Posts tonen met het label Oost-Europa. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Oost-Europa. Alle posts tonen

zaterdag 27 juli 2019

Kunnen investeringen in klimaattechnologie de Europese groeivertraging verhelpen?


 
In bovenstaand filmpje analyseert UAntwerpen-hoofddocent internationale politiek David Criekemans - aan de hoofdzetel van de machtige Deutsche Bundesbank - de evolutie van de eurozone en de economische groeivertraging in Duitsland. De manier waarop onder Duitse regie Zuid-Europese “potverteerders” als Griekenland werden aangepakt komt aan de orde, net als het gebrek aan solidariteit binnen de EU en het feit dat de bezuinigen van Merkel nu ook in Duitsland worden gevoeld. De toekomst van de Europese economie ligt in investeringen in klimaattechnologie, aldus de professor, wiens beknopte boodschap uitnodigt de issues nader uit te spitten. Op zijn hoofdthema’s gaan wij hieronder in.

Duitsland moet zijn binnenlandse markt ontwikkelen

Duitsland is op een te lage koers in de euro gestapt. Maar ook de druk op de lonen droeg ertoe bij dat het concurrentieel kon exporteren. Het grote overschot op de Duitse handelsbalans wijst op een onvoldoende ontwikkelde binnenlandse markt. Volgens de Leuvense econoom Paul De Grauwe kon de productiviteitsgroei aan de werknemers voorbij gaan omdat werkgevers dreigden productie te verplaatsen naar lagelonenlanden als Tsjechië en Polen. Om zijn binnenlandse consumptie aan te zwengelen moet de koopkracht in Duitsland dus omhoog. De lonen én de pensioenen.

Europa’s economisch model is achterhaald. Europa heeft genoeg sterke multinationals, maar anders dan de VS dateert geen daarvan van de laatste 25 jaar. Europa kon schitteren toen Volkswagen het kon opnemen tegen Ford en Siemens tegen General Electric. Maar Europa heeft geen Apple, Google of Microsoft. Qua nieuwe technologie zoals artificiële intelligentie staat het nergens. Dat een stichtend EU-lid als Italië zich aansluit bij het Chinese Belt & Road initiatief duidt erop dat het land meer kans buiten de EU ziet om zijn economische problemen op te lossen. Het weerspiegelt tevens de verminderde status van Europa op het wereldtoneel.

De vraag is of de EU aan de vooravond staat van zijn implosie

Het succes van de EU stoelt op zijn gestage uitbreiding, sneller misschien dan instellingen en bevolking konden verwerken. Ex-communistische landen met soms de schone schijn van een democratisch bestuur konden probleemloos toetreden. En dankzij een creatieve interpretatie van de toetredingsvoorwaarden kon de monetaire unie groeien van 12 naar 19 landen. Dat Griekenland tot de euro kon toetreden wordt algemeen als een vergissing gezien. De instellingen van het land waren en zijn daar niet klaar voor. En dat verdict is ook van toepassing op andere lidstaten.

De geschiedenis leert dat imperialistische projecten sneuvelen op te ambitieuze uitbreiding. De vraag is of de EU aan de vooravond staat van zijn implosie. De Unie moet afrekenen met twee existentiële problemen: de geopolitieke confrontatie met Rusland en de problematische relatie tussen lidstaten in de periferie en de eurozone. De EU is maximaal naar het oosten opgeschoven. Oekraïne is toetreding in het vooruitzicht gesteld, maar de crisis in dat land leidt onvermijdelijk tot de conclusie dat de EU zijn plannen met dat land moet opbergen. Op grond daarvan zien de Baltische staten hun toetreding niet voor morgen gerealiseerd.

