Posts tonen met het label Indonesië. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Indonesië. Alle posts tonen

vrijdag 28 september 2012

Wereldwijd Moslimprotest tegen de VS: extremisme of legitiem verzet?

      
Bangladeshi Muslims burning a U.S. flag during a protest in Dhaka, against the film “Innocence of Muslims.” (AP Photo/A.M.Ahad)

“De aanvallen in Benghazi waren niet alleen gericht tegen Amerika, maar ook tegen de idealen van de VN. Om die te verdedigen moeten we ons eerlijk uitspreken over de onderliggende oorzaken van de crisis. Wij hebben de metamorfose van het Midden-Oosten gesteund omdat vrijheid en zelfbeschikking voor ons universele waarden zijn. Amerikanen waren overal ter wereld bereid hun leven te geven ter verdediging van het recht op vrije meningsuiting, zelfs als die mening haaks stond op de onze. Wij proberen niet de democratische hervormingen naar onze hand te zetten, maar trekken ons niet terug. We blijven bondgenoten steunen en staan open voor economische samenwerking. Maar onze initiatieven moeten wel stoelen op gedeelde belangen en wederzijds respect. Voor ons hebben corrupte leiders die zich de natuurlijke rijkdommen van hun land toe-eigenen geen toekomst.
 
In Syrië heeft een leider die zijn eigen bevolking afslacht geen toekomst. Maar wat begon als een volksprotest moet niet ontaarden in sektarisch geweld. Wij steunen hen die een verenigd Syrië nastreven, waar Soennieten en Sjiieten, Koerden en Christenen, gelijke burgerrechten hebben. Daar zullen we onze pijlen op richten. Syriërs die er zo over denken hebben wat ons betreft het recht om de leiding op zich te nemen. In Iran zien we waar een gewelddadige en ontoerekenbare ideologie toe leidt. Iran kijkt terug op een opmerkelijke en eeuwenoude geschiedenis. Vele Iraniërs willen leven in vrede en voorspoed met hun buren. Maar de Iraanse overheid beperkt niet alleen de rechten van haar eigen bevolking, zij houdt ook een dictator in Damascus overeind en steunt buitenlandse terroristische groeperingen. Steeds weer blijft zij in gebreke om te bewijzen dat haar kernprogramma vreedzaam is.
 
Tijdens mijn presidentschap is de oorlog in Irak beëindigd en een proces opgestart om tegen 2014 ook de oorlog in Afghanistan af te ronden. Al Qaida is verzwakt en Osama bin Laden is er niet meer. Amerika en Rusland krimpen hun kernarsenalen in. In G20-verband werken we aan mondiaal economisch herstel. Het zijn niet de initiatieven van onze leiders maar de mensen die ik tegenkom die mij motiveren. Amerikaanse soldaten die hun leven riskeren voor vreemden aan de andere kant van de wereld of studenten in Jakarta of Seoel die hun kennis ter beschikking stellen van de mensheid. Van welk ras of geloof ook, deze mannen, vrouwen en kinderen geven mij moed. Er is zoveel aandacht voor wat ons verdeelt. Maar als je daar doorheen kijkt zie je dat mensen overal hun lot in eigen hand willen nemen, hun waardigheid aan werk ontlenen, troost putten uit het geloof, gerechtigheid ondervinden als overheden ten dienste staan van hun bevolking en niet andersom. Dat is het streven dat de VS altijd zal blijven steunen.”
 
Dat zijn samengevat enkele essentiële passages uit de toespraak van de Amerikaanse president Barack Obama tijdens de VN Algemene Vergadering op 25 september 2012. In het programma “Confronting the roots of Muslim rage” op Al Jazeera plaatst de Amerikaanse historicus en onderzoeksjournalist Gareth Porter enkele kanttekeningen bij het betoog van de president. Tot tweemaal toe wees Obama op de noodzaak van een “eerlijk debat over de spanningen tussen het Westen en de zich democratiserende Arabische wereld”. Maar volgens Porter was het Witte Huis nooit bereid zich te buigen over het wijdverbreide gevoel dat de VS zich tegen de Islam heeft gekeerd. Die gevoelens bestaan wel degelijk en zijn uitvoerig gedocumenteerd in verschillende opiniepeilingen. Vreemd genoeg stelde Obama in 2008 als presidentskandidaat al dat gekeken moest worden hoe het Amerikaanse buitenlandse beleid inwerkt op Islamitische sentimenten, aldus Porter, die waarschijnlijk Obama’s toespraak in Berlijn op 24 juli 2008 bedoelt. Eenmaal in het Witte Huis bekommerde de president zich niet meer om de onderliggende oorzaken.
 
