Posts tonen met het label Koreaans schiereiland. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Koreaans schiereiland. Alle posts tonen

donderdag 8 augustus 2019

De vastgelopen Europese integratie


Deel 1: integratie is geopolitiek van levensbelang.

The second edition of the Huawei Story, November 29, 2017.
Photo: Huawei Gallery
 

De grootste dreiging voor de EU komt uit de VS. Trump’s druk op Europese bondgenoten wordt in Washington breed gedragen. Europa moet zijn trans-Atlantische reflex overwinnen en focussen op een Euraziatisch bondgenootschap. De Europese kwetsbaarheid voor Amerikaanse digitale kolonisatie wordt duidelijk. Het debat rond Russische dreiging staat integratie in de weg.

In zijn artikel Be Afraid of the World, Be Very Afraid’ somt de Amerikaanse professor internationale betrekkingen Stephen Walt vijf mondiale problemen op die steeds verder ontaarden en misschien nooit opgelost raken. In Bad Thing #3, The End of the European Union, toont hij zich niet optimistisch over het Europese project. Dat de pogingen tot een uniform buitenlands beleid en een Europees leger tot niets hebben geleid blijkt volgens Walt ook uit de ruggengraatloze Europese reactie op de Amerikaanse indirecte sancties. Inclusief de druk op de open grenzen lijkt de beoogde “steeds verder geïntegreerde Unie” terug te glijden naar de oude gemeenschappelijke markt, aldus Walt.

In twee delen gaan wij in op de problematiek die Walt aansnijdt. Vandaag belichten we de geopolitieke aspecten van de Europese integratie. In deel 2 kijken we naar het begrip “integratie”, stellen we vast dat de Europese integratie is vastgelopen en lichten we de meest voor de hand liggende uitweg voor de EU toe: Europa met twee snelheden.

De kolossale uitdagingen waar de Unie voor staat vergen uitzonderlijk leiderschap. De nieuwe Europese bestuursploeg zal zich moeten bewijzen, maar vooral de staatshoofden en regeringsleiders die zich in het besluitvormingsproces van de Europese Raad maar al te graag achter ‘Brussel’ verschuilen.

De grootste bedreiging voor de EU komt uit de Verenigde Staten

De EU mag dan een economische reus zijn, het is maar de vraag of de Unie kan uitgroeien tot een geopolitieke wereldspeler in een multipolaire wereld of satelliet blijft van de VS. Lidstaten als Duitsland en Frankrijk mogen op het wereldtoneel hun zegje doen, maar individueel kunnen zij het niet opnemen tegen grootmachten als de VS, China of zelfs Rusland. Europese landen kijken terug op hun koloniale verleden dat hen tot grote mogendheid maakte, maar vandaag kunnen zij zo’n status enkel herwinnen door het slechten van economische en politieke grenzen in Europa.

Afgezien van de tegenstrijdigheden eigen aan het Europese economische en politieke weefsel, komt de grootste bedreiging voor de Unie uit onverwachte hoek: de Verenigde Staten. Misschien heeft enkel een Europese leider als Charles de Gaulle het Europese project gezien als bedreiging voor de VS. Maar algemeen wordt de VS gezien als een genereuze hegemoon die bijdroeg aan de naoorlogse Europese wederopbouw en integratie. Dat Washington Europa ooit zou kunnen zien als tegenstrever, ja zelfs rivaal, kwam bij niemand op.

Vier decennia mondialisering en neoliberaal beleid hebben de Amerikaanse middenklasse ondergraven. Overheidsbeleid als laagdrempelig consumentenkrediet moest de welvaartsdroom in stand houden, maar leidde tot economische zeepbellen ongezien sinds de crisis van 1929. Om de welvaart van de Amerikaanse burgers te vrijwaren meende de regering-Trump dat de beste aanpak was om economische concurrenten te gronde te richten. Olie- en aardgasexporteur Rusland moest eraan geloven. De economische oorlog tegen China volgde. Zelfs traditionele bondgenoten als Europa, Japan en Korea werden stevig aangepakt.

De harde Amerikaanse aanpak van Europa wordt gedragen door het Congres

Vandaag staat Europa voor de vraag of het klaar is voor een confrontatie met de VS. Heffingen op Europese producten, de sancties op handel met Iran, de druk op het Duitse gasleidingsproject Nord Stream 2 en de aanschaf van Huawei-systemen, het protest tegen een Europese defensie en buitenlands beleid, en de pressie om Amerikaans wapentuig aan te schaffen, het zijn allemaal Amerikaanse initiatieven die Europese leiders toeschrijven aan Trumps grillige persoonlijkheid. Maar die maatregelen worden wel gedragen door het Congres, en geïnitieerd en uitgevoerd door een batterij bureaucraten afkomstig uit de regering-Obama.

Het succes van Europese integratie valt en staat met de opstelling van Duitsland. De steeds hardere Amerikaanse aanpak van zijn bondgenoten helpt om over de psychologische drempel te stappen om daar tegen in te gaan. Zelfs Merkel komt schoorvoetend tot de conclusie dat de VS niet langer kan worden vertrouwd, Europa zijn eigen weg moet inslaan en niet moet denken dat het na Trump wel weer beter gaat. Geen Amerikaanse president kan op tegen de lobby van het Amerikaanse militair-industrieel complex. Europa moet naar de pijpen van Washington blijven dansen, Amerika moet zijn kansen in het conflict met China en Rusland optimaliseren.

