vrijdag 8 april 2011

Enkele denkpistes van de Israëlische politieke elite

      

De Israëlische minister van defensie Ehud Barak, de Amerikaanse stafchef, admiraal Mike Mullen en luitenant-generaal Gabi Ashkenazi, stafchef van het Israëlische leger (vlnr)

Het veranderende geopolitieke landschap in het Midden-Oosten laat Israel niet onberoerd. Waar de democratiseringsgolf toe zal leiden blijft onduidelijk, maar het staat vast dat het gedaan is met de “stabiliteit” in de regio. De Israëli’s hebben zich altijd superieur gevoeld ten opzichte van de Arabieren, maar de recente ontwikkelingen geven hen te denken. Plotseling beseft men dat dit geen achterlijke mensen zijn, dat de Arabische wereld ook democratisch denkt, misschien wel democratischer dan Israel, dat altijd uitbazuinde dat het de enige democratie in het Midden-Oosten was. [1] Israel moet dus afrekenen met “democratische concurrentie” van de Arabische wereld, die in de internationale gemeenschap wint aan respect. Het land beseft dat de internationale druk om komaf te maken met de afgrendeling van Gaza en de bezetting van de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem en de Golanhoogten [2] zal toenemen. Hoe denkt de Israëlische politieke elite zijn politiek leiderschap in de regio te kunnen handhaven? Welke denkpistes ontwikkelt men?

Status quo in Israel en verdediging tegen de Arabische democratische bedreiging

Begin maart liet defensieminister Ehud Barak in een interview met de Amerikaanse Wall Street Journal weten dat Israel zijn militaire uitgaven met $20 miljard zal moeten opvoeren om het hoofd te bieden aan “de bedreiging van de volksopstanden in de Arabische wereld.” [3] “Maar toch,” zo meende de minister, “Israel moet niet bang zijn voor de veranderingen in de regio of voor omvangrijke concessies in een nieuw vredesaanbod aan de Palestijnen. Wat er gebeurt is een historische aardbeving, een geïnspireerde ontwikkeling in de goede richting, naar moderniteit van de Arabische samenlevingen. Israel vreest echter dat nieuwe leiders in Egypte afstand nemen van het vredesverdrag van 1979, en dat tegenstanders als Iran en Syrië geen problemen zullen ondervinden van de onrust in de regio. Een kwalitatief militair overwicht van Israel wordt daarmee zowel voor ons als voor de VS essentieel. Een sterk, verantwoordelijk Israel kan als stabilisator optreden in deze turbulente regio”, aldus Barak, die liet aanvoelen dat de injectie in het Israëlische leger van de VS zal moeten komen.

Men mag zich afvragen of de VS, dat toch al $3 miljard bijdraagt aan de Israëlische defensiebegroting, nog bereid en in staat is om zijn militaire steun te verdubbelen. Een eerste versie van het artikel laat Barak vragen om “kwalitatieve militaire steun voor Israel”, welke woorden in een tweede versie worden gecorrigeerd naar “kwalitatief militair overwicht van Israel”. De Wall Street Journal [4] behoort sinds 2007 tot het nieuwsimperium van Rupert Murdoch, waar ook het uiterst neoconservatieve Fox News Channel toe behoort. Murdoch staat erom bekend dat hij nog wel eens zijn persoonlijke, politieke en zakelijke vooroordelen via zijn kranten en TV-stations doordrukt.

Federatie

Het model vertrekt van twee staten: Israel binnen de grenzen van 1967, en Palestina bestaande uit de Westelijke Jordaanoever en de Gaza strook. Deze staten zouden samen een federatie vormen, bijvoorbeeld genaamd de Middle East Union (MEU) [5], met Jeruzalem als gezamenlijke hoofdstad, naar het model van Washington DC. Elk land in de MEU blijft soeverein, maar burgers mogen waar dan ook in de unie wonen en werken. Palestijnen mogen zich dus onbeperkt vestigen in Israel, maar zijn daar onderworpen aan het Israëlisch recht. Omgekeerd zouden Israëli’s, inclusief de kolonisten, zich mogen vestigen in Palestina, maar zich moeten onderwerpen aan Palestijnse wetten, en dit alles binnen het kader van overkoepelende MEU overeenkomsten. Het plan een Palestijnse staat uit te roepen op basis van de grenzen van 1967 kan het vertreksignaal zijn voor dit model, aldus de aanhangers.

Deze denkpiste is gebaseerd op de gedachte dat de bezetting van Palestijns gebied virtueel voltooid is en Israel als staat begint aan een periode van consolidatie. De aanhangers trekken de vergelijking met de ontstaansgeschiedenis van de VS, waarbij de lokale bevolking werd gemarginaliseerd. Ook Israel heeft reservaten voor “inboorlingen” gesticht, enclaves waar de inwoners niet dezelfde politieke rechten hebben als de inwijkelingen. Amerikaanse Indianen kregen pas in 1924 burgerrechten, nadat zij als volk drastisch waren “uitgedund”. Israel is echter niet van plan de Palestijnen burgerrechten te verlenen. Maar dat kan veranderen, mits de Palestijnen hun verzet tegen de Israëlische bezetting opgeven en een eed van trouw aan de staat Israel tekenen. Linkse Israëlische politici menen dat een dergelijke ontwikkeling alleen maar de verdere uitbouw van een Israëlisch apartheidsregime kan versterken en verwerpen dit idee.

Annexatie

Nu de besprekingen nog maar weer eens in een impasse zitten zijn de Palestijnse leiders van plan in september eenzijdig de staat Palestina uit te roepen en in de VN daar internationale erkenning voor te vragen. Hun campagne kwam recent in een stroomversnelling toen tal van Latijns-Amerikaanse landen de erkenning van een Palestijnse staat aanboden. Het Palestijns initiatief moet het echter nog altijd zonder steun doen van de VS en West-Europa. Internationale erkenning van een Palestijnse staat verandert misschien weinig aan de huidige situatie, maar zou ontegenzeggelijk Israel verder isoleren en de druk om zich uit de bezette gebieden terug te trekken verder opvoeren. Maar Tel Aviv blijft niet bij de pakken neerzitten: de ambassadeurs hebben opdracht gekregen op het hoogste niveau te protesteren tegen de Palestijnse pogingen erkenning te krijgen voor een eigen staat. [6]

Gaat het toch die kant op, dan overweegt Israel de annexatie van belangrijke nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever [7]. Israel heeft vier decennia lang afgezien van zo’n diplomatiek explosieve stap. Dat men daar nu toch aan denkt bevestigt hoezeer men zich zorgen maakt over het Palestijnse plan. Maar het antwoord van Israel kan ook andere maatregelen inhouden, zoals het beperken van de levering van drinkwater en van het gebruik van Israëlische havens. Israel zegt ook te werken aan een plan voor een eiland voor de kust van Gaza voor de bouw van een Palestijnse lucht- en zeehaven. Daarmee zou Israel alle banden met het Gaza van het verfoeide Hamas kunnen verbreken. Maar zo’n plan lijkt weinig geloofwaardig. Israel heeft immers zijn oog laten vallen op de Palestijnse offshore gasvelden voor de kust van Gaza [8].

De Jordaanse oplossing: samenvoeging van de Westelijke Jordaanoever en Jordanië

De Israëlische historicus Tom Segev meent [1] dat Israel het enige ondemocratische gebied in een democratische regio zou kunnen worden. Dat zet druk op de manier waarop Israel met de Palestijnen omgaat. Netanyahu wil geen Palestijnse staat en hij wil ook de nederzettingen in de bezette gebieden niet opgeven. Bij toenemende buitenlandse druk is dat onhoudbaar. Segev bevestigt dat de Palestijnen nauwe banden hebben met Jordanië. Daar blijft het relatief rustig, maar dat kan veranderen. Een Jordaanse minister noemde onlangs een soldaat die in 1997 zeven Israëlische meisjes doodschoot een held. Koning Hussain kwam destijds persoonlijk naar Israel om de families vergiffenis te vragen. Maar nu zien we een breuk in onze relaties.

Segev meent dat een revolutie in Jordanië voor Israel geen enkel probleem oplevert, integendeel. Valt de corrupte Jordaanse monarchie, dan zou dat de ideale kans zijn om het Israel-Palestina conflict op te lossen. De Westelijke Jordaanoever en Jordanië zouden dan immers kunnen worden herenigd. Er is al een Palestijnse meerderheid in Jordanië, en er is genoeg ruimte voor iedereen, aldus de historicus.

[1] Interview van Juliane von Mittelstaedt met de Israelische historicus Tom Segev in Der Spiegel: “The Ideal Opportunity to Solve the Israeli-Palestinian Conflict
[2] Wikipedia: "Golanhoogten"
[3] Richard Boudreaux en Bill Spindle: “Israel Considers Military 'Upgrade'
[4] Wikipedia: “Wall Street Journal
[5] Fred Schlomka: “The End of the Palestinian State?
[6] MO: "Israël waarschuwt voor erkenning Palestina"
[7] Amy Teibel: “Israel West Bank Annexations Considered
[8] Geopolitiek in perspectief: “Israel laat zijn oog vallen op de Palestijnse offshore gasvelden

vrijdag 1 april 2011

Hoe Amerika zijn invloed in het Midden-Oosten verliest

   

Zoals in een vorig artikel [1] uiteengezet ziet Israel in de democratiseringsbewegingen in het Midden-Oosten niets dan bedreigingen. Het vreest een verlies aan “stabiliteit”. Naar de buitenwereld toe blijft Israel het bekende zelfvertrouwen uitstralen, maar in kleine kring lijkt de twijfel toe te slaan. Het ziet hoe de VS, waarmee het zulke nauwe en speciale banden onderhoudt, aan macht in de regio inboet. Het zegt dan wel genoopt te worden allianties te zoeken met andere grote mogendheden, maar beseft dat het absoluut niet zonder de gigantische economische, militaire en politieke steun van de VS kan. Maar heeft Israel gelijk? Verliest Washington invloed in het Midden-Oosten?