De Franse president Macron zoekt het in verdere integratie: een Europese minister van financiën die in de eurozone het begrotings- en fiscale beleid bepaalt. Maar Duitsland vreest dat de Duitse schatkist moet tussenkomen in de begroting van armere eurolanden. Het plan van Macron lijkt logisch. De eurozone kan niet buiten een politieke structuur. Blijft Europa economisch slecht presteren, dan is het alternatief voor nauwere integratie enkel desintegratie. Zo’n doemscenario is niet voor morgen. De weg terug naar nationale munten of een euro in twee hardheden is problematisch. Het zwaard van Damocles valt bij een volgende economische recessie. En dat kon wel eens niet lang meer duren.

Invoering van een mondiale koolstoftaks is een illusie

In zijn boek ‘Geopolitieke kanttekeningen 2011-2018, en daarna.’ (p. 285) doet professor Criekemans de suggestie om subsidies op fossiele brandstoffen geleidelijk over te hevelen naar hernieuwbare energie en de uitstoot van CO2 fiscaal te belasten. Voor energie-econoom professor emeritus Aviel Verbruggen is een mondiale koolstoftaks echter een luchtspiegeling en moeten we het zoeken in een gedifferentieerde bottom-up aanpak waarbij regionale inspanningen centraal worden gemonitord. Anders dan een verre tijdshorizon hebben we nood aan directe en kortetermijnverbintenissen die stap voor stap leiden naar volledige decarbonisering van de economie, aldus Verbruggen.

Voor Verbruggen is het echte verhaal dat we aan het sluikstorten zijn in onze atmosfeer. We kunnen niet volstaan met minder uitstoot van broeikasgassen, we moeten de rotzooi opruimen, dringend en drastisch. We moeten beseffen dat we in onze economische activiteiten de atmosfeer gebruiken zonder de kosten daarvoor mee te nemen in de kostprijscalculatie. Hernieuwbare energie mag dan een grote vooruitgang zijn, maar die trend wordt ook gehinderd door gevestigde financiële en economische belangen. En we moeten veel dingen die we ons hebben veroorloofd anders doen of terugdraaien, aldus Verbruggen.

Technologie alleen kan de klimaatproblematiek niet oplossen

Robert Cailliau, de Belg die mee aan de wieg stond van het internet, is sceptisch over technologie om de klimaatproblematiek aan te pakken. Een echt goede batterijtechnologie kan ons misschien energetisch redden, maar vandaag bedraagt de energiedichtheid van de beste batterijen (energie per eenheid massa) nog geen tiende van die van benzine. En dieselmotoren die mits nanopartikelfilters tegen fijnstof veel beter scoren dan benzinemotoren worden door de politiek tegengewerkt. Met technologie alleen halen we de klimaatdoelstellingen niet. Er moeten waarschijnlijk eerst enkele miljarden mensen sterven in grote catastrofes voor we ook naar onszelf kijken, aldus Cailliau.

Negatieve uitstoot van broeikasgassen, het uit de atmosfeer halen van CO2, is één van de wapens in wat The Economist de oorlog tegen klimaatverandering noemt. Maar daarop gerichte technologie komt er niet omdat ondernemingen daar geen verdienmodel in zien. Het kapitalistische systeem zoals we dat vandaag kennen staat zo’n bijdrage aan de klimaatproblematiek dus in de weg. De ruim 200 academici die in een open brief voorstelden komaf te maken met de focus op economische groei missen de essentie van de zaak: men kan maar economische activiteiten loskoppelen van grondstoffengebruik en vervuiling als men ook wat doet aan ons economisch systeem.

Het goede nieuws is dat er oplossingen zijn binnen ons huidig economisch systeem. We kunnen CO2 uit de atmosfeer halen door herbebossing, de landbouw rationaliseren, onze vleesconsumptie verminderen, de uitstoot van de melkveehouderij aan banden leggen, zonnepanelen plaatsen, ons minder verplaatsen en al zeker per vliegtuig, in het algemeen minder verbruiken, inzetten op schone technologie, opkomende economieën motiveren om niet onze belachelijk hoge consumentaristische levensstijl te kopiëren, de derde wereld aanmoedigen hun nakende bevolkingsexplosie af te remmen, enzovoort. Het zijn allemaal initiatieven die bijdragen aan de oplossing.