Focus eerder op Euraziatisch dan trans-Atlantisch bondgenootschap

Voor Europa betekent dat om eerder te focussen op een Euraziatisch bondgenootschap dan op een trans-Atlantisch. De eerste tekenen wijzen erop dat Europese landen weerstaan aan de Amerikaanse druk. Het besef groeit dat Europa kwetsbaar is voor Amerikaanse digitale kolonisatie. Huawei komt dus niet op de zwarte lijst, Europa stelt zich open voor niet-Amerikaanse technologie. Duitsland zet zijn Nord Stream 2 project met Franse steun door.

De VS mag dan hameren op de Russische dreiging, Europa telt maar weinig politici die echt in zo’n dreiging geloven. De Zweedse, Poolse en Baltische politici die toch nog spreken over een nakende Russische invasie trekken misschien deze kaart om Amerikaanse steun tegen Duitsland te krijgen in hun Europese machtsspelletjes. Het Europese debat rond de houding ten opzichte van Rusland is één van de vele tegenstellingen binnen de Unie die een verdere integratie in de weg staan.

Het dilemma waar de EU voor staat is te kiezen tussen dwang om de weerspannige lidstaten in het gareel te krijgen, of voor het concept van een EU van twee snelheden dat de dwarsliggers links laat liggen.

woensdag 17 april 2019

Waarom Europa zich uit de NAVO moet terugtrekken


U.S. Army Stryker armored vehicles convoy during operations in support of Steadfast Javelin II at Ramstein Air Base, Germany, Sept. 3, 2014.
Steadfast Javelin II is a NATO-led exercise designed to prepare U.S., NATO and European partner nations forces for large-scale unified land operations.
Photo: A1C Jordan Castelan (Wikimedia Commons).


Nu Trump de bondgenoten niet enkel 2% bijdrage vraagt maar ook 150% van de kosten voor stationering van Amerikaanse troepen wordt het tijd dat Europa zich uit de NAVO terugtrekt. Het moet een eigen veiligheidsorganisatie stichten waarin ook plaats is voor Rusland.

Amerika is een oligarchie. Kandidaturen voor presidentschap en Senaat en Congres worden verworven via politieke omkoping. Wetenschappelijk onderzoek bevestigt dat een kleine groep elites het overheidsbeleid bepaalt. Zo bepaalt de militair-industriële lobby in belangrijke mate het defensiebudget. Officieel bedraagt dat voor 2019 $617 miljard, maar dat is slechts het Base Budget. Inclusief een serie niet op de defensiebegroting ingeschreven onderdelen, maar exclusief de (para)militaire activiteiten van CIA en FBI, geeft de VS in 2019 aan veiligheid een bedrag uit van $1.135,7 miljard, 5,4% van het BBP en meer dan een kwart van de Amerikaanse federale begroting.

Het Pentagon is wereldwijd voortrekker in militaire uitgaven en trekt NAVO-leden Europa ($290 miljard) en Canada ($24 miljard) mee in zijn kielzog. Zo ontstaat een totaal NAVO-budget 2018 van $1.449 miljard, ruim 80% van het wereldwijd totaal aan defensie-inspanningen ($1.774 miljard). Aan de basis van de groeiende defensie-inspanningen liggen Amerikaanse en Europese percepties van dreigingen vanuit China en Rusland. De uitgaven van deze landen zijn echter slechts een fractie van het NAVO-totaal. China zou in 2018 $168 miljard hebben uitgegeven en Rusland $63 miljard, 12% resp. 4% van NAVO-totaal.

De NAVO is goed voor 80% van de mondiale militaire uitgaven. De uitgaven van Rusland en China vallen daarbij in het niet.

De Amerikaanse National Defense Strategy Commission wijst erop dat China en Rusland regionale hegemonie nastreven en zelfs mondiaal macht kunnen uitoefenen, maar een nuchtere Amerikaanse politicoloog als John Mearsheimer relativeert die stelling. Poetin heeft enkel gereageerd op Westerse provocaties. Het feit dat de NAVO tot de Russische grens is opgeschoven ligt aan de basis van de oorlogen in Georgië (2008) en Oekraïne (2014). De confrontatie met Rusland en China duwt deze grootmachten enkel in elkaars armen wat het einde inluidt van de unipolaire wereld sinds de val van de Sovjet-Unie.

Sinds de uitbreiding van de NAVO maakt Rusland duidelijk dat het niet lijdzaam zal toezien hoe zijn strategisch belangrijke buurlanden Westerse vestingen worden. Voor Poetin overschreed de coup tegen de democratisch verkozen regering in Oekraïne een rode lijn. Beducht voor zijn marinebasis in Sebastopol annexeerde hij de Krim en destabiliseerde hij Oekraïne tot het land zijn pogingen om zich bij het Westen aan te sluiten zou opgeven. In 2008 zei hij Bush ijskoud dat toetreding van Oekraïne tot de NAVO het einde van het land zou betekenen. Maar ook de EU trok oostwaarts, tegen de zin van Rusland.