Het lijkt erop dat Obama ook op het wereldtoneel veel van zijn politiek kapitaal [2] heeft verbruikt. Bij zijn aantreden had hij nochtans grote verwachtingen gewekt. Inmiddels heeft hij zich echter ontpopt als een politicus die zich nog rechtser dan Bush opstelt, en nog sterker op de bres staat voor Israel. Zijn eerste veto in de Veiligheidsraad trof de Palestijnse resolutie die het Israëlische nederzettingenbeleid veroordeelt. Op tragikomische wijze geeft Obama daarmee het wereldleiderschap van Washington op. [3] In de dagen van Bush zou zo’n veto minder beladen zijn geweest. We wisten niet beter, en de sleet op de economische, militaire en diplomatieke slagkracht van de VS was toen nog niet evident. Maar deze zoveelste steunbetuiging aan Israel wordt in het roerige Midden-Oosten van vandaag net zo opgevat als de Amerikaanse steun aan het apartheidsregime in Zuid-Afrika destijds. De val van Moebarak heeft misschien een Amerikaans handvat tegen de Palestijnen weggenomen, maar Obama’s aarzeling, ingegeven door zijn pro-Israel belangen, heeft zijn geloofwaardigheid in de regio er niet op vergroot.

Met zijn veto trotseerde de VS niet minder dan 130 ondertekenaars. Na het getouwtrek van Washington om de indiening tegen te houden heeft dit veto verstrekkende gevolgen. Met het veto geeft de VS zich over aan Netanyahu. Bondgenoten zien er een signaal in dat de VS hen onder druk van een machtige binnenlandse lobby passeert. De bekommernis voor democratie en internationaal recht geldt kennelijk niet voor zichzelf en Israel. Het veto toont hoezeer het Midden-Oosten beleid van Obama zich conformeert aan dat van zijn voorganger Bill Clinton, die de nederzettingen niet langer “onwettig” noemde, maar “weinig inschikkelijk”. Met de Oslo-akkoorden, waarmee Israel de relaties met het grootste deel van Arabische, Islamitische en niet-gebonden wereld normaliseerde, raakten de Palestijnen veel van hun toch al niet zo omvangrijke machtspositie kwijt, in ruil voor een eindeloos “vredes”proces. Zodra de nederzettingen naar het oordeel van het machtigste land ter wereld niet meer “onwettig” waren stond Israel niets meer in de weg om de sluipende annexatie van Palestijns gebied op de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem voort te zetten.

Toen de Palestijnen in meerderheid beseften dat gewapend verzet tot niets leidde bleef alleen een beroep op het internationaal recht over. De Palestijnse missie bij de VN vroeg aandacht voor het geheel van VN resoluties en internationale conventies tegen de bezetting en de nederzettingen. De ondertekenaars van de Vierde Conventie van Genève, het Internationaal Gerechtshof en de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, fora waar de VS geen vetorecht heeft, steunden het Palestijnse standpunt. Israel maakte zich daar natuurlijk grote zorgen over. Vandaar dat de regering Clinton kwam met de vondst die nu ook door Obama wordt gehanteerd: men kan het internationaal recht gerust negeren, de Palestijnen moeten met Israel maar een deal sluiten. Een absurd standpunt, alleen al vanwege de ongelijke machtsverhoudingen tussen de partners in peace. Na de WikiLeaks onthullingen kunnen de Palestijnse onderhandelaars niet meer doen alsof de VS een honest broker is. Men zal elders steun moeten zoeken.

Na het mislukken van hun resolutie zullen de Palestijnen wel een wereldwijde campagne op touw zetten waarin de Amerikaanse onderdanigheid aan Israel in de verf wordt gezet. In de VN liet spreker na spreker weten dat men Palestina in september graag als volwaardig VN lid verwelkomt. Een diplomatieke manier om duidelijk te maken dat men niet terugschrikt voor een volgende confrontatie met Washington. Dat versterkt de positie van Israel niet. Verwerpt het een Palestijnse staat, dan stelt het zich bloot aan internationale sancties. De EU is voor Israel een veel belangrijker handelspartner dan de VS, en de Europese publieke opinie staat veel meer open voor zulke maatregelen. Europese politici komen dus onder publieksdruk om Israel verder te isoleren, en onder Amerikaanse druk om daarvan af te zien. Na het incident met het Turkse hulpschip naar Gaza is Israel heel wat vrienden in de Moslimwereld kwijtgeraakt. Er zullen wel geen Arabische marsen op Tel Aviv worden georganiseerd, maar we gaan zeker naar een koudere vrede, met minder medewerking om de grens tussen Gaza en Egypte te bewaken en hernieuwde druk om tot een kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten te komen.

De Palestijnen zullen er alles aan doen om de VS en Israel te isoleren. Men kan de ondertekenaars van de Conventie van Geneve bijeenroepen, of beter nog de speciale VN Uniting For Peace zitting. [4] Hoe meer Washington geïsoleerd raakt wegens zijn unfaire verdediging van Israel, hoe minder regeringen in de regio het zich kunnen veroorloven met de VS samen te werken. Daarmee komen ook Amerikaanse militaire bases in de regio op losse schroeven. Obama heeft heel wat internationale goodwill verloren. Het veto, samen met het lauwe en trage antwoord op de opstanden in Egypte, Tunesië en Bahrein, compliceerde ook het antwoord van de VS op de burgeroorlog in Libië. Nu de VS schoorvoetend meewerkt aan de no-fly zone blijft de wereld met grote vragen zitten. Waarom treedt de VS wel op tegen Libië, maar niet tegen Bahrein en Jemen? Waarom verhindert de VS dat honderden Libiërs vanuit de lucht worden afgeslacht, maar levert het tegelijk de gevechtsvliegtuigen, drones, bommen en granaten waarmee Israel duizenden Palestijnen ombrengt? Dat de VS aanvalsvluchten tegen Libië uitvoert om de opstandelingen te beschermen zal men wel aannemen, maar men denkt ook dat het dat doet op aandringen van Israel.

Israel heeft dus gelijk om zich zorgen te maken. Het Westen en Israel zullen onder ogen moeten zien dat het fundament onder hun “stabiliteit” onherroepelijk is uitgehold. Met de liberalisering van de handel in Arabische olie en gas komt er een einde aan het door de VS gedomineerde hegemonische systeem. [5] Dat Israel zijn functie als bruggenhoofd in dit systeem verliest en daarmee de onvoorwaardelijke steun van de VS is dan nog maar een kwestie van tijd. Voor zijn verkiezing leek Obama zich ervan bewust dat de ster van Amerika in de wereld aan het verbleken is. Als president raakte hij echter in de greep van de oliemaatschappijen en het militair-industrieel complex. Het pleidooi van Obama voor een “ordelijke overdracht van de macht” in Egypte was niet meer dan een poging om het einde van de Amerikaanse dominantie in het Midden-Oosten zo lang mogelijk uit te stellen. Maar de geest is uit de fles, de democratiseringsgolf is niet meer te stoppen. Aan elke fundamentalistische ideologie komt een eind. Dat geldt ook voor het Zionistische fundamentalisme in Israel, dat op termijn alleen maar co-existentie kan nastreven met de democratische bewegingen in de wijde regio.

[1] Geopolitiek in perspectief: “Wat betekenen de veranderingen in het Midden-Oosten voor Israel?
[2] zie noot [2] in het artikel “Barack Obama, wankelmoedig, maar ook naief en cynisch?
[3] Ian Williams: “Obama Surrenders on Settlements
[4] een zitting onder resolutie 377; de VS diende deze resolutie in om een Sovjetveto te omzeilen ten tijde van de Koreaanse oorlog, zie Wikipedia: “Resolutie 377 Algemene Vergadering Verenigde Naties
[5] Mohssen Massarrat: “A System Turned Upside Down

donderdag 24 maart 2011

Wat betekenen de veranderingen in het Midden-Oosten voor Israel?

      

De Arabische wereld is volop in beweging. De revolutie in Tunesië heeft een einde gemaakt aan de oppermachtige Ben Ali, en met het vertrek van Moebarak dienen ook in Egypte zich veranderingen aan. Het tijdperk van de ongebreidelde overheersing van de Arabische wereld lijkt aan zijn slotscène toe te zijn. De Ben Ali’s, Moebaraks, Bouteflika’s, Saleh’s, en Khadaffi’s verdwijnen van het toneel. Na tientallen jaren van door het Westen gesteunde despotische regimes lijkt de Arabische bevolking vastbesloten om hun samenleving te democratiseren. De ironie van deze ontwikkeling is dat deze niet alleen de Westerse democratieën voor grote problemen plaatst, maar ook Israel. De vreugde bij Obama, Merkel, Sarkozy, Cameron en Netanyahu over de democratiseringsgolf in het Midden-Oosten valt immers in het niet bij hun zorgen over het verlies aan “stabiliteit”. Een paradox die nog eens wordt bevestigd in de kop “We miss Mubarak!” in de Israëlische krant Haaretz. [1]

In officiële uitspraken lijkt Israel zich weinig zorgen te maken. Het ziet wel dat er een ander Midden-Oosten ontstaat, maar probeert de fenomenen vooralsnog af te doen als “plein-o-cratie” [2], of de overdracht van de macht van regeringen naar de massa’s op straat. Het ziet de machthebbers die vrezen dezelfde weg op te gaan als Ben Ali en Moebarak zich “buigen voor de volkse eisen”, maar stelt dat men nog maar moet afwachten wie op de lange termijn in deze landen aan de macht komt, welke koers die gaat varen en welk type “vrijheid” dan ontstaat. Het voorziet vooral een lange periode van onzekerheid en instabiliteit, waarin Israel te maken krijgt met “een uiterst volatiele omgeving en zijn oude vertrouwde uitgangspunten over zijn relaties met zijn buurlanden opnieuw moet bekijken.” Allemaal mooie verhalen, waarmee Israel echter niet het achterste van zijn tong laat ziet. Hoe kijken de machthebbers in Israel dan wel aan tegen de ontwikkelingen in het Midden-Oosten?

