Jonathan Holslag (VUB) vreest dat Laughland het grotendeels bij het rechte eind heeft, en vreest nog meer dat Europa niet meer cohesie zal vertonen. Het grootste euvel is dat Europa niet meer zelfstandig kan nadenken over haar belangen, aldus Holslag. Voor Hendrik Vos (UG) moet men het belang van art. 42 niet overschatten. Als de politieke wil er is om een onafhankelijke koers te varen, dan gebeurt dat. Momenteel is de EU daarover echter verdeeld. Maar PESCO [dat als doel heeft een gezamenlijk defensievermogen te ontwikkelen en deze beschikbaar te stellen voor militaire operaties van de EU] is voor Vos wel een signaal dat er beweging komt in de richting van meer onafhankelijkheid.
Posts tonen met het label Iran. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Iran. Alle posts tonen
zondag 30 juni 2019
Hoe Europa in het Iran-dossier zijn ruggengraat kan tonen
Velayat 94 Military exercise
February 2016 in the Strait of Hormuz and northern Indian Ocean.
Photo:
Erfan Kouchari, Tasnim
News Agency (Wikimedia
Commons)
In
het
artikel
‘Wordt
Europa een geopolitieke wereldspeler, of blijft het aan de leiband
van de VS lopen?’ van 20 mei 2019 stelden
we dat de EU haast moet maken met
zich te onttrekken aan het Amerikaanse juk wil het op het
wereldtoneel de boot niet missen. En in ‘Waarom
Europa zich uit de NAVO moet terugtrekken’ was de boodschap:
het wordt tijd dat Europa zich uit de NAVO terugtrekt en een eigen
veiligheidsorganisatie sticht waarin ook plaats is voor Rusland.
Beide artikelen verschenen ook op ‘De Wereld Morgen’, zie hier
en hier.
Aansluitend legden
we enkele academici de vraag voor: “Hoe
beoordeelt u de
draagwijdte van de paragrafen in het Verdrag van Lissabon over de
relatie van de Unie met de NAVO, o.a. in art. 42? Heeft de Unie zich
daarmee niet vastgeklonken aan Uncle Sam? Is een zelfstandig,
centraal aangestuurd Europees leger dan
niet
een onmogelijkheid? Voor de Britse historicus John Laughland is de
Europese integratie een door de VS gesteund project tegen de Koude
Oorlog, ideologisch en institutioneel onlosmakelijk verbonden met de
NAVO. In een opiniestuk
zegt Laughland dat Europa in feite niets kan inbrengen tegen de
Amerikaanse sancties tegen Iran.”
Heeft
de EU zich vastgeklonken aan de VS?
Jonathan Holslag (VUB) vreest dat Laughland het grotendeels bij het rechte eind heeft, en vreest nog meer dat Europa niet meer cohesie zal vertonen. Het grootste euvel is dat Europa niet meer zelfstandig kan nadenken over haar belangen, aldus Holslag. Voor Hendrik Vos (UG) moet men het belang van art. 42 niet overschatten. Als de politieke wil er is om een onafhankelijke koers te varen, dan gebeurt dat. Momenteel is de EU daarover echter verdeeld. Maar PESCO [dat als doel heeft een gezamenlijk defensievermogen te ontwikkelen en deze beschikbaar te stellen voor militaire operaties van de EU] is voor Vos wel een signaal dat er beweging komt in de richting van meer onafhankelijkheid.
Tom
Sauer (UvA) is
niet blij met de verwijzing naar de NAVO in
het Verdrag van Lissabon. De draagwijdte
daarvan is echter
beperkt: EU-acties
moeten enkel sporen met de
NAVO-verplichtingen. Wel lopen vandaag de
Amerikaanse en Europese belangen steeds
verder uit elkaar. De toekomst van de NAVO is daardoor allesbehalve
verzekerd. Europese defensie-integratie zal zich verderzetten. Op
termijn kan de
NAVO voor Europa overbodig worden,
als de VS er tevoren al
niet is uitgestapt.
Voor Sauer heeft Laughland
wel een punt: het
Europese mechanisme
om de Amerikaanse sancties tegen Iran te
omzeilen zal niet helpen. Dat toont
nogmaals de zwakte van Europa op het
wereldtoneel, en
de noodzaak voor Europa om
zich te
distantiëren van dit
Amerikaanse beleid.
Eerder
bespraken
we dit issue met David
Criekemans
(UvA), die
meent dat de
NAVO-verwijzing
in art. 42 niet meer is
dan
een toegevoegd
regeltje.
De
EU-veiligheidsgarantie
is
veel
sterker dan die van de NAVO. Voor
Criekemans, zelfverklaard
koele minnaar van de NAVO,
is
daarmee
de
alliantie
eigenlijk overbodig, maar
een uitstap
zal
niet voor
morgen zijn.
Het
ontbreekt
aan een
Europese strategische cultuur en
aan militair-logistieke
zaken. Bovendien
wil niet
elke lidstaat mee.
Geostrategisch
blijft de EU gebonden aan de NAVO en daarmee aan Washington
Op
grond van deze
verklaringen van de academici kunnen we
concluderen dat
de
NAVO-verwijzing
in art. 42 misschien niet
cruciaal is maar
toch zal kunnen
worden ingeroepen.
Geostrategisch
blijft de EU gebonden aan de NAVO en daarmee aan Washington dat in
het bondgenootschap de zaken initieert en het
laatste woord heeft. De
verdeeldheid tussen de lidstaten en
de vrees om Washington op de tenen te trappen kan
hooguit leiden tot een versterkte samenwerking tussen de Europese
legers, maar niet tot een
zelfstandig,
centraal aangestuurd Europees leger.
In
een
opgemerkt
opiniestuk
komt
Harvard-politicoloog Stephen Walt tot dezelfde conclusies. Walt
is
niet optimistisch
over de toekomst
van de EU. Het
VK vertrekt
en de VS
is
openlijk
vijandig. Herhaalde pogingen om in
internationale vraagstukken een
Europese stem te
laten horen, of
te
komen tot een
gemeenschappelijke Europese defensiemacht, hebben
gefaald.