Oekraïne is als bufferstaat van groot strategisch belang voor Rusland. Geen enkele Russische leider tolereert dat een militaire alliantie die zich duidelijk vijandig opstelt zich in Oekraïne vestigt en een regering installeert die het land wil integreren in het Westen. In koor gaf het Westen Poetin de schuld. Voor Merkel leefde Poetin in een andere wereld. Maar Poetin is absoluut niet onevenwichtig. Hij is een topstrateeg die op buitenlands beleid elke uitdager in de schaduw stelt. Hij streeft niet naar een “groot-Rusland”, is niet geïnteresseerd in de annexatie van buurlanden. Dat zou het militair, economisch en organisatorisch vermogen van Rusland overstijgen.

De EU drong Oekraïne een handelsakkoord op zonder oog voor de historische context. Het land moet een neutrale bufferstaat worden.

Was Oekraïne voor de EU en de NAVO van strategisch belang, dan had het Westen al lang militair geweld gebruikt om de crisis te beslechten. Men maakt een land toch geen NAVO-lid om het vervolgens niet te verdedigen. In een interview legt ook voormalig Amerikaans minister van buitenlandse zaken Henry Kissinger de oorzaak van de Oekraïne-crisis bij het Westen. De EU duwde een handelsakkoord door, is ondoordacht achter Oekraïne gaan staan en heeft geen oog gehad voor de historische context. Voor Kissinger moet Oekraïne een bufferstaat worden.

Amerika is vrijwel onophoudelijk in oorlog: sinds zijn stichting in 1776 maar liefst 226 van zijn 243 kalenderjaren. De overgrote meerderheid van de militaire conflicten sinds de Tweede Wereldoorlog ontstond op initiatief van de VS. Vergeleken met andere grootmachten heeft de VS relatief weinig soldaten op het slagveld verloren en nauwelijks burgerslachtoffers. Afgezien van de aanslagen van 9/11 werd oorlog met het buitenland nooit in eigen land uitgevochten. Anders dan Europa ziet de bevolking op eigen bodem dus niets van de rauwe realiteit van oorlog. En sinds de afschaffing van de dienstplicht in 1973 is de sociale controle op de Amerikaanse oorlogszucht tot vrijwel nul herleid.

Het is ‘gewone’ mensen in de rest van de wereld blijkbaar niet ontgaan dat de VS sinds 2001 Irak, Afghanistan, Libië en Syrië heeft vernietigd en Iran, Venezuela, en misschien zelfs Rusland op de korrel neemt. Onderzoek in 65 landen leert dat de VS (24%) als eerste wordt genoemd als land dat de grootste bedreiging vormt voor de wereldvrede, voor Pakistan (8%), China (6%), Noord-Korea, Israel en Iran (elk 5%). Respondenten in Rusland (54%), China (49%) en Bosnië (49%) waren het meest bevreesd voor de VS als bedreiging.

De VS wordt als eerste genoemd als land dat de grootste bedreiging vormt voor de wereldvrede.

Trump heeft twijfel gezaaid over de bescherming van Europa. Hij dringt aan op verhoging van de bijdrage naar 2% en op termijn 4% van het BBP. Intussen gaan de defensiebegrotingen mondjesmaat omhoog. Europese leiders zien Rusland niet als een ernstige militaire bedreiging. Voor hen past de annexatie van de Krim niet in Russische expansiezucht. Maar intussen vraagt Trump de “partners” ongegeneerd om ook 100% van de kosten van de Amerikaanse militaire aanwezigheid te betalen, met een opslag van 50%. Vandaag betaalt Duitsland 28% voor de Amerikaanse stationering, zo’n €1 miljard per jaar. In een cost-plus-50 regeling zou de factuur voor Duitsland door het dak gaan.

De harde Amerikaanse houding stelt Europa voor een dilemma. Moet het zichzelf kunnen verdedigen? Moeten de Franse atoomwapens het Europese continent afdekken? Wie zit er dan aan de knoppen? Opgeteld kan een EU-leger beschikken over 1,5 miljoen militairen, na China (2,2 miljoen) de grootste legermacht ter wereld. Paradoxaal genoeg is het juist de NAVO die zich tegen zo’n ontwikkeling verzet. Dit is gevoelige materie. Dat de Franse president Macron spreekt over een Europees leger en strategische autonomie irriteert de Amerikanen. De VS laat de NAVO waarin het de lakens uitdeelt en eigen belangen voorrang kan geven niet gemakkelijk los. Maar verzet komt ook uit eigen kring en vanuit de bureaucratie.

Wie pleit voor een Europese defensie moet ook het gebrek aan een ééngemaakt buitenlands beleid aan de orde stellen.

Ook de Belgische politicoloog Sven Biscop is voor een Europese defensie. Hij pleit niet voor interventionisme, wél voor optreden “als onze vitale belangen in het geding zijn”. Als voorbeeld noemt hij Libië. Zijn uitleg over het oprekken van het VN-mandaat roept vragen op over de doctrine van “minimale interventie en maximale diplomatie” waarbinnen EU-optreden moet gebeuren. Biscop spreekt niet over het gebrek aan een ééngemaakt Europees buitenlands beleid en hoe binnen de EU wordt beslist over militair optreden. Per saldo sluit hij zich aan bij de European Union Global Strategy (EUGS) die zegt dat de NAVO voor de meeste lidstaten het belangrijkste kader zal blijven.

