maandag 1 april 2013

Obama’s verscheurende dilemma: echte diplomatie, of oorlog met Iran




In de bovenstaande videoclip van het programma The Debate op de Iraanse TV-zender PressTV neemt de Amerikaan Richard Hellman, president van het Mideast Research Center, het op tegen de Iraanse professor Mohammad Marandi van de University of Tehran. Het debat wordt geleid door Kaveh Taghvai. Terzijde zij vermeld dat PressTV sinds begin 2012 in Europa op dubieuze gronden van de satelliet wordt geweerd, maar online nog altijd goed te bekijken is.

Volgens Marandi doen de Verenigde Staten in de P5+1-onderhandelingen met Iran maar alsof. Washington wil de problemen met Iran helemaal niet oplossen. Het heeft belang bij het aanslepen van het conflict. Dat geeft de VS het excuus om steeds zwaardere sancties op te leggen. Iran heeft bij herhaling aangestuurd op verbetering van de relatie met de VS. Maar toen het een Amerikaanse oliemaatschappij een vergunning gaf voor de ontginning van een olieveld werd die geste beantwoord door scherpe sancties op de Iraanse olie- en gassector. En na overleg tussen de VS en Iran over Afghanistan werd Iran afgeschilderd als lid van de As van het Kwaad. Een ander voorbeeld is de Tehran Declaration tussen Iran, Brazilië en Turkije over uitruil van kernbrandstof. Dat was een initiatief van president Lula da Silva van Brazilië, die naar Teheran reisde met een brief van de Amerikaanse president op zak waarin deze zo’n akkoord aanmoedigde. Maar toen dat eenmaal getekend was verwierp de Amerikaanse president het en verzwaarde de sancties.

In zijn bijdrage moet Hellman het vooral hebben van het verdraaide, achterhaalde en gehypte verhaal dat Iran uit is op de vernietiging van de Joodse staat Israel en kernwapens tegen het Westen wil inzetten. Volgens Hellman is het Iraanse regime helemaal niet representatief voor de Iraanse publieke opinie. Als Iran zijn fanatieke, kleptocratische regime laat vallen, een goede nabuur wordt in het Midden-Oosten, geen terrorisme exporteert en zijn buren niet met vernietiging bedreigt zijn kernwapens echt niet zo’n punt, aldus Hellman. Veel landen hebben kernwapens of de kennis om die te ontwikkelen, maar daar maakt niemand zich druk over. Er moet een nieuwe regering in Iran komen die de goede wil van de Iraanse bevolking vertegenwoordigt, en dat moet bij de volgende verkiezingen gebeuren, of “op een andere manier”. Dat luidt het einde in van Iran’s problemen met Amerika, het Westen en de buurlanden, van het bloedige conflict in Syrië en van Iran’s steun aan Hezbollah, dat Libanon dreigt over te nemen, aldus nog Hellman.

Hellman geeft met zijn betoog een goed inzicht in de agenda van de VS. Het hele P5+1-circus is gericht op regime change, er moet een nieuwe, plooibare regering in Teheran komen. Washington aanvaardt geen regionale grootmacht die zich onafhankelijk opstelt. De Joodse staat Israel, waar de VS zulke onverbrekelijke banden mee hebben, moet de toon zetten in het Midden-Oosten. De regering-Obama neemt de gevaarlijke gok dat het Iran langs “diplomatieke weg” kan dwingen af te zien van uraniumverrijking. Die gok is gedoemd te mislukken. Zoals Marandi betoogt bevestigen opiniepeilingen dat het kernenergieprogramma door de bevolking breed wordt gedragen. Als Obama zich niet kan verzoenen met uraniumverrijking in Iran onder internationaal toezicht en met een strategisch onafhankelijk Iran dat in de regio aan invloed wint heeft hij straks geen argumenten om Israel en zijn machtige vrienden in Washington tegen te houden om Iran aan te vallen.

