donderdag 11 april 2013

Korea, pion in het machtsspel tussen de grote mogendheden

  

De VS proberen Zuid-Korea in een conflict met zijn noorderbuur te verwikkelen om het regime aldaar ten val te brengen. Dat zegt de Britse journalist Dan Glazebrook in bovenstaande videoclip van het programma Op-Edge van 5 april op de Russische satellietzender RT. NRC-webredacteur Peter Zantingh vat de ontwikkelingen op het Koreaans schiereiland samen als: “Blaffende honden bijten niet, hoewel de oorlogstaal gevaarlijk is”, maar blijft het antwoord schuldig op de vraag waarom Noord-Korea de dreigementen aan elkaar rijgt. Op Radio 1 komt Dirk De Ruyver niet verder dan dat de dreiging van Noord-Korea veel aandacht krijgt in de Japanse media, maar het leven daar verder zijn gewone gang gaat. En Elsevier-columnist Afshin Ellian meent: het suïcidale regime gaat tot het uiterste om de machtsbalans te verstoren en ontwikkelt zich tot een internationale dreiging. Het Westen moet het gevaarlijke Noord-Koreaanse regime verdrijven, de as van het kwaad moet worden geëlimineerd, aldus nog Ellian.

Ook de Nederlands-Britse journalist en publicist Ian Buruma vindt dat er aan het Noord-Koreaans politieke systeem een steekje los is, maar doet tenminste een poging om “de mix van ideologisch fanatisme, boosaardige realpolitik en vervolgingswaanzin” in de context van de geschiedenis te plaatsen. Na de val van het Japanse Rijk in 1945, dat sinds 1910 niets ontziend over Korea had geheerst, werd het noorden bezet door de Sovjetunie en het zuiden door de VS. De Sovjets plukten een onbekende Koreaanse communist, Kim Il-sung, uit een legerkamp in Vladivostok en installeerden die in Pyongyang als leider van Noord-Korea. De mythes over zijn heldhaftig optreden tijdens de oorlog en zijn goddelijke status volgden snel en er ontstond een ware cultus over zijn persoon. De Kim-dynastie werd onderdeel van de staatsreligie.

Voor Buruma past de macht van de familie Kim en de vervolgingswaanzin die vervlochten is met het Noord-Koreaanse regime in een geschiedenis die veel verder teruggaat dan 1945. Geklemd tussen China, Rusland en Japan, heeft het Koreaans schiereiland lang gefungeerd als bloedig slagveld van de grote mogendheden. Het land kon maar overleven door de ene wereldmacht uit te spelen tegen de andere, en door zich dienstbaar op te stellen, vooral bij de Chinese keizers, in ruil voor bescherming. Deze erfenis heeft geleid tot een diepe angst en afschuw voor afhankelijkheid van sterkere landen. Kim Il-sung en diens zoon Kim Jong-il waren typische Koreaanse heersers, die China uitspeelden tegen de Sovjetunie, zich verzekerden van bescherming door beide landen, maar ongegeneerd de Zuid-Koreanen bestempelden als laffe lakeien van het Amerikaans imperialisme, aldus Buruma.

Net als de berichtgeving in de klassieke media blijft Buruma’s poging om de houding van de Noord-Koreanen te duiden aan de oppervlakte. De dreiging met kernwapens lijkt dan krankzinnig, een nadere analyse leert dat Washington Noord-Korea dwingt die weg te bewandelen. Het land vormt geen bedreiging van betekenis in vergelijking met het optreden van kernmacht VS, de strategische pivot naar Azië en de militaire manoeuvres langs de Koreaanse kust. De historische context die Buruma enkel aanstipt gaat veel verder. Zo deden de Koreanen in 1919, onder Japanse bezetting, tevergeefs een beroep op de grote mogendheden - na de Eerste Wereldoorlog in Versailles bijeen - om hun onafhankelijkheidsbeweging te steunen. Japan kreeg de controle over het Oosten en sloeg de Koreaanse democratiseringsbeweging hardvochtig neer.

Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog werden over heel Korea volkscomités opgericht en keerden Koreaanse bannelingen terug uit China, de VS en Rusland om het land voor te bereiden voor onafhankelijkheid en democratisch bestuur. Op 6 september 1945 werd de Koreaanse Volksrepubliek (KVR) uitgeroepen, met een progressieve agenda. Maar de KVR schoot geen wortel toen de VS, in samenspraak met Rusland, China en Engeland - zonder enige inspraak van de Koreanen zelf - het land in het kader van de dekolonisering van Korea “tijdelijk” langs de 38e breedtegraad in twee staten opdeelden. De VS hielden de controle over de hoofdstad Seoul en de belangrijkste havens. Het is precies deze verdeling die aanleiding gaf tot een vijf jaar aanslepende revolutie en contrarevolutie, die escaleerden in de Koreaanse oorlog.

In eerste instantie heetten de Koreanen de VS welkom, tot generaal John Hodge, de militaire gouverneur onder generaal Douglas MacArthur, de KVR verbood en vrij baan gaf aan de grootgrondbezitters, industriëlen en collaborateurs van de rechtse Koreaanse Democratische Partij. Dat gaf het startschot tot massale stakingen en demonstraties die door de Amerikanen bloedig de kop werden ingedrukt. Vervolgens keerde de Koreaanse banneling Syngman Rhee, die al 40 jaar in de VS had gewoond, terug in het persoonlijke vliegtuig van MacArthur. Rhee vormde onder Amerikaanse auspiciën een nationale regering, maar rekende in 1947 af met “links” door hun leiders om te brengen. Nadat de VS in 1948 verkiezingen onder VN-toezicht hadden doorgedrukt die het bestuur over het verdeelde Korea moesten legitimeren kwam Rhee op 71-jarige leeftijd aan de macht in een land in volle oproer.