Een opiniestuk van de Nederlandse politicoloog Rob de Wijk is gewaagder: “Wie roept de Verenigde Staten tot de orde?” Intussen staat wel vast dat Europa zich wil losmaken uit het steeds knellender Amerikaanse juk. Een militair volledig op eigen benen staand Europa is echter niet voor morgen. De geopolitieke transformatie in de wereld staat niet stil. De Westerse vijandige houding tegen Rusland drijft dat land steeds meer in de armen van China, dat via zijn Belt & Road strategie al belangrijke contacten heeft gelegd in Europa. Wil Europa niet tussen hamer en aambeeld raken dan zal het een fundamentele keuze moeten maken: wil het aan de hand blijven lopen van de VS die zich steeds meer op zichzelf terugtrekt, of zich openstellen voor een Euraziatisch Wirtschaftswunder.

Europa moet kiezen voor een nieuwe pan-Europese veiligheidsorganisatie waarin plaats is voor Rusland.

Zo’n fundamentele beleidsombuiging vergt de vorming van een nieuwe pan-Europese veiligheidsorganisatie en de opzegging van het NAVO-lidmaatschap. Frankrijk en Duitsland kunnen het voortouw nemen en worden waarschijnlijk snel vergezeld van andere Europese kernlanden. Hervorming van de EU in een geopolitiek onafhankelijke Unie vergt een grondige wijziging van het Verdrag van Lissabon, een kolossale, uitdagende maar doenbare operatie. De meeste analisten menen dat Rusland na de Koude Oorlog volwaardig NAVO-lid had moeten worden. De nieuwe pan-Europese veiligheidsorganisatie moet dan ook de opzegperiode met de NAVO benutten om een verdrag te onderhandelen met Rusland.

In dat kader kan ook een oplossing worden uitgewerkt voor de Oekraïne-crisis. Het land moet een neutrale buffer worden tussen Rusland en het Westen, naar het voorbeeld van Finland tijdens de Koude Oorlog. Georgië moet in het voetspoor van Oekraïne treden. Oekraïne moet economische steun krijgen van zowel het Westen als Rusland, en worden aangemoedigd om de rechten van de Russisch sprekende bevolking te respecteren. Op langere termijn kunnen Oekraïne, Georgië en Wit-Rusland tot de EU en de veiligheidsorganisatie toetreden. Daarmee ontstaat een blok dat zich zowel economisch als militair kan meten met China.

Zo ontstaat een multipolaire wereld bestaande uit Noord- en Zuid-Amerika, Eurazië en China, aangevuld met overig Azië en Afrika. Een wereld waarin de VS niet langer de lakens uitdeelt en waarschijnlijk minder gewapende conflicten kent.

woensdag 6 februari 2019

Naar een kernwapenvrije wereld, of Armageddon?






“De Amerikanen willen hun eigen overtredingen niet toegeven. Dan treden ook wij uit het verdrag. Maar we blijven vragende partij voor een akkoord over tactische kernwapens. Dat is in het belang van onze veiligheid, en van de veiligheid van Europa. Wij willen het debat aangaan, maar dan moet de VS daartoe maar het initiatief nemen”. Dat zei de Russische onderminister van buitenlandse zaken Sergei Ryabkov in een reactie op het nieuws dat de VS zich terugtrekt uit het INF-verdrag.

Larry Wilkinson, ex-stafchef van de vroegere Amerikaanse buitenlandminister Colin Powell en thans universiteitsprofessor, treedt hem in bovenstaande video bij. Het issue is niet enkel middellange afstandsraketten. Het debat moet gaan over het totale kernwapenarsenaal, actualisering van het Non-proliferatieverdrag, en over conventionele bewapening. Niet enkel de VS en Rusland moeten rond de tafel, maar alle kernmogendheden, ook Noord-Korea en Israel. Hoe kan de wereldgemeenschap een alles en iedereen vernietigende ramp voorkomen? Dat is voor Wilkinson de vraag. Wapenbeheersing moet niet overboord, maar juist verdiept en verruimd, en openstaan voor alle landen.

Kloof tussen Europa en de VS

De Amerikaanse uitstap uit het INF-verdrag maakt de kloof tussen Europa en de VS alleen maar groter. De NAVO is superieur op het vlak van geleide conventionele wapens, een overwicht dat Rusland begrijpelijkerwijze denkt te compenseren met mini-kernkoppen op middellange afstandsraketten, tactische kernwapens in het jargon. Die worden dan ingezet op Europese slagvelden. Vandaag beschikt China al over dit soort wapens, en India zal wel niet achterblijven. Maar het overleg moet niet enkel gaan over wapenbeheersing, ook issues als Syrië en Oekraïne moeten op tafel.