Het ongecontroleerde kapitalisme is het probleem

Om écht het verschil te maken moeten we zien de controle te verkrijgen over de machtige monopolies die vandaag de wereldeconomie beheersen, alsook over de financiële sector. Wereldwijd zijn 100 ondernemingen verantwoordelijk voor 70% van de industriële uitstoot en 500 voor 70% van de ontbossing. Deze monopolies en de banken moeten dus in gemeenschapsbezit komen, zodat de wereldeconomie op een democratische manier kan worden gepland.

Voor de Amerikaanse marxistische econoom Richard Wolff staan we aan de vooravond van een existentiële crisis. Groene energie en CO2-opslag door bosaanplant kan binnen ons economische systeem de klimaatproblematiek niet oplossen. De energiesector heeft geen enkel economisch motief om het roer om te gooien. Ook voor de Britse journalist George Monbiot is kapitalisme het probleem. Eeuwige economische groei op een eindige planeet leidt onontkoombaar tot milieurampen. En waarom zou elk individu recht hebben op een zo groot mogelijk deel van de natuurlijke rijkdom van de wereld als zijn geld kan kopen? Vanuit milieuoogpunt staat het vergaren van rijkdom gelijk aan roof, aldus Monbiot.

Geen enkel alternatief is voor Monbiot een louter economisch systeem. Het uittekenen daarvan vergt de inzet van verschillende disciplines: economische, ecologische, politieke, culturele, sociale en logistieke. Dat moet leiden tot een beter georganiseerde samenleving die tegemoetkomt aan hetgeen we nodig hebben zonder ons gezamenlijke huis af te breken.

Monbiot stelt ons voor de keus: maken we een einde aan het leven om het kapitalisme overeind te houden, of maken we komaf met het kapitalisme om te overleven?

donderdag 17 januari 2019

Van 2018 naar 2019: de belangrijkste geopolitieke trends (4)


Bij de overgang van 2018 naar 2019 past een overzicht van de belangrijkste geopolitieke trends in de wereld. In een reeks van vijf artikelen die we in kort tijdsbestek onder deze headline publiceren geven we per issue een beknopt overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen, inclusief hoe we die dit jaar zien ontwikkelen. Vandaag het vierde deel:


Deel 4: Europa, migratie, en het Verdeelde Koninkrijk



 May Has to Go party and demonstration at London's Parliament Square, 10 June 2017
Photo: Garry Knight from London, England (Wikimedia Commons)


Europese Unie

Sinds de financiële crisis van 2008 kruipt de Europese Unie uit de recessie. De aanpak waarmee elk land probeert de recessie te bestrijden is griezelig uniform: falende banken worden gered met publieke middelen, op openbare diensten bezuinigd, in gezondheidszorg, huisvesting, uitkeringen en pensioenen gesneden, de overheidsschuld mag oplopen door het injecteren van geleend geld in het stervende kapitalistische systeem. Met concepten als 'de actieve welvaartsstaat' werden werklozen desnoods met harde hand richting een baan geduwd.

Een analyse van de Duitse samenleving toont wat er mis is met Europa. De flexibilisering van de arbeidsmarkt en aanslag op de sociale verworvenheden hebben een kaalslag teweeggebracht. Nieuwkomers (migranten, vrouwen, jongeren) verdienen veel minder en dat tegen slechtere voorwaarden. De sociale mobiliteit is volledig tot stilstand gekomen. De economische groei komt ten goede van een steeds kleinere groep. De politieke elite heeft de bestrijding van werkloosheid (‘werk, werk, werk’) misbruikt en stuurt aan op een neoliberaal Europa.