Met de Arabische opstanden in volle gang vond in het Midden-Oosten een evenement plaats dat inzicht geeft in deze kwestie: de elfde Herzliya Conference [3] in Israel, een jaarlijkse vaste waarde voor politici en militairen. [4] Vanzelfsprekend werd de betekenis van de recente gebeurtenissen druk besproken. Wat het meest opviel was hoeveel invloedrijke actoren zich bekreunen over het vooruitzicht van meer democratisch bestuur in het Midden-Oosten. Westerse staatslieden, die met de mond de veranderingen toejuichen, maar intussen wel nauwe banden onderhouden met “stabiele” dictaturen in de Arabische wereld, vrezen dat democratie tot een onbehaaglijke janboel leidt. En de elite uit de regio vreest voor zijn hachje: de leiders in Jordanië, Marokko en Algerije proberen allemaal met een serie concessies de protesten onschadelijk te maken. De plotselinge vrijgevigheid van de Saudische monarchie naar zijn burgers bewijst hoezeer men zich zorgen maakt.

De primaire vrees van Israel is dat een nieuwe regering in Cairo aan de publieke druk toegeeft en een einde maakt aan de afgrendeling van Gaza. In zo’n scenario zou het Israëlische leger de Philadelphi Corridor [5] in het Zuiden van Gaza opnieuw moeten bezetten en daarmee bewijzen dat het Gaza behandelt als een open gevangenis. Maar Israëls zorgen gaan verder, getuige de discussies tussen internationale figuren als NAVO secretaris-generaal Anders Fogh Rasmussen, de Britse minister van defensie Liam Fox en de voormalige chef van de Amerikaanse nationale veiligheidsraad generaal James Jones. Israëlische delegatieleden verkondigden dat de VS aan macht in de regio inboet als het zo maar mensen als Hosni Moebarak, die toch garant stond voor stabiliteit, laat vallen en zich lijkt neer te leggen bij onvoorspelbare politieke veranderingen. Waarbij Israel mogelijk zijn horizon moet verleggen en allianties zoeken met invloedrijke landen als China, Rusland, India, Zuid-Afrika, Brazilië en zelfs Azerbeidzjan.

Van Israëlische zijde werd bovendien lauw gereageerd op het pleidooi van generaal James Jones om werk te maken van een rechtvaardige vrede met de Palestijnen. “Passiviteit kan leiden tot een herhaling van Egypte op de straten in buurlanden. Krijgen de extremisten de overhand, of halen de gematigden die een twee-staten oplossing voorstaan het? Wij zouden wel eens voor de belangrijkste kwestie van nationale veiligheid in ons tijdsgewricht kunnen staan. Falen wij, dan zal de geschiedenis ons niet vergeven”, aldus de generaal. Maar volgens Amos Gilad, directeur politiek-militaire zaken van het Israëlische ministerie van defensie, gaan in het Arabische Midden-Oosten democratie en stabiliteit niet samen. [6] “Vrije verkiezingen brengen alleen maar extremisten aan de macht”, aldus Gilad. Een visie die lijkt te worden gedeeld door de Israëlische politieke elite en weinig uitzicht biedt op veranderingen op de korte termijn, zelfs terwijl de regio een fundamentele gedaanteverwisseling ondergaat.

Maar er zijn ook andere geluiden. Israel heeft al zijn eieren in het mandje van de Arabische dictators en autocraten gelegd. [7] Het heeft Moebarak, die een sleutelrol speelde in de afgrendeling van Gaza en in de wurggreep op Hamas, door dik en dun verdedigd. Het heeft 40 jaar geleden Iran verloren omdat het al zijn eieren legde in het mandje van de Shah. En het heeft recent Turkije verloren vanwege de moord op negen activisten aan boord van een hulpschip naar Gaza. En nu lijkt het Egypte te verliezen, een buurland dat dankzij het vredesakkoord van Camp David eind 70er jaren Israel in staat stelde zijn superioriteit in de regio te versterken en het officiële Arabische staatssysteem te ondermijnen. Welke regeringen ook voortkomen uit het puin van de Arabische autoritaire regimes, ze zullen een assertief buitenlands beleid voeren dat de Israëlische hegemonie en voortgaande kolonisatie van Palestijns gebied betwist. In Libanon heeft Israëls aartsvijand, de Shia beweging Hezbollah, zijn greep op de macht versterkt. [8] En gegeven de stemming onder het volk kan Jordanië zich niet veroorloven te worden gezien als helper van Israel.

Daar komen de problemen met Europa nog bij. Netanyahu was blijkbaar nogal aangeslagen door het kordate antwoord van de Duitse Bondskanselier Merkel, toen hij haar tot de orde wilde roepen omdat zij zich had aangesloten bij Groot-Brittannië en Frankrijk in hun steun aan de recente Palestijnse VN resolutie die de nederzettingen veroordeelde. De resolutie, die door alle tien niet-permanente leden en vier van de vijf permanente leden werd gesteund, werd overigens door een veto van het vijfde permanente lid, de VS, getorpedeerd. In plaats van zich te verontschuldigen hekelde Merkel Netanyahu wegens zijn onverzoenlijkheid in het vredesproces. Een gevoelige terechtwijzing, Duitsland is immers traditioneel Israëls meest toegeeflijke Europese bondgenoot. Het verlies van Europese steun, in combinatie met het misnoegen van de VS, zou wel eens problemen kunnen betekenen voor Israel met het Kwartet, de internationale groep landen die leiding geeft aan het vredesproces en waar ook Rusland en de VN toe behoren.

Goed ingelichte kringen melden dat de Israëlische premier Netanyahu recent nogal neerslachtig is. De twijfel lijkt te hebben toegeslagen. “Wij verkeren in uiterst moeilijke internationale omstandigheden”, aldus citeert Haaretz zijn opmerking in het kabinet tegen ministers die de bouw van nederzettingen nog wilden versnellen. “We moeten oppassen.” Recent opinieonderzoek leert dat Israel het laagst in de wereld scoort op populariteit, slechts 21% kijkt positief aan tegen het land. Volgens geruchten verklaart dit de mysterieuze koerswijziging van de premier. Als Netanyahu zich realiseert dat hij de internationale goodwill heeft verspeeld komt hij daar wel laat achter. Na hardnekkig elk pleidooi om de bouw van nederzettingen te bevriezen naast zich te hebben neergelegd zodat onderhandelingen uitgesloten waren lijkt hij nu alsnog te werken aan een initiatief voor een gefaseerde stichting van een Palestijnse staat. Bronnen bevestigen dat Amerikaanse functionarissen hem al hebben gewaarschuwd dat zo’n vredesplan “dramatisch” moet zijn. We wachten af…

[1] Mohssen Massarrat: “A System Turned Upside Down
[2] Ehud Yaari: “The Arab Revolutions: An Israeli Perspective
[3] Institute for Policy and Strategy (IPS): “2011 Herzliya Conference
[4] Paul Rogers: “The Arab rebellion: perspectives of power
[5] Oscar Garschagen: “Palestijnen massaal op bezoek in Egypte
[6] zie ook het citaat van Alan Silverleib "… waar de hete politieke retoriek botst met de koude militaire realiteit…” in het artikel “Het domino effect van de opstand in Tunesië
[7] Fawaz A. Gerges: “Arab unrest: Winners and losers
[8] Jonathan Cook: “Netanyahu’s illusory peace plan: Israel cornered on every front

zaterdag 19 maart 2011

Het Amerikaanse Imperium: project van Democraten en Republikeinen

    

De eerste jaren na de Koude Oorlog heerste in Amerika een intens gevoel van optimisme over de toekomst. Twee befaamde artikelen van prominente neoconservatieven plaatsten dit gevoel in een context. Francis Fukuyama stelde dat de Westerse democratie, dat het communisme en fascisme had verslagen, moest worden beschouwd als de “ultieme regeringsvorm” [1]. De auteur meende dat daarmee grootschalige conflicten tussen de grote mogendheden “van het toneel [zouden] verdwijnen”. Charles Krauthammer, die stelde dat de VS de Koude Oorlog was uitgekomen als veruit het machtigste land ter wereld, vond dat de Amerikaanse leiders niet terughoudend moesten zijn in het gebruik van die macht “om een unipolaire wereld te leiden, en niet moesten schromen de regels van de wereldorde op te stellen en die af te dwingen” [2]. De afgelopen twintig jaar heeft het Amerikaanse beleid de aanbevelingen van Fukuyama en Krauthammer gevolgd, met desastreus resultaat [3].

Sinds 1989 is de VS twee op de drie jaar in oorlog. Een land dat bijna voortdurend in oorlog is bouwt een machtige defensiebureaucratie op. Burgerlijke vrijheden komen in het gedrang en leiders kunnen moeilijk ter verantwoording worden geroepen. Op het wereldtoneel gaat het een meedogenloos beleid voeren dat men eerder associeert met dat van niets ontziende dictators. De afgelopen decennia zijn in Amerika zaken als moordaanslagen, uitlevering en martelpraktijken gemeengoed geworden. De VS blijft verwikkeld in de slepende oorlogen in Afghanistan en Irak die het niet kan winnen, ondanks de propagandapraatjes dat de surge in Irak heeft gewerkt en model kan staan voor Afghanistan. En elders was het Amerikaans buitenlands beleid al even desastreus. De pogingen om Iran te bewegen af te zien van uraniumverrijking zijn mislukt. De VS heeft niet kunnen voorkomen dat Noord-Korea kernwapens verwierf en is er niet in geslaagd het land te dwingen die op te geven. Elke Amerikaanse regering na de Koude Oorlog heeft gefaald in het Israel-Palestina conflict: met de de facto annexatie van de Westelijke Jordaanoever en Gaza bij Groot-Israel woekert het probleem voort.

