woensdag 16 november 2011

Hoe Amerika zich in zijn Iran-beleid in een hoek heeft gemanoeuvreerd

   

“Iran gaat voortdurend verder dan waartoe het verplicht is om het Internationale Atoomagentschap (IAEA) te overtuigen van zijn vreedzame bedoelingen.” Dat zegt Ali Asghar Soltanieh, Iran’s ambassadeur bij het Internationale Atoomagentschap (IAEA), in de bovenstaande videoclip. [1] “Het [IAEA-] rapport is niet professioneel en niet evenwichtig. Het heeft politieke motieven en is [tot stand gekomen] onder politieke druk van de VS en enkele andere Westerse landen. Wij hebben de afgelopen acht jaar nauw samengewerkt met de IAEA; we hebben in Iran meer dan 4.000 aangekondigde en ruim honderd onaangekondigde inspecties gehad. De resultaten zijn door het agentschap gepubliceerd. Men heeft geen enkel bewijs gevonden dat er ook maar een gram uranium richting militaire toepassingen is gegaan,” aldus Soltanieh. Over de bezorgdheid dat een Iraans nucleair programma een militaire toepassing kan krijgen zei Soltanieh dat er in de wereld 400 kernreactoren zijn en dat splijtstof zowel voor vreedzame als militaire doeleinden kan worden gebruikt, wat niet betekent dat elk land met een reactor ook kernwapens ontwikkelt.

Op RT is ook een interview te zien met de Israëlische vredesactivist en voormalig Knesset-lid Uri Avnery. [2] Ook die is van mening dat een militair conflict tussen Israel en Iran niet direct in het verschiet ligt, de opgeklopte verhalen in de media ten spijt. Amerika geeft daar geen toestemming voor. Israel kan een militair optreden van enige omvang alleen maar uitvoeren met Amerikaanse logistieke steun. Iran zal een Israëlische aanval dus opvatten als een Amerikaanse aanval en dienovereenkomstig beantwoorden. Maar de geruchtenmolen helpt ook om de internationale sancties tegen Iran nog aan te scherpen, en om de aandacht voor de Israëlische binnenlandse sociale spanningen af te leiden. De beleidsmakers weten dat sancties niet helpen tegen een land dat zijn zinnen heeft gezet op de ontwikkeling van kernwapens als afschrikking tegen agressie, maar sancties zijn wel een goede dekmantel om niets te doen, aldus Avneri, die de dreiging plaatst in de context van de neoconservatieve plannen van de regering-Bush II.

Daar waar Avneri een aanval op Iran niet ziet gebeuren, was Noam Chomski [3] daar begin dit jaar heel wat genuanceerder over. Amerika ziet een grondoorlog met Iran niet zitten, maar is wel in staat om Iran te bombarderen, bv. met de op Diego Garcia gestationeerde bunker-busters. [4] De vraag is of het hier gaat om psychologische oorlogsvoering, of dat Amerika zich daadwerkelijk voorbereidt op een aanval. Als één van de weinige analisten wijst Chomsky erop dat Amerika zich met zijn optreden in een hoek manoeuvreert waar maar weinig opties overblijven. Men moet niet onderschatten hoezeer de propaganda over de Iraanse dreiging de publieke opinie heeft gemanipuleerd. Terwijl drie jaar geleden de overgrote meerderheid van de Amerikanen nog tegen militair optreden tegen Iran was, ondersteunt vandaag bijna tweederde een aanval mocht de diplomatie falen. [5] Die diplomatie is overigens gericht op het stopzetten van alle nucleaire activiteiten in Iran, zoals we die in heel wat landen aantreffen, niet enkel op het ontwikkelen van kernwapens.