Neem
nu “het
gebrek aan ruggengraat
in
de Europese
reactie
op de
Amerikaanse
dreiging om secundaire sancties op te leggen op
handel
met Iran”, aldus
Walt,
die
ook wijst op interne Europese problemen als de
anti-EU
populisten en
de onmacht van Brussel om eigenzinnige
nationalisten als Viktor Orban van Hongarije of de Poolse
regeringspartij ‘Recht
en Rechtvaardigheid’ tot
de orde te roepen.
Waar
Stephen
Walt
geen
blad voor de mond neemt schetst
David
Criekemans een
ingetogener
beeld. Dat
beeld vergt toch wel enkele kanttekeningen. Anders
dan “een grote olieproducent”
is de VS vandaag
energiezelfvoorzienend
en
heeft dus eigenlijk
niets
meer
te zoeken in het Midden-Oosten. Iran
kon tot regionale
grootmacht uitgroeien door de Amerikaanse oorlogen in Irak en
Afghanistan. Het Iraanse rakettenprogramma is puur defensief. Iran
wordt omsingeld door Amerikaanse
bases en tot de tanden bewapende buurlanden.
Het land defensieve wapens ontzeggen is dus misdadig. En of Iran nu
hervormingsgezind of ultraconservatief wordt bestuurd, feit is dat
het land
geen
enkele (militaire)
bedreiging
vormt voor de VS, noch voor zijn buurlanden.
De
Amerikaanse
blokkade van
Iran is een oorlogsdaad
De
Amerikaanse
blokkade van
Iran is in het internationaal recht een oorlogsdaad. Iran legt zich
daar niet bij neer. Het heeft geen
boodschap aan
Europees handengewring. Volgens
de Britse professor Paul Rogers moet de
beschadiging
van olietankers druk
zetten op de Iraanse klanten om hun olie-importen te hervatten.
Tel
daarbij de paramilitaire aanvallen op
Amerikaanse trainingskampen in Irak, de Iraanse dreiging dat het zal
reageren op de Amerikaanse uitstap uit de nucleaire
deal, en je krijgt een beeld van een land dat niet berust
maar aankondigt hoe
een asymmetrische
oorlog
er
kan
uitzien,
aldus
Rogers.
Iran
onderhandelt
niet over
de Amerikaanse belegering,
maar zal die breken, onder het motto: “Als Iran geen olie door de
Perzische Golf kan uitvoeren, zal geen enkel land dat kunnen”. Het
kan
een
serie incidenten in de Golf laten gebeuren die het gemakkelijk kan
ontkennen maar aanleiding zullen
zijn
voor internationale verzekeraars
elke
dekking
van olietransport in
het gebied op
te schorten.
Iran
kan eenvoudig
enkele
olietankers tot zinken brengen
om de Straat van Hormuz af te sluiten.
Volgens
Goldman Sachs kan
dat de olieprijs opdrijven naar
$1000 per vat, desastreus
voor
de wereldeconomie.
Slaapwandelen
we naar
een soennitisch-sjiitische confrontatie?
Criekemans
vreest dat we naar een soennitisch-sjiitische confrontatie
slaapwandelen
en
dat de internationale gemeenschap daar niets aan kan veranderen.
Maar
sektarisme is niet de belangrijkste oorzaak van de problemen
in het Midden-Oosten. Volgens
de
Amerikaanse
professor
Juan Cole is het
de
geopolitieke context die
conflicten
een
sektarisch tintje geeft, niet andersom.
Slaapwandelen
naar een
oorlog VS-Iran is
wél
te bestrijden: na
China moeten Iran’s belangrijkste klanten India, Turkije, Japan
en EU-lidstaten
Italië, Spanje, Frankrijk en Griekenland ruggengraat
tonen, de Amerikaanse dreiging negeren, hun olie-importen uit Iran
hervatten en de VS laten zien hoe het zonder gezichtverlies kan
loskomen uit de hoek waarin het zichzelf heeft gemanoeuvreerd. De VS
zal het wel uit zijn hoofd laten al deze afnemers sancties op te
leggen. Het alternatief is de gevolgen ondergaan van een uit de hand
lopend militair conflict dat niet enkel het Midden-Oosten in vuur en
vlam zet, maar China en Rusland in de strijd kan betrekken en daarmee
mondiale proporties krijgen.
Ruggengraat loont.
zaterdag 22 juni 2019
Iran and friends use bombs and missiles to give a taste of war to come
GULF OF OMAN (May
22, 2019). F/A-18F Super Hornet making an arrested landing on the
flight deck
of the Nimitz-class aircraft carrier USS Abraham Lincoln
(CVN 72). Photo: United States Navy.
by Paul
Rogers
Power vacuums in
the Pentagon as a pattern of attacks across the Middle East look
suspiciously like a demonstration of Iranian ‘irregular’ power.
The evolution of the
US-Iran confrontation gets more complex by the day, a matter of smoke
and mirrors with multiple accusations and uncertainties, and domestic
politics constantly driving international actions.
For Trump, the
current complication is that his Acting Secretary of Defense, Patrick
Shanahan, has suddenly withdrawn
his application for the permanent job because of family issues
dating back some years. Not only does this leave a leadership vacuum
at the top of the Pentagon but Trump’s intended replacement for
Shanahan, army secretary Mark Esper, leaves a gap in the army job
only a month after the air force secretary, Heather Wilson, herself
stepped down.
In spite of this
uncertainty, the military rhetoric coming out of Washington is
growing tougher. Much is being made of the air
force and navy firepower being moved towards the Gulf just as the
White House insists that Iran has been responsible for the recent
attacks on tankers in the Gulf of Oman.