De toename van onzeker, tijdelijk en slechtbetaald flexwerk zorgde er ook in andere Europese landen voor dat steeds meer werkende mensen geen bestaanszekerheid meer hebben. Zelfs mensen die goed hun brood verdienen zijn bang. De gele hesjes zijn veelal mensen uit de middenklasse die bang zijn voor de toekomst. Dat is kenmerkend voor een samenleving waarin de levenskansen van mensen afhankelijk zijn van de volatiliteit van financiële markten en regeringen niet langer functioneren als instellingen die mensen daadwerkelijk tegen die volatiliteit beschermen.

Landen als Italië, Hongarije en Polen kennen sterke anti-EU gevoelens. De instabiliteit in Frankrijk neemt toe. Of aan de onderliggende bekommernissen van de gele hesjes zal worden tegemoetgekomen is de vraag. De onrust kan leiden tot de val van de regering-Macron. Tezamen met het nakende aftreden van Merkel in Duitsland dreigt de motor van de EU serieus te gaan sputteren en de EU te verbrokkelen op het moment dat ze het meest nodig is.

In Griekenland is een op de vijf mensen werkloos. De Griekse economie staat in essentie onder Duitse controle. Het land is totaal afhankelijk geworden van grievende noodleningen van de rest van de wereld. Spanje worstelt met de ergste crisis sinds het in 1978 een 'democratie' is geworden. De Catalaanse bourgeoisie, die aanvankelijk de door de regering in Madrid opgelegde bezuinigingen afwentelde op de “gewone” Catalanen, verschuilt zich nu achter Catalaans nationalisme en speelt slachtoffer na de weigering van de Spaanse machthebbers om de uitkomst van het onafhankelijkheidsreferendum te aanvaarden.

Besluit de Nazi-junta in Kiev dit jaar tot een aanval op de Donbass of Rusland, dan leidt de daarmee gepaard gaande chaos tot een omvangrijke nieuwe vluchtelingenstroom richting Europa. Onder de vluchtelingen treft men dan zonder twijfel ook heel wat ongure en gevaarlijke types aan, lieden waarvan we er in de Tweede Wereldoorlog teveel gezien hebben.

Een Europees leger?

In een dubbelinterview tussen Europees parlementslid Guy Verhofstadt en journalist Joris Luyendijk stond ook het idee van een Europees leger op de agenda. Verhofstadt bagatelliseerde het vraagstuk op ergerlijke wijze. Aan een Europees leger kleven grote dilemma’s, dat vergt een breed maatschappelijk debat, aldus Luyendijk. 70-80% van de Europeanen mag dan voorstander zijn, maar vraag eens door bij “de Europeanen”. Moeten de Franse kernwapens in Europees beheer komen met Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker aan de knoppen? Moeten we onze zonen en dochters opofferen om Estland te bevrijden als Rusland daar binnenvalt?

Professor internationale politiek David Criekemans ziet in de verwatering van de alliantie met de VS een keerpunt. Als men Criekemans goed leest vindt hij het NAVO-lidmaatschap van de EU-lidstaten eigenlijk overbodig. De veiligheidsgarantie van art. 42 in de “Europese grondwet” is veel sterker dan die van de NAVO, want voorziet in automatische bijstand, aldus Criekemans. Tegelijk wijst hij op de noodzaak van een ééngemaakt buitenlands beleid. Dat dit in essentie de overdracht van de nationale soevereiniteit aan de EU met zich meebrengt zegt de professor niet expliciet, wel dat de uitbouw van een Europese “strategische cultuur” wellicht een generatie in beslag zal nemen.

Navraag bij professor Criekemans over zijn visie op een Europees leger levert op dat hij een uitstap niet voor morgen ziet. De EU-veiligheidsgarantie is daar niet klaar voor, kan b.v. niet zonder logistieke zaken als air-to-air refueling, aldus Criekemans. En het is de vraag of landen als Nederland of Denemarken meewillen, nog afgezien van het manco aan een Europese strategische cultuur.