De conclusie moet luiden dat de VS na de Koude Oorlog een totaal verkeerd buitenlands beleid voert. Alles stond in het teken van mondiale dominantie, van wereldhegemonie. Een beleid dat niet alleen gedoemd was te mislukken, maar ook averechts kon werken als het teveel zou steunen op militaire macht. De voorstanders van deze imperialistische strategie menen dat de VS het recht en zelfs de plicht heeft zich te mengen in het beleid van andere landen. Waar een nuchtere analyse wijst op het gevaar van vervreemding, vertrouwde Washington erop dat het buitenland, uitgezonderd “schurkenstaten” als Iran en Noord-Korea, de VS als een goedaardige heerser zou zien die hun belangen dient. Neoconservatieve beleidsmakers hebben de neiging de traditionele bondgenoten en internationale instellingen te minachten. Men verbreidt democratie door de heersende tiran af te zetten, langdurige opbouw van zo’n land is niet nodig, aldus deze denkers. Hoewel vrijzinnige beleidsmakers evenzeer het Amerikaanse leger inzetten om de zaken naar hun hand te zetten, zij beseffen dat er grenzen zijn aan de militaire macht. Ook deze beleidsvisie wil dat de VS over de wereld heerst, maar ziet een rol weggelegd voor bondgenoten en internationale instellingen.

Het buitenlands beleid van Bill Clinton was evenzeer gericht op werelddominantie, zij het dat de Amerikaanse militaire macht terughoudend werd ingezet. Dat veranderde onder de neoconservatieve regering Bush, die vertrok van een totaal verkeerde interpretatie van de bedreigingen na 9/11 en overschatte wat militaire macht in de wereld van vandaag vermag. Zo werden Washington’s inspanningen om de wereld te overheersen doorkruist en Amerikaanse waarden en instellingen op het thuisfront ondergraven. De president overdreef de dreiging van het terrorisme en kon maar niet begrijpen waarom Al Qaida zich zo kwaad maakte op de VS. Fouten die leidden tot beleid dat de problemen alleen maar verergerden. In de nasleep van 9/11 werd terrorisme afgeschilderd als een existentiële bedreiging. Bijna elke verzetsgroep in de wereld was de vijand die moest worden geëlimineerd. De VS moest de global war on terror winnen. Landen als Iran, Irak en Syrië werden ervan beschuldigd terroristen onderdak te verschaffen en hen mogelijk van massavernietigingswapens te voorzien. Met deze “schurkenstaten” moest dus worden afgerekend.

De inschatting van het terrorismeprobleem was fout in elk opzicht. De regering Bush had geen idee van de motieven van Al Qaida, of waarom het buitenland zich zo opwond over de VS. De hypothese dat Al Qaida optrad tegen onze Westerse waarden is door wetenschappelijk onderzoek ontkracht: deze groepen viseren Amerika vanwege zijn Midden-Oosten politiek. Het antiamerikanisme wordt gevoed door de steun van Washington voor de manier waarop Israel de Palestijnen behandelt, de aanwezigheid van Amerikaanse troepen in Saudi Arabië sinds de Golfoorlog van 1991, de steun aan repressieve regimes zoals dat in Egypte, de Amerikaanse sancties tegen Irak na de eerste Golfoorlog die naar schatting vijfhonderdduizend Iraakse mensenlevens heeft gekost, en de Amerikaanse invasie en bezetting van Irak. Men moet weinig geloof hechten aan het verhaal dat Al Qaida tegen de VS ten oorlog trok uit afschuw voor Amerikaanse waarden. De 9/11 Commissie bevestigt dat Khalid Shaikh Mohammed, de “architect” van 9/11, werd gemotiveerd door het Israel-Palestina conflict, niet door “haat tegen de Amerikaanse levensstijl”, en Bin Laden vooral door de Amerikaanse steun voor het Israëlische optreden tegen de Palestijnen.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat president Bush deze uitleg van 9/11 verwierp. Met een aanvaarding zou hij immers erkennen dat de VS in belangrijke mate zelf verantwoordelijk was voor de tragische gebeurtenissen die dag. Door blind te blijven voor de realiteit kon de regering Bush daar geen lessen uit trekken. Men spiegelde zich voor dat het terrorisme als bij toverslag zou verdwijnen door de Arabieren en Iraniers democratie en Westerse waarden bij te brengen. “Stabiele en vrije volkeren brengen geen moorddadige ideologieën voort”, aldus de president. Gegeven de Amerikaanse militaire overmacht en de democratisering van de wereld moest het tamelijk eenvoudig zijn om de Arabische en Moslimwereld te herscheppen naar het beeld van Amerika. De regering Bush zat er natuurlijk naast. Men miskende de grenzen van wat de Amerikaanse militaire macht vermag om het Midden-Oosten te transformeren.

Het Amerikaanse Imperium werd uitgebouwd, verheerlijkt en gerechtvaardigd door zowel Democraten en Republikeinen. In 1914, het jaar waarin hij Mexico bombardeerde, zei Thomas Woodrow Wilson, de 28e Amerikaanse president, studenten aan de Naval Academy dat de VS zijn marine en leger gebruikt als instrument van beschaving, niet van agressie. En in 1992 hield Bill Clinton studenten aan West Point voor: “De waarden die u hier heeft geleerd … kunnen zich nu door het land en door de wereld verspreiden.” [4] Op 20 januari 2009 trad Barack Obama aan als 44e president van de Verenigde Staten. Amper negen maanden later kreeg hij de Nobelprijs voor de Vrede. Op de keuze van het Nobelprijs-comité, dat verklaarde dat Obama een “nieuw klimaat heeft geschapen in de internationale politiek”, kwam direct veel kritiek [5]. Na ruim twee jaar presidentschap heeft Obama het grootste deel van zijn politieke kapitaal [6] verbruikt zonder ook maar iets van zijn campagneslogans“Yes we can” en “Change we can believe in” te hebben kunnen waarmaken. In zijn Cairo speech van 4 juni 2009 citeerde de president nog de woorden van Thomas Jefferson, de 3e president van de Verenigde Staten: “Ik hoop dat onze wijsheid met onze macht meegroeit en ons leert dat hoe minder wij onze macht gebruiken, hoe groter die zal zijn.” [7] Het wordt steeds duidelijker dat Obama deze gelofte niet zal inlossen.

[1] Francis Fukuyama, “The End of History?”, The National Interest (Summer 1989); zie ook Wikipedia: “The End of History and the Last Man
[2] Charles Krauthammer, “The Unipolar Moment,” Foreign Affairs 70, no. 1 (1990/1991); zie ook Wikipedia: “Charles Krauthammer
[3] John J. Mearsheimer: “Imperial by Design
[4] Howard Zinn: “Empire or Humanity? What the Classroom Didn't Teach Me About the American Empire
[5] NRC discussie: “Krijgt Obama terecht de Nobelprijs voor de Vrede?
[6] Geopolitiek in perspectief: “Barack Obama: wankelmoedig, maar ook naïef en cynisch?
[7] Geopolitiek in perspectief: “Must read: “A People's History of the United States   

maandag 14 maart 2011

The Plight of the Roma Minority of Eastern Europe: Everyone’s Problem

(article by guest author Anamaria Tamas)

The East European Gypsies have been socially and economically marginalized in their home countries during communism, however the recent deportations from France and Italy are reinforcing their alienation in Western Europe as well.

In a recent article published in the New York Times, a Romanian woman of Roma ethnicity is described as “delighted” upon learning that she has a new grandchild from her daughter, who is ten years old. That is, the daughter and new mother is ten, not her newborn baby. The happy grandmother then expresses her incomprehension at the society’s deprecating outcry regarding her Roma lifestyle and customs, which simply value young brides and scores of children [1].

To most Westerns who are confronted by such imponderable backwardness, it is hard to retain any compassion or sympathy for the Gypsies; one inevitably recoils in disgust when accosted by feral Gypsy women on the streets of European metropolises, who are dressed in long and patterned skirts, loaded with dirty sucklings and/or orbited by their impish children while pathetically nagging for money. What is it about this minority –once the bohemians and clairvoyants of Europe- that supposedly makes them eschew education, society and civilization to engage in criminal activities and begging to provide for their large families, who remain backward, dysfunctional and depraved?

It is generally accepted that the East European Gypsies have been subjected to systematic discrimination and persecution during communism in Eastern and Central Europe. This included restricted access to education, employment opportunities and social services, the forced sterilisation of Roma women and the denial of equal status in the society due to their darker skin or unconventional lifestyle [2]. The result was acute poverty, widespread illiteracy, criminal involvement and a high degree of social cohesion, which reinforced their social ostracism and further diminished their prospects as equal and dignified citizens. Nevertheless, many East Europeans blame this social and economic marginalization on the Roma themselves, who ostensibly do not want to embrace civilization, pointing out to the failed efforts by the national governments and the EU to improve their living conditions. Simply put, they assert, the Gypsies are innately backward, criminal and vicious.