Voor Wilkinson is het Amerikaanse plan om nieuwe mini-kernwapens voor de korte afstand te ontwikkelen die minder krachtig zijn dan die op Hiroshima en Nagasaki volkomen nutteloos. Kernwapens hebben enkel zin als afschrikking. Ze hebben geen nut op het slagveld, hoe klein je ze ook maakt. Wie ze toch inzet zet een escalatie in gang die enkel kan uitmonden in een grote oorlog met kernwapens die de overleving op deze planeet bedreigt. Oer-klokkenluider Daniel Ellsberg heeft daar destijds al duidelijk voor gewaarschuwd. Het is een weg die we niet moeten bewandelen, aldus Wilkinson.

Kan de wereld een nieuwe wapenrace voorkomen?

Het INF-verdrag is niet het eerste akkoord waar de VS uitstapt. Eerder sneuvelden het ABM-verdrag en de Irandeal. En er is geen zicht op verlenging van het START-verdrag dat binnenkort afloopt. De publieke opinie is wars van een nieuwe wapenrace en van nucleair wapengekletter door de wereldleiders, maar slaagt er niet in het beleid om te buigen. Acties van individuele parlementariërs, steden en het middenveld gericht op parlementaire commissies defensie en buitenlandse betrekkingen hebben wel geleid tot b.v. de Prevention of Arms Race Act of 2018 en de recente No First-Use Act van senator Elizabeth Warren en congreslid Adam Smith.

Blijkbaar is een confrontatie met Rusland geen probleem voor de VS. Het Witte Huis maakt zich druk over een Russische kruisraket die de 500-km limiet zou overschrijden. Maar waarom heeft buitenlandminister Pompeo dan een uitnodiging voor een presentatie van het wapen van de hand gewezen? En waarom beperkte de EU zich slaafs tot de Amerikaanse versie dat Rusland, de eeuwige boeman, het INF-verdrag schendt? Waarom verklaarde bondskanselier Merkel kritiekloos: “Voor ons is het duidelijk dat Rusland het verdrag heeft geschonden ...”. Eén partij zonder bewijs veroordelen is een slecht startschot voor onderhandelingen.

Wat verklaart de Amerikaanse gekte?

Na de uitstap uit het ABM-verdrag in 2002 had de VS de handen vrij voor de installatie van een rakettenschild in Oost-Europa, op een steenworp van de Russische grens. Voor Rusland niet enkel een bedreiging van het strategische evenwicht, maar ook een geduchte potentiële aanvaller aan zijn grens. De Amerikaanse afweerraketten kunnen immers in een oogwenk door aanvalsraketten worden vervangen. Alles duidt er dus op dat de VS Moskou beschuldigt van een inbreuk op een wapenverdrag dat het al enkele jaren zelf schendt.

Voor de Franse Ruslandkenner Pierre-Emmanuel Thomann heeft de VS het nucleaire evenwicht al doorbroken met de uitstap uit het ABM-verdrag in 2002. Het heeft sindsdien overal in Eurazië raketafweerinstallaties geïnstalleerd, een voldongen feit dat bij Rusland en China enkel een gevoel van omsingeling kan opwekken. De Amerikaanse raketafweer verhindert immers de mogelijkheid om terug te slaan bij een Amerikaanse nucleaire first strike.

Het feit dat China sinds kort beschikt over hypermoderne supersonische raketten zal ook aan de basis liggen van de Amerikaanse uitstap uit het INF-verdrag. China was geen partij in het INF-verdrag. Voor de opkomende wereldmacht werd de pivot to Asia’, de Amerikaanse heroriëntatie op Azië, een existentiële bedreiging nu die gepaard ging met de stationering van meer dan de helft van de Amerikaanse zeemacht in Zuid-Oost Azië.

Noam Chomsky heeft niet lang geleden gewezen op primordiale problemen die de mensheid moet aanpakken. Over het risico op een kernoorlog haalt hij generaal Lee Butler aan: “We hebben tot nu toe het nucleaire tijdperk vooral overleefd door goddelijke interventie”. Het is de vraag of we kunnen blijven rekenen op goddelijke interventie als de VS krampachtig vasthoudt aan zijn mondiale suprematie en de EU zich slaafs aan de VS blijft onderwerpen. Het zijn deze twee mogendheden die bepalen wat het wordt: ontwapening of een nucleair Armageddon.

maandag 14 januari 2019

Van 2018 naar 2019: de belangrijkste geopolitieke trends (1)


Bij de overgang van 2018 naar 2019 past een overzicht van de belangrijkste geopolitieke trends in de wereld. In een reeks van vijf artikelen die we in kort tijdsbestek onder deze headline publiceren geven we per issue een beknopt overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen, inclusief hoe we die dit jaar zien ontwikkelen. Vandaag het eerste deel:

Deel 1: De grootste brandhaarden



Koreaans schiereiland

De kwestie Noord-Korea is nog geen stap dichter bij een oplossing. Wie herinnert zich niet het plan van de Amerikaanse president Trump om niet één, maar drie vliegdekschepen naar het Koreaanse schiereiland te sturen en zijn dreigement om het land totaal te vernietigen? Intussen hebben de beide Korea’s intensieve bilaterale contacten ontwikkeld en is er van het Amerikaanse wapengekletter niets overgebleven. De recente nieuwe Amerikaanse sancties tegen drie hoge Noord-Koreaanse functionarissen lijken een volgende stap naar nucleaire ontwapening serieus in de weg te staan.

Het laatste nieuws is dat Trump een tweede top heeft voorgesteld voor half februari in Vietnam. Pyongyang en Washington zitten in een impasse over de denuclearisatie van het Koreaans schiereiland. Noord-Korea wil sanctieverlichting, de VS wil eerst de volledige opdoeking van het kernwapenprogramma. In zijn nieuwjaarstoespraak waarschuwde de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un dat hij zijn eigen weg zou gaan als de VS druk blijft uitoefenen, maar hield wel de deur open voor een nieuw gesprek met Trump.

Tenslotte het bericht dat Zuid-Korea de komende 5 jaar voor $84 miljard aan nieuwe wapens zal kopen. Die moeten inzetbaar zijn tegen kern- en massavernietigingswapen “uit elke richting”. Het lijdt geen twijfel dat de aankopen in Amerika zullen worden gedaan. En dat is goed nieuws. Nu Zuid-Korea zijn defensiecapaciteit opvoert krijgt Kim Jong-un een nieuwe troef in handen in zijn dialoog met Trump: “nu onze zuiderburen hun defensie op peil brengen kunt u de Amerikaanse troepen terugtrekken”.

Syrië

In april voerden de VS, Frankrijk en het VK luchtaanvallen uit als als antwoord op een beweerd maar geenszins bewezen gebruik van chemische wapens. Voor Trump mag het dan “missie volbracht” zijn geweest, het Kremlin liet nuchter weten dat 71 van de 103 kruisraketten werden neergehaald. Een mislukte militaire operatie die op geen enkele manier werd opgevolgd. Een missie ook in strijd met het internationale recht: Syrië vormt geen enkele bedreiging, de aanvallers opereerden zonder mandaat van de VN-veiligheidsraad.

In september verdween een Russische Iljoesjin-20 boven Syrië van de radar op een moment waarop Israëlische F-16's in de onmiddellijke omgeving bombardementen uitvoerden. De Iljoesjin bleek te zijn neergehaald door Syrisch luchtafweergeschut bedoeld voor de Israelische F-16s, die kennelijk zich bewust had verscholen achter de Iljoeshin. Het incident leidde tot een serieuze crisis. Toen de Israeli’s geen schuld bekenden hakten de Russen de knoop door: Syrië werd in sneltreinvaart uitgerust met geavanceerde luchtverdedigingssystemen. De Israeli’s dreigden elke S-300 batterij te vernietigen, maar konden enkel toezien hoe de Russen de waterdichte Syrische luchtverdediging operationeel maakten.

En in december koos Trump temidden de strijd tussen zijn adviseurs voor de vlucht vooruit en gaf opdracht voor de volledige terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Syrië. Wat hiervan uiteindelijk terecht komt valt af te wachten, zeker nadat veiligheidsadviseur John Bolton begin januari 2019 de Turken een diktaat overhandigde voor een “weloverwogen, ordelijke en opportune” terugtrekking. Hoe het ook zij, het is interessant vast te stellen dat wij geen Westerse leiders meer horen die in koor “Assad must go” roepen en zelfs het machtige Amerika blijkbaar de verzwakte Syrische regering niet naar zijn hand kan zetten.

Oekraïne

Een aanval van de Nazi-junta in Kiev op de Donbass bleef uit. Blijkbaar heeft de waarschuwing van de Russische president Poetin dat zo’n aanval “ernstige gevolgen zou hebben op het voortbestaan van Oekraïne als staat” bij de machthebbers in Kiev indruk gemaakt. Maar als we de woordvoerster van het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken mogen geloven plant Oekraïne een nieuwe provocatie in Donbass. “Wij houden rekening met een geënsceneerde chemische aanval om de vijandelijkheden aan te wakkeren en hebben internationale waarnemers opgeroepen”, aldus Maria Zakharova.

Intussen konden de rechts-extremistische neo-nazi milities, die ijskoud de symbolen en ideologie voeren uit de dertiger en veertiger jaren uit de vorige eeuw, ongehinderd hun gang gaan. Voor de talloze mensenrechtenschendingen op de bevolking in de Donbass en West-Oekraïne hebben de Westerse media hoegenaamd geen belangstelling. Het Westen noch Israel bekreunden zich over het bericht in de Israelische krant Haaretz dat wapens die Israel had geleverd aan Oekraïne bij ultrarechtse milities zoals het Azov-bataljon terecht waren gekomen.

Iran

Trump zegde de Iran-deal op en legde nieuwe sancties op. Iran’s auto-industrie moest het ontgelden, net als de handel in goud en andere edele metalen. Iran’s energiesector, scheepvaart, verzekeringssector en centrale bank volgden. Nieuw waren de dreigementen om bondgenoten en niet-bondgenoten sancties op te leggen mochten die zaken met Iran willen doen. De meeste Westerse investeerders trokken zich uit Iran terug. De bedoeling is duidelijk: regime change.

Deze maatregelen hebben ook geleid tot verslechterde relaties met de Amerikaanse bondgenoten in Europa. De grote daarvan waren medeondertekenaars van de Iran-deal, en hadden grote, deels reeds in uitvoering zijnde investeringsplannen voor Iran. Europese multinationals krijgen geen dispensatie. De VS dreigt hen af te snijden van het Amerikaanse financieel systeem als ze toch zaken doen met Iran.

Het is vooral de Israel Lobby die aanstuurt op een Amerikaanse militaire interventie in Iran. Na Irak, Syrië en Libië zou een conflict met Iran het laatste item zijn in de Neocon agenda. De druk op de ketel wordt steeds verder opgevoerd. Australië staat klaar om toe te treden tot een Coalition of the Willing. Veiligheidsadviseur John Bolton heeft allerlei plannen om sociale onrust uit te lokken naar het model van Maidan/Kiev in Oekraïne. En recent werd bekend dat Bolton opties voor een aanval op Iran had laten onderzoeken naar aanleiding van een incident met mortiergranaten in de buurt van de Amerikaanse ambassade in Bagdad.

Een oorlog met Iran wordt een ander conflict dan dat met Irak, Syrië of Libië. Iran zal keihard terugslaan, overal waar het de VS maar kan raken. De Iraanse president Rohani zei daarover: “Vrede met Iran is de moeder van alle vredes. Oorlog met Iran de moeder van alle oorlogen”.
...

dinsdag 12 juni 2018

F-35: Amerikaans exportsucces, of $1 biljoen verslindende mislukking?



U.S. Air Force F-35A Lightning II Joint Strike Fighters from the 58th Fighter Squadron, 33rd Fighter Wing, Eglin AFB, Fla. perform an aerial refueling mission with a KC-135 Stratotanker from the 336th Air Refueling Squadron from March ARB, Calif., May 14th, 2013 off the coast of Northwest Florida.

Volgens het Amerikaanse zakenblad Forbes wordt de verkoop van de F-35 één  ​​van Amerika's grootste exportsuccessen. Naast de “partnerlanden” die participeren in de ontwikkeling hebben ook Israel, Japan en Zuid-Korea het toestel besteld. België, Finland, Duitsland, Singapore, Spanje, Zwitserland en de UAE zullen binnenkort volgen. Het toestel is gewoon een must voor elk land dat in coalitie met de VS wil opereren. Geen enkel ander toestel is zo onkwetsbaar, veelzijdig, economisch en zo naadloos passend bij de Amerikaanse luchtmacht, zo juicht Forbes.

In ons land ontaardde het F-35-debat in een moddergevecht. De essentie kwam echter niet aan bod: passen gevechtsvliegtuigen wel in een modern defensiebeleid? Tegen welke vijand moeten we die inzetten? Hoe verhouden zich de aantallen operationele gevechtsvliegtuigen in Oost en West? Moet Europa niet veel meer inzetten op drones, cyberdefensie, en andere verdedigingswapens, om maar niet te spreken van diplomatie en een stop op het sponsoren van terreurgroepen? En als het al gevechtsvliegtuigen moeten zijn, waarom moeten die aanvalstaken zoals het afgooien van kernwapens kunnen uitvoeren?

Blijkbaar hoort buurland Nederland tot de “partnerlanden” die al vroeg in het F-35 project stapten. De immer kostenbewuste Nederlanders schroomden niet om druk uit te oefenen om het “goede voorbeeld” te volgen. Intussen wijzen de specificaties waaraan het nieuwe gevechtsvliegtuig moet voldoen in het Belgian Defence Air Combat Capability Program regelrecht richting F-35. De Nederlandse luchtmachtgeneraal Alexander Schnitger vergeleek ooit de veelzijdigheid van de F-35 met die van een Zwitsers zakmes. Maar volgens Lex van Gunsteren, emeritus-hoogleraar van de Nederlandse Technische Universiteit Delft (TUD), is dat bezijden de werkelijkheid.

In Quality in Design and Execution of Engineering Practice, een boek dat hij samen met Jonathan Barzilai en Ruud Binnekamp schreef, wijst Van Gunsteren (p. 29-32) op de veelzijdigheidsvalkuil, het gevaar van te grote veelzijdigheid binnen één productconcept. De auteur geeft als voorbeeld de F-35. Omwille van het belang voor het lopende F-35 debat laten we hieronder een samenvatting van dat deel volgen.

De ​​ veelzijdigheidsvalkuil

Kwaliteit is geschiktheid voor het doel. Maar voor welk doel? Soms is het doel onduidelijk of dubbelzinnig geformuleerd omdat kopers tegenstrijdige doelen in hun hoofd hebben. Deze lieden lopen in wat we de veelzijdigheidsvalkuil kunnen noemen. Een adequaat technisch ontwerp is dan onmogelijk. Het inbouwen van overbodige toeters en bellen leidt tot enorme geldverspilling, zoals in het F-35 project.

Als technisch ontwerp is het $1 biljoen verslindende F-35-project een totale mislukking. Het ontwerp verliest de meest essentiële ontwerpbeperking uit het oog: gewicht. Het gewicht van een vliegtuig moet worden gedragen door de lift van zijn vleugels.