De toespraak van de president verschilt maar weinig van zijn andere speeches over het Amerikaanse buitenlands beleid. Die schilderen de VS af als een Witte Ridder die opkomt voor democratie en vrijheid in de wereld, terwijl sinds de Koude Oorlog in werkelijkheid het beleid wordt gestuurd door het imperialistische machtsstreven. Porter zegt dat zo’n voorstelling van zaken enkele belangrijke feiten onvermeld laat. Zo steunen de VS zonder scrupules repressie van bevolkingen als dat in hun kraam te pas komt. Egypte onder Mubarak en Iran onder de Shah zijn daar goede voorbeelden van. De bevolking die het slachtoffer was is die steun bepaald niet vergeten. Daarmee is tevens een stuk van het Amerikaanse verlies aan geloofwaardigheid in de wereld verklaard. De VS willen helemaal geen democratisch verkozen regeringen. Die verkiezingen kunnen immers “verkeerd” uitpakken, zo’n regering steunt veelal het Amerikaanse beleid niet, een ontwikkeling die we vandaag in Egypte zien waar een Islamitische regering aan de macht kwam.
 
Dat Amerikanen overal ter wereld altruïstisch bereid zijn hun leven te geven ter verdediging van het recht op vrije meningsuiting zal maar weinig weerklank vinden in de Islamitische wereld, en al evenmin in Amerika zelf, zo meent een nuchtere Porter. Het idee dat Amerika militair optreedt om locale geschillen te helpen oplossen is wel erg ver gezocht. De Amerikaanse acties zijn veelal uiterst agressieve contraterrorisme operaties die worden aangestuurd vanuit het Witte Huis zonder enige vorm van rekening en verantwoording. Op de achtergrond opereren de CIA en het Pentagon, organisaties die zeer sterke gevestigde belangen verdedigen. In de passages over Iran introduceert de president voor Porter nieuwe en uiterst vreemde retoriek: Iran houdt er een “gewelddadige en ontoerekenbare ideologie” op na. In een situatie waarin Iran wurgende sancties moet ondergaan en langs alle kanten militair wordt bedreigd, maar nog altijd onderhandeld wordt, is dit soort retoriek zonder meer stuitend.
 
Voormalig CIA-medewerker Ray McGovern meent dat de antipathie tegen de VS vooral voortkomt uit de nauwe vereenzelviging van de VS met Israel en het besef dat het agressieve Israëlische beleid tegen de Palestijnen en de buurlanden maar mogelijk is dankzij de steun van Washington. Ook wijst McGovern op het verslag van de 9/11 Commissie van 2004, waaruit blijkt dat de animositeit tegen de VS van Khalid Sheikh Mohammed, die de aanslagen zou hebben georganiseerd, voortvloeit uit zijn verzet tegen het VS-beleid dat Israel bevoordeelt. En een doodgezwegen rapport van de Defense Science Board zegt: “Moslims hebben niet een hekel aan onze vrijheid, maar aan ons beleid. De overgrote meerderheid spreekt zich uit tegen wat zij zien als de eenzijdige steun aan Israel en tegen rechten voor de Palestijnen, en de duurzame, toenemende steun aan wat Moslims collectief zien als tirannieën, vooral die in Egypte, Saudi Arabië, Jordanië, Pakistan en de Golfstaten. Wanneer Amerika dus spreekt over het brengen van democratie in Islamitische samenlevingen wordt dat gezien als niets anders dan zelfbedieningshypocrisie”.
 