Iran is not the only
country that the US is berating. One of the most senior US military
commanders, Paul Selva – an air force general and vice-chair of the
Joint Chiefs of Staff – this week reminded
other states which import oil and gas via the Strait of Hormuz
that keeping the sea lanes open is not just a US responsibility. If a
war comes, other countries will be expected to play a substantial
role. Selva pointed out that the Gulf is far less important to the US
than it was during the ‘tanker war’ of the 1980s, with fracking
and other new technologies tapping more fossil fuels at home.
Interestingly the
one country that could contribute almost overnight – the UK (as
explained here a couple of weeks ago) – is in the middle of
internal political upheavals. The rivals to replace Theresa May at
Number 10 are vying with each other to be the most macho and
pro-Trump. This is hardly likely to aid rational policy development,
as both remaining candidates claim to want to make Britain great
again.
Trump’s own
rhetoric has been toned down but his problem with Iran remains and is
made worse by that country’s own behaviour. It may be difficult to
accept that almost everything that Iran is currently doing speaks of
a canny assessment of Trump and a coordinated approach, but it is a
possibility that does deserves examining.
Iran’s show of
strength?
Earlier this week
Iran announced that it would step up low-level uranium enrichment.
This is the process that produces fuel for nuclear power stations;
weapons-grade uranium must be enriched much further. [JR1] The
nuclear deal that Iran signed in 2015 with China, France, Germany,
Russia, the UK and the US – the US withdrew from the agreement last
year – limits the amount of uranium it can enrich. Iran said that
it would exceed that limit on 27 June. Meanwhile, consider the
military and paramilitary happenings of the past couple of weeks.
All the tanker
attacks have been low-level, typically using small limpet mines
placed above the water line: enough to have an obvious effect but
unlikely to cause serious casualties or sink ships. The attacks have
all been outside the Persian Gulf, off the coast of the Arabian Sea
and in the vicinity of Fujairah. This is the terminus for a pipeline
that bypasses the Strait of Hormuz, with its Iranian coastline, to
bring oil overland from Abu Dhabi.
Another pipeline
that avoids the strait runs across Saudi Arabia from its eastern
oilfields to a terminal on its Red Sea coast: the Saudis report that
this was recently
hit by an armed drone believed fired by the Houthi rebels in
Yemen, allied to Iran.
In other
developments this week, three
Katyusha rockets were fired at Camp Taji, an Iraqi army base
north of Baghdad where US trainers work. The Balad air base, also
north of Baghdad, was
hit by mortar fire in a separate attack.
Thus, tankers are
attacked outside the Strait of Hormuz showing that bypassing the
strait through Fujairah is still vulnerable to disruption, and an
alternative pipeline route across Saudi Arabia is also attacked. Add
to this the paramilitary attacks in Iraq on two bases used by US
trainers of the Iraqi army, along with Iran threatening to respond to
Trump’s abandonment of the nuclear deal, and you get a picture of a
country not willing to buckle and also ready to send reminders of how
an ‘irregular’ war could be waged.
This could all be
coincidence, but it really is stretching things a bit when you put it
together. Moreover, the risk of paramilitary attacks is certainly
taken seriously by the Pentagon: witness the decision to send 2,500
extra troops to the region to help protect US bases and facilities.
Also being taken
seriously is the shooting
down of a US navy drone in what Tehran claims was Iranian
airspace. The drone in question, a Northrop Grumman MQ-4C Triton, is
one of the largest and most expensive uncrewed aircraft in the world,
the size of a strike aircraft and costs $182 million apiece. It has a
range of over 9,000 miles, can fly for 30 hours and reach an altitude
of 60,000 feet. If it was flying anything like that high there will
be questions asked in the Pentagon and the White House over how the
Iranians could have managed to destroy it.
On the US side,
Trump’s unpredictability and bombast, coupled with personnel
upheavals in the Pentagon, do not make for sound judgement.
Yesterday’s approval and then aborting of attacks on Iran in
retaliation for the drone strike could have been a warning, or
indecision, or both.
However, there are
signs of Washington drawing back. One key indicator is that the US
Special Representative for Iran, Brian
Hook, travels to Paris early next week to meet senior French,
German and British officials. Hook is an experienced White House
advisor going back two decades. If the Europeans put serious pressure
on the Trump administration to reduce tension, that might just have
an effect. The bigger issue, though, is that it may be Iran rather
than the US setting the agenda.
Paul
Rogers is professor in the department
of peace studies at
Bradford University, northern England. He is openDemocracy's
international-security
editor, and has been writing a weekly column on global security since
28 September 2001; he also writes a monthly briefing for the Oxford
Research Group.
His books include Why
We’re Losing the War on Terror
(Polity,
2007), and Losing
Control: Global Security in the 21st Century
(Pluto
Press, 3rd edition, 2010). He is on twitter at: @ProfPRogers
Labels:
Article in English,
China,
Duitsland,
Frankrijk,
Groot-Brittannië,
Irak,
Iran,
Jemen,
Rusland,
Saudi Arabië,
UAE,
VS
dinsdag 28 mei 2019
US Army tweet provokes outpouring of antiwar sentiment
Cityscape
of Qayyarah town on fire.The Mosul District, Northern Iraq, Western
Asia. 09 November, 2016
by George Marlowe
“It’s
been hell for the world”
The United States
Army did not get the response it intended when it asked in a tweet
last week, “How has serving impacted you?” Instead of paeans to
the military, the horrific reality of war on a world scale broke
through the annual celebration of American militarism over the
Memorial Day weekend.
By Monday night,
there were over 11,000 comments in response to the US Army’s
question. The official lies and platitudes employed by the ruling
elite and the media to exalt war were shattered by stories detailing
the living hell that has been imposed on millions of lives.
So massive was the
outpouring of sentiment on social media that the
response was covered by the mainstream news Monday night, a
singular rarity on a day usually devoted to mindless jingoism. The
incident even made headlines around the world, an expression of the
vast global impact of US militarism.
Veteran suicides,
depression, violence, recurring nightmares, post-traumatic stress
disorder, drug abuse, addiction, alcoholism, rape and sexual assault
by commanding officers, inadequate health care, generational trauma,
exposure to chemical agents, war crimes. These were just some of the
nightmarish tales that emerged.
Heartbreaking
stories of veteran suicides were all too common. Shane Burley’s
story was repeated in various forms by numerous people. “My best
friend from high school was denied his mental health treatment and
forced to return to a third tour in Iraq, despite having such deep
trauma that he could barely function,” Shane wrote. “He took a
handful of sleeping pills and shot himself in the head two weeks
before deploying.”
Sean described what
he called “the ‘Combat Cocktail’: PTSD, severe depression,
anxiety. Isolation. Suicide attempts. Never ending rage. It cost me
my relationship with my eldest son and my grandson. It cost some of
my men so much more. How did serving impact me? Ask my family.”
Lies used to
manufacture public consent for war were also opposed. “Don’t
fabricate enemies and shove innocent Americans into wars that kill
innocent civilians,” wrote one person. “You’ve gained nothing
from all the wars combined. It’s been hell for the world.”
For all the
nauseating glorification of the military by the media and the
political establishment, those that serve in the military as cannon
fodder are generally economic conscripts looking for a way out of
poverty and the chance for a college degree. The reality is that they
end up maimed, broken and scarred, with generations of families and
friends affected by the trauma.
More than 5,500
veterans killed themselves last year, and active-duty military
suicides were at an all-time high in 2018. More than 321 of those in
active duty in the military killed themselves in 2018, with 138 in
the US Army alone.
A 2018 study by the
Council on Foreign Relations found that recruits from families with
annual incomes less than $38,400 a year made up 19 percent of
soldiers. Over 60 percent of recruits come from families with annual
incomes less than $61,403, and over 80 percent come from families who
make less than $80,912. The study did not show the levels at which
the top 5 percent or the top 1 percent participated in the wars, but
they no doubt constitute a tiny minority.
Numerous commenters
on the US Army Twitter thread referred to the statements of
Major-General Smedley Butler, who famously confessed in 1933, “War
is just a racket. Only a small inside group knows what it is about.
It is conducted for the benefit of the very few at the expense of the
masses.”
There is deep
opposition to war in the working class in the United States and
internationally. As with every other political issue, however, the
real interests of the vast majority of the population are excluded
from official political life.
In the run-up to the
2003 invasion of Iraq, this sentiment found expression in mass
demonstrations of millions of people throughout the world. Opposition
to the Iraq war was channeled behind the Democratic Party,
culminating in the election of Barack Obama in 2008. Extending the
Bush administration’s “war on terror” in Iraq and Afghanistan,
Obama attacked more than seven countries, including Libya and Syria,
and killed thousands of innocent civilians through drone warfare.
The Trump
administration now plans to dispatch 1,500 new troops to the Middle
East and has threatened to “end” Iran. His administration also
announced the doctrine of “great power” conflict, preparing even
bigger military conflagrations against Russia and China that hurtle
the world towards a third world war.
In 2017, the
Department of Veterans Affairs under the Trump administration
proposed to close more than 1,100 facilities in an effort to
privatize health care. While only $220 billion was allotted to
Veterans Affairs for the 2020 budget, more than $718 billion was
requested by the Pentagon, a five percent increase over the previous
year. If the trend continues, more than $7 trillion will be spent on
war over the next decade.
With the support of
the Democratic Party, moreover, the Trump administration is
intensifying its campaign against WikiLeaks founder Julian Assange
for exposing the crimes of American imperialism.
The Democrats have
waged their opposition to Trump largely on the demand that the
administration adopt a more aggressive position against Russia and
expand the war in Syria and the Middle East. The Democrats have
sought to position themselves as the party of the military and the
intelligence agencies, hailing as heroes such arch warmongers as the
late Republican Senator John McCain.
And the
organizations of the complacent and privileged upper-middle class
that surround the Democratic Party have become the most adamant
supporters of American imperialism.
The sentiments
expressed in the response to the US Army tweet must and will find
organized form. The mass opposition to war must be connected to the
growing struggles of workers, in the United States and
internationally, against inequality and exploitation. The growing
support for socialism must be connected to a conscious political
movement of the international working class against capitalism and
imperialism.
This
article first appeared on World
Socialist Web Site (WSWS)
on
28 May 2019, and was republished with permission.
Labels:
Afghanistan,
Article in English,
China,
Irak,
Iran,
Libië,
Rusland,
Syrië,
VS
woensdag 17 april 2019
Waarom Europa zich uit de NAVO moet terugtrekken
U.S. Army Stryker armored vehicles convoy during operations in support of Steadfast Javelin II at Ramstein Air Base, Germany, Sept. 3, 2014.
Steadfast Javelin II is a NATO-led exercise designed to prepare U.S., NATO and European partner nations forces for large-scale unified land operations.
Photo: A1C Jordan Castelan (Wikimedia Commons).
Steadfast Javelin II is a NATO-led exercise designed to prepare U.S., NATO and European partner nations forces for large-scale unified land operations.
Photo: A1C Jordan Castelan (Wikimedia Commons).
Nu Trump de bondgenoten niet enkel 2% bijdrage vraagt maar ook 150% van de kosten voor stationering van Amerikaanse troepen wordt het tijd dat Europa zich uit de NAVO terugtrekt. Het moet een eigen veiligheidsorganisatie stichten waarin ook plaats is voor Rusland.
Amerika is een oligarchie. Kandidaturen voor presidentschap en Senaat en Congres worden verworven via politieke omkoping. Wetenschappelijk onderzoek bevestigt dat een kleine groep elites het overheidsbeleid bepaalt. Zo bepaalt de militair-industriële lobby in belangrijke mate het defensiebudget. Officieel bedraagt dat voor 2019 $617 miljard, maar dat is slechts het Base Budget. Inclusief een serie niet op de defensiebegroting ingeschreven onderdelen, maar exclusief de (para)militaire activiteiten van CIA en FBI, geeft de VS in 2019 aan veiligheid een bedrag uit van $1.135,7 miljard, 5,4% van het BBP en meer dan een kwart van de Amerikaanse federale begroting.
Het Pentagon is wereldwijd voortrekker in militaire uitgaven en trekt NAVO-leden Europa ($290 miljard) en Canada ($24 miljard) mee in zijn kielzog. Zo ontstaat een totaal NAVO-budget 2018 van $1.449 miljard, ruim 80% van het wereldwijd totaal aan defensie-inspanningen ($1.774 miljard). Aan de basis van de groeiende defensie-inspanningen liggen Amerikaanse en Europese percepties van dreigingen vanuit China en Rusland. De uitgaven van deze landen zijn echter slechts een fractie van het NAVO-totaal. China zou in 2018 $168 miljard hebben uitgegeven en Rusland $63 miljard, 12% resp. 4% van NAVO-totaal.
De NAVO is goed voor 80% van de mondiale militaire uitgaven. De uitgaven van Rusland en China vallen daarbij in het niet.
De Amerikaanse National Defense Strategy Commission wijst erop dat China en Rusland regionale hegemonie nastreven en zelfs mondiaal macht kunnen uitoefenen, maar een nuchtere Amerikaanse politicoloog als John Mearsheimer relativeert die stelling. Poetin heeft enkel gereageerd op Westerse provocaties. Het feit dat de NAVO tot de Russische grens is opgeschoven ligt aan de basis van de oorlogen in Georgië (2008) en Oekraïne (2014). De confrontatie met Rusland en China duwt deze grootmachten enkel in elkaars armen wat het einde inluidt van de unipolaire wereld sinds de val van de Sovjet-Unie.
Sinds de uitbreiding van de NAVO maakt Rusland duidelijk dat het niet lijdzaam zal toezien hoe zijn strategisch belangrijke buurlanden Westerse vestingen worden. Voor Poetin overschreed de coup tegen de democratisch verkozen regering in Oekraïne een rode lijn. Beducht voor zijn marinebasis in Sebastopol annexeerde hij de Krim en destabiliseerde hij Oekraïne tot het land zijn pogingen om zich bij het Westen aan te sluiten zou opgeven. In 2008 zei hij Bush ijskoud dat toetreding van Oekraïne tot de NAVO het einde van het land zou betekenen. Maar ook de EU trok oostwaarts, tegen de zin van Rusland.
Oekraïne is als bufferstaat van groot strategisch belang voor Rusland. Geen enkele Russische leider tolereert dat een militaire alliantie die zich duidelijk vijandig opstelt zich in Oekraïne vestigt en een regering installeert die het land wil integreren in het Westen. In koor gaf het Westen Poetin de schuld. Voor Merkel leefde Poetin in een andere wereld. Maar Poetin is absoluut niet onevenwichtig. Hij is een topstrateeg die op buitenlands beleid elke uitdager in de schaduw stelt. Hij streeft niet naar een “groot-Rusland”, is niet geïnteresseerd in de annexatie van buurlanden. Dat zou het militair, economisch en organisatorisch vermogen van Rusland overstijgen.
De EU drong Oekraïne een handelsakkoord op zonder oog voor de historische context. Het land moet een neutrale bufferstaat worden.
Was Oekraïne voor de EU en de NAVO van strategisch belang, dan had het Westen al lang militair geweld gebruikt om de crisis te beslechten. Men maakt een land toch geen NAVO-lid om het vervolgens niet te verdedigen. In een interview legt ook voormalig Amerikaans minister van buitenlandse zaken Henry Kissinger de oorzaak van de Oekraïne-crisis bij het Westen. De EU duwde een handelsakkoord door, is ondoordacht achter Oekraïne gaan staan en heeft geen oog gehad voor de historische context. Voor Kissinger moet Oekraïne een bufferstaat worden.
Amerika is vrijwel onophoudelijk in oorlog: sinds zijn stichting in 1776 maar liefst 226 van zijn 243 kalenderjaren. De overgrote meerderheid van de militaire conflicten sinds de Tweede Wereldoorlog ontstond op initiatief van de VS. Vergeleken met andere grootmachten heeft de VS relatief weinig soldaten op het slagveld verloren en nauwelijks burgerslachtoffers. Afgezien van de aanslagen van 9/11 werd oorlog met het buitenland nooit in eigen land uitgevochten. Anders dan Europa ziet de bevolking op eigen bodem dus niets van de rauwe realiteit van oorlog. En sinds de afschaffing van de dienstplicht in 1973 is de sociale controle op de Amerikaanse oorlogszucht tot vrijwel nul herleid.
Het is ‘gewone’ mensen in de rest van de wereld blijkbaar niet ontgaan dat de VS sinds 2001 Irak, Afghanistan, Libië en Syrië heeft vernietigd en Iran, Venezuela, en misschien zelfs Rusland op de korrel neemt. Onderzoek in 65 landen leert dat de VS (24%) als eerste wordt genoemd als land dat de grootste bedreiging vormt voor de wereldvrede, voor Pakistan (8%), China (6%), Noord-Korea, Israel en Iran (elk 5%). Respondenten in Rusland (54%), China (49%) en Bosnië (49%) waren het meest bevreesd voor de VS als bedreiging.
De VS wordt als eerste genoemd als land dat de grootste bedreiging vormt voor de wereldvrede.
Trump heeft twijfel gezaaid over de bescherming van Europa. Hij dringt aan op verhoging van de bijdrage naar 2% en op termijn 4% van het BBP. Intussen gaan de defensiebegrotingen mondjesmaat omhoog. Europese leiders zien Rusland niet als een ernstige militaire bedreiging. Voor hen past de annexatie van de Krim niet in Russische expansiezucht. Maar intussen vraagt Trump de “partners” ongegeneerd om ook 100% van de kosten van de Amerikaanse militaire aanwezigheid te betalen, met een opslag van 50%. Vandaag betaalt Duitsland 28% voor de Amerikaanse stationering, zo’n €1 miljard per jaar. In een cost-plus-50 regeling zou de factuur voor Duitsland door het dak gaan.
De harde Amerikaanse houding stelt Europa voor een dilemma. Moet het zichzelf kunnen verdedigen? Moeten de Franse atoomwapens het Europese continent afdekken? Wie zit er dan aan de knoppen? Opgeteld kan een EU-leger beschikken over 1,5 miljoen militairen, na China (2,2 miljoen) de grootste legermacht ter wereld. Paradoxaal genoeg is het juist de NAVO die zich tegen zo’n ontwikkeling verzet. Dit is gevoelige materie. Dat de Franse president Macron spreekt over een Europees leger en strategische autonomie irriteert de Amerikanen. De VS laat de NAVO waarin het de lakens uitdeelt en eigen belangen voorrang kan geven niet gemakkelijk los. Maar verzet komt ook uit eigen kring en vanuit de bureaucratie.
Wie pleit voor een Europese defensie moet ook het gebrek aan een ééngemaakt buitenlands beleid aan de orde stellen.
Ook de Belgische politicoloog Sven Biscop is voor een Europese defensie. Hij pleit niet voor interventionisme, wél voor optreden “als onze vitale belangen in het geding zijn”. Als voorbeeld noemt hij Libië. Zijn uitleg over het oprekken van het VN-mandaat roept vragen op over de doctrine van “minimale interventie en maximale diplomatie” waarbinnen EU-optreden moet gebeuren. Biscop spreekt niet over het gebrek aan een ééngemaakt Europees buitenlands beleid en hoe binnen de EU wordt beslist over militair optreden. Per saldo sluit hij zich aan bij de European Union Global Strategy (EUGS) die zegt dat de NAVO voor de meeste lidstaten het belangrijkste kader zal blijven.
Een opiniestuk van de Nederlandse politicoloog Rob de Wijk is gewaagder: “Wie roept de Verenigde Staten tot de orde?” Intussen staat wel vast dat Europa zich wil losmaken uit het steeds knellender Amerikaanse juk. Een militair volledig op eigen benen staand Europa is echter niet voor morgen. De geopolitieke transformatie in de wereld staat niet stil. De Westerse vijandige houding tegen Rusland drijft dat land steeds meer in de armen van China, dat via zijn Belt & Road strategie al belangrijke contacten heeft gelegd in Europa. Wil Europa niet tussen hamer en aambeeld raken dan zal het een fundamentele keuze moeten maken: wil het aan de hand blijven lopen van de VS die zich steeds meer op zichzelf terugtrekt, of zich openstellen voor een Euraziatisch Wirtschaftswunder.
Europa moet kiezen voor een nieuwe pan-Europese veiligheidsorganisatie waarin plaats is voor Rusland.
Zo’n fundamentele beleidsombuiging vergt de vorming van een nieuwe pan-Europese veiligheidsorganisatie en de opzegging van het NAVO-lidmaatschap. Frankrijk en Duitsland kunnen het voortouw nemen en worden waarschijnlijk snel vergezeld van andere Europese kernlanden. Hervorming van de EU in een geopolitiek onafhankelijke Unie vergt een grondige wijziging van het Verdrag van Lissabon, een kolossale, uitdagende maar doenbare operatie. De meeste analisten menen dat Rusland na de Koude Oorlog volwaardig NAVO-lid had moeten worden. De nieuwe pan-Europese veiligheidsorganisatie moet dan ook de opzegperiode met de NAVO benutten om een verdrag te onderhandelen met Rusland.
In dat kader kan ook een oplossing worden uitgewerkt voor de Oekraïne-crisis. Het land moet een neutrale buffer worden tussen Rusland en het Westen, naar het voorbeeld van Finland tijdens de Koude Oorlog. Georgië moet in het voetspoor van Oekraïne treden. Oekraïne moet economische steun krijgen van zowel het Westen als Rusland, en worden aangemoedigd om de rechten van de Russisch sprekende bevolking te respecteren. Op langere termijn kunnen Oekraïne, Georgië en Wit-Rusland tot de EU en de veiligheidsorganisatie toetreden. Daarmee ontstaat een blok dat zich zowel economisch als militair kan meten met China.
Zo ontstaat een multipolaire wereld bestaande uit Noord- en Zuid-Amerika, Eurazië en China, aangevuld met overig Azië en Afrika. Een wereld waarin de VS niet langer de lakens uitdeelt en waarschijnlijk minder gewapende conflicten kent.
donderdag 14 februari 2019
De tendentieuze berichtgeving rond Iran en Syrië
Niet
iedereen in blij met de huidige Iraanse regering. Veel Iraniërs
willen meer vrijheid en een eind aan de corruptie. Maar zij wijzen
het Westerse imperialisme af. De tendentieuze berichtgeving over Iran
op het platform van onze publieke omroep is gevaarlijk want bereidt
de publieke opinie voor op gewelddadig Westers ingrijpen. Een oorlog
met Iran wordt geen lachertje.
‘Met
de herverkiezing van president Rouhani in 2017 hoopten de Iraniërs
op een betere toekomst. Maar vandaag staat uw land door mismanagement
en corruptie voor een economische en politieke crisis. Daar komen de
nieuwe Amerikaanse sancties nog eens bij toen president Trump zich
terugtrok uit de nucleaire deal. De bevolking moet tegen het regime
in opstand komen. Een nieuwe regering moet dringend orde op zaken
stellen’. Dat is in de bovenstaande aflevering van HARDtalk
van 15 augustus 2018 de boodschap van de Britse journalist Stephen
Sackur aan de Iraanse politicoloog Mohammad Marandi.
Professor
Marandi geeft toe dat de Iraanse economie door een diep dal gaat,
maar binnen enkele maanden zal stabiliseren. “Ons land heeft veel
zwaardere crises overwonnen. De Amerikanen willen het Iraanse volk
klein krijgen, maar dat zal niet lukken. Ja, er is protest, er zijn
demonstraties. De mensen hebben dat recht. Gebeurt zoiets in ons
land, dan spreekt de wereld over burgeroorlog. In het Westen heten
identieke demonstraties een verworven recht in een democratische
rechtsstaat. Ja, de sancties van maffiabaas Trump doen pijn”, aldus
Marandi.
Tendentieuze
berichtgeving van Jens Franssen over Iran
Aan
de beeldvorming over Iran schort in het Westen het één en ander. Zo
publiceerde Jens Franssen, journalist bij de Vlaamse publieke oproep
VRT, op 11 februari het artikel
‘In beeld: 40 jaar Iraanse revolutie’, dat samenviel met zijn
reportage
op Terzake TV over de Iraanse Volksmoedjahedien in Albanië. Zowel
het artikel als de reportage geven een vertekend beeld van de
werkelijkheid.
Anders
dan wat Franssen eufemistisch “oppositie en druk op het regime via
sociale media” noemt gaat het om het verspreiden van verachtelijk
fake news
vanuit een NAVO-lid en kandidaat-EU-lidstaat
door een groepering die
door de Amerikaanse geheime dienst financieel en logistiek wordt
gesteund. Het komt neer op een internetoorlog tegen Iran door leden
van de Mujahedin-e Khalq (MEK), een groep Iraanse dissidenten die tot
voor kort op de Amerikaanse lijst van terreurorganisaties stond en
daarvan werd
geschrapt om opportuniteitsredenen.
Franssen’s “druk op het regime” is dus in werkelijkheid
cyberterreur tegen een soeverein land dat al kreunt onder verlammende
eenzijdige Amerikaanse sancties.
Het zijn de beproefde imperialistische tactieken die aan een
militaire aanval voorafgaan.
Franssen
schrijft
dat
ayatollah Khomeini de macht greep en een “antiwesterse theocratie”
installeerde. Dat is tendentieuze
berichtgeving.
Het
terreurbewind
van
de
sjah was
dan pro-Westers want geïnstalleerd
na
de regime
change
operatie tegen de democratische regering van Mossadegh, het huidige
Iran
is daarmee
niet
antiwesters. Het land
wil goede betrekkingen met iedereen, maar
verzet
zich tegen de onrechtmatige
druk
van de VS, Israel, Saoedi-Arabië
en
enkele ex-koloniale Europese mogendheden. Wikipedia
plaatst de nieuwe Iraanse staatsvorm in de juiste context: in een
referendum sprak de bevolking zich uit voor een islamitische
republiek,
een staatsvorm die men ook in andere VN-lidstaten zoals Pakistan, en
Afghanistan aantreft. Met de regeringsvorm is dus niets mis.
Tegelijk
bagatelliseert Franssen de “erg bloedige oorlog” tussen Iran en
Irak in de tachtiger jaren. “Tijdens
de oorlog wordt gifgas ingezet. Zo’n half miljoen Iraakse en
Iraanse militairen komen om,” aldus
Franssen, die insinueert dat ook Iran chemische wapens gebruikte en
daarmee Iraakse slachtoffers maakte. In
werkelijkheid
viel
Saddam
Hoessein
Iran
binnen,
met
Amerikaanse
steun: bewapening,
inlichtingen,
doelwitcoördinaten
en
materiaal
voor
de productie van chemische
en
biologische
wapens.
Zo
konden Iraakse
troepen dagelijks chemische wapens inzetten
tegen Iraniërs. “Iraniërs
weten hoe chemische wapens ruiken” bloklettert Thomas Erdbrink op
11 november 2002 in NRC.
Alle resoluties in de Veiligheidsraad tegen deze manier
van oorlog voeren sneuvelden
door Amerikaanse
en
Britse
veto’s.
En
voor alle duidelijkheid: Iran
heeft nooit
(chemisch) teruggeslagen. Een decreet van Khomeini verbood
chemische wapens.
Jens
Franssen checkt zijn bronnen over chemische wapens in Syrië niet
Eerder
sprak
ondergetekende Jens Franssen al eens aan over zijn verwijzing in het
radioprogramma ‘De
Ochtend’ naar de fact-finding
missie
van
de
OPCW,
de
Organisatie
voor het Verbod op Chemische Wapens in Den Haag, rond
het
incident in
Khan Shaykhun (Syrië) op
4 april
2017 waar chemische wapens zouden zijn gebruikt. Het
OPCW-rapport
spreekt slechts van de site
of the incident,
maar Franssen
maakte
daar
ongegeneerd “bominslag”
van en verwees naar een Nederlandse anonieme bron (waarschijnlijk
een
lid van de Nederlandse diplomatieke
missie
bij de OPCW),
die “met aan zekerheid grenzende zekerheid” wist dat Assad de
schuldige was. Opnieuw tendentieuze informatie want
onbevestigde geruchten,
die de publieke opinie moet warm maken voor ingrijpen.
Franssen
verwees naar een OPCW-rapport dat slinks
zegt: “mensen zijn blootgesteld aan sarin, een chemisch wapen”
zonder opgave van de
manier waarop dat wapen
werd
ingezet. In een later
rapport zegt de OPCW:
“Er is sarin
gebruikt.
Dat is een zenuwgassubstantie.
Wij veroordelen deze
gruwel[ijke daad], die haaks staat op de normen van de Conventie”.
Geen van deze rapporten
bevestigt dat sarin als
wapen is gebruikt,
noch door het Syrische
regime. Maar Jens
Franssen zegt dat zijn bronnen de
Syrische president Assad
als schuldige aanwijzen. Tot op vandaag is daarvoor
geen enkel bewijs. Franssen was niet bereid op
Radio1 in prime time
zijn berichtgeving recht
te zetten, minstens te nuanceren. Al
wat hij deed was ondergetekende blokkeren op Twitter.