De JSF moet (1) ondersteuning aan grondtroepen kunnen geven, (2) luchtgevechten voeren, en (3) langeafstandsbombardementen uitvoeren. De eerste twee missies vereisen een manoeuvreerbaarheid die de JSF niet kan leveren vanwege de ongunstige lift/gewichtsverhouding. Met die drie missies moet de F-35 vier groepen belanghebbenden kunnen dienen:

(1) de luchtmacht, die het zoekt in luchtgevechten en bombardementen,

(2) de marine, die moet kunnen opstijgen en landen op een vliegdekschip,

(3) het Korps Mariniers, dat infanterie-ondersteuning vraagt, en

(4) lieden die werkzekerheid zoeken.

Zo’n cocktail aan missies en belangengroepen leidt tot twaalf verschillende opdrachten. De veelzijdigheidsvalkuil ten voeten uit: een vliegtuig dat het 2008-RAND-rapport ‘zowat nutteloos’ noemt, omdat het ‘niet kan wenden, niet kan klimmen, niet kan versnellen’. Pierre Sprey, die mee instond voor het ontwerp van de A10 en F16, zei in 2008 al: “De F35 is een flop. Hij is te zwaar en heeft te weinig vermogen, een serieuze stap terug in de stuwkracht/gewichtsverhouding voor een nieuwe jager.

De A en B varianten hebben een vleugelbelasting van 108 lb per vierkante voet en zijn daarmee minder wendbaar dan de uiterst kwetsbare F-105 die boven Noord-Vietnam werd afgemaakt. Het laadvermogen is slechts twee 2000 lb bommen. Met meer bommen verliest de F-35 zijn stealth-eigenschappen. Voor luchtsteun is de F-35 te snel om de tactische doelen te zien waarop het schiet. Het toestel is te kwetsbaar voor grondbrand. Het is niet in staat om lang te blijven rondhangen bij grondtroepen.

Een stealth vliegtuig is, afhankelijk van het type radar en de detectiehoek, wel degelijk zichbaar op radar. De uiterst complexe elektronica om luchtdoelen aan te vallen gaat uit van ultra-langeafstandsradar ondersteund luchtgevecht, wat in de werkelijkheid meestal niet opgaat.

Nog volgens Sprey zal uit kostenoverwegingen bezuinigd worden op trainingsvluchten tot slechts 10 uur per piloot, een derde van wat na de Vietnam-oorlog werd beschouwd als het absolute minimum om simulatortraining aan te vullen. Oorlogservaring leert dat de piloot veel belangrijker is dan het vliegtuig. Volgens Sprey is een goede piloot in een inferieur vliegtuig veel waardevoller dan een fenomenaal vliegtuig met een slechte piloot.

Waarom gaat men door met de ontwikkeling van een ​peperduur maar ‘zowat nutteloos’ vliegtuig dat twee van de drie missies waarvoor het bedoeld is niet kan waarmaken? Ik zie drie redenen waarom de besluitvormers doof lijken voor de waarschuwingen van doorgewinterde ontwerpingenieurs:

1. Een vliegtuig dat alle denkbare missies van alle belanghebbenden kan vervullen is buitengewoon aantrekkelijk. Voor niet-technisch onderlegde mensen is het niet evident dat zoiets onhaalbaar is.

2. Het begrip ‘verdoken kosten’ is moeilijk te aanvaarden, vooral voor mensen die het project aanvankelijk hebben goedgekeurd. Een project opgeven waarin aanzienlijk is geïnvesteerd is o zo moeilijk. Dat geldt in het bedrijfsleven, en de politiek zal het op dat vlak wel niet beter doen.

3. Te veel mensen hebben een persoonlijk belang bij de voortzetting van het project. Naar verluidt heeft Lockheed Martin, die het leeuwenaandeel van de productie voor zijn rekening neemt, zo’n $150 miljoen uitgegeven aan lobbyen en $20 miljoen aan budget (earmarks) terugontvangen. Dat is veel geld om stemmen en ondersteuning te kopen, naast de steun die het project al geniet van degenen wier baan op het spel staat.

Hoe vermijdt men de veelzijdigheidsvalkuil? Door opdrachtgevers duidelijk te maken dat wat men eist gewoon onmogelijk is. Men moet geen compromissen sluiten tussen tegenstrijdige doelen, maar in het pakket schrappen. Men moet de moed opbrengen om superieuren deze lastige boodschap te brengen als onderdeel van de beroepsethiek, net als een arts die een patiënt moet vertellen dat hij terminaal ziek is.

Het Federaal Parlement staat op het punt groen licht te geven aan een €15 miljard verslindend nutteloos project. De argumentatie van professor Van Gunsteren moet tevoren minstens in de commissie Defensie aan de orde komen. Dat levert misschien meer op dan de druppelsgewijze onthulling van echte of nepmails door de oppositie. Het is onbegrijpelijk dat de s.pa over de visie van professor Van Gunsteren wel heeft gepubliceerd, maar daar blijkbaar verder niets mee heeft gedaan.

Dat NV-A en Open VLD gewonnen zijn voor de F-35 staat vast, bij CD&V moest ex-defensieminister Pieter De Crem, die naar verluidt NAVO-ambities koestert, blijkbaar recent nog een duit in het zakje doen. De oppositie moet dus zijn pijlen richten op de CD&V.