Het Amerikaanse optreden in het Midden-Oosten lijkt te kaderen in een brede strategie. Voormalig presidentskandidaat generaal Wesley Clark deed daar op 2 maart 2007 op Democracy Now een boekje over open. Het plan was om de regeringen in zeven landen omver te werpen: Irak, Syrië, Libanon, Libië, Somalië, Soedan en Iran. Clark citeerde daarbij een uitspraak uit 1992 van Paul Wolfowitz, de belangrijkste architect van het beleid van George W. Bush: “[Van de Golfoorlog] hebben we geleerd dat we ons leger in het Midden-Oosten kunnen inzetten zonder tegenkanting van de Sovjets. We hebben vijf tot tien jaar om de vroegere Sovjetregimes te ontmantelen - Syrië, Iran en Irak - voor de nieuwe supermogendheid aantreedt om ons tegen te houden”.

Het plan-Wolfowitz lijkt nog maar weinig gevorderd te zijn: de nieuwe regering in Irak loopt niet in het gareel van de VS, en Iran en Syrië staan dan wel zwaar onder druk, maar tonen zich bijzonder veerkrachtig. Soedan is gesplitst, Somalië heeft een nieuwe regering, in Libanon is Hezbolla nog altijd een regionale machtsfactor van belang en Libië wordt verscheurd door sektarische tegenstellingen. De vraag is of de volkswoede de Amerikaanse plannen voor het Midden-Oosten definitief kan doorkruisen. Mogelijk kan het volksverzet ook Rusland en China aanzetten om hun rug in de Veiligheidsraad recht te houden. Per saldo kan het nieuwe Egyptische zelfbewustzijn de doorslag geven in het ontstaan van nieuwe machtsverhoudingen in het Midden-Oosten. De uiterst belangwekkende - maar door de internationale media doodgezwegen - toespraak van de nieuwe president Mohammed Morsi op de VN Algemene vergadering van 26 september 2012 laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Enkele citaten:

over de international ambities van Egypte:
“The New Egypt is determined to regain its standing among nations, and assume an effective role in global issues, stemming from the will of its people, as well as the legitimacy on which its regime is founded.”

over het Israel-Palestina conflict:
“The first issue which the world must exert all its efforts in resolving, on the basis of justice and dignity, is the Palestinian cause. Long decades have passed since the Palestinian People expressed their longing for restoring their full rights and for building their independent state, with Jerusalem as its capital. Despite their continued struggle, through all legitimate means to attain their rights, and despite the acceptance by their representatives of the resolutions adopted by the international community as a basis for resolving its problems, this international legitimacy remains unable until now to realize the hopes and aspirations of the Palestinian people. The resolutions remain far from being implemented.”

over Syrië:
“Egypt is committed to pursue the sincere efforts it has been exerting to put an end to the catastrophe in Syria, within an Arab, regional and international framework. One that preserves the unity of this brotherly state, involves all factions of the Syrian people without racial, religious or sectarian discrimination, and spares Syria the dangers of foreign military intervention that we oppose.”

over Iran en kernwapens in het Midden-Oosten:
“The will of the people, especially in our region, no longer tolerates the continued non-accession of any country [namely, Israel] to the Nuclear Non-Proliferation Treaty and the non-application of the safeguards regime to their nuclear facilities, especially if this is coupled with irresponsible policies or arbitrary threats. In this regard, the acceptance by the international community of the principle of pre-emptiveness or the attempt to legitimize it is in itself a serious matter and must be firmly confronted to avoid the prevalence of the law of the jungle.”

“Egypt stresses the necessity of mobilizing international efforts to hold the conference on achieving a Middle East free of nuclear weapons and all other weapons of mass destruction before the end of the current year 2012, with the participation of all concerned parties without exception. And I say it very clearly: the only solution is to get rid of nuclear weapons, and all weapons of mass destruction. But we also emphasize the right of all countries of the region to the peaceful use of nuclear energy within the framework of the NPT, with a commitment to honor their obligations in this respect and provide the necessary guarantees to the countries of the region so as to remove any doubts surrounding their intentions.”
    

vrijdag 25 mei 2012

Is het uit met de liefde van de wereld voor Israel?