Het bloedbad op het Koreaanse eiland Jeju in 1948 is voorloper van de huidige Amerikaanse escalatie in Azië. Toen de eilandbewoners bleven protesteren tegen de Amerikaanse militaire regering sloeg Rhee onder Amerikaanse bevel de opstand met harde hand neer: een derde van de bevolking dood of verdreven, 40.000 huizen plat en 270 van de 400 dorpen weggevaagd. Ook op het Koreaanse vasteland werd niets ontziend opgetreden. Oktober 1948 namen 2000 opstandige militairen de havenstad Yosu over. Nadat ook enkele andere omliggende steden waren bevrijd, de Volkscomités geherinstalleerd en volksrechtbanken opgericht om politie, grootgrondbezitters, ambtenaren en andere aanhangers van de dictatuur van Rhee te berechten werd de rebellie bloedig de kop ingedrukt in opdracht van het Amerikaanse leger. Dat was het startschot voor de Koreaanse oorlog.

S. Brian Willson zegt daarover: “De Koreaanse oorlog was een uitvloeisel van de strijd van eilandbewoners op Jeju om zich te ontdoen van de tirannie van de door de VS gesteunde Rhee en zijn kliek van rijke aanhangers. De door de VS opgelegde verdeling van Korea in 1945 tegen de wens van de overgrote meerderheid van de Koreanen in was de voornaamste oorzaak van de Koreaanse oorlog die vijf jaar later uitbrak. In de oorlog werd in Korea vooral het noorden platgebombardeerd en kwamen vier miljoen Koreanen om, waarvan drie miljoen, een-derde van de bevolking, in het noorden, naast een miljoen Chinezen. Een ongelooflijke internationale misdaad die nog steeds niet wordt erkend: vijf miljoen mensen kwamen om en 10 miljoen Koreaanse families werden permanent van elkaar gescheiden”.

De biografie van de 39e Amerikaanse president, Harry Truman op de website van het Witte Huis, doet heel wat luchtiger over dit onderwerp: Noord-Korea viel juni 1950 Zuid-Korea aan, de VN en de VS moesten de agressie een halt toeroepen, VN-strijdkrachten verdedigden een linie boven de Zuid-Koreaanse grens en Truman hield de oorlog zo beperkt mogelijk om een conflict met China of Rusland te voorkomen. De Nederlandstalige Wikipedia verdraait de werkelijkheid tot in het absurde: “Noord-Korea werd gesteund door de Sovjet-Unie. Zuid-Korea werd door de Amerikanen praktisch aan zijn lot overgelaten. De Noord-Koreaanse regeringsleider Kim Il-sung besloot daarop om Zuid-Korea te veroveren”.

Gegeven de historische context neemt Noord-Korea de Amerikaanse dreiging serieus. Het weet dat dezelfde Truman in 1945 opdracht gaf om niet één atoombom, maar verschillende bommen tegen Japan in gereedheid te brengen, en de bommen op Hiroshima en Nagasaki niet specifiek gericht waren op militaire doelwitten.[1] Het heeft gezien hoe Amerika Irak op de korrel nam, een miljoen Iraki’s ombracht, 4,5 miljoen mensen op de vlucht joeg en voormalig bondgenoot Saddam Hussein ophing. Het weet dat de Libische leider Moammar Gadhafi, wiens land net als Irak juist zijn kernwapenprogramma had stopgezet, hetzelfde lot onderging. Het ziet zich geconfronteerd met 28.500 Amerikaanse troepen in Zuid-Korea en regelmatige manoeuvres langs de Koreaanse kust, die tijdens de regering-Obama en na de dood van Kim Jong-il agressiever zijn geworden.

Noord-Korea is niet gediend van deze manoeuvres. Als men die plaatst tegen de achtergrond van de pivot van president Obama, waarbij 60% van de Amerikaanse zeemacht in Azië wordt gestationeerd, kan men begrijpen waarom Noord-Korea denkt kernwapens nodig te hebben. Als onderdeel van deze pivot is Washington van plan een omvangrijke marinebasis te installeren op Jeju, dat tegenwoordig wordt aangeduid als “Vredeseiland”. Bovendien ontwikkelt de VS tactische mini-nukes die in oorlogstijd kunnen worden ingezet. President Obama mag dan oproepen tot een wereld zonder kernwapens, tegelijk heeft hij het budget voor kernwapens verhoogd en groen licht gegeven voor een omvangrijke modernisering van het Amerikaanse arsenaal.

En terwijl China overleg tussen de VS en Noord-Korea aanmoedigt geven de VS forfait. Zo blijft Korea een pion in de machtsstrijd tussen de VS, China en Rusland. In deze strijd hebben landen als Australië en Japan hun ziel verkocht aan de VS en de NAVO. Noord-Korea koestert zijn onafhankelijkheid. De VS mogen dan niet onder de indruk zijn van het onbeduidende Noord-Korea met zijn laagtechnologische bommen en raketten, in de media gebruiken ze elke Noord-Koreaanse test als excuus om de escalatie op te voeren. Misschien hebben de VS een boeman nodig om hun defensiebegroting op niveau te houden. Het wordt tijd dat de wereld doorkrijgt wat er werkelijk aan de hand is in Azië en het Koreaans schiereiland.


[1] Tsuyoshi Hasegawa: “Racing the Enemy”, p. 135. 

Geen opmerkingen: