Posts tonen met het label Arabieren. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Arabieren. Alle posts tonen

zondag 7 juli 2019

Hoe wetenschappers kunnen bijdragen aan een oplossing van de kwestie-Palestina


Bethlehem Checkpoint. Men and women from all over the Southern West Bank stand in line for hours each morning
on their way to work outside of Bethlehem. Photo: ‘delayed gratification’ (flickr)

Terreuraanslagen en de kwestie-Palestina hangen met elkaar samen. Het plan-Kushner is de laatste nagel in de doodskist van een tweestatenoplossing. De alternatieven zijn apartheid of etnische zuivering. Annexatie van de Westelijke Jordaanoever overschrijdt een Europese rode lijn. Media, politieke wetenschappers en intellectuelen kunnen het verschil maken.

De afschuwelijke terreuraanslagen in Parijs, Beiroet en de Sinaï bevestigen nog eens dat het Israël-Palestina conflict niet los staat de mondiale terreurdreiging. De stichting van een Palestijnse staat, met respect voor Israëlische veiligheidsbekommernissen, is van groot belang, niet enkel voor Israëliërs en Palestijnen, maar voor de hele regio”. Dat zei Nickolay Mladenov, speciaal coördinator van de secretaris-generaal voor het Midden-Oosten vredesproces, tijdens een briefing van de leden van de VN Veiligheidsraad op 19 november 2015.

Intussen piekt het geweld tegen de Palestijnse bevolking, zorgen nieuwe nederzettingen in Palestijns gebied voor nieuwe feiten op de grond en lijkt het vredesproces dood en begraven. Tegelijk loopt het aantal terreuraanslagen en de dodentol op. Om er maar enkele te noemen: Brussel, Nice en Berlijn in 2016, Londen, Manchester en Barcelona in 2017, Straatsburg in 2018 en Nairobi en Christchurch in 2019. Op een lijst gevaarlijkste brandhaarden in de wereld zette de VRT in samenspraak met de Nederlandse professor Ko Colijn Israël en Palestina” op een prominente plaats.

De situatie bestempelen als 'vrij uitzichtloos’ volstaat niet

Tegen die achtergrond valt het op dat UAntwerpen-professor David Criekemans in zijn recente boek wél uitvoerig aandacht besteedt aan het Midden-Oosten en terrorisme, maar de kwestie-Palestina onbesproken laat. Dat kwam ook aan de orde in onze recensie. Bij navraag wijst Criekemans erop dat hij het issue niet mijdt, waarbij hij verwees naar zijn optreden in Terzake rond het Israëlisch scherpschieten op burgers in Gaza. Maar de kwestie-Palestina bestempelen als 'vrij uitzichtloos' is nog geen analyse, nog afgezien van de vraag of massale Europese investeringen in Oost-Jeruzalem zinvol zijn. Israël maakt consequent elke Europese investering ten bate van de Palestijnen met de grond gelijk.

Recent publiceerde Bert De Vroey een pakkende historiek van wat we best aanduiden als de kwestie-Palestina (de term ‘Israël-Palestina conflict’ duidt op gelijk­waardige partijen, quod non). Volgens Egbert Talens kent De Vroey de kwestie-Palestina prima, maar haakt hij te weinig in op de politiek-zionistische trucs rond het ontstaan van Israël in 1948. Zo laat hij de listig bekokstoofde twee derde meerderheid voor VN-AV-resolutie 181-II (1947) onvermeld, evenals het feit dat Ben-Gurion al in 1928 een great disaster nodig achtte om in Amerika een beweging op te starten gericht op de verwezenlijking van het politiek-zionistisch project Joodse Staat. En de Oslo-akkoorden leverden geen Palestijnse staat op, maar een Palestijnse ‘entiteit’, en zelfs daarvan mocht Arafat zich geen president noemen.

Kushner slaat de plank mis

De Vroey’s historiek verscheen juist vóór de presentatie van het plan van Trump’s schoonzoon Jared Kushner. Over dat plan kunnen we kort zijn: een economisch plan is het sluitstuk op een politiek plan, niet omgekeerd. Zoals steeds proberen de Amerikanen iets te doen aan de levensomstandigheden van de Palestijnen, maar niet aan de Israëlische bezetting. De Palestijnen stuurden dus hun kat. Die verwachten niets van een bemiddelaar die 70 jaar Amerikaans beleid overhoop gooit, Jeruzalem als Israëlische hoofdstad erkent, de Palestijnse missie in Washington sluit, zowat elke economische en humanitaire hulp beëindigt en de bezetter aanmoedigt de Westelijke Jordaanoever te annexeren.

Het plan-Kushner gaat niet enkel voorbij aan Palestijnse bekommernissen, maar ook aan wat er leeft onder de Arabische bevolking. De kwestie-Palestina is en blijft een centraal issue voor Arabieren. De Amerikaanse benadering van de regio wordt gezien als onrechtvaardig. Dat fenomeen stuurt mede de ontwikkelingen in het Midden-Oosten: werving door terreurgroepen, regionale instabiliteit, de Arabische publieke opinie over de Verenigde Staten, en zelfs de Amerikaanse nationale veiligheid. Rond het plan-Kushner is intensief gelobbyd richting Arabische leiders. De vraag is of die druk zullen uitoefenen op de Palestijnen.

De alternatieven zijn apartheid of etnische zuivering

Voor Harvard-professor Stephen Walt komt de kwestie-Palestina op de tweede plaats van vijf wereldproblemen, direct na (1) klimaatverandering, en voor (3) “Het einde van de Europese Unie”, (4) “Een nucleaire crisis met Iran, en (5) “Het sluipend verval van Amerika’s Aziatische allianties”. Walt ziet het plan-Kushner als laatste nagel in de doodskist van een tweestatenoplossing, met enkel slechtere alternatieven: (1) apartheid, waarbij Israël de Palestijnen elk politiek recht ontzegt, (2) gedwongen verdrijving, etnische zuivering dus, een misdaad tegen de menselijkheid en (3) “vrijwillig” vertrek van de Palestijnen door hen het leven steeds zuurder te maken, sluipende etnische zuivering dus.

Het optreden van Trump in het Midden-Oosten leidt tot toenemend verlies aan steun voor de VS onder de Arabische bevolking. Europa moet de VS duidelijk maken dat een vredesproces tot doel heeft geschillen te beslechten, niet onder de mat te vegen. De EU moet in de kwestie-Palestina zijn verantwoordelijkheid nemen. Europese landen stonden mee aan de wieg van de staat Israël. De EU moet Israël duidelijk maken dat annexatie van de Westelijke Jordaanoever een Europese rode lijn overschrijdt. Als Israël’s directe buur en belangrijkste handelspartner heeft de EU voldoende machtsmiddelen. Vijf minuten politieke moed volstaat.

Media, politieke wetenschappers en intellectuelen maken het verschil

Een groep Europese toppolitici hebben er bij de EU al op aangedrongen om elk plan dat afbreuk doet aan de rechten van de Palestijnen te verwerpen. De media zouden vaker en indringender aandacht kunnen besteden aan de kwestie-Palestina. Politieke wetenschappers die regelmatig in de media verschijnen moeten net als hun Amerikaanse collega’s John Mearsheimer en Stephen Walt, auteurs van het boek ‘The Israel Lobby and U.S. Foreign Policy’ (2007), de moed hebben om de Israëllobby te weerstaan. Kritiek op het doen en laten van de staat Israël is geen antisemitisme. En men moet nog geen ‘activist’ zijn om als academicus duidelijke taal te spreken.

In 2015 sloot een aantal Belgische academici zich aan bij de Palestinian Academic and Cultural Boycott of Israel, onderdeel van de Boycott, Divestment, Sanctions (BDS) campagne tegen de manier waarop Israël met de Palestijnen omgaat. Zo ontstond de Belgian Academic and Cultural Boycott of Israel (BACBI). De academische boycot richt zich op Israëls universitaire instellingen wegens hun steun aan het apartheidsregime. De doelstellingen van BACBI zijn duidelijk. Internationale druk moet aan Israëls straffeloosheid een einde maken.

Intussen hebben 489 Belgische intellectuelen en academici de Beginselverklaring van de Belgian Academic and Cultural Boycott of Israel (BACBI) onderschreven. Voor zover valt na te gaan heeft slechts één Belgische politieke wetenschapper, de Gentse hoogleraar Hendrik Vos, de verklaring ondertekend. Er zouden er honderden moeten volgen. Alleen de faculteit politieke wetenschappen van de universiteit van Antwerpen kent al 105 docenten, assistenten, onderzoekers en academische medewerkers. En de organisatie zou nóg meer aan de weg moeten timmeren.

Wie volgt het goede voorbeeld van Hendrik Vos?

maandag 4 juli 2016

Het Israël-Palestina conflict, ondergesneeuwd onder de grote wereldproblemen van vandaag?




De wereldproblemen van vandaag leiden de aandacht af van de Israëlische bezetting van Palestina en de opsluiting van 2 miljoen Palestijnen in Gaza. De alternatieve media moeten voor een radicaal gewijzigde publieke opinie zorgen die machthebbers in Washington aanzet Israël tot de orde te roepen.

De nog altijd aanslepende financiële crisis. De groeiende inkomensongelijkheid. De aanhoudende globalisering met zijn gevolgen voor de werkgelegenheid. De uitholling van de sociale zekerheid. Het democratisch deficit. De lippendienst aan de klimaatcrisis. De voortdurende rivaliteit tussen grote mogendheden. De continue oorlogen. De vluchtelingencrisis. En recent Brexit die de EU op zijn grondvesten doet schudden. Het zijn allemaal fenomenen die ons danig bezighouden, maar de aandacht afleiden voor een andere crisis: de 50 jaar aanslepende Israëlische bezetting van Palestina.

Alle verkiezingsbeloftes ten spijt heeft de Amerikaanse president Obama in bijna acht jaar tijd geen doorbraak kunnen afdwingen in het Israël-Palestina conflict. Tijdens zijn presidentschap is het aantal kolonisten op de Westelijke Jordaanoever met 25% toegenomen rot ruim een half miljoen, waarmee de kans op een leefbare staat voor de Palestijnen steeds verder verkleint. Bij zijn aantreden heeft Obama dan wel geëist dat er een eind moest komen aan de bezetting, hij heeft de politieke moed gemist om die eis hard te maken.

Nu Israël dus vaststelt dat het de Amerikaanse eisen straffeloos naast zich neer kan leggen heeft het er een gewoonte van gemaakt om Obama's rode lijnen te overtreden, en heeft de terechtwijzingen van Washington voor lief genomen. Na dit jarenlange tandenloze beleid geeft de VS toe geen enkel idee meer te hebben wat men nog aan het Israël-Palestina conflict kan doen. Blijkbaar is het Witte Huis ook niet bereid andere initiatieven een kans te geven, zoals een Franse resolutie in de Veiligheidsraad gericht op internationale diplomatie.

Intussen kijken we terug op de bloedige Israëlische aanvallen op Gaza van jaarwisseling 2008-2009 (Cast Lead; 1300 Palestijnse doden), november 2012 (Pillar of Defence, 160 doden), en zomer 2014 (Protective Edge; 2100 doden), telkens na uitgelokte Palestijnse raketaanvallen. De wurgende blokkade van Gaza gaat zijn tiende jaar in, een hele Palestijnse generatie groeit op in de grootste openluchtgevangenis ter wereld.

Volgens een onderzoek onder ruim 5600 Israëli's door het Pew Research Centre vindt bijna 80% van de Joodse Israëli's dat Joden in Israël recht hebben op een voorkeursbehandeling. Voor bijna de helft moeten de Palestijnen worden uitgewezen. Eén op de vijf is zelfs sterk voor wat neerkomt op etnische zuivering. Daarbij gaat het vooral om ultraorthodoxe Joden, Russisch sprekenden, en mensen met een middelbare of lagere opleiding. Ook blijken alle religieuze en etnische groepen alle hoop op een tweestatenoplossing te hebben verloren.

Een groeiend aantal topmensen uit geheime dienst of leger laat een ander geluid horen. Zo zei generaal-majoor Yair Golan bij een Holocaust herdenking: “De Holocaust moet ons aanzetten ons gedrag jegens anderen te heroverwegen. Het is ó zo gemakkelijk om je als een beest te gedragen, blijk te geven van moreel verderf en schijnheiligheid. Op een dag als vandaag is het gepast na te denken over ons vermogen om op te treden tegen intolerantie en geweld.” Blijkbaar doelde de generaal-majoor op het geval van sergeant Elor Azaria die een gewonde, ongewapende Palestijn doodschoot. Dat de sergeant doodslag ten laste werd gelegd zorgde voor veel tumult in Israël.

Hoezeer de VS een aanfluiting maakt van zijn “bemiddelingspogingen” in het Israël-Palestina conflict blijkt nog eens uit de uitzending van 13 mei 2016 van het programma Head to Head van de Arabische TV-zender Al Jazeera. De scherpe maar altijd correcte Britse journalist Mehdi Hasan, ondersteund door een panel bestaande uit de Palestijnse activiste Ghada Karmi, de Britse journaliste Rachel Shabi en de Britse Israël lobbyist Alan Johnson, legt in de Oxford Union de Amerikaanse diplomaat Martin Indyk op de rooster. Hierboven een video van de uitzending. Let op hoe Indyk op 7:45 met “Come on, Mehdi” in het nauw komt.

In 2009, tijdens Cast Lead, werd Indyk al eens op de rooster gelegd op Democracy Now. Indyk voelde zich “overvallen” door de Amerikaanse politicoloog Norman Finkelstein. Die verwijt Indyk voortdurend oorzaak en gevolg om te draaien, en weet perfect uit te leggen dat Hamas raketten afschoot nadat Israël het bestand had geschonden. Israël wilde zijn militaire slagkracht tonen. Hamas had laten weten een diplomatieke oplossing te willen op basis van de grenzen van juni 1967 en zich daarmee aan te sluiten bij de internationale consensus. De Israëlische aanval was er dus tevens op gericht om Hamas uit te schakelen en daarmee dit vredesoffensief, aldus Finkelstein.

Voor de befaamde Amerikaanse professor Noam Chomsky is het Israëlische optreden in de bezette Palestijnse gebieden erger dan apartheid. Zuid-Afrika had de zwarte bevolking nodig als werkvolk, de Israëli's zitten met de Palestijnen verlegen, zij moeten opkrassen of worden opgesloten. En het zijn geen Israëlische maar Amerikaanse gevechtsvliegtuigen met Israëlische piloten die weerloze doelwitten in Gaza aanvallen met Amerikaanse high-tech munitie, puur sadisme onder de dekmantel van compassie, aldus Chomsky.

In hun boekOn Palestine” zijn de Israëlische historicus Ilan Pappé en professor Chomsky het eens dat het vredesproces een schijnvertoning is geweest die Israël heeft uitgebuit om de kolonisatie van de Westelijke Jordaanoever voort te zetten. Maar over een oplossing verschillen zij van mening: Chomsky ziet die in het tweestatenmodel, Pappé in een situatie waarin iedereen, inclusief de Palestijnse vluchtelingen, gelijke rechten heeft. Pappé is voorstander van een boycot van Israël, Chomsky heeft daar bedenkingen bij en hoopt dat de alternatieve media een radicaal gewijzigde publieke opinie teweeg kunnen brengen.

Op een moment waarop in Israël de meest extreem rechtse regering aan de macht is en in Amerika de presidentskandidaten met elkaar wedijveren wie het meest achter Israël staat is een oplossing voor het conflict nog niet in zicht. Het meest kansrijk lijkt een bottom up beweging, waarin een gewijzigde publieke opinie de machthebbers in Washington aanzet Israël tot de orde te roepen.

zaterdag 19 maart 2016

De hypocriete Turkije-deal: de EU sluit zijn grenzen voor vluchtelingen


  Women and children among Syrian refugees striking at the platform of Budapest Keleti railway station.Foto: Mstyslav Chernov, Wikimedia Commons.

Europa sluit zijn grenzen voor de miljoenen mensen die het strijdtoneel in
het Midden-Oosten en Noord-Afrika ontvluchten. Dat is het resultaat van de top van gisteren in Brussel tussen de 28 EU-staatshoofden en de Turkse minister Ahmet Davutoglu. Vluchtelingen die na 20 maart aankomen op Griekse eilanden worden naar Turkije teruggestuurd na een scherts-asielprocedure aldaar. In ruil stuurt Turkije voor elke “illegale” vluchteling die het terugneemt een “legale” vluchteling naar de EU.

Het prijskaartje is niet mis. Naast de €3 miljard die de EU al had toegezegd betaalt de EU Turkije tegen 2018 nog eens €3 miljard. Turkije is ook visumvrij reizen naar de EU in het vooruitzicht gesteld. En er wordt een nieuw hoofdstuk geopend in de tientallen jaren aanslepende onderhandelingen over toetreding tot de EU.

Dat de deal conform het internationaal recht de bescherming van vluchtelingen beoogt is puur bedrog. De problemen in Turkije lijken steeds meer op een regelrechte burgeroorlog. Het Turkse regime onderdrukt politieke tegenstanders, en treedt burgerrechten met voeten. Turkije heeft de VN-vluchtelingenconventie niet volledig onderschreven. Voor de opvang van vluchtelingen is het geen “veilig land”. Daarmee wordt de asielprocedure in Griekenland vrijwel irrelevant: de vluchtelingen moeten immers eerst in Turkije asiel vragen.

Per saldo moet de EU alleen maar (“legale”) Syrische vluchtelingen opvangen indien (“illegale”) anderen bereid zijn hun leven te riskeren door in een gammel bootje de Egeïsche Zee over te steken. Vluchtelingen die toch nog heelhuids in Griekenland aankomen moeten achter aansluiten in de rij mensen die naar Turkije worden teruggestuurd. Daarmee wordt het voor hen vrijwel onmogelijk om legaal een bestaan in Europa op te bouwen. Wat er in het verschiet ligt werd al meteen duidelijk toen de Turkse schepen en helicopters van de kustwacht vrijdag 3000 vluchtelingen op weg naar het Griekse eiland Lesbos oppakten.

De Europese leiders waren in hun nopjes over de deal, maar toonden tegelijk een ergerlijke mate van onverschilligheid over het lot van de miljoenen die vluchten voor oorlog en armoede.
Zij die nu nog kiezen voor de gevaarlijke route naar de EU riskeren niet enkel hun leven, maar hebben ook geen enkele kans van slagen,” aldus de ijskoude boodschap aan de vluchtelingen van de Duitse bondskanselier Angela Merkel.

Het rechts-conservatieve karakter van de deal werd duidelijk in de verf gezet door de uiterst rechtse Hongaarse premier Victor Orban, die zijn land sinds vorig jaar met hekken heeft afgesloten: “de deal verplicht individuele EU-lidstaten niet om vluchtelingen op te nemen.” En de Turkse premier Davutoglu bestempelde het akkoord zowaar als
historisch.”

Dat het akkoord in feite elke verplichting tot het verlenen van asiel overboord zet wordt zelfs in de klassieke media bevestigd. In een bericht stelt de Associated Press dat de EU het verlenen van asiel aan vluchtelingen uitbesteedt aan Turkije. Waar aanvankelijk Turkije vluchtelingen nog moest behandelen conform het internationaal recht staat in het definitieve akkoord slechts dat Turkije zich moet houden aan “relevante” wettelijke normen.

Het akkoord is een regelrechte afwijzing van het fundamentele democratische recht op asiel. Dat recht werd ingevoerd in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog en de gruwelijke Nazi-misdaden. Het VN-Vluchtelingenverdrag van 1951 garandeert
vluchtelingen niet enkel het recht op bescherming tegen oorlog, discriminatie en vervolging, maar ook op toegang tot de arbeidsmarkt, onderwijs en welzijnszorg.