Migratie

Volgens een brochure van 11.11.11 zijn wereldwijd 65 miljoen mensen op de vlucht. In het debat komt de vraag waarom die mensen vluchten nauwelijks aan bod. De politiek heeft niet de moed om de vinger op de wonde te leggen. Vrijwel alle volksvertegenwoordigers waren akkoord met militair ingrijpen zoals dat in Afghanistan, Irak, Syrië en Libië. Het mede in onze naam gepleegde oorlogsgeweld, dát is de reden waarom mensen huis en haard verlaten. En dus moeten wij onze verantwoordelijkheid nemen, vluchtelingen opvangen en voortaan drie maal nadenken voor we steun verlenen aan miltair ingrijpen.

In Europa was er veel te doen over het VN global compact on migration. In België viel zelfs de regering over dit issue. De N-VA kwam met valse of weinig ter zake doende argumenten. Zo zou het VN-pact meer migranten richting Europa lokken. Landen zouden arbeidsmigratie moeten faciliteren en migranten begeleiden. Er zou onvoldoende onderscheid zijn tussen legale en illegale migranten.

In de communicatie is het vaak om “eigen volk” te doen. Diezelfde N-VA heeft wel gestemd voor het pensioen op 67 jaar, de indexsprong en de verhoging van btw en accijnzen. Het echte motief om de regering te laten vallen lijkt dus om de afbouw van de sociale zekerheid te verdoezelen en de gele-vestjes-woede af te wentelen op de migranten.

Maar verzet tegen migratie is contraproductief. Europa heeft migranten hard nodig. De vergrijzing bedreigt onze welvaartsstaat. Hongarije voert ijskoud de “slavenwet” in, Oostenrijk doet iets dergelijks (12 uur/dag of 6 uur/week zonder loontoeslag), en Italië schuift een pakket sociale maatregelen op de lange baan.

Uit onderzoek blijkt dat migratie niet de oorzaak, maar wel katalysator is van het populisme in Europa. Migratie heeft wel sluimerende conflicten in Europa naar boven laten komen. Zie het hoofdstuk Europese Unie.

Brexit

Dinsdag leed de Britse premier Theresa May in het Brexit-debat een verpletterende nederlaag. De grote boosdoener was de backstop die moet garanderen dat de Noord-Ierse grens met Ierland open blijft. De Brexitdeal voorziet in een overgangsperiode tot 31 december 2020. Tot dan blijft er vrij verkeer van personen en goederen, en kunnen de EU en Londen een handelsakkoord uitwerken. Lukt dat in die periode niet, dan treedt de backstop in werking en blijft het VK in een douane-unie met de EU zodat de grens Noord-Ierland/Ierland open kan blijven. Noord-Ierland zou dan de EU-regels blijven volgen, de rest van het VK niet.

Normaal betekent zo’n nederlaag het aftreden van de regeringsleider. Maar gisteren overleefde May de vertrouwensstemming die Labourleider Jeremy Corbin had ingediend met 325 tegen 306 stemmen. Een meerderheid had dan wel genoeg van May, maar vond het scenario van een Labour-regering onder Jeremy Corbin blijkbaar een nog grotere ramp. In alle nuchterheid, een Labour-regering was geen avance. Labour weet immers ook niet hoe het moet. Bij het referendum in 2016 kreeg de bevolking een eenvoudige vraag voorgelegd: blijven of vertrekken. Blijkbaar is het niet zo simpel.

De grote vraag is natuurlijk: wat nu? May blijft stug doorgaan. Het voor maandag aangekondigde nieuwe voorstel lijkt een mission impossible. Een nieuwe Conservatieve premier is al evenmin het antwoord. Niemand weet hoe het dan wél moet. Intussen zou een Conservatief parlementslid een voorstel voor een tweede referendum hebben ingediend. Zo’n initiatief lijkt gerechtvaardigd. De kiezer is in de aanloop naar het referendum in 2016 een pak leugens verkocht. En als de politiek er zelf niet uitkomt moet de kiezer de knoop maar doorhakken. Nu de nadelen en risico’s bekend zijn lijkt de stemming richting Remain te gaan.

