vrijdag 25 mei 2012

Is het uit met de liefde van de wereld voor Israel?

                                               
Tanzanians in Dar es Salaam protesting the 2008-2009 Gaza bombardment by Israel.

Een recente opiniepeiling door de universiteit van Maryland (VS) op een universum van 24.090 mensen in 22 landen leert dat Israel in de wereld even negatief wordt beoordeeld als Noord-Korea. [1] Gemiddeld beoordeelt 50% van de respondenten Israel negatief, een stijging van drie procentpunten ten opzichte van 2011. In Islamitische landen is de perceptie van Israel verslechterd in Egypte (85% negatief, +7%), maar stabiel in Pakistan (9% positief, 50% negatief) en Indonesië (8%, 61% negatief). In de EU is de kijk op Israel in Spanje (74% negatief, +8%) en Frankrijk (65% negatief, +9%) verhard en blijven de negatieve scores in Duitsland en Groot-Brittannië hoog (69%, resp. 68%).

Nu Israel heel wat meer middelen en beweegredenen heeft om zijn imago op te poetsen dan Noord-Korea moeten de Israëli’s zich toch afvragen waarom hun regering hun belangen zo slecht verdedigt. Volgens mensen die zijn ingehuurd om Israel in het buitenland te vertegenwoordigen valt hun niets te verwijten. Die menen dat het slechte imago van Israel wordt bewerkstelligd door een krachtige wereldwijde beweging die erop uit is het arme kleine Israel te delegitimeren. [2] Zo vraagt Michael Oren, de Israëlische ambassadeur in de VS, zich in een opiniestuk in de Wall Street Journal [3] vertwijfeld af hoe de reputatie van Israel zich in 40 jaar kon ontwikkelen van inspirerende verdrukte tot ingebeelde onderdrukker:

“Hoe kon de anti-Israel laster, ooit het werk van haatgroepen, zich meester maken van de media? Hoe ontzenuwen we de bewering dat een verraderlijke “Israel Lobby” leden van  het Congres “koopt”, of dat Israël christenen onderdrukt? Waarom worden de homorechten in Israel afgedaan als camouflage voor de discriminatie van andere groepen? Het antwoord ligt besloten in de systematische delegitimatie van de Joodse staat. Nadat de vijanden van Israël er niet in geslaagd zijn Israel met conventionele wapens en terrorisme te vernietigen nemen zij hun toevlucht tot een subtielere en sinistere tactiek die Israel belemmert om zich te verdedigen, ja zelfs om haar bestaan ​​te rechtvaardigen.

Het begon met de toespraak van PLO-voorzitter Yasser Arafat voor de VN in 1974. Die kreeg een staande ovatie toen hij zionisme gelijkstelde met racisme. Een zienswijze die de Algemene Vergadering het jaar daarop onderschreef en aan universiteiten geloofwaardigheid verwierf dankzij anti-Israel cursussen en Israel Apartheidsweken. Die aansloeg door de boycot van Israëlische wetenschappers, kunstenaars en atleten, en het embargo op Israëlische producten. Die werd bestendigd door journalisten die vervalste foto’s publiceerden en door valse Palestijnse berichten over Israëlische slachtpartijen. Israel moet het hoofd bieden aan de dreigende delegitimatie zoals het in het verleden deed met vijandelijke legers en terreuraanslagen. Fier op onze technologie, baanbrekende wetenschap en geneeskunde, wijzen onze wapenfeiten ons de weg”.

Dat Israel wordt bedreigd door delegitimatie is een drogreden. De nuchtere werkelijkheid is dat Israel elke gerechtvaardigde kritiek uit de weg gaat. Het echte probleem voor Israel is dat het wordt verdedigd door huichelende jammeraars als Oren en schelle schreeuwers als Alan Dershowitz. Hun slachtofferverhaal slaat alleen maar aan bij believers. Al wat ze doen is Israel afschilderen als huilbaby die meent onrechtvaardig te worden behandeld. Een vergelijking met uitspraken van hen die worden uitgemaakt voor “delegitimeerders” leert dat het imagoprobleem van Israel niet enkel voortvloeit uit optreden en politiek falen van het land, maar vooral uit het feit dat er onder degenen die Israel verdedigen niemand lijkt te zijn wiens onkreukbaarheid vaststaat.

En toch zijn er in Israel mensen die menen dat de Arabische houding ten opzichte van Israel niet vastligt. Voor Carlo Strenger [4], die vorig jaar de United Nations Alliance of Civilization conference in Doha (Qatar) bijwoonde, mag Israel dan niet geliefd zijn bij Arabieren, er is - althans bij de bovenlagen van de bevolking - geen sprake van breed gedragen diepe haat. De boodschap die hij op de conferentie opving was: “Het Israel-Palestina conflict speelt een sterk symbolische rol. Doe daar wat aan, dan vinden jullie de weg naar integratie in het Midden-Oosten. Help ons een halt toe te roepen aan de radicale Islam door dit conflict, dat symbool staat voor de Westerse arrogantie, buiten beeld te krijgen”. Terug in Israel realiseerde Strenger zich dat de overheid de kansen op regionale aanvaarding om zeep brengt. Joodse macht is het Leitmotiv van mensen als Netanyahu en Lieberman. De Israëlische politieke elite uit zich in de Bijbelse taal waarin de Israëliers “…een heel bijzonder volk [zijn], bij andere volken sluiten ze zich niet aan”, [5] aldus Strenger.