Jens
Franssen slaat zowel met zijn reportage als met zijn artikel de bal
goed mis. En dat is verwijtbaar want hij moet beter weten. Het is ook
gevaarlijk omdat zijn optreden op het platform van de publieke omroep
bijdraagt aan de beeldvorming bij het publiek op grond waarvan de VS
“eindelijk” Iran en Syrië militair kan aanvallen. In het geval
van Syrië deinsde president Obama daar voor terug toen hij werd
geïnformeerd over fake news over chemische aanvallen door het
regime van Assad en het Britse parlement groen licht voor een
coalition of the willing weigerde en ook het Amerikaanse
congres met vragen bleef zitten.
UpdateHet incident in Khan Shaykhun op 4 april 2017 was voor Trump aanleiding om vanaf oorlogsschepen in de Middellandse Zee 59 Tomahawk raketten af te vuren op de vliegbasis in Shayrat. Dat gebeurde op een moment waarop niet bekend was wat er precies was gebeurd en wie eventueel schuldig was aan een aanval met chemische wapens. Achteraf bleek dat het incident was gefingeerd. Internationaal onderzoek leerde dat de helft van de vermeende slachtoffers in het ziekenhuis aankwamen vóór het tijdstip van het incident.
Maar Jens Franssen had zijn radiopubliek al laten weten dat “het regime van Assad” een aanval met sarin had uitgevoerd. Fake news dus op de publieke omroep.
En ook de ziekenhuisscène met kokhalsende kindertjes na de “sarin aanval door Assad” in Douma op 7 april 2018 was gefingeerd. Dat zegt Riam Dalati, een gereputeerde BBC-verslaggever die het incident ter plaatse heeft onderzocht. Het incident werd door de VS, het VK en Frankrijk gebruikt als voorwendsel om Syrische overheidsgebouwen en militaire installaties te bombarderen, en dat terwijl er over de toedracht niets vaststond en tenminste één NAVO-land wist dat het om een gefingeerde sarinaanval ging.
Daar waar de ziekenhuisscène wereldwijd tot in het absurde werd vertoond op de grote televisiestations bleef het oorverdovend stil over het relaas van Dalati. En ook onze publieke omroep kwam niet met een rechtzetting.
Directe
gewapende confrontatie in de Golf
Iran
viert deze
week zijn veertigste
verjaardag. Het
heeft zich tot
een belangrijke actor in de regio ontwikkeld.
Als
rivaal van Saoedi-Arabië
geeft
het steun
aan
Jemen, Irak en Syrië en heeft nauwe banden met de Libanese
sjiitische beweging Hezbollah die
een belangrijke
fractie vormt in de Libanese regering. Op
de Iraanse regering is veel
aan te merken. Veel
Iraniërs
willen
niet
alleen bevrijd worden
van
het huidige regime, maar ook van het Westerse
oriëntalisme en imperialisme. Tegen
die achtergrond is correcte berichtgeving
van essentieel belang.
Iran
verdient
de
Amerikaanse
sancties
niet.
Trump’s
bewering dat Iran zijn
verplichtingen niet
nakomt
wordt tegengesproken
door de VN-atoomwaakhond.
Wat
de Amerikaanse president
ook
beweert, hij voert
een hoog
risico campagne
om het regime in
Teheran
te provoceren, te
intimideren,
omver te werpen. Door
zijn funeste onwetendheid kon
de
president,
daartoe aangemoedigd door zijn oorlogszuchtige veiligheidsadviseur
John Bolton, wel eens belanden in een veel groter conflict dan een
eenvoudige crisis met
het oog op zijn herverkiezing.
Iran
kent ook hardliners.
President
Rouhani kon die tot op heden in bedwang houden, maar deze lieden
konden wel eens de macht grijpen. Dan
komt het
schrikbarende
vooruitzicht
van
een
directe
gewapende confrontatie in de Golf steeds
dichterbij.
Als
de vlam in de pan schiet loopt het echt uit de hand. Iran heeft
aangekondigd dat het de Straat van Hormuz zal afsluiten als het geen
olie meer kan uitvoeren. Er kunnen dan opnieuw raketten vallen
op Saoedische olietankers in de Rode Zee. De Amerikaanse marinebasis
in Bahrein kan ook een doelwit worden. Hoe reageren de
salonkrijgslieden Trump, Bolton en Pompeo dan? Die kunnen dan nog
moeilijk terugkomen op hun roekeloze oorlogstaal van de afgelopen
maanden. Het antwoord kan enkel
nog maar geweld zijn. Deze gestoorde
lieden
hebben elke weg naar diplomatie afgesneden.
Wordt
het conflict met Iran in Syrië uitgevochten?
De balans in het Iran-dossier
is treurig. Iran laat zich niet afpersen. Men mag kritiek hebben op
de islamitische republiek. Maar de bevolking komt niet in opstand. Er
komt geen tweede revolutie op bevel van Washington, om tegemoet te
komen aan Trump’s valse, primitieve ideeën over vrijheid en
democratie. In dit hele dossier heeft de VS zich van zijn Europese
vrienden en Russische en Chinese rivalen vervreemd. Tenzij er snel
iets verandert krijgt Trump gewild of ongewild zijn oorlog. Als we
president Rouhani mogen geloven wordt dat de “Moeder van alle
Oorlogen”.
Teheran
is
niet van plan te capituleren, en al zeker niet zonder serieuze
strijd.
Het probeert een
oorlog op allerlei manieren te vermijden, maar verwerpt de eisen van
Bolton en Pompeo die neerkomen op onvoorwaardelijke overgave. De
cultureel
rijke en trotse Iraniërs aanvaarden geen van
buiten opgelegde
regeringswissel,
zelfs niet onder druk van pijnlijke sancties. Dan
blijft de mogelijkheid
open om het
conflict - waar
vooral Israel op aanstuurt - buiten
de landsgrenzen uit te vechten, in
Syrië.
Maar
ook dat wordt geen lachertje.
Labels:
Afghanistan,
België,
China,
EU,
Groot-Brittannië,
Internationale organisaties,
Irak,
Iran,
Israel,
Jemen,
Libanon,
NAVO,
Pakistan,
Rusland,
Saudi Arabië,
Syrië,
VS
Abonneren op:
Posts (Atom)