De oplossing die May voor ogen staat zal wel een verlenging van de overgangsperiode met één jaar zijn. Het VK blijft dan tot eind 2021 in de interne markt, blijft de EU-regels volgen, en blijft betalen voor zijn toegang tot de Europese markt. Raakt de in die zin aangepaste deal niet door het parlement, dan blijft de optie no-Brexit over, al of niet op grond van een tweede referendum. Een no-deal, een harde Brexit op 29 maart zonder akkoord, is geen optie: slecht voor de EU, maar rampzalig voor het VK. Ian Blackford, de leider van de Scottish National Party, zei daarvan: “Het VK is op weg naar zelfvernietiging”. En in een no-deal scenario zou de grens met Ierland dicht moeten, met alle risico’s van een hervatting van The Troubles van dien.

Theoretisch is er een eenvoudige oplossing: Ierse hereniging. De grens met de EU ligt dan in de Ierse Zee en Noordzee. Maar het “verlies” van Noord-Ierland betekent niet enkel het einde van het Verenigd Koninkrijk. De Schotten, die zich van meet af aan tegen Brexit hebben verzet, zullen zich dan eveneens willen afscheiden, en ook een meerderheid in Wales ziet niets in Brexit. In zo’n scenario ligt het einde van Great Britain in het verschiet, het land dat maar niet over zijn glorieus verleden als Empire heenkomt.

vrijdag 13 juli 2018

NATO, at war with itself, rearms for war with the world


NATO Secretary General Jens Stoltenberg. Photo: Imago/Eibner Europa

By Andre Damon

Media coverage of this week’s NATO summit was dominated by the deepening tensions between US President Donald Trump and Washington’s military allies, in particular Germany, amid a mounting international trade war launched by the White House last month.

Despite the displays of division, capped by Trump’s mafioso-like demands for greater military spending by his “delinquent” NATO allies, all members of the alliance reaffirmed their commitment to massive military rearmament, to be paid for with sweeping cuts to public infrastructure and attacks on the social position of the working class.

Jens Stoltenberg, the Secretary-General of NATO, declared at the end of the summit that “after years of decline, when Allies were cutting billions, now they are adding billions.” He boasted that over the past year and a half, “European Allies and Canada have added an additional 41 billion dollars to their defense spending.”

The most immediate and tangible outcome of the summit was a NATO plan to expand the number of high-readiness military forces ready to attack Russia, or any other country, at a moment’s notice. The summit resolution declared that “Allies will offer an additional 30 major naval combatants, 30 heavy or medium manoeuvre battalions, and 30 kinetic air squadrons, with enabling forces, at 30 days’ readiness or less.”

The resolution reaffirmed NATO’s moves to deploy “four multinational combat-ready battalion-sized battlegroups in Estonia, Latvia, Lithuania, and Poland,” including “over 4,500 troops from across the Alliance, able to operate alongside national home defence forces,” all within hundreds of miles of Russia’s second-largest city, St. Petersburg.

The summit further agreed to create two new command headquarters: one in Norfolk, Virginia, “to focus on protecting the transatlantic lines of communication,” and a new command center in Germany to “ensure freedom of operation and sustainment in the rear area in support of the rapid movement of troops and equipment into, across, and from Europe.”

The summit resolution reaffirms the expansion of NATO’s nuclear arsenal, declaring, “As long as nuclear weapons exist, NATO will remain a nuclear alliance. The strategic forces of the Alliance, particularly those of the United States, are the supreme guarantee of the security of Allies.”

It further vowed to continue NATO’s eastward expansion, reiterating NATO’s plans to invite Macedonia, Ukraine and Georgia to join the anti-Russian alliance.