                                               
Tanzanians in Dar es Salaam protesting the 2008-2009 Gaza bombardment by Israel.

Een recente opiniepeiling door de universiteit van Maryland (VS) op een universum van 24.090 mensen in 22 landen leert dat Israel in de wereld even negatief wordt beoordeeld als Noord-Korea. [1] Gemiddeld beoordeelt 50% van de respondenten Israel negatief, een stijging van drie procentpunten ten opzichte van 2011. In Islamitische landen is de perceptie van Israel verslechterd in Egypte (85% negatief, +7%), maar stabiel in Pakistan (9% positief, 50% negatief) en Indonesië (8%, 61% negatief). In de EU is de kijk op Israel in Spanje (74% negatief, +8%) en Frankrijk (65% negatief, +9%) verhard en blijven de negatieve scores in Duitsland en Groot-Brittannië hoog (69%, resp. 68%).

Nu Israel heel wat meer middelen en beweegredenen heeft om zijn imago op te poetsen dan Noord-Korea moeten de Israëli’s zich toch afvragen waarom hun regering hun belangen zo slecht verdedigt. Volgens mensen die zijn ingehuurd om Israel in het buitenland te vertegenwoordigen valt hun niets te verwijten. Die menen dat het slechte imago van Israel wordt bewerkstelligd door een krachtige wereldwijde beweging die erop uit is het arme kleine Israel te delegitimeren. [2] Zo vraagt Michael Oren, de Israëlische ambassadeur in de VS, zich in een opiniestuk in de Wall Street Journal [3] vertwijfeld af hoe de reputatie van Israel zich in 40 jaar kon ontwikkelen van inspirerende verdrukte tot ingebeelde onderdrukker:

“Hoe kon de anti-Israel laster, ooit het werk van haatgroepen, zich meester maken van de media? Hoe ontzenuwen we de bewering dat een verraderlijke “Israel Lobby” leden van  het Congres “koopt”, of dat Israël christenen onderdrukt? Waarom worden de homorechten in Israel afgedaan als camouflage voor de discriminatie van andere groepen? Het antwoord ligt besloten in de systematische delegitimatie van de Joodse staat. Nadat de vijanden van Israël er niet in geslaagd zijn Israel met conventionele wapens en terrorisme te vernietigen nemen zij hun toevlucht tot een subtielere en sinistere tactiek die Israel belemmert om zich te verdedigen, ja zelfs om haar bestaan ​​te rechtvaardigen.

Het begon met de toespraak van PLO-voorzitter Yasser Arafat voor de VN in 1974. Die kreeg een staande ovatie toen hij zionisme gelijkstelde met racisme. Een zienswijze die de Algemene Vergadering het jaar daarop onderschreef en aan universiteiten geloofwaardigheid verwierf dankzij anti-Israel cursussen en Israel Apartheidsweken. Die aansloeg door de boycot van Israëlische wetenschappers, kunstenaars en atleten, en het embargo op Israëlische producten. Die werd bestendigd door journalisten die vervalste foto’s publiceerden en door valse Palestijnse berichten over Israëlische slachtpartijen. Israel moet het hoofd bieden aan de dreigende delegitimatie zoals het in het verleden deed met vijandelijke legers en terreuraanslagen. Fier op onze technologie, baanbrekende wetenschap en geneeskunde, wijzen onze wapenfeiten ons de weg”.

Dat Israel wordt bedreigd door delegitimatie is een drogreden. De nuchtere werkelijkheid is dat Israel elke gerechtvaardigde kritiek uit de weg gaat. Het echte probleem voor Israel is dat het wordt verdedigd door huichelende jammeraars als Oren en schelle schreeuwers als Alan Dershowitz. Hun slachtofferverhaal slaat alleen maar aan bij believers. Al wat ze doen is Israel afschilderen als huilbaby die meent onrechtvaardig te worden behandeld. Een vergelijking met uitspraken van hen die worden uitgemaakt voor “delegitimeerders” leert dat het imagoprobleem van Israel niet enkel voortvloeit uit optreden en politiek falen van het land, maar vooral uit het feit dat er onder degenen die Israel verdedigen niemand lijkt te zijn wiens onkreukbaarheid vaststaat.