With the fall of Communism and the 2004 and 2007 EU enlargements, scores of poor and uneducated Gypsies dashed to Western Europe, many engaging in criminal activities and begging while living in squalid illegal camps on the outskirts of major cities, which have been rightly described by French authorities as "sources of illegal trafficking, of profoundly shocking living standards, of exploitation of children for begging, of prostitution and crime [3]". This led to increased xenophobia and prejudice towards East Europeans and prompted the governments of France and Italy to close down the camps and deport its inhabitants, while verbally reassuring an alarmed EU Commission that it was not targeting the minority group as a whole. In the case of the latest French expulsions in 2010, the police raided 300 illegal camps and expelled about 1000 Romanian and Bulgarian Gypsies who “threatened public safety” and lacked the required residence permits, even offering monetary compensation to those who chose to return “voluntarily” [4]. However, a leaked government memo soon revealed that, contrary to the EU Charter of Fundamental Rights, “the French authorities had been instructed to target Roma camps, rather than deal with migrants on a case-by-case basis [5]”. Consequently, a fulminating Justice Commissioner Viviane Reding threatened infringement procedures against the French government but soon dropped the case when France “reacted positively”, offering “sufficient commitments to rectify shortcomings in its immigration laws [6]”. In the meanwhile however, many of these Gypsies are returning to France and to their old lifestyle.

The plight of the East European Gypsies is not a national problem that only pertains to the national agendas of their home countries. Rather, as former president of Romania Emil Constantinescu declared in a recent conference in Berlin, it is a European issue that necessitates a comprehensive European response. Since most Gypsies possess very little capital or vocational training, it should focus most importantly on promoting education to allow them to access legal employment. At the same time, Europeans must get rid of the negative stereotypes regarding Gypsies and adopt a humane and unbiased attitude towards them. For instance, in the Romanian slang, one way of insulting someone is to call him a Gypsy- or tigan. Furthermore, the East European attitude that Gypsies are somehow innately backward is just as ignorant and very hurtful to their integration. Lastly, police raids and deportations are not only ineffectual, humiliating and a waste of money –the Gypsies are coming back anyway- but they reinforce the view that the Roma minority is just as undesired and despised in Western Europe as it has been in the East. Instead, the French government could invest in more effective social programs and constructive dialogue to foster integration and alleviate their plight.

[1] The Associated Press. “Spain: Mother’s Love For a Mother at 10”. New York Times - Homepage. 12 Jan. 2011. Web. 03 Nov. 2010.
[2] Denysenko, Marina. "BBC NEWS Europe: Sterilised Roma Accuse Czechs." BBC News - Home. Web. 11 Jan. 2011.
[3] "BBC News - Q&A: France Roma Expulsions." BBC - Homepage. 19 Oct. 2010. Web. 12 Jan. 2011.
[4] "BBC News - France Starts Removing Roma Camps." BBC - Homepage. 6 Aug. 2010. Web. 12 Jan. 2011.
[5] "BBC News - EU Warns France of Action over Roma." BBC - Homepage. 29 Sept. 2010. Web. 12 Jan. 2011.
[6] Saltmarsh, Matthew. "New York Times- E.U. Suspends Case Against France for Expulsions of Roma". New York Times - Homepage. 12 Jan. 2011. Web. 09 Oct. 2010.

Canadian-Romanian Anamaria Tamas is an intern at the Institute for Cultural Diplomacy in Berlin. She holds a BA in political science from McGill University (Montreal) and is currently working on a case study about the Roma minority in Europe.
    

zaterdag 5 maart 2011

Iran-Transatlantic Relations Need New Software

by Nabi Sonboli

Part 3: Looking forward

Mausoleum Imam Reza
There are many more fields of cooperation between Iran, the EU and the US than areas of differences or competition. Stability and development in Afghanistan, Pakistan, Iraq, Central Asia, the Caucasus and the Arabian Peninsula to the Levant; contributing to global energy security; security of supply and transit of gas to both the EU and Asian countries; expansion of economic relations and its benefit for EU and US markets; control and containment of terrorism and extremism; preventing drug trafficking, etc., are among the common interest of all sides. It is not understandable why some people, instead of concentrating on so many common interests, are only blowing up minor issues and problems. Even the nuclear issue is not a big problem between the two sides. EU and US participation in the Iranian nuclear program is the best mechanism for confidence building and best objective guarantee for being sure about the nature of the program.

If we compare the Iranian behavior in Iraq and Afghanistan with some of those in the region who are called strategic partner and/or allies by the US and EU countries, the US and NATO have benefited much more from Iranian contributions than others. Appreciating Iranian positive role by constructive behavior and positions is necessary to strengthen mutual confidence.

Those who see their benefit in weakening and even destroying relations between Iran and US-EU need to rethink about that. The more weakened the relations have been, the more they have lost their influence on Iran and the regional developments. Those who push for isolationist policies need to understand who will benefit from such policies. During the past decades, different tendencies have tried to influence Iranian foreign policy: Asianists, Europeanists, Americanists, Isolationists, Globalists, and the supporters of non-alignment are some of them. The shifting focus of Iran’s foreign policy to different directions stems from the existence of different tendencies inside the country. The US and EU pressures have just undermined the position of those who support better relations between Iran and the West. This is why gradually the number of those who are ready to support rapprochement is shrinking.

The US and EU may be able to close their doors, but the key to all doors is not in their hands. Many doors have remained open for Iran. The new generation of businessmen is familiar with Beijing and Shanghai much more than Hamburg and London. The next generation of intellectuals and engineers are more familiar with Indian, Russian and Malaysian universities than French, German and US ones.

Long term pressures and pushes by the US and some European countries have led to less Western influence on Iranian public opinion. The majority of people is neither pro-West, nor anti-West. However, the constant anti-Iran propaganda, blowing up minor issues and creating big problems like sanctions, and launching wars in the region, have led to a loss of credibility of the West among the people. Double standard policies toward democracy and human rights have made these mottos less attractive. The people look for a better life, but none of the foreign countries can claim that they have been supporting a better life for the people. Supporting Saddam during the Iraqi war against Iran, launching the wars in Afghanistan and Iraq and imposing sanctions for Iran’s nuclear program that the people support, do not endorse the allegation of wanting a better life for the people in Iran and the region.

Furthermore, gradually a kind of consensus has been created among different political groups on most of foreign policy issues. Stability, solidarity and national unity are the red lines. Iran’s society will not support anyone who crosses them. All political groups oppose a military attack and most of them even oppose any sanction. In addition, the structure of power (put in comprehensive terms) in Iran is pluralistic and different political groups have enough social, political and economic bases to continue their influence on politics. Consequently supporting changes in Iranian politics and/or waiting for them to happen, will not lead to major behavioral changes in foreign and even in internal politics. Hence, we witness more continuity in Iran’s foreign policy than change. This is why neither the wait and see policy nor pro/against positions toward different political groups has led to the expected result.

Additionally, most of the issues that Iran’s foreign policy is involved in are both strategic and international. These features limit Iran’s room to maneuver in its foreign policy. Iran cannot change its positions without witnessing necessary changes in the behavior of others, especially that of the US. However, Iran has not limited its flexibility, like the US and the EU. The latter, by passing different laws and resolutions has bound its hand and limited its options. These self restrictions contribute to self-defeating. The failure of past US sanctions and regulations against Iran shows that this process does not work.

Because of fundamental changes, the old software does not work between Iran and the US and the EU. The interdependence between EU-US has prevented EU-Iran relations from working properly. The experience during the past three decades demonstrates that neither side is unilaterally able to write an appropriate program for a working relationship. To establish mutually beneficial relations, writing a common and effective program is necessary.

Nabi Sonboli holds an M.A.in international relations. He is a Research Fellow at the International and Legal Studies section of the Institute for Political and International Studies (IPIS) in Tehran and is currently representing the institute in Berlin working on scientific cooperation.
    

donderdag 3 maart 2011

Iran-Transatlantic Relations Need New Software

by Nabi Sonboli

Part 2: Geopolitical aspects

Bridge of Culture, Isfahan
Geographically, Iran is a big country with more than 70 million young population, vast gas and oil resources, located among four major sub-regions: the Persian Gulf, AfPak, the Caspian Region and the Middle East. Iran’s relations with most of its neighbors have been stable during the past two centuries and although Saddam made a big mistake in attacking Iran, Iran-Arab relations also have been satisfactory for a long time. The influence of the Arabic culture and language on Iran and the Persian language cannot be ignored. Because of common history, religious connections and geographical proximity, a separation of Iranians and Arabs on both side of the Persian Gulf is not possible. Social communication is increasing. Every year more than one million people from Iran and Arab countries visit religious places in Saudi Arabia, Iraq, Iran and Syria. Economically, without the Iranian market there will be no UAE as an important international transit economy. The economy of land locked areas in central Asia and Afghanistan will develop much better by connecting them to the Iranian economy, and the Persian Gulf and Turkey through Iran.

Iran’s strategic location plus historical and cultural connections with its neighborhood have contributed to its influence in the region. Iran’s social, economic, technological, and scientific developments in comparison to its surrounding also support the sustainability of the system and its resistance against foreign pressures. All these factors have led to the failure of sanctions and efforts to isolate Tehran. Pressures against Iran have just thickened the wall of mistrust between the two sides.

While the US and the EU have gradually increased the pressure on Iran, they have benefited from Iran’s policies on many important occasions, for example Iran’s opposition to the invasion of Afghanistan by the Soviet Union and its support of the Afghan resistance movements that contributed to the collapse of the Soviet Union and the end of the Cold War; opposition to the invasion of Kuwait by Iraq and supporting freedom of Kuwait; the condemnation of the 9/11 attacks; the support of the Northern Alliance in Afghanistan against the Taliban; the active participation in state-building and reconstruction of Afghanistan in the post-Taliban era; the active participation in Iraq’s reconstruction and supporting peace, stability and development there, ….

While Iran has been following such positive roles from which the transatlantic countries have benefited, some of their regional allies have played a negative role and have increased the US and the EU burdens especially in Iraq and Afghanistan. However, the US has condemned Iran and the Bush administration wrongly called Iran as part of “Axis of Evil”.