The massive military build-up throughout Europe will be paid for with stepped-up attacks on the working class, through the dismantling of social safety nets and, as pioneered by the government of French President Emanuel Macron, wage and benefit cuts for state workers and the privatization of state assets.

Trump made clear that his demand for greater European military spending is inseparable from his mercantilist economic policies aimed at improving the US balance of trade with Germany, the world’s third-ranking exporter after China and the United States.

His denunciations of Germany for its purchase of natural gas from Russia became a focal point of the summit. In Trump’s view, Germany, which exports twice as much to the United States as it imports, must buy US natural gas at premium prices if it is to receive “protection” from the US military.

In pursuit of his trade conflict with Germany, Trump has consciously sought, as with his statement in support of a “hard” Brexit Thursday, to destabilize the European Union. He has promoted far-right, Eurosceptic political movements, whose denunciations of the “Brussels bureaucracy” are little more than a cover for national antagonisms with Germany, the dominant power within the EU.

But this is a dangerous game. Stratfor, in an analysis of the NATO summit, warned that Europe is a “continent riven with rivalry.”

The U.S. strategy to deal with Russia will remain inextricably linked to how it manages a balance of power on the European continent,” it continues. “The United Kingdom is too consumed with its divorce from the bloc to assume its traditional balancing role for the Continent. That knocks out the third leg of the triad of great European powers, leaving an uneasy pair in France and Germany to prevent the Continent from descending into an all-too-familiar pattern of conflict.”

Stratfor adds, “But it is one thing for the U.S. president to recognize and operate within the limits of an uncomfortable reality without losing sight of its core imperative: maintaining a balance of power in Europe is still essential to the United States’ ability to manage growing competition with Russia and China and any peripheral distractions that may emerge. It is another thing to actively stoke nationalist embers on the Continent and encourage the unraveling of an imperfect bloc through trade assaults and transactional security threats. The latter is playing with fire.”

But “playing with fire” is exactly Trump’s strategy in both domestic and international politics. Trump, expressing the instincts of a semi-criminal real estate speculator, is intent on calling everyone’s bluff – allies and enemies alike.

Edward Luce, commenting Thursday in the Financial Times, noted that “Trump knows more than his critics give him credit for” because “he instinctively grasps other people’s bottom lines.” He adds, “The most lethal demagogue is one who grasps an underlying reality. Mr. Trump knows that Europe needs America more than America needs Europe.”

While “wrecking” alliances “reduces Washington’s global clout,” the “bigger loser is Europe. Its survival depends on America’s guarantee.”

In other words, Trump’s actions, “unconventional” as they are, reflect something objective in the US position in the world geopolitical and economic order. Recognizing the United States’ role as the reactionary keystone of global imperialism, Trump is demanding “protection” money from its “allies,” no matter the cost to the stability of the geopolitical order.

The American president, in the whirlwind of the past month, in which he scuttled the G7 summit, launched a trade war against Europe and China, held a summit with North Korea hoping to turn it against China, and is on the verge of a summit with Vladimir Putin aiming to turn Russia against Iran, has thrown all international alliances up in the air, aiming to extract maximum trade, economic and military concessions from “ally” and “enemy” alike.

This turbulent and chaotic world order recalls nothing so much as the geopolitics of the 1930s, with an endless parade of alliances created one day and overturned the next. In that period, each alliance created, no less than each alliance broken, was the prelude to the eruption of world war.

And in the 1930s, as now, every country was re-arming to the teeth amid the eruption of trade war and the rise and promotion of fascist movements throughout Europe.

The outcome of the NATO summit, with is peculiar combination of massive rearmament and explosive divisions, substantially heightens the risk of world war. Who will be the combatants in such a conflict, over what nominal cause, cannot be foretold. But all those who claimed that, with the dissolution of the Soviet Union, NATO would be converted into a “peaceful” and “democratic” alliance have been exposed as charlatans.

This article first appeared on World Socialist Web Site (WSWS) on 12 July 2018, and was republished with permission.