De regering-Obama heeft zich hopeloos vastgereden in het Iran-dossier. Het heeft nog maar weer eens nieuwe, scherpere sancties opgelegd op 75 miljoen Iraniërs om de Israëlische doelstelling het regime in Tehran ten val te brengen te ondersteunen. Geconfronteerd met de militaire dreigementen van het nucleair bewapende Israel - die nog werden versterkt door het Witte Huis en het door Zionisten overschaduwde Amerikaanse Congres - heeft de etnisch diverse Iraanse bevolking de rangen gesloten en zich achter de regering geschaard. De sancties krijgen Iran niet op de knieën. China, Japan, India en Korea blijven Iraanse olie en aardgas afnemen, en Iran heeft recent een omvangrijk akkoord gesloten met Pakistan voor de aanleg van een gaspijpleiding, ondanks zware Amerikaanse druk op Pakistan. De sancties hebben geen enkel strategisch effect gehad, maar hebben wel de energieprijzen in de VS opgedreven en de winsten van oliemaatschappijen gedrukt.

Aan de onderhandelingstafel blijft Washington weigeren de Islamitische Republiek te aanvaarden en voorstellen te lanceren die Teheran zouden kunnen interesseren. Obama kan de sancties zonder gezichtsverlies moeilijk verzachten of opheffen. Intrekking van de wetten die de sancties regelen betekent de impliciete toegeving dat die sancties toch geen constructieve diplomatieke instrumenten waren. De P5+1 hebben in de laatste onderhandelingsronde buitengewoon onhandig gemanoeuvreerd. Het voorstel was dat Iran de verrijkingscyclus stopt bij 20 procent waarmee het brandstof kan produceren voor de researchreactor waar medische isotopen worden gemaakt. Bijna de gehele voorraad verrijkt uranium zou naar het buitenland moeten en de verrijking in de diep onder de grond liggende nieuwe installatie in Fordo worden gesloten. In ruil zou Iran slechts een marginale verlichting van de sancties krijgen, terwijl bronnen in de regering-Obama duidelijk maken dat Iran de verrijking van uranium volledig moet stopzetten.

Zo’n aanpak kan alleen maar leiden tot een diplomatieke mislukking en een strategische ramp. De VS kunnen landen die zaken doen met Iran nog moeilijk dreigen met extra sancties die het in de praktijk toch niet uitvoert en grote landen als China laten zich al helemaal niet meer afdreigen. Intussen gaat Iran gewoon door met het ontwikkelen van zijn nucleair programma. Het bouwt voort aan zijn infrastructuur, onder het toeziend oog van het Atoomagentschap. Voor Israel blijft een Iran dat de kennis in huis heeft voor het aanmaken van kernwapens een zorgwekkende uitdaging voor zijn militaire vrijheid van handelen en dus blijft Israel druk uitoefenen op de regering-Obama om de verrijkingsinstallaties via militair ingrijpen te vernietigen.

Obama staat voor een verscheurend dilemma: toegeven dat de VS niet langer hun wil kunnen opleggen in het Midden-Oosten, of een nieuwe oorlog om massavernietigingswapens onschadelijk te maken die het geviseerde land niet heeft. Sinds de Nuclear Posture Review van de regering-Bush heeft de president de optie van een preëmptieve aanval met tactische kernwapens. Volgens het Pentagon zijn bunker-buster bommen met kernkop ongevaarlijk voor burgers omdat de explosie “onder de grond plaatsvindt”. Maar de drempel voor de inzet van laagexplosieve kernwapens is weggenomen. En mini-nukes hebben de slagkracht van een derde tot zes maal die van de bom op Hiroshima, en geven heel wat straling af.

Met of zonder inzet van mini-nukes, een oorlog met Iran wordt niet gevoerd om een existentiële bedreiging van Israel te neutraliseren, maar om de militaire dominantie van Israel in de regio te vrijwaren. Een rampenscenario dat slecht zal uitpakken voor de strategische positie van de VS in het Midden-Oosten en in de rest van de wereld.