Summarizing, geographically, economically, politically and culturally, Iran is located at the center of four strategic regions and sub-regions: the Caucasus, Central Asia, AfPak, and the Persian Gulf. During the past three decades and even more, the transatlantic countries have not been able to play a leading role in these regions and solve the problems. During the next two decades the situation will not change to their benefit. Neglecting Iran’s role, the unilateral interventions by the transatlantic countries also have only exacerbated the security situation there and increased their burden.

Bringing peace, stability and development to these regions is among the common vital interest of Iran and the West, (especially the EU, because of its geographic proximity).Those who are not familiar with the realities in the region talk about isolation and sanctions against Iran, but those who are familiar with the realities know very well that Iran is the axis of stability among many instable regions and its isolation is neither possible nor productive.

Nabi Sonboli holds an M.A.in international relations. He is a Research Fellow at the International and Legal Studies section of the Institute for Political and International Studies (IPIS) in Tehran and is currently representing the institute in Berlin working on scientific cooperation.
   

dinsdag 1 maart 2011

Iran-Transatlantic Relations Need New Software

by Nabi Sonboli

Part 1: Past experiences and current realities


Foreign policy is a constellation of applicable ideas and behaviors raised and done by a political system. To understand the foreign policy of a country we need to know the real behaviors on the ground and the applicable ideas with enough support in the political system. Reading the news, especially those that may be distorted or targeted to specific audiences, does not contribute to understanding a country’s foreign policy. When a politician or researcher thinks about the foreign policy of his/her country (s), he takes into account at least two important factors: past experiences and current realities (both internal and external). Although, past experiences between Iran, the US and some influential European countries like UK are not promising, current realities require all sides to learn from the past and think about the future.

During the past two centuries, the number of negative experiences in Iran and its neighborhoods influencing Tehran’s threat perception, have been much higher than the positive ones. From early the 19th till early 21st century, we have witnessed the occupation of the northern part of Iran by Russia in early 19th and the 20th century and by the Soviet Union during the second world war; the collapse of the Ottoman Empire in early 20th century; the invasion of all regional countries from North Africa to Afghanistan by France, the UK, the US, etc. We experienced the long extended intervention of Russia, the UK and the US in Iranian internal politics; the military coup against democratically elected prime minister Mosadeq by US-UK; the support of the Shah dictatorship by western countries; regional and international support for the Iraqi war against Iran; the invasion of Afghanistan and Iraq by the US and its allies; and three decades of unilateral and multilateral economic, military and technological sanctions; …. There is a long list of negative experiences that influence threat perception of Iranians with any political inclination.

To compare these with positive actions during the same period of time, we can find few cases that the US and main European counties have provided support for Iran. Europe’s limited support of the constitutional revolution in Iran in early 20th century; Germany’s support of Iranian resistance forces against the British occupation of the southern part of Iran; the US ultimatum to the Soviet Union to withdraw from Iran after the second world war, are among the few positive actions contributed to Iranian national security and desires. Despite the incomparable weight of negative to positive behaviors, the image of the West and even the US in Iran has not been so negative. Forgiveness and forgetting as some Iranian cultural characteristics have led them mostly to be optimistic and to think about the future. However, these historical experiences have contributed to a lack of confidence toward the West in general, and the US and the UK in particular. As transatlantic cooperation against Iran increases, the negative image and mistrust that were limited to a few countries in the past expands to include all.

The second factor influencing the decisions is current realities. Iran’s regional policy is based on regional realities surrounding the country and imposed on the region. During the past three decades we have been living in one of the most unstable and war-ridden regions in the world. The Iraqi war against Iran (1980-88), the Soviet Union invasion of Afghanistan (1979-89), the Iraqi invasion of Kuwait with the subsequent clashes between the US, the UK and Iraq, followed by the invasion of Iraq by the US and its allies (1990-still continues), the war between Azerbaijan and Armenia, the civil war in Afghanistan (1989-2002), the invasion of Afghanistan (2002- still continues), the war between Russia and Georgia (2008) etc. We have not witnessed any year without war or crises for three decades in the Iranian neighborhood. The background of all these instabilities and wars in Iraq, Afghanistan, the Caucasian region and the Middle East shows clearly that Iran has had no role in creating them. These instabilities have been the main obstacle toward regional economic, social and political development, and the root cause of the current problems. Iran has not benefited and will not benefit from these instabilities in its surroundings.

Naturally these wars and instabilities influence the threat perception of any nation living there and Iran is not an exception. This situation has shaped two elements of Iran’s grand strategy: independence and resistance. Iran’s efforts to achieve autarky and independence in different economic and technological fields including nuclear energy, nanotechnology, biotech, airspace, etc., have been evident during the past decades. Following such a policy with limited resources is difficult and costly, but the lack of confidence toward the US, the UK etc., and living in an insecure region have encouraged Iran to diversify its foreign relations and increase its independence in vital areas. Resistance has been the second element in Iran’s foreign policy, influenced by its historical experience. Resistance is a defensive policy, not an ambitious or offensive one. It has both historical and cultural backgrounds in Iran’s and Shiite history and geographical basis.

Culturally, Iran’s national and political culture has received more influence from mysticism as a peaceful worldview. The influence of mysticism on the works of almost all important writers, which have had deep impact on Iran’s culture, is visible. Shahnameh as the most important text for all nationalist and pan-Iranist groups is a clear example. It mixes nationalism and heroism with mysticism and rationality. Another reason for defensiveness of nationalistic tendencies is that Iran has always been a big country, and foreign domination or national disintegration has been the main concern. Shiite culture as minority culture among Sonny majority in Muslim word is defensive. In addition the influence of mysticism on Shiite history and political culture in Iran is also well known. Although Shiite have had a long history in Iran, but during the Safavid period it was announced as the official religion. The term Safavi means Sufis that is based on mysticism. The Safavid dynasty expanded Shiite as a defensive identity policy against the expansionist policies of the Ottoman Empire. This is why rarely we find expansionist ideas even among Shiites.

Furthermore, Iran - both as a multiethnic society and as a majority Shiite and Arian in a multiethnic and multi-religion context including Arabs, Turks and Sonnies, Christians and Jews - knows its own limitations in following any ambitious and expansionist policy. This is why historically Iran has tried to have good relations with all its neighbors, especially the minorities. Supporting different Shiite, Sonny and even Christian groups in the region, from Afghanistan and Iraq to Lebanon, stems from such an understanding. The existence of different minorities in Iran has also created a bridge between Iran and other countries in the region. This is why Iran has been able to play as an axis of stability. The official borders are not the real borders and any external instability has internal consequences for Iran. Immigration of millions of people from Afghanistan, Iraq and Azerbaijan during internal and external wars in these countries is a clear example.

Nabi Sonboli holds an M.A.in international relations. He is a Research Fellow at the International and Legal Studies section of the Institute for Political and International Studies (IPIS) in Tehran and is currently representing the institute in Berlin working on scientific cooperation.
    

zondag 27 februari 2011

Hoe Iran kan bijdragen aan de pacificatie van het Midden-Oosten en Centraal Azië

    
De komende dagen laat Geopolitiek in perspectief Nabi Sonboli aan het woord, die als analist verbonden is aan het Iraanse Institute for Political and International Studies (IPIS) in Teheran en momenteel het Instituut vertegenwoordigt in Berlijn.

Wij kennen de Iraanse politicoloog van de verhitte debatten rond het Iraanse nucleaire programma op de neoconservatieve Duitse "online denktank" Atlantic Community (AC), waar hij opviel door de diplomatieke manier waarop hij enkele heethoofden van repliek diende en een verrassend ander beeld van Iran schetste dan de gangbare propaganda in het Westen. In zijn bijdragen op AC wijst Sonboli op het gedrag van de wereldmachten in de onmiddellijke omgeving van Iran. Met “15+1 buren (de VS is onze grootste buur) en omringd door allerlei internationale problemen" in een regio waar Iran een hoofdrol speelt, meent hij dat het een illusie is om te denken dat het Westen zijn problemen kan oplossen zonder samenwerking met Iran. Men moet van het Midden Oosten en Centraal Azië geen regio maken waar de grootmachten hun rivaliteit botvieren, aldus Sonboli op AC. Zie ook het artikel “How an Iranian analyst stands up to his Western prospective peers”.

De komende dagen werkt Sonboli zijn ideeën in drie artikelen verder uit. Vanuit historisch perspectief wijst hij op de bezetting van Iran door Rusland in de 19e en 20e eeuw en door de Sovjet-Unie tijdens de tweede wereldoorlog, op de val van het Ottomaans Rijk in de 20e eeuw, de invasies van alle landen in de regio door Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de VS, en op de daarmee gepaard gaande interventies in de binnenlandse politiek van Iran. En in de recentere geschiedenis op de omverwerping door de VS en het Verenigd Koninkrijk van de democratisch verkozen regering Mosadeq, de steun van het Westen voor de dictatuur van de Shah, de steun aan de Iraakse aanvalsoorlog tegen Iran, de invasie en bezetting van Irak en Afghanistan door de VS en zijn bondgenoten, en op drie decennia economische, militaire en technologische sancties tegen Iran.

Samenvattend een geschiedenis vol negatieve ervaringen die de perceptie van dreiging van buitenaf voeden en vanzelfsprekend een rol spelen in het buitenlands beleid van Iran. Sonboli komt tot de conclusie dat door de fundamentele veranderingen in de regio de “oude software” tussen Iran en het Westen niet meer werkt. Hij pleit voor het herijken van de relaties, wat noopt tot de ontwikkeling van een gemeenschappelijk en effectief programma.