Met
in Turkije zowat 3 miljoen Syriërs gestrand en de helft van de Syrische bevolking op de dool is de EU bereid er nog slechts 72.000 op te nemen. Dat herinnert aan de jaren 1930, toen het “democratische” Europa en Amerika slechts een symbolische aantal Joden die de Nazi-vervolging ontvluchtten wilde opnemen. De Griekse minister van Binnenlandse Zaken Panagiotis Kouroumblis vergeleek het Eidomeni-kamp aan de grens met Macedonië met een Nazi-concentratiekamp: “Een modern Dachau, het gevolg van de logica van gesloten grenzen.”

Het cynisme kent geen grenzen. De deal schort na 72.000 “legale” vluchtelingen het “één in, één uit" mechanisme op: er worden dan geen vluchtelingen uit Turkije meer toegelaten. Maar toen in 2008 het mondiale financiële systeem op instorten stond werden kosten noch moeite gespaard om de zwaar speculerende banken en investeerders te redden. Voor de miljoenen wanhopige vluchtelingen zijn blijkbaar maar mondjesmaat middelen beschikbaar.

Tegen die achtergrond moet men ook bedenken dat de vluchtelingencrisis maar kon ontstaan door imperialistisch Westers optreden waar ook onze landen aan hebben meegedaan.
Denk aan de NAVO-bombardementen op Joegoslavië in 1999, de invasie van Afghanistan na 9/11, de oorlog tegen Irak in 2003, de NAVO-luchtoorlog tegen Libië, en de onophoudelijke pogingen om het Assad-regime in Damascus omver te werpen. Dat alles heeft hele samenlevingen vernietigd, honderdduizenden mensen de dood ingejaagd en miljoenen mensen op de vlucht gedreven.

Nu de EU zich afhankelijk maakt van Turkije om de vluchtelingen tegen te houden worden deze teruggestuurd naar het oorlogsgebied dat zij met de moed der wanhoop probeerden te ontvluchten. Turkije vecht een conflict uit met Koerdische separatisten in het zuidoosten. Het optreden van het Turkse leger daar heeft honderden slachtoffers gekost. De Islamitische regering treedt steeds harder op tegen journalisten en de media.

Naar buiten toe mogen de 28 EU-landen dan eensgezindheid voorwenden, de barsten blijven. De grenssluitingen dreigen de EU te verscheuren. En Merkel mag de deal dan aanprijzen als een “Europese oplossing” van de crisis, die uitspraak is eerder gericht op het belang van het Duitse bedrijfsleven om Schengen overeind te houden dan op een bekommernis voor de vluchtelingen.

Frankrijk had het moeilijk met de concessies aan Turkije. Voor de Franse president François Hollande moet Ankara tegemoetkomen aan álle 72 eisen alvorens sprake kan zijn van opheffing van de visumbeperkingen voor Turkse burgers. We zullen hem eraan houden.

Europese burgers zijn overwegend tegen afscherming van de EU-grenzen en patrouilles door NAVO-oorlogsschepen. De politieke elite heeft hier blijkbaar geen boodschap aan. Links staat volledig achter het akkoord. In Duitsland steunt
Die Linke het beleid van Merkel. En in Griekenland heeft de Syriza-regering van Alexis Tsipras de handen ineen geslagen met Davutoglu bij het handhaven van Fort Europa.

Voor de Gentse politicoloog en Europa-specialist Hendrik Vos is officieel geen sprake van massa-terugsturing, maar zal het daar in de praktijk wel op neerkomen. “De Griekse hotspots wacht een enorme logistieke taak. Ik heb het gevoel dat dit allemaal heel hypocriet en pro forma is, precies omdat de uitkomst vast staat, namelijk iedereen zal teruggestuurd worden,” aldus Vos.


Dit stuk is geïnspireerd op het artikelEuropean Union and Turkey reach deal to seal borders and expel refugees” van Jordan Shilton.

zondag 31 januari 2016

De oorlog in Syrië en de Europese vluchtelingencrisis



Nu de Syrische o
ppositie eindelijk heeft ingestemd met deelname aan de vredesbesprekingen in Genève kunnen deze dan toch beginnen. Het overleg zou snel moeten leiden tot een staakt-het-vuren en uiteindelijk tot een einde aan het conflict. Maar aan de vooravond zei niemand minder dan de Amerikaanse vicepresident Joe Biden dat de VS nog altijd klaar staat voor een militaire oplossing. Wat wil Washington nu? Is een politieke oplossing dan toch niet niet essentieel? En leidt die oorlogsretoriek niet tot een conflict met Moskou? Sinds enkele maanden treden de Russen, op verzoek van de legitieme Syrische regering, militair op tegen ISIS en de door het Westen, in strijd met het internationaal recht, geronselde gewapende oppositie.