Gevraagd naar de strategische logica van het optreden van de Amerikaanse machthebbers zegt Chomsky dat die lijkt op de logica van 1962, toen Kennedy niet bereid was raketten in Turkije uit te ruilen tegen raketten in Cuba. Geen enkele strategische logica, gewoon krankzinnig. Maar zo werken de planners wanneer zij zich in een hoek hebben gemanoeuvreerd. Een uiterst zorgelijke situatie, aldus Chomsky. Is die Iraanse dreiging nu werkelijk zo vreselijk? Op die vraag bestaat een gezaghebbend antwoord in de vorm van de jaarlijkse National Security Estimate (NIE). [6] Welnu, de twee meest recente NIE’s over de nucleaire vorderingen van Iran zeggen dat er geen afdoend bewijs is dat Iran sinds 2003 pogingen om een kernbom te ontwikkelen heeft ondernomen. [7] De VS en zijn bondgenoten, waaronder Israel, hebben geen harde bewijzen voor een geheim kernwapenprogramma in Iran kunnen vinden, jarenlange geheime operaties in Iran, satellietbeelden, en de inzet van een groot aantal Iraanse spionnen ten spijt.

De dreiging die van Iran uitgaat is niet van militaire aard. Iran besteedt betrekkelijk weinig aan defensie, zelfs gemeten naar regionale normen. De Iraanse strategische doctrine is erop gericht een inval lang genoeg af te houden om een conflict via diplomatie tot oplossing te brengen. Iran heeft maar geringe mogelijkheden om militaire macht uit te oefenen op het buitenland, een eventueel kernwapen past enkel in die afschrikkingstrategie. Iran is wel bedreigend voor de VS vanwege “de Iraanse initiatieven om de regio te destabiliseren.” In het jargon van de internationale politiek betekent destabiliseren: “een optreden dat tegen de Amerikaanse orders ingaat.” Dat Iran aan invloed wint in Afghanistan en Irak is destabiliserend, maar een Amerikaanse invasie in die landen is stabiliserend. Scheuringen binnen belangrijke sectoren in Iran geven ruimte voor democratische ontwikkelingen. Maar de democratiseringsbeweging in Iran is niet gediend met de internationale sancties. Die laten het regime toe zijn bevolking te mobiliseren.

Voor Iran is het nucleaire programma gericht op het verrijken van uranium in eigen beheer. [8] Geen enkele politieke groepering in Iran is te porren om zich daar tegen te verzetten. En toch probeert de VS met economische sancties, internationale isolering en militaire dreiging het regime tot andere gedachten te brengen, tegen de andere P5+1 landen (Rusland, China, Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië) in. Pogingen die tot mislukking zijn gedoemd. De maatregelen versterken slechts de positie van het regime. De Iraanse bevolking weet intussen heel goed dat een aanval op de nucleaire installaties het nucleaire programma slechts kan vertragen. Zo’n aanval leidt ook regelrecht tot de terugtrekking van Iran uit het Non-proliferatieverdrag [9] en een versnelde ontwikkeling van kernwapens. Voor de enige haalbare optie wordt het kort dag: de VS aanvaardt uraniumverrijking in Iran, dat in ruil garanties geeft dat het geen kernwapens zal ontwikkelen. Voor een dergelijke win-win deal moet dringend het vertrouwen tussen partijen worden hersteld. Het betaamt het enige land dat ooit kernwapens heeft gebruikt [10] om daartoe het initiatief te nemen.

Maar de VS moet dan wel willen onderhandelen. En daar schort het aan, [11] sterker nog, als het aan het Congres ligt wordt elk diplomatiek overleg met Iran wettelijk verhinderd. Dat staat in de Iran Threat Reduction Act of 2011, [12] een wetsvoorstel dat met grote meerderheid in het House Foreign Relations Committee werd aangenomen. Nooit eerder heeft het Amerikaanse Congres het recht van de Executive Branch [13] om te overleggen met buitenlandse overheidsvertegenwoordigers beperkt, zelfs niet in oorlogstijd. De wet lijkt te zijn ontworpen om de VS richting militair conflict met Iran te duwen. Gelukkig spreken diplomaten en CIA medewerkers zich uit tegen deze aanzet tot oorlog. Zo zegt de CIA-veteraan en professor aan de Georgetown University Paul Pillar [14] :“Deze wet illustreert opnieuw de tendens om diplomatie als beloning te zien, in plaats van wat die moet zijn: een instrument dat onze belangen moet dienen.” Tenzij het publiek in opstand komt zal deze wet worden aangenomen en het risico op een rampzalige oorlog vergroten. God bless the United States of America!