En toch zijn er in Israel mensen die menen dat de Arabische houding ten opzichte van Israel niet vastligt. Voor Carlo Strenger [4], die vorig jaar de United Nations Alliance of Civilization conference in Doha (Qatar) bijwoonde, mag Israel dan niet geliefd zijn bij Arabieren, er is - althans bij de bovenlagen van de bevolking - geen sprake van breed gedragen diepe haat. De boodschap die hij op de conferentie opving was: “Het Israel-Palestina conflict speelt een sterk symbolische rol. Doe daar wat aan, dan vinden jullie de weg naar integratie in het Midden-Oosten. Help ons een halt toe te roepen aan de radicale Islam door dit conflict, dat symbool staat voor de Westerse arrogantie, buiten beeld te krijgen”. Terug in Israel realiseerde Strenger zich dat de overheid de kansen op regionale aanvaarding om zeep brengt. Joodse macht is het Leitmotiv van mensen als Netanyahu en Lieberman. De Israëlische politieke elite uit zich in de Bijbelse taal waarin de Israëliers “…een heel bijzonder volk [zijn], bij andere volken sluiten ze zich niet aan”, [5] aldus Strenger.

Een recent opinieonderzoek [6] [7] door ICMResearch [8] in zes Europese landen [9] bevestigt niet alleen dat het uit is met de liefde van Europeanen voor Israel, maar wijst ook op de discrepantie tussen publieke opinie en overheidsbeleid. Zo meent 45% van de respondenten dat Hamas bij vredesbesprekingen moet worden betrokken. Een opmerkelijke score, gegeven de omvangrijke negatieve berichtgeving over Hamas in de Europese media. Men ziet deze opinie duidelijk niet terug in het beleid van de meeste Europese regeringen, die Hamas in 2003 op de lijst van terroristische organisaties plaatsten. Dat dit geen goed besluit was werd duidelijk toen Hamas in 2006 met grote meerderheid de parlementsverkiezingen won die door internationale waarnemers als vrij en eerlijk werden bestempeld. Andere interessante uitkomsten uit het onderzoek zijn: slechts 10% vindt dat hun land Israel moet steunen en niet de Palestijnen, 34% zegt dat Israel geen democratie is (tegen 45% van wel), 65% denkt dat Israel niet alle religieuze groepen gelijk behandelt (tegen 13% van wel), en 50% is er niet mee akkoord dat kritiek op Israel antisemitisch is (tegen 12% van wel).

Daar waar het Nederlandse beleid Israel traditioneel door dik en dun steunt is het opmerkelijk dat de Nederlandse respondenten grosso modo even kritisch antwoordden als hun Europese collega’s. Die kritische houding ligt in het verlengde van de uitkomsten van het onderzoek [10] dat TNS NIPO in opdracht van United Civilians for Peace (UCP) oktober 2006 uitvoerde over Nederlandse handel met de illegale Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns en Syrisch gebied. Zeven op de tien Nederlanders vonden dat Nederlandse bedrijven geen zaken mogen doen met illegale nederzettingen en waren tegenstander van de muur op de bezette Westelijke Jordaanoever. Tweederde vond dat de Nederlandse regering Israel onder druk moet zetten om haar illegale nederzettingen te ontruimen en zich niet afzijdig moet houden wanneer in het Israëlisch-Palestijnse conflict mensenrechten worden geschonden.