Genève wordt een schijnvertoning

Sinds 2011, toen voor het eerst werd gepleit voor een onderhandelde oplossing van het conflict, heeft de VS elke vredesonderhandeling gesaboteerd. En het Westen ging in 2012 niet in op een Russische compromisvoorstel waarin de Syrische president Bashar al-Assad zou aftreden. Vandaag moet Assad niet onmiddellijk van het toneel verdwijnen, maar wel op korte termijn. Het is niet de Syrische bevolking die mag uitmaken door wie zij geregeerd wordt. Assad heeft nog altijd een grote aanhang bij de bevolking, en maakt een goede kans om herkozen te worden. Het Westen weet dat, vandaar dat Assad “weg” moet. Het Westen wil een marionettenregering.

De buitenlandse militia's in Syrië kunnen de verklaring van Joe Biden enkel zien als een signaal om de strijd voort te zetten, om in Genève geen compromissen te sluiten. De VS wil blijkbaar dat de proxy-oorlog doorgaat. Syrië moet verder worden gedestabiliseerd. Ten koste van nog vele tienduizenden doden, honderdduizenden ontheemden en een volkomen uit de hand lopende vluchtelingencrisis in Europa. Genève wordt een schijnvertoning. Staffan de Mistura, de VN-speciaal-afgezant voor Syrië, zei het in alle openheid: de onderhandelingen zullen lang duren, misschien wel een half jaar.

De Syrische regering is aan de winnende hand

Doorslaggeven
d in het conflict in Syrië is de controle over het geïndustrialiseerde westen, het gebied dat Damascus, Homs, Hama, Latakkia en Aleppo omsluit. Het Syrische leger, gesteund door de Russische en Syrische luchtmacht, Iraanse speciale troepen en Hezbollahstrijders langs de Syrisch-Libanese grens maken hier grote vorderingen, een feit dat de Westerse mainstream media volledig verzwijgen. Dat de Syrische overheid geen controle uitoefent over de woestijngebieden in het oosten is geen probleem, met uitzondering van het gebied rond Deir ez-Zur vanwege de oliewinning, maar ook hier kan ISIS zich op termijn niet handhaven. Overigens vraagt niemand zich af hoe ISIS kon ontstaan en waarom dit “monster” blijkbaar kan rekenen op steun bij de bevolking.

Het optreden van de Koerden in het noorden, die met VS-hulp de grens met Turkije afsluiten, draagt bij tot de vorderingen die de Syrische overheid maakt. Hier staan Turkije en de VS tegenover elkaar. Turkije probeert tevergeefs een wig te drijven tussen de Syrische Koerden langs de Turkse grens in het westen en het oosten. De VS kijkt aan tegen een mislukking van zijn Syrië-strategie. Binnen de regering-Obama lijken zich twee kampen af te tekenen: buitenlandminister John Kerry die een diplomatieke oplossing bepleit, en vicepresident Joe Biden die een gewapende overwinning voorstaat. Maar dat is schijn. De twee kampen voeden elkaar, zien in de vredesonderhandelingen een kans om de
proxytroepen te hergroeperen. Een houding die enkel leidt tot verlenging van de uitzichtloze strijd en een aanhoudende vluchtelingenstroom.

Supermacht Amerika tegenover opkomend Eurazië/China

De oorlog in Syrie gaat niet tussen Soennieten en Sjiieten, rebellen tegen het leger van Assad. Het Syrische leger bestaat in meerderheid uit Soennieten. Als het echt ging om een Soennitisch-Sjiietisch conflict, dan zou de regering die steunt op Sjiietische Allowieten, nog geen 10% van de bevolking, al lang gevallen zijn. In Syrië botst de tanende macht van het Westen tegen die van de
nieuwe zijderoute die China met Afrika, Europa en Azië moet verbinden, met een prominente plaats voor Eurazië, de economische unie tussen Rusland, Kirgizië, Armenië, Wit-Rusland en Kazakstan. De Chinese president Xi Jinping werd recent in Saoedi Arabië, Iran en Egypte met open armen ontvangen. Vooral de Saoedi's zien in een strategische relatie met China een goed alternatief voor de bestaande relatie met wereldmacht Amerika op zijn retour.

De strijd in Syrië gaat om de controle over grondstoffen. Alles draait om de vraag welke van twee pijplijnen het haalt. Als de combinatie Turkije-Saoedi Arabië-Qatar de oorlog in Syrië wint komt er een pijplijn van Qatar naar de Middenlandse Zee en levert Qatar aardgas aan Europa. Blijft Syrië met steun van Iran en Rusland overeind, dan leveren Iran en Irak aardgas aan Europa. Gazprom heeft al interesse getoond om in de pijplijn te investeren, zodat ook Rusland participeert in zo'n project.