[1] RT 10 november: “IAEA has not found a gram of military uranium in Iran - Iran's envoy to IAEA
[2] interview met Paula Slier 14 november: “No responsible leader of Iran would dare not to have the bomb
[3] interview met de Iraans-Amerikaanse professor Hamid Dabashi: Chomsky over Iran en de geopolitieke situatie” deel 2
[4] Geopolitiek in perspectief: “Is de VS op weg naar een oorlog met Iran?
[5] zie bv. Jeffrey M. Jones: “Americans Continue to Rate Iran as Greatest U.S. Enemy,” “In U.S., 6 in 10 View Iran as Critical Threat to U.S. Interests”, en het telefonisch onderzoek van Opinion Dynamics van 2 maart 2010 in opdracht van Fox News
[6] Wikipedia: “National Security Estimate
[7] Seymour M. Hersh: “Iran and the Bomb
[8] Kayhan Barzegar: “The US is wrong about Iran. Cutting a deal is the only win-win solution
[9] Wikipedia: “Non-proliferatieverdrag
[10] Geopolitiek in perspectief: “De hypocrisie van het enige land dat ooit kernwapens heeft gebruikt
[11] Stephen Zunes: “Iran Threat Reduction Act Actually Enhances Threat of War
[12] Govtrack.us:H.R. 1905: Iran Threat Reduction Act of 2011
[13] voornamelijk het Witte Huis en het Ministerie van Buitenlandse Zaken, zie Wikipedia: “Executive (government)
[14] Paul Pillar: “Ostracism Madness

woensdag 9 november 2011

Het Israëlische wapengekletter tegen Iran: een nieuw vals alarm?

 

Het fameuze rapport van het IAEA, [1] het atoomagentschap van de VN, is dus uit. “Iran heeft gewerkt aan een kernwapen. Ook zijn er in het geheim proeven uitgevoerd die erop wijzen dat Iran bezig is een kernwapen te ontwikkelen,” zo meldt de NOS in de bovenstaande videoclip, [2] die op de NOS-site de titel “IAEA: Iran bezig met ontwikkeling kernwapen” meekrijgt. In een ander bericht [3] koppelt de NOS het IAEA nieuws aan de waarschuwing van de Israëlische president Peres voor een aanval op Iran, maar besluit wel met de mededeling dat “Iran zelf altijd [heeft] beweerd dat het atoomprogramma alleen is bedoeld voor het opwekken van energie.”

Een kritische blik op het IAEA rapport [4] leert echter dat het Agentschap de afwezigheid van niet-aangegeven nucleair materiaal niet kan bevestigen en evenmin of alle nucleair materiaal in Iran dient voor vreedzame doeleinden (§52). Het Agentschap maakt zich zorgen over een mogelijke militaire dimensie aan het Iraanse nucleair programma en heeft aanwijzingen dat “Iran has carried out activities relevant to the development of a nuclear explosive device(§53). Het IAEA heeft dus slechts vermoedens dat Iran aan een kernwapen werkt. De NOS-verslaggeving is dus tendentieus.

Hoe moeten we de berichtgeving van de afgelopen dagen dan wel duiden? Een terugblik op de geschiedenis leert dat wij al tenminste 18 jaar met de regelmaat van de klok worden gewaarschuwd voor een ophanden zijnde Israëlische aanval op Iran, die in de Amerikaanse media dan steevast als “preëmptief” [5] wordt bestempeld. De Iraanse analist Cyrus Safdari geeft op Iran Affairs een mooi overzicht [6] van de reeks “waarschuwingen” en koppelt daar de herhaalde beweringen aan vast dat Iran op het punt staat om kernbommen aan zijn wapenarsenaal toe te voegen. Maar het stramien is steeds: Israël luidt de alarmbel, om vervolgens zonder veel kabaal de strijdlust terug te brengen tot de “normale” vijandigheid. De laatste Israëlische oproep volgt op het bizarre verhaal [7] over een complot om de Saudische ambassadeur in de VS te vermoorden, en op berichten [8] over een Israëlische test met nieuwe lange-afstandsraketten en oefeningen met luchtaanvallen op grote afstand. Het hoort allemaal bij het wapengekletter.