Aan de drie artikelen van Nabi Sonboli laten wij vandaag de video van Peter Lavelle’s CrossTalk van 24 februari op het Russische satellietkanaal RT onder de titel “Will the US have a say in the Middle East scenario?” voorafgaan, waarbij Harold Rhode en Johan Galtung de degens met elkaar kruisen en Peter Lavelle probeert het debat in goede banen te leiden. De discussie is exemplarisch voor het gedachtegoed van voor- en tegenstanders in Amerika van sturend optreden bij het hertekenen van het Midden-Oosten. Let op het dominante optreden van Rhode, die gerekend wordt tot de groep Amerikaanse neoconservatieven waarvan Donald Rumsfeld, Paul Wolfowitz, Douglas Feith, Dick Cheney, Lewis Libby en Richard Perle de bekendste zijn. Het is ook interessant de reacties op de uitzending te lezen. De mooiste is waarschijnlijk “An empty can makes the most noise”, holle vaten klinken het hardst…

dinsdag 22 februari 2011

Is the balance of power in the Middle East shifting away from the US?

   

In een vorig artikel [1] is een video opgenomen van Peter Lavelle’s CrossTalk van 18 februari op het Russische satellietkanaal RT onder de titel “Is it Iran’s turn?” (is [na het verdrijven van de leiders van Tunesië en Egypte] nu Iran aan de beurt). Daarin komt de Iraanse professor Mohammad Marandi [2] aan het woord. Samenvattend zegt die dat de regering in Iran steunt op een ruime meerderheid, wat ook blijkt uit Amerikaans verkiezingsonderzoek in Iran voor en na de verkiezingen. De recente demonstraties in Iran zijn niet gericht tegen het regime, maar uitgelokt door oppositieleider Mousavi, die zijn claims dat de verkiezingen zijn vervalst niet hard wist te maken. Wat aan tegenstanders van het regime overblijft is een harde kern die zich aansluit bij de monarchisten die worden gesteund door terreurorganisaties als de Mujahideen-e-Khalq [3].

Volgens de professor houdt de VS de democratatie in het Midden-Oosten tegen. De VS wil geen vrijheid in de regio, een vrij Egypte betekent onrust in Israel, een vrij Saudi Arabië of Bahrein stelt een probleem voor de Amerikaanse belangen in de regio. Het machtsevenwicht in het Midden Oosten is aan het verschuiven ten nadele van de VS. De VS, dat zijn beleid heeft gebonden aan Israel, probeert wanhopig om de status quo te handhaven. Het ziet daarbij Iran als een sta-in-de-weg. In de toekomst, met nieuwe actoren - die zich verzetten tegen de Amerikaanse buitenlandse politiek - in de regio, wordt het voor de VS immers moeilijker om met Iran de confrontatie aan te gaan.

Gegeven het belang van dit onderwerp tegen de achtergrond van de recente gebeurtenissen in het Midden Oosten, volgt hieronder een zo letterlijk mogelijke transcriptie van de uitspraken van professor Marandi.

If I read the Washington Post or the New York Times in the US, your country is on the verge of having a crisis or revolution. It is people’s power, a repetition of Egypt and Tunisia? Are you getting ready to pack your bags to leave?

I think if you have been reading the Washington Post or the New York Times, or if you have been watching ABC, NBC or CBS, and CNN at least for the last couple of decades, you will have been thinking that for the last three decades now the US has constantly said that in Iran the situation is deteriorating. But the facts on the ground are that the Islamic Republic has strong popular support and that there are different political organizations and groups in the country, with very differing ideas about how the country should be run, but the political establishment is very stable and, as you saw during the anniversary of the Revolution just a week, five, six days ago, there were mass rallies throughout the country, simultaneously held, and in Tehran there were between two to three million who participated, but none of these are shown in the Western media, and obviously this is not going to change.

Where is the discontent? Is it economic, is it ideological? What is it?

When you look at the polls carried out in Iran both before and after the elections, you see that a very strong majority of Iranians support the political establishment, and before the elections of course there was no crackdown, there was no violence on the streets, so no one can really say that at that time people were afraid to express their ideas. And at that time, Mr Ahmadinejad had strong support among people in Iran, especially outside of Tehran. After the elections, in Tehran there was instability, more or less in the Northern part, there was serious discontent among certain sectors of society. But that was largely because of the accusations that were made by Mr Mousavi about fraud. But after a while, when Mr Mousavi failed to provide any evidence whatsoever, most people distanced themselves from him. Right now, that which is left is a hard core of people who align themselves effectively with monarchists who have the support of terrorist organizations like the Mujahideen-e-Khalq, which by the way have offices in the US and throughout Europe under different names. Despite the fact that they have killed over ten thousand Iranians, twelve thousand if I am not mistaken, and they aligned themselves with Saddam Hussain for a couple of decades.

The fact is that Iran is a far more open society, even by Western standards, and the US and the West are not exactly very open these days anymore. But it’s a far more open society than any of its neighbours. When you look at the people who take to the streets, as I said, during the anniversary of the Revolution, they are basically the ordinary people on the street. The problem that the Americans have, and Westerners, is that they usually listen to a sort of pro-Western elite, that what they surround themselves with, and they misread Iran. And that is the same problem that I think they have throughout the Arab World. They thought Egypt was stable, because they were listening to people who studied in the West, spoke English, who surrounded them, spoke to them. If they thought that the Egyptian political establishment is stable, they miscalculated there as well.

Are people tired of having the Islamic Republic of Iran, and I am stressing the Islamic part? If it were not for the religious aspect, then you would say: tough luck, everybody has distress because of the global recession.

First of all, I would like to disagree with what your previous guest said. I did not vote for Mr Ahmadinejad, and said this on numerous occasions. There is no doubt that he is highly popular throughout the country, every province that he goes to he is like a rock star. You have tens, if not hundreds of thousands of people who surround him. These are no organized pro-regime demonstrations; if that was the case the Egyptians could have done that. No, it is obvious that’s not the case. The same is true with Tehran. Of course he is not as popular in Tehran as he would be in the provinces, but he has in fact been very successful economically, especially with the recent reforms in the subsidies, where a lot of people thought there would be a great deal of tension, but it turned out to go forward very smoothly, and personally I am impressed by what happened, despite the fact that I am still critical of his administration. Iranians, if you look at polls carried out by Americans - forget the polls carried out by Iranians, they will say that these were done by the “regime” - so carried out by Westerners, do not show his. And I think it is somewhat racist to say that people go to these pro-government, pro Islamic Republic rallies, for cakes or drinks. You know, crossing Tehran, which is a huge city, is very difficult and tiresome and cumbersome, to go for a cake or a drink, to think that people would do that I think is pretty outrageous.

Is the Green Movement a revolutionary movement? Don’t the people want a voice in the power structure, to determine their destiny, economic policy, foreign policy, nuclear programme?

I think most Iranians would disagree, because after all I did not carry out the polls, Americans have both before and after the elections, and also the election in Iran, the previous elections and the elections before that, the turnout has always been high in the country. I think it is also significant to take into account the fact that Mr Ahmadinejad travels throughout the country, he is treated like a rock star, there is no doubt about it, the footage is there, the people are there, they, especially the more impoverished, the low and lower-middle classes, see him as someone supporting them and backing them. I think that basically the problem is, I go further than what your good guest said. I would say that the US is deterring democracy. The US does not want freedom in the region, because a free Egypt would mean trouble for Israel, a free Saudi Arabia, a free Bahrain, would be trouble for American interests in the region.

Just today, a large number of Bahrainis were killed. When you look at the small population of Bahrain, relatively speaking it would be something like a thousand people dying in Tehran, the 6, 7 or 8 people who were killed, because the population in the country is only half a million. But what is the US position on Bahrain? Bahrain is an ally; it calls on both sides to refrain from violence. That is extraordinary. So there is no doubt that the US is deterring democracy, and the fact that the US is actually pushing so hard for so called regime change in Iran is one reason why the Green Movement has no longer any popularity in the country. The fact that the [US] State Department is behind it, supporting it, the fact that they are funded, the fact that they have aligned themselves with terrorist organizations and organizations backed by the US, does not make them more popular.

And that’s one of the reasons that just the other day a couple of, the spo…, representative of the reformist faction in parliament, he made a statement in parliament condemning Mr Mousavi and Mr Karroubi and so on. That shows how isolated these two gentlemen are. The point though, the really significant point, is that the balance of power in the region is shifting away from the US. The US, because it has bound its policy to Israel, is desperately trying to keep the status-quo. It sees Iran as a major problem, it sees that in the future it will have more difficulty confronting Iran, because there will be new actors in the region, which will be against American foreign policy and it is trying desperately to overthrow the regime of the Islamic Republic, but it will fail.

Hillary Clinton came out a few days ago saying what kind of Egypt America would like to see. Wouldn’t the Egyptians say: hands off, leave us alone? Double standards are not the sole preserve of Washington. The Iranians supported the pro-democracy movement in Egypt, but kept silent about crushing the pro-democracy movements in Tehran.

… [the demonstrations in both countries] are not the same. People who rioted in Tehran were deterring democracy, they were trying to overthrow a president that was elected by the majority. And the people who voted for Mr Mousavi, most of them, by far the majority of them, my own colleagues, have completed distanced themselves from him. [That’s] the problem that Mr Mousavi has, and the so called Green Movement has. I am not saying that all the popular protests in Iran are by and large the work of Washington, that they are a conspiracy by outstanders to overthrow the regime. If you look at the polls, Care Free Tomorrow [4], all say Ahmadinejad won the vote.