Niet-conventionele oorlog met Rusland

Maar zover is het nog niet. In Syrië spelen twee conflicten: tussen de VS en Rusland, en tussen Saoedi Arabië en Iran. In feite is er al geruime tijd sprake van een oor
log tussen de VS en Rusland. Geen conventionele oorlog, maar een oorlog tussen proxies. En economische sabotage, zoals de ineenstorting van de olieprijzen, de sancties, de insinuaties over de dood van de overgelopen Russische geheim agent Alexander Litvinenko om de EU onder druk te zetten de sancties overeind te houden. Alles draait om de vraag wie het monopolie krijgt op gasleveringen aan Europa: Qatar of Iran. Maar dat is slechts een onderdeel van het grote schaakspel: de opkomt van het Oosten, de BRICS, en de afnemende invloed van het Westen.

Voor de prominente Amerikaanse politicoloog Stephen Walt vloeit mondiale invloed deels voort uit competentie, een imago dat de laatste drie Amerikaanse regeringen nu niet bepaald hebben waargemaakt: (1) de strategie om Irak en Iran tegen elkaar uit te spelen droeg bij aan Bin Laden's besluit om de VS aan te vallen, (2) onder Amerikaans toezicht is een twee-staten-oplossing voor het Israel-Palestina conflict de nek opgedraaid, (3) de invasie in Irak was een gigantische blunder waar de wereld nog altijd de wrange vruchten van plukt, (4) de VS-interventies in Libië, Somalië en Jemen hebben ook daar tot mislukte staten geleid, en (5) de VS heeft in Syrië geen glorieus parcours gelopen. Maar anders dan Walt aan het slot van zijn discours stelt wordt vandaag het lot van het Midden-Oosten niet per saldo bepaald door de inwoners, maar door de grootmachten.

Vluchtelingenstroom sinds komst buitenlandse strijders

Regionale grootmachten sluiten zich liever aan bij de opkomende wereldmacht dan bij
het oorlogszuchtige Westen. Het Westen ziet die ontwikkeling met lede ogen aan, en kiest voor het destabiliseren, het vernietigen van een staat als Syrië die het maar niet onder controle krijgt. Ziet geen van de strijdende partijen zijn pijplijnen over dat land gerealiseerd, dan is dat voor het Westen een aanvaardbaar alternatief. Liever een permanente oorlog, dan de tegenstander laten winnen. Daarbij neemt men de vluchtelingenstroom voor lief. Die is niet veroorzaakt door Assad. Die is sinds 2000 aan de macht. De vluchtelingenstroom begon in 2011, sinds het begin van de oorlog die ontstond met de komst van door de VS en Groot-Brittannië gesponsorde buitenlandse strijders.

In Genève denken alle spelers wat te kunnen winnen. De Turkse president
Recep Tayyip Erdoğan en de Amerikaande vicepresident Joe Biden praten over de inzet van troepen, maar zullen enkel de steun aan hun proxies verhogen. In die chaotische situatie opereert nog altijd ISIS. Die is zowat omsingeld, kan zich niet goed meer bevoorraden, maar is nog lang niet verslagen. Met of zonder Genève, reken op een jaren aanslepende oorlog naar het model van de 15-jarige oorlog in Libanon. Met een blijvend vluchtelingenprobleem. Europa kan zijn mouwen oprollen.

zaterdag 20 september 2014

US generals challenge Obama on ground troops in Iraq, Syria


By Bill Van Auken


U.S. Army Chief of Staff Gen. Ray Odierno (left) observes as the 2nd Battalion, 75th Ranger Regiment conducts a live fire exercise at Fort Hunter Liggett, CA Jan. 31, 2014.
U.S. Army photo by Staff Sgt. Steve Cortez (Wikimedia Commons)

The accelerating drive to a new US war in the Middle East, extending from Iraq to Syria and potentially beyond, has laid bare a stark contradiction between President Barack Obama’s public rejection of any US “boots on the ground” and increasingly assertive statements by top generals that such deployments cannot be ruled out.

Underlying this semi-public dispute between the US president—the titular “commander-in-chief”—and the military brass are the realities underlying another war of aggression being launched on the basis of lies for the second time in barely a decade.

It is being foisted on the American public as an extension of the 13-year-old “global war on terror,” with Obama warning this week that the Islamic State of Iraq and Syria (ISIS) “if left unchecked… could pose a growing threat to the United States.”

In reality, the ISIS threat, such as it is, stems entirely from US imperialist interventions that have ravaged first Iraq, through a war and occupation that claimed some one million lives, and then Syria, in a US-backed sectarian war for regime-change—in which ISIS was the beneficiary of arms and aid from the US and its regional allies—that has killed well over 100,000 and turned millions into refugees.

The collapse of Iraq’s security forces in the face of an ISIS offensive that was part of a broader Sunni revolt against Iraq’s US-installed Shi’ite sectarian government is now being used as the justification for a US military intervention aimed at reasserting US military dominance in Iraq, intensifying the war to overthrow the Assad regime in neighboring Syria, and escalating the confrontations with the key allies of Damascus—Iran and Russia.

Such strategic ambitions cannot be achieved with such unreliable proxy forces as the Iraqi military and the so-called Syrian “rebels.” They require the unrestrained use of Washington’s military might. This is why the generals are publicly challenging the blanket commitment made by Obama ruling out any US ground war in Iraq or Syria.