Moeten wij de laatste Israëlische oproep om Iran te bombarderen serieus nemen? Het antwoord is dat dit het zoveelste vals alarm is. Een politiek geïnspireerd alarm weliswaar. De Israëlische dreigementen maken deel uit van een tactiek om de VS en Europa aan te zetten de sancties tegen Iran te verscherpen en om te verhinderen dat het Westen een compromis met Teheran sluit over het nucleaire programma. Een tactiek die steeds werkt. Washington gebruikt de dreigementen om de internationale gemeenschap onder druk te zetten om voor de lieve vrede nieuwe sancties uit te vaardigen. De Israëlische tactiek is gericht op een keuze tussen sancties of oorlog, niet tussen een confrontatie of diplomatie. Om met het wapengekletter geloofwaardig te blijven worden steeds weer nieuwe kunstjes opgevoerd. Dit maal ging het over het intense debat binnen het Israëlische kabinet tussen voor- en tegenstanders van een aanval op Iran. Geruchten die bewust werden gelekt en de wereld als een bizarre reality show op de televisie werden voorgeschoteld. Maar hoe dan ook: Israël wint. De sancties verzwakken Iran, Israël blijft de dominante macht in het Midden-Oosten. En er is een bonus: de kansen op een “spontane” regime change in Iran nemen toe.

Als men de ergerlijke spin voor zoete koek aanneemt kan men het IAEA rapport nog zien als waarschuwing dat Iran op het punt staat toe te treden tot de club van kernwapenmogendheden. Men moet echter bedenken dat de IAEA geen neutrale organisatie is, maar een politiek instituut. Het meest intensief geïnspecteerde nucleair programma van het laatste decennium is dat van Iran. [9] Sinds januari 2003 zijn 28 (58%) van de 48 IAEA-inspectierapporten aan Iran gewijd, zes aan Syrië, vijf aan Libië, drie aan Noord-Korea, drie aan Zuid-Korea, en één aan Egypte. In deze periode wijdde de IAEA dus slechts drie (7%) van zijn rapporten aan VS-bondgenoten. Dat zegt heel wat over de politisering van de IAEA onder druk van de VS en de NAVO, een fenomeen dat nog verergerd is met het aantreden 1 december 2009 van de Japanner Yukiya Amano als directeur-generaal, toen de “irritant onafhankelijke” Mohamed ElBaradei [10] er niet in slaagde een derde termijn te verwerven.

Men moet de berichtgeving zien in de context van een nieuwe “Koude Oorlog” [11] tussen Iran aan de ene kant, en de VS en zijn bondgenoten in de Perzische Golf - zoals Saudi Arabië - aan de andere. Terwijl de VS zijn troepen uit Irak terugtrekt en volksopstanden het Midden-Oosten overspoelen is het doorkruisen van kansen op een onderhandelde oplossing voor het Iraanse nucleaire programma wel het laatste waar Washington op zit te wachten. Maar dan moet Washington wel ingaan op de herhaalde Iraanse oproepen om de onderhandelingen over het nucleaire programma te hervatten. Het feit dat het niet op die oproepen ingaat duidt erop dat men een Iraans kernwapenprogramma niet als eerste prioriteit ziet. Hebben de analisten [12] [13] die dit wapengekletter plaatsen in de context van het ruimere conflict tussen het Westen en de rest van de wereld dan toch gelijk? Die menen dat het Westen het monopolie op de technologie voor de productie van kernbrandstof - de enige energiebron voor de nabije toekomst - onder de dekmantel van de strijd tegen “proliferatie” aan zich wil