Niet lang na publicatie van het UCP-onderzoek zette de Israel Lobby in Nederland, het “Centrum informatie en documentatie Israel” (CIDI) van Ronny Naftaniël, de frontale aanval in op UCP: ”… UCP maakt zich schuldig aan eenzijdige politieke agitatie tegen Israel en speelt een polariserende rol in het publieke debat over het Midden Oosten. De activiteiten van de organisatie staan haaks op het buitenlandse beleid van Europa en Nederland…”, zo concludeerde het CIDI in een onderzoeksrapport [11], dat niet alleen “ter beschikking [werd] gesteld aan de Tweede Kamer en de ministeries van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking”, maar ook uitgebreid aandacht kreeg in het NCRV/EO TV-programma Netwerk, [12] waarin het ultraconservatieve VVD-kamerlid Hans van Baalen op hoge toon de intrekking van overheidssubsidies aan UCP eist. Indringende Kamervragen aan de ministers van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking leidden echter niet tot de gevraagde intrekking van de subsidiëring.

De kritiek destijds van het CIDI op het UCP lijkt als twee druppels water op het hierboven beschreven gejammer van Michael Oren, de Israëlische ambassadeur in de VS. Het is opmerkelijk dat het CIDI niet ingaat op het UCP-opinieonderzoek van eind 2006, maar probeert UCP monddood te maken. Dit schieten op de boodschapper komt rechtstreeks uit de trukendoos van de propagandamachine [13] in Tel Aviv, die verplichte kost is voor Israëlische ambassades en organisaties overal ter wereld. Maar getuige de opiniepeilingen is het Israel zelf dat door haar schendingen van het internationaal recht, specifiek de Gaza-oorlog van 2008/2009 [14], de aanslepende blokkade van de Gazastrook [15], de aanval mei 2010 op het hulpkonvooi [16], het nederzettingenbeleid [17] en daarmee de sluipende annexatie van Palestijns gebied en de oprichting van de Apartheidsmuur [18] zichzelf delegitimeert.

[1] Globescan: “Views of Europe Slide Sharply in Global Poll, While Views of China Improve
[2] Paul Woodward: “Who is delegitimizing Israel?
[3] Michael Oren: “What Happened to Israel's Reputation? How in 40 years the Jewish state went from inspiring underdog to supposed oppressor
[4] Carlo Strenger: “Mideast can accept Israel if Netanyahu will let it
[5] Numeri 23:9 (vertaling Groot Nieuws Bijbel 1996)
[6] Middle East Monitor: “ICM European poll reveals massive disconnect between governments and people over conflict in Palestine
[7] Middle East Monitor: “European Public Perceptions of the Israel-Palestine Conflict
[8] ICM Research Ltd
[9] Groot-Brittannië, Frankrijk, Spanje, Nederland, Duitsland en Italië
[10] TNS Nipo: “Ruime meerderheid Nederlanders tegen zakenrelaties met Israëlische nederzettingen
[11] CIDI: “Onderzoeksrapport: ‘United Civilians for Peace polariseert en agiteert eenzijdig tegen Israel’
[12] Netwerk: “Onderzoek naar United Civilians for Peace
[13] James Zogby: How Israel's Propaganda Machine Works
[14] Wikipedia: “Conflict in de Gazastrook 2008-2009
[15] Wikipedia: “Blockade of the Gaza Strip
[16] Wikipedia: “Gaza flotilla raid
[17] Geopolitiek in perspectief: “Israel schiet met het nederzettingenbeleid in eigen voet
[18] Wikipedia: “Israeli West Bank barrier

dinsdag 13 juli 2010

Israel ronselt met VS-steun immigranten voor illegale nederzettingen

Het expansieve Israëlische nederzettingenproject op de West Bank toont een cynisch misprijzen voor het internationaal recht en Israëlische wetten. Kolonisten bezetten nu al 42% van de West Bank, Palestijns gebied. De nederzettingen zijn strijdig met het internationaal recht en met uitspraken van het Israëlisch Hooggerechtshof. Israel is uit op de beste gronden. Het heeft ook de schaarse waterbronnen onteigend, omleidingwegen aangelegd en nieuwe controleposten opgesteld, waarmee voor de Palestijnen slechts onleefbare enclaves overblijven, afgesloten van Jeruzalem, traditioneel het hart van Palestina.