Een recent opinieonderzoek [6] [7] door ICMResearch [8] in zes Europese landen [9] bevestigt niet alleen dat het uit is met de liefde van Europeanen voor Israel, maar wijst ook op de discrepantie tussen publieke opinie en overheidsbeleid. Zo meent 45% van de respondenten dat Hamas bij vredesbesprekingen moet worden betrokken. Een opmerkelijke score, gegeven de omvangrijke negatieve berichtgeving over Hamas in de Europese media. Men ziet deze opinie duidelijk niet terug in het beleid van de meeste Europese regeringen, die Hamas in 2003 op de lijst van terroristische organisaties plaatsten. Dat dit geen goed besluit was werd duidelijk toen Hamas in 2006 met grote meerderheid de parlementsverkiezingen won die door internationale waarnemers als vrij en eerlijk werden bestempeld. Andere interessante uitkomsten uit het onderzoek zijn: slechts 10% vindt dat hun land Israel moet steunen en niet de Palestijnen, 34% zegt dat Israel geen democratie is (tegen 45% van wel), 65% denkt dat Israel niet alle religieuze groepen gelijk behandelt (tegen 13% van wel), en 50% is er niet mee akkoord dat kritiek op Israel antisemitisch is (tegen 12% van wel).

Daar waar het Nederlandse beleid Israel traditioneel door dik en dun steunt is het opmerkelijk dat de Nederlandse respondenten grosso modo even kritisch antwoordden als hun Europese collega’s. Die kritische houding ligt in het verlengde van de uitkomsten van het onderzoek [10] dat TNS NIPO in opdracht van United Civilians for Peace (UCP) oktober 2006 uitvoerde over Nederlandse handel met de illegale Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns en Syrisch gebied. Zeven op de tien Nederlanders vonden dat Nederlandse bedrijven geen zaken mogen doen met illegale nederzettingen en waren tegenstander van de muur op de bezette Westelijke Jordaanoever. Tweederde vond dat de Nederlandse regering Israel onder druk moet zetten om haar illegale nederzettingen te ontruimen en zich niet afzijdig moet houden wanneer in het Israëlisch-Palestijnse conflict mensenrechten worden geschonden.

Niet lang na publicatie van het UCP-onderzoek zette de Israel Lobby in Nederland, het “Centrum informatie en documentatie Israel” (CIDI) van Ronny Naftaniël, de frontale aanval in op UCP: ”… UCP maakt zich schuldig aan eenzijdige politieke agitatie tegen Israel en speelt een polariserende rol in het publieke debat over het Midden Oosten. De activiteiten van de organisatie staan haaks op het buitenlandse beleid van Europa en Nederland…”, zo concludeerde het CIDI in een onderzoeksrapport [11], dat niet alleen “ter beschikking [werd] gesteld aan de Tweede Kamer en de ministeries van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking”, maar ook uitgebreid aandacht kreeg in het NCRV/EO TV-programma Netwerk, [12] waarin het ultraconservatieve VVD-kamerlid Hans van Baalen op hoge toon de intrekking van overheidssubsidies aan UCP eist. Indringende Kamervragen aan de ministers van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking leidden echter niet tot de gevraagde intrekking van de subsidiëring.

De kritiek destijds van het CIDI op het UCP lijkt als twee druppels water op het hierboven beschreven gejammer van Michael Oren, de Israëlische ambassadeur in de VS. Het is opmerkelijk dat het CIDI niet ingaat op het UCP-opinieonderzoek van eind 2006, maar probeert UCP monddood te maken. Dit schieten op de boodschapper komt rechtstreeks uit de trukendoos van de propagandamachine [13] in Tel Aviv, die verplichte kost is voor Israëlische ambassades en organisaties overal ter wereld. Maar getuige de opiniepeilingen is het Israel zelf dat door haar schendingen van het internationaal recht, specifiek de Gaza-oorlog van 2008/2009 [14], de aanslepende blokkade van de Gazastrook [15], de aanval mei 2010 op het hulpkonvooi [16], het nederzettingenbeleid [17] en daarmee de sluipende annexatie van Palestijns gebied en de oprichting van de Apartheidsmuur [18] zichzelf delegitimeert.

[1] Globescan: “Views of Europe Slide Sharply in Global Poll, While Views of China Improve
[2] Paul Woodward: “Who is delegitimizing Israel?
[3] Michael Oren: “What Happened to Israel's Reputation? How in 40 years the Jewish state went from inspiring underdog to supposed oppressor
[4] Carlo Strenger: “Mideast can accept Israel if Netanyahu will let it
[5] Numeri 23:9 (vertaling Groot Nieuws Bijbel 1996)
[6] Middle East Monitor: “ICM European poll reveals massive disconnect between governments and people over conflict in Palestine
[7] Middle East Monitor: “European Public Perceptions of the Israel-Palestine Conflict
[8] ICM Research Ltd
[9] Groot-Brittannië, Frankrijk, Spanje, Nederland, Duitsland en Italië
[10] TNS Nipo: “Ruime meerderheid Nederlanders tegen zakenrelaties met Israëlische nederzettingen
[11] CIDI: “Onderzoeksrapport: ‘United Civilians for Peace polariseert en agiteert eenzijdig tegen Israel’
[12] Netwerk: “Onderzoek naar United Civilians for Peace
[13] James Zogby: How Israel's Propaganda Machine Works
[14] Wikipedia: “Conflict in de Gazastrook 2008-2009
[15] Wikipedia: “Blockade of the Gaza Strip
[16] Wikipedia: “Gaza flotilla raid
[17] Geopolitiek in perspectief: “Israel schiet met het nederzettingenbeleid in eigen voet
[18] Wikipedia: “Israeli West Bank barrier