. Toen BG in 2006 in het "politiek niemandsland" de horizon verlegde en een contract zou sluiten met Egypte kwam Tony Blair, de toenmalige Britse premier - thans speciaal Midden Oosten gezant voor het kwartet VN, EU, de VS en Rusland - namens Israel tussen om die deal af te blazen.

In 2007 kondigde de Israëlische regering aan “gas te zullen aankopen van de Palestijnse Autoriteit ter waarde van $4 miljard, waarbij 50% van de winst van $2 miljard naar de Palestijnen zou gaan”. Tel Aviv was echter hoegenaamd niet van plan de inkomsten met Palestina te delen. Er werd een team aangesteld om te bekijken hoe een deal met BG kon worden gesloten met uitsluiting van Hamas en de Palestijnse Autoriteit. Het team besloot: "Het Israëlische ministerie van Defensie staat erop dat de Palestijnen in goederen en diensten worden betaald en verzet zich met klem tegen de overdracht van geld aan de door Hamas gecontroleerde regering”. De bedoeling was tot de opheffing van het contract van 1999 met de Palestijnse Autoriteit te komen, om vervolgens het Gazaanse gas naar de Israëlische havenstad Ashkelon te pompen en daarmee de controle over de verkoop te verwerven. BG trok zich echter terug en sloot begin 2008 zijn kantoor in Israel.

Het is tegen deze achtergrond dat de manier waarop Israel zich tegenover Gaza en de tweespalt Hamas-Fatah opstelt moet worden bekeken. De Canadese professor Michel Chossudovsky zegt daarover: “De militaire bezetting is gericht op de overdracht van de soevereiniteit over de gasvelden, een inbreuk op het internationaal recht. Wat kan men verwachten dat er op de invasie volgt? Wat wil Israel met Palestijns aardgas? Nieuwe gebiedsafspraken, met de stationering van Israëlische en/of “vredes”-troepen? De militarisatie van de hele kustlijn van Gaza, die voor Israel van zo’n groot strategisch belang is? De regelrechte confiscatie van de Palestijnse gasvelden en de eenzijdige uitroeping van Israëlische soevereiniteit over de zee rond Gaza? Gebeurt dat, dan worden de Gazaanse gasvelden samengevoegd met de offshore installaties van Israel die grenzen aan die van de Gazastrook”.

Een cruciaal onderdeel van de belegering van Gaza was de blokkade vanaf zee, zo schrijft Noam Chomsky in zijn nieuwste boek Hopes and Prospects. Door de Israëlische acties op zee is de visindustrie van Gaza zowat ingestort. Visvangst direct onder de kust is onmogelijk door de vervuiling als gevolg van de regelmatige aanvallen van Israel, zoals de vernietiging van elektriciteitscentrales en rioleringsinstallaties. “De Israëlische aanvallen van zee begonnen kort na de ontdekking door BG van blijkbaar zeer omvangrijke aardgasvelden in de terrritoriale wateren van Gaza. De vakpers meldt dat Israel al begonnen is zich deze bronnen toe te eigenen, binnen het kader van het beleid om zijn economie naar aardgas over te schakelen. De diefstal van wat een belangrijke inkomstenbron voor Palestina kon worden is Amerika ongetwijfeld bekend. En dan mag men toch aannemen dan het plan om deze beperkte bronnen in beslag te nemen, voor Israel alleen, of samen met de collaborerende Palestijnse autoriteit, het motief is voor het tegenhouden van Palestijnse vissersboten in de Palestijnse territoriale wateren". Daar waar Chomsky een verband legt tussen de het Israëlische plan om zich het Palestijnse aardgas toe te eigenen en de Gaza oorlog van 2008/2009, moet men ongetwijfeld ook de bloedige aanval op het hulpkonvooi op 31 mei in dat kader plaatsen.

"Er zijn enkele leerrijke precedenten. In 1989 ondertekende de Australische minister van Buitenlandse Zaken Gareth Evans een verdrag met Indonesië waarbij Australië rechten verwerft op de omvangrijke oliereserves in “de Indonesische provincie Oost-Timor”. De Indonesia-Australia Timor Gap Treaty, die nog geen kruimeltje gunt aan de bevolking van wie olie werd gestolen, ‘is de enige wettelijke overeenkomst die het recht van Indonesië erkent om Oost-Timor te besturen’, zo luidde het in de Australische pers. Ondervraagd over zijn de facto steun aan de Indonesische verovering en zijn plan om de enige inkomstenbron te roven van veroverd gebied dat door de Indonesische invaller - met steun van Australië, de VS, Groot-Brittannië en andere landen - slachtoffer was geworden van een quasi genocidale slachting, legde Evans uit dat ‘er geen bindende wettelijke verplichting is om de verovering van gebied NIET te erkennen’, om daar aan toe te voegen dat ‘de wereld nu eenmaal een nogal oneerlijke plaats is, bezaaid met voorbeelden van veroveringen’. Zo zou Israel in Gaza dus gewoon zijn gang kunnen gaan”.