De Israëlische overheid voert al vele jaren een actief nederzettingenbeleid, moratorium of geen moratorium. Daartoe werd in 2002 de organisatie Nefesh B'Nefesh opgericht, die sinds 2005 “in partnership” werkt met de Israëlische regering, nadat toenmalig premier Ariel Sharon overheidsfinanciering van de organisatie had bewerkstelligd “op proefbasis”. Nefesh B'Nefesh formuleert zijn missie als volgt: "... we aim to educate and inspire the Jews of the Diaspora as to the centrality of the Jewish State to the Jewish people and its desirability as a Jewish home. Such enhanced awareness will send an unmistakable signal of Anglo-Israeli Jewish solidarity and of our mutual determination to strengthen the State of Israel and thereby increase the likelihood of an ever expanding Aliyah [terugkeer van Joden naar "Het Beloofde Land"] reality".

De organisatie biedt Joodse kandidaat-immigranten omvangrijke financiële en persoonlijke steun en werft zeer actief in de VS, Canada en Groot-Brittannië, waar kandidaten een 0800 nummer kunnen bellen, bijeenkomsten worden georganiseerd en zelfs gesubsidieerde kennismakingsvluchten naar Israel  georganiseerd. Tevoren kunnen kandidaten zeer goed verzorgde documentatie op internet raadplegen, waaronder een “doorklik”-kaart met gedetailleerde gegevens over elke (illegale) nederzetting, inclusief zelfs enkele in "Northern Israel", op de Golan hoogten, nota bene Syrisch bezet gebied.

Dit nederzettingenbeleid wordt door Washington al vele jaren financieel gesteund. Als Obama echt tegen uitbreiding van de nederzettingen is kan hij deze subsidies gemakkelijk intrekken. Ook over een Palestijnse staat blijft Obama vaag. Maar zijn verklaring “Het stichten van nederzettingen is niet wettig. De bouw schendt gemaakte afspraken en ondermijnt de pogingen om tot vrede te komen. Het wordt tijd hier mee op te houden” verraadt hem. Voor hem zijn de bestaande nederzettingen dus wél wettig. Met bijna de helft van de West Bank bezet door kolonisten, wat blijft er dan over voor een Palestijnse staat?

Met de wissel Bush-Obama begin 2009 is er blijkbaar niets veranderd. Washington lijkt volop door te gaan om Israel te installeren als bolwerk voor Amerikaanse dominantie in een olierijk gebied. Dat past binnen de plannen met Afghanistan en Pakistan, waar de strijd escaleert en gigantische ambassades worden gebouwd naar het model van de Amerikaanse stad-in-de-stad in Baghdad. Ook de Amerikaanse high tech civiele en wapenindustrie is blij dat men de relaties met Israel verder kan uitbouwen. Zo helpt Israel Amerika zijn wereldsuprematie te behouden.

Moshe Yallon, voormalig stafchef van het Israëlische leger, gaf een mooi staaltje van de Israëlische arrogantie en onverschilligheid weg met zijn uitspraak: ”Het moet de Palestijnen tot in het diepst van hun ziel worden duidelijk gemaakt dat zij verslagen zijn”. Of dat de Israëli’s lukt valt nog te bezien. Sara Roy, lector aan Harvard’s Center for Middle Eastern Studies en auteur van het boek Failing Peace: Gaza and the Palestinian-Israeli Conflict is er niet gerust op. Zij meent dat Israel Gaza een stille dood laat sterven, om het dan over te doen aan Egypte. En na Gaza is de West Bank aan de beurt. Ter afronding van de etnische zuivering van Palestina. En dat gebeurt allemaal voor onze ogen.

Bronnen
Barbara Slavin (Foreign Policy): "Unsettled"
B’tselem: “By Hook and By Crook: Israel’s Settlement Policy in the West Bank”
Nefesh B'Nefesh: "Advanced Community Search"
Noam Chomsky: “Do We Face a Real Confrontation with Israel?”
Sara Roy: “If Gaza falls”
The Independent 7/7/2010: “Exposed: The truth about Israel's land grab in the West Bank”
Wikipedia: "Aliyah"