Over the past several days, both White House and Pentagon spokesmen have issued “clarifying” statements in an attempt to smooth over what increasingly suggests something close to insubordination by the top uniformed brass against the president.

The Washington Post pointed to the conflict Friday in a lead article entitled “In military, skepticism of Obama’s plan,” writing, “Flashes of disagreement over how to fight the Islamic State are mounting between President Obama and US military leaders, the latest sign of strain in what often has been an awkward and uneasy relationship.”

The first major public airing of the divisions between the military command and the White House came Tuesday in congressional testimony in which Gen. Martin Dempsey, the chairman of the Joint Chiefs of Staff, stated that circumstances in Iraq and Syria could require the introduction of US ground troops and he would not rule out their deployment. He added that the commander of CENTCOM, which oversees US military operations in the Middle East, had already proposed the intervention of US troops in the campaign to retake the Mosul dam last month, but had been overruled by the White House.

A day later, Obama appeared to rule out such action even more categorically, telling a captive audience of US troops at MacDill Air Force Base Wednesday: “As your commander-in-chief, I will not commit you and the rest of our Armed Forces to fighting another ground war in Iraq.”

This hardly settled the question, however. Speaking on the same day as the president, Gen. Ray Odierno, the Army chief of staff and former top US commander in Iraq, told journalists that air strikes would prove insufficient to achieve Washington’s ostensible goal of destroying ISIS. “You’ve got to have ground forces that are capable of going in and rooting them out,” he said.

Odierno intensified his argument on Friday, telling reporters that air strikes alone would grow increasingly problematic as ISIS forces intermingled with Iraq’s civilian population.

“When you target, you want to make sure you are targeting the right people,” the Army commander said. “The worst thing that can happen for us is if we start killing innocent Iraqis, innocent civilians.” He added that US ground forces would be needed to direct the bombing campaign.

Odierno referred to the 1,600 US troops the Obama administration has already deployed to Iraq as “a good start,” but added that as the US military campaign developed, so too could the demand for further deployments. “Based on that assessment we’ll make further decisions,” he said.

The Army chief warned that the US was embarking on a protracted war in the region. “This is going to go on,” he said. “This is not a short term—I think the president said three years. I agree with that—three years, maybe longer. And so what we want to do is do this right. Assess it properly, see how it’s going, adjust as we go along, to make sure we can sustain this.”

As to US ground troops entering combat together with Iraqi units, Odierno stated, “I don’t rule anything out. I don’t ever rule anything out, personally.”

Even more blunt was Marine Corps Gen. James Mattis, the former commander of CENTCOM, who retired only last year. Testifying before the House Intelligence Committee, he directly attacked Obama’s public position of “no boots on the ground,” stating, “You just don’t take anything off the table up front, which it appears the administration has tried to do.”

Mattis added: “If a brigade of our paratroopers or a battalion landing team of our Marines would strengthen our allies at a key juncture and create havoc/humiliation for our adversaries, then we should do what is necessary with our forces that exist for that very purpose.”

Even Obama’s defense secretary, Chuck Hagel, appeared to contradict the president’s assertion about no ground troops, telling the House Armed Services Committee Thursday, “We are at war and everything is on the table.” Hagel also revealed that the 1,600 “trainers” and “advisers” who have been deployed to Iraq are receiving combat pay.

It is apparent that the Obama administration is using a hyper-technical definition of “combat troops” to exclude the military’s special operation units from this category, even if they end up engaged in combat.

The position taken by the generals has found ample political support from the right-wing editorial board of the Wall Street Journal as well as congressional Republicans. The Journal argued in an editorial Friday that Obama’s “promise never to put ground troops into Iraq or Syria is already undermining the campaign before serious fighting begins against the Islamic State. Few believe him, and they shouldn't if Mr. Obama wants to defeat the jihadists.”

The editorial compared Obama’s denial about “combat troops” to the claims made at the beginning of the Vietnam War that US troops were acting only as “advisers,” warning that the president could face the same fate as Lyndon Johnson, who “gave the impression of looming victory… only to have to escalate again and again.”

Rep. Howard “Buck” McKeon (Republican of California), the chairman of the House Armed Services Committee, told the Washington Post that Obama should “follow the … professional advice of the military” and “not take options off the table.”

The assertiveness of the top military brass in contradicting the White House is fed by the subservience and cowardice of civilian authorities, including the president and Congress. The latter adjourned this week after voting in both the House and Senate for Obama’s plan to shift $500 million in Pentagon funding to the arming and training of so-called “moderate rebels” in Syria. The measure was inserted as an amendment to a continuing resolution to fund the federal government through mid-December.

No serious debate, much less direct vote, was taken on the region-wide war that Washington is launching in the Middle East. The legislators have no inclination to be seen taking a position on this action—much less an interest in exercising their constitutional power—for fear that it will reverberate against them at the polls in November. Any debate has been postponed until Congress reconvenes after the elections and, undoubtedly, after the war is well under way in both Syria and Iraq.

This article first appeared on World Socialist Web Site (WSWS) on 20 September 2014, and was republished with permission.