Bronnen
David K. Schermerhorn: “Gazan coast becoming no-go zone”
Marc J. Bossuyt en Jan Wouters: "Grondlijnen van internationaal recht" p. 286, 334, 354
Michel Chossudovsky: “War and Natural Gas: The Israeli Invasion and Gaza's Offshore Gas Fields”
Noam Chomsky: “Do We Face a Real Confrontation with Israel?”
Press Action: The Big Gas Play: Behind Israel's Siege of Gaza
Ravage Digitaal: “Vuile handen. Internationale gemeenschap 'helpt' Oost-Timor”
Wikipedia: Tony Blair

dinsdag 13 juli 2010

Israel ronselt met VS-steun immigranten voor illegale nederzettingen

Het expansieve Israëlische nederzettingenproject op de West Bank toont een cynisch misprijzen voor het internationaal recht en Israëlische wetten. Kolonisten bezetten nu al 42% van de West Bank, Palestijns gebied. De nederzettingen zijn strijdig met het internationaal recht en met uitspraken van het Israëlisch Hooggerechtshof. Israel is uit op de beste gronden. Het heeft ook de schaarse waterbronnen onteigend, omleidingwegen aangelegd en nieuwe controleposten opgesteld, waarmee voor de Palestijnen slechts onleefbare enclaves overblijven, afgesloten van Jeruzalem, traditioneel het hart van Palestina.

De Israëlische overheid voert al vele jaren een actief nederzettingenbeleid, moratorium of geen moratorium. Daartoe werd in 2002 de organisatie Nefesh B'Nefesh opgericht, die sinds 2005 “in partnership” werkt met de Israëlische regering, nadat toenmalig premier Ariel Sharon overheidsfinanciering van de organisatie had bewerkstelligd “op proefbasis”. Nefesh B'Nefesh formuleert zijn missie als volgt: "... we aim to educate and inspire the Jews of the Diaspora as to the centrality of the Jewish State to the Jewish people and its desirability as a Jewish home. Such enhanced awareness will send an unmistakable signal of Anglo-Israeli Jewish solidarity and of our mutual determination to strengthen the State of Israel and thereby increase the likelihood of an ever expanding Aliyah [terugkeer van Joden naar "Het Beloofde Land"] reality".

De organisatie biedt Joodse kandidaat-immigranten omvangrijke financiële en persoonlijke steun en werft zeer actief in de VS, Canada en Groot-Brittannië, waar kandidaten een 0800 nummer kunnen bellen, bijeenkomsten worden georganiseerd en zelfs gesubsidieerde kennismakingsvluchten naar Israel  georganiseerd. Tevoren kunnen kandidaten zeer goed verzorgde documentatie op internet raadplegen, waaronder een “doorklik”-kaart met gedetailleerde gegevens over elke (illegale) nederzetting, inclusief zelfs enkele in "Northern Israel", op de Golan hoogten, nota bene Syrisch bezet gebied.

Dit nederzettingenbeleid wordt door Washington al vele jaren financieel gesteund. Als Obama echt tegen uitbreiding van de nederzettingen is kan hij deze subsidies gemakkelijk intrekken. Ook over een Palestijnse staat blijft Obama vaag. Maar zijn verklaring “Het stichten van nederzettingen is niet wettig. De bouw schendt gemaakte afspraken en ondermijnt de pogingen om tot vrede te komen. Het wordt tijd hier mee op te houden” verraadt hem. Voor hem zijn de bestaande nederzettingen dus wél wettig. Met bijna de helft van de West Bank bezet door kolonisten, wat blijft er dan over voor een Palestijnse staat?

Met de wissel Bush-Obama begin 2009 is er blijkbaar niets veranderd. Washington lijkt volop door te gaan om Israel te installeren als bolwerk voor Amerikaanse dominantie in een olierijk gebied. Dat past binnen de plannen met Afghanistan en Pakistan, waar de strijd escaleert en gigantische ambassades worden gebouwd naar het model van de Amerikaanse stad-in-de-stad in Baghdad. Ook de Amerikaanse high tech civiele en wapenindustrie is blij dat men de relaties met Israel verder kan uitbouwen. Zo helpt Israel Amerika zijn wereldsuprematie te behouden.