References
[1] zie “Het domino effect van de opstand in Tunesië
[2] zie voor achtergrondgegevens over professor Marandi het artikel "Marandi takes on the Media" van Hamed Aleaziz
[3] Wikipedia: "People's Mujahedin of Iran"
[4] de professor bedoelt Terror Free Tomorrow, The Center for Public Opinion, zie “Results of a New Nationwide Public Opinion Survey of Iran before the June 12, 2009 Presidential Elections

zaterdag 19 februari 2011

Het domino effect van de opstand in Tunesië

    

Massademonstraties en veldslagen met leger en politie bleven de afgelopen dagen het Midden Oosten en Noord Afrika overspoelen, ondanks bruut geweld van de door het Westen gesteunde autocratische regimes. Na Bahrein, Libië en Jemen, toneel van hevige straatgevechten met veel slachtoffers, breidden de antiregeringsbetogingen en stakingen zich uit naar andere VS vazalstaten Saudi Arabië, Kuwait en Jordanië. De opstanden die in Tunesië en Egypte begonnen hebben protestacties in de hele regio in beweging gebracht, van Algerije tot Irak. De gebeurtenissen hebben geleid tot grote ongerustheid in Washington en bij de grote Europese mogendheden. Die konden er lang op rekenen dat de dictaturen in de regio wel in staat waren hun bevolking in bedwang te houden en de orde te handhaven in dit strategisch cruciaal, olierijk deel van de wereld. [1]

Bahrein ligt aan de Perzische Golf, tussen Saudi Arabië en Iran. Het herbergt COMUSNAVCENT [2], het hoofdkwartier van de Amerikaanse Zeestrijdkrachten, is thuisbasis van rond 1500 Amerikaans en geallieerd militair personeel en thuishaven van COMFIFTHFLT, de Amerikaanse Vijfde Vloot [3]. Het land is voor Washington van levensbelang. Zo’n 40 procent van alle ruwe olie ter wereld passeert de Golf. De VS heeft de koninklijke elite die over het land heerst steeds door dik en dun ondersteund. De verklaringen van president Obama en buitenlandminister Clinton zijn dan ook hypocriet. “De VS veroordeelt het geweld van regeringen op vreedzame betogers”, aldus de president. Maar vorig jaar december was Clinton nog vol lof over Bahrein als “voorbeeldige partner” in de regio. Ondervraagd over de arrestatie van prominente oppositieleden en over berichten over marteling was het antwoord: “Ik zie een halfvol glas”, gevolgd door de opmerking hoezeer de minister “onder de indruk [was] van de vastberaden manier waarop de regering de weg van de democratie volgt.”

Op CNN.com beschreef Alan Silverleib [4] Bahrein als "een kleine groep eilanden waar de hete politieke retoriek botst met de koude militaire realiteit. Voor wat Washington betreft sterft in dit kleine koninkrijk in de Perzische Golf het streven naar democratie in het Midden-Oosten een stille dood. Het verlies aan Amerikaanse militaire macht tengevolge van een val van het regime van koning Hamad bin Isa Al Khalifa is niet te overzien". Berichten dat veiligheidstroepen Britse wapens gebruikten tegen demonstranten onderstrepen nog eens de verantwoordelijkheid van de VS en zijn bondgenoten voor de repressie in Bahrein. De Britse regering kwam zwaar onder vuur [5] voor de goedkeuring van wapenleveringen aan de Arabische landen die de afgelopen weken gewelddadig optraden tegen demonstranten voor democratie, waarbij talloze mensen omkwamen en nog eens duizenden gewond raakten.

Over de gevolgen voor buurland Saudi Arabië maakt de VS zich grote zorgen. Het koninkrijk was de afgelopen drie decennia na Israël en Egypte de grootste ontvanger van Amerikaanse militaire steun. Volgens Chas Freeman [6], voormalig VS ambassadeur in Saudi Arabië, zullen de Saudi’s buitensporig geweld in Bahrein niet tolereren, het buurland ligt immers op een boogscheut van de belangrijkste Saudische olievelden. De mogelijke val van hun locale gekroonde hoofden wordt door de grote oliemaatschappijen met argusogen gevolgd. Die maken zich grote zorgen [7] over een mogelijk overslaan van de problemen naar Saudi Arabië, het enige olieland met voldoende reservecapaciteit om een ontwrichting van de toevoer van ruwe olie in de wereld op te vangen. Maar ook de problemen in Libië baren hen zorgen. Daar spelen zich ware veldslagen af, waarbij de demonstranten de val van het 41 jaar oude regime van kolonel Muammar Gaddafi eisten, die de afgelopen jaren ook een nauwe bondgenoot van het Westen en de machtige oliemaatschappijen is geworden. Jemen, ook al een belangrijke bondgenoot van de VS, was het zoveelste land waar het regime overging tot dodelijk geweld tegen groeiend protest.

Het protest is uitgewaaierd naar Saudi Arabië en Kuwait, en opnieuw opgelaaid in Jordanië, ook een belangrijke bondgenoot van de VS. In Saudi Arabië gingen bouwvakkers in staking in de Koning Abdullah financiële wijk en bij de Koning Saud universiteit in de hoofdstad Riyadh. In Kuwait demonstreerden ruim 1000 staatloze Arabieren voor burgerrechten, waarbij tientallen gewonden vielen. De regering van Kuwait is onder geen beding bereid de ongeveer 100.000 Arabische statenlozen te regulariseren. In Amman, de hoofdstad van Jordanië, vielen gewapende bendes anti-regeringsdemonstranten aan die al weken lang economische en politieke hervormingen eisen. Koning Abdullah verving vorige maand zijn volledige regering, maar de benoeming tot premier van Marouf Bakhit, één van de handlangers van de koning, viel niet in goede aarde. Bakhit werd in 2007 als premier tot aftreden gedwongen wegens verkiezingsfraude. De situatie in Jordanië is een goed voorbeeld van de hardnekkige sociale crisis die het protest in de Arabische wereld stuurt.

De protesten waaierden ook uit naar verschillende steden in Irak [8][9]. De demonstranten eisten werk en sociale zekerheid en protesteerden tegen de corrupte lokale overheden die worden gesteund door het regime dat door de VS aan de macht werd gebracht. In twee dagen werden vijf demonstranten neergeschoten, even veel als in het repressieve koninkrijk Bahrein. Naar verluidt zijn voorbereidingen aan de gang voor een demonstratie op 25 februari in de hoofdstad Bagdad onder het motto "revolutie van de Iraakse Woede", wat duidt op groeiend verzet tegen de afgrijselijke omstandigheden die maar blijven voortduren: gebrekkige voorziening van electriciteit en drinkwater, massale werkloosheid en sterk stijgende voedselprijzen, plus het dictatoriaal optreden van de door Washington in het zadel gebrachte heersers.

Wat begon als de strijd die de presidenten Ben Ali van Tunesië en Moebarak van Egypte ten val bracht deint uit tot de hele Arabische wereld. Door de Arabische wereld gaat een tweede golf van opstand tegen het kolonialisme [10]. De eerste leidde tot de Grote Arabische Opstand, met Britse en Franse steun, tegen het Ottomaanse Turkije tijdens de Eerste Wereldoorlog en vervolgens tot de Arabische opstand tegen Groot-Brittannië, Frankrijk en Italië tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Tijdens het kolonialisme was het gezag van de koloniale mogendheden politiek zichtbaar. De tweede golf van Arabisch verzet gaat tegen de "onzichtbare heerschappij" van de neokoloniale machten, waaronder de VS, Groot-Brittannië en Frankrijk, een fenomeen dat deel uitmaakt van een bredere strijd tegen neokolonialisme. De golf raakt ook de bezette Palestijnse gebieden en zelfs Afrikaanse landen als Mauritanië en Soedan. Tel daarbij de spanningen in Libanon en de balkanisering van Soedan, en het verontrustende beeld is compleet.

Onderhuids is er in de Arabische wereld veel meer aan de hand dan wij thans te zien krijgen. De bevolking heeft moeten toezien hoe hulpbronnen en rijkdom van hun landen werden verkwanseld aan buitenlandse ondernemingen en verspild door hun corrupte leiders. De onderdanen hebben lijdzaam moeten toezien hoe hun leiders de invasie en bezetting van Irak in 2003 steunden, hoe Israël de Palestijnen heeft onderdrukt met steun van hun regeringen, hoe Libanon in 2006 werd aangevallen met de stilzwijgende zegen van hun regimes, hoe het Israëlische leger in 2008 in Gaza huishield, en hoe het Egyptische regime Israël heeft geholpen om Gaza uit te hongeren. De Arabieren zijn niet ontwaakt, ze hebben in woede en frustratie moeten toekijken. Maar vandaag zijn de Arabische massa’s zich aan het mobiliseren. Net als het immuunsysteem van de mens zijn zij begonnen met de bestrijding van de ziekten die de Arabische wereld hebben geïnfecteerd. De Arabieren zijn in actie.

Tenslotte kan men zich afvragen hoe men moet aankijken tegen de recente onlusten in Iran. Kunnen we die vergelijken met de opstand in Egypte? Kijken de Iraniërs op dezelfde manier aan tegen hun leider als de Egyptenaren tegenover Mubarak stonden? En waarom heeft de VS voortdurend de Iraanse oppositie gesteund, terwijl de Amerikaanse leiders zich geruime tijd in stilzwijgen hulden over de roep om democratie in Egypte? Over deze vragen discussieerde Peter Lavelle op 18 februari met Mohammad Marandi, Kaveh Ehsani and David Hartwell in CrossTalk op het Russische satellietkanaal RT. Zie de video hieronder.


[1] Mike Head: “Popular uprisings spread across Middle East despite brutal crackdowns
[2] Wikipedia: “Bahrain
[3] Ibid: “Bahrein
[4] David Walsh: “Lethal crackdown in Bahrain is ‘Made in the US’
[5] Alistair Dawber: “Britain under fire for selling arms to Bahrain. Government accused of 'providing tools for repression'
[6] Jim Lobe: “Bahrain unrest tests US diplomacy. As anger boils on the island, the US is caught between 'democracy promotion' and its military interests.”
[7] Platts: “ANALYSIS: Saudi Arabia buffeted by Bahrain riots, Yemen unrest
[8] Alex Lantier: “Protests spread throughout Iraq
[9] Juan Cole: “Iraq Roiled by Protests, 2 Killed in Sulaimaniya
[10] Mahdi Darius Nazemroaya: “Is 1848 Repeating Itself in the Arab World?