Moshe Yallon, voormalig stafchef van het Israëlische leger, gaf een mooi staaltje van de Israëlische arrogantie en onverschilligheid weg met zijn uitspraak: ”Het moet de Palestijnen tot in het diepst van hun ziel worden duidelijk gemaakt dat zij verslagen zijn”. Of dat de Israëli’s lukt valt nog te bezien. Sara Roy, lector aan Harvard’s Center for Middle Eastern Studies en auteur van het boek Failing Peace: Gaza and the Palestinian-Israeli Conflict is er niet gerust op. Zij meent dat Israel Gaza een stille dood laat sterven, om het dan over te doen aan Egypte. En na Gaza is de West Bank aan de beurt. Ter afronding van de etnische zuivering van Palestina. En dat gebeurt allemaal voor onze ogen.

Bronnen
Barbara Slavin (Foreign Policy): "Unsettled"
B’tselem: “By Hook and By Crook: Israel’s Settlement Policy in the West Bank”
Nefesh B'Nefesh: "Advanced Community Search"
Noam Chomsky: “Do We Face a Real Confrontation with Israel?”
Sara Roy: “If Gaza falls”
The Independent 7/7/2010: “Exposed: The truth about Israel's land grab in the West Bank”
Wikipedia: "Aliyah"

maandag 12 juli 2010

Kan "de Palestijnse Nelson Mandela" de impasse doorbreken?

De belangrijkste Palestijnse politicus is president noch premier. Hij loopt de Amerikaanse ambassade of het Israëlische Ministerie van Buitenlandse Zaken niet plat. Hij verplaatst zich zelfs helemaal niet. De 50-jarige Marwan Barghouti zit sinds 2004 in een Israëlische gevangenis een levenslange veroordeling uit voor zijn betrokkenheid bij een dodelijke aanslag op Israëlische burgers tijdens de tweede Intifada. Hoewel Barghouti een Fatah leider is wil rivaal Hamas hem ruilen voor Gilad Shalit, de gekidnapte Israëlische soldaat die in Gaza wordt gevangen gehouden. De vrijlating van Barghouti, die soms de Palestijnse Nelson Mandela wordt genoemd, is een belangrijk struikelblok in de onderhandelingen tussen Israel en Hamas over Shalit.

Dat zegt de sinds 1996 in Jeruzalem woonachtige bekroonde buitenlandcorrespondent Matt Beynon Rees op het Amerikaanse digitale nieuwsmedium GlobalPost. Barghouti is voor veel Palestijnen een leider die hen kan verenigen in een situatie waarin ze hopeloos verdeeld zijn: Fatah tegen Hamas, Gaza tegen de West Bank, pro-Iran tegen pro-VS. Barghouti, die naast Arabisch vloeiend Engels en Hebreeuws spreekt, staat bekend als aanhanger van de Oslo akkoorden. Maar geweld tegen de bezetter is voor hem niet taboe. Veel Palestijnen zien zo’n leider eerder dan de huidige leiding hun belangen verdedigen tegenover de Amerikaanse druk en de Israëlische onverzoenlijkheid. Kan Barghouti dat waarmaken? Welnu, deze kleine, drukke en rondborstige charmeur die tijdens de tweede Intifada de Palestijnen kon splijten moet toch ook het omgekeerde kunnen bewerkstelligen, zo luidt de stelling.

Feature writer Oakland Ross beschrijft 11 maart 2009 op thestar.com, de digitale krant van Canada’s grootste dagblad de Toronto Star, hoezeer toen een ruil in het verschiet lag. Een ruil die van grote invloed kon zijn op de politieke situatie in het Midden Oosten. Volgens een opiniepeiling van toen zou Barghouti de op één na populairste Palestijnse politicus, Ismael Haniyeh, de leider van Hamas in Gaza, met een marge van twee tegen één verslaan. Barghouti vaart al lang uit tegen de corruptie en vriendjespolitiek die de steun aan Fatah heeft uitgehold. Hij is een man die voorstander blijft van een twee-staten oplossing, waar veel van zijn landgenoten de hoop opgeven dat onderhandelingen met Israel ooit zullen leiden tot een onafhankelijke Palestijnse staat. Het eerste wat Barghouti als vrij man zou doen is de wetgevende en presidentiële verkiezingen uitschrijven die januari 2010 hadden moeten plaatsvinden.

De Britse The Times voorziet revolutionaire veranderingen in de Palestijnse politiek na de vrijlating van Barghouti. De krant omschrijft Barghouti als een populaire, charismatische leider die wordt gezien als de man die de tegenstellingen tussen de Palestijnen op de West Bank en die in Gaza kan overbruggen. Hij is een man die weliswaar behoort tot het kamp van Fatah, de partij van Mahmoud Abbas, maar die steeds nauwe relaties met Hamas heeft onderhouden. Eenmaal in vrijheid zou Barghouti het vertrek van Abbas uit de politiek kunnen versnellen en de weg vrijmaken voor een nieuwe Palestijnse eenheidsregering. Ook de Amerikaanse nieuwsorganisatie The Christian Science Monitor meent dat Barghouti bij verkiezingen Hamas gemakkelijk kan verslaan. Volgens de Monitor doet Hamas er goed aan te ijveren voor vrijlating van Barghouti. Zo versterkt Hamas zijn positie onder alle Palestijnen en kan na nationale verzoening in het buitenland de scheidslijn tussen Hamas en Fatah vervagen. Barghouti wordt niet meer als een Fatah man gezien, maar als een nationale leider. Net als Yasser Arafat is Barghouti een onbetwist symbool in de strijd voor een eigen staat. De Britse Telegraph meldt dat de voormalige Britse Conservative Party minister Michael Portillo hem ooit omschreef als iemand met “het charisma van Che Guevara, een man die bij Hamas-aanhangers op handen wordt gedragen wegens zijn rol tijdens de tweede Intifada, toen hij uit de verschillende militia’s de al-Aqsa Martyrs' Brigade smeedde”.

Komt Barghouti vrij? Vorig jaar leek het er sterk op, maar de deal werd op het laatste moment afgeblazen. Hamas heeft in Gilad Shalit een ijzersterke troef. Op 8 juli bereikte de 12-daagse mars voor diens vrijlating een hoogtepunt bij de aankomst in Jeruzalem. De vader van de 23-jarige soldaat heeft gezworen om bij de ambtwoning van de premier te blijven kamperen tot zijn zoon vrij is. Op zijn mars werd hij vergezeld door duizenden activisten die druk willen uitoefenen op de regering om een gevangenenruil met Hamas te sluiten om de soldaat vrij te krijgen. Gilad Shalit werd juni 2006 door Hamas militanten bij een inval in Israel opgepakt. De Israëlische premier Benjamin Natanyahu heeft de vrijlating van een duizendtal Palestijnse gevangenen aangeboden in ruil voor Shalit, maar over de details en over welke gevangenen men wil vrijlaten zijn partijen het niet eens. Jo-Ann Mort schreef vorig jaar in Foreign Policy dat de vrijlating van Barghouti wegens zijn rol in de tweede Intifada voor bittere verdeeldheid in Israel zorgt. Sommige Knesset leden, onder wie de vroegere minister van defensie Benjamin Ben-Eliezer, verdedigden de vrijlating, maar anderen, zoals Kadima leider Tzipi Livni hamerden erop dat Barghouti nooit mag vrijkomen.

Richard Silverstein, redacteur van de gereputeerde links-liberale Joodse weblog Tikun Ola, wijst op een bericht van 23 juni van Ali Abunimah, medeoprichter van The Electronic Intifada. Die meldt op zijn weblog uit diplomatieke bron te hebben vernomen dat George Mitchell, de Midden-Oosten afgezant van president Barack Obama, er bij de Israëli’s op had aangedrongen Barghouti niet vrij te laten “omdat dat alleen maar Hamas zou versterken”. “Als dit bericht op waarheid berust zou het schokkend zijn. Dat een rechtse president als George Bush zou samenzweren tegen Hamas is één ding, maar als de regering Obama in zo’n kwestie zou tussenkomen is dat laakbaar”, aldus Silverstein. Een mening waarbij wij ons alleen maar kunnen aansluiten. Alle waarnemers zijn het erover eens dat Barghouti de verdeelde Palestijnen kan verenigen en een doorbraak in het conflict Israel-Palestina bewerkstelligen. Blijft hij in de Israëlische gevangenis, dan kan men alleen maar concluderen dat de Amerikaanse hardliners bewust een cynisch verdeel-en-heers spel opvoeren om een situatie te creëren waarin Israel de sluipende annexatie van Palestijns gebied kan voortzetten en een twee-staten oplossing totaal onhaalbaar wordt. Een spel waarin de wereld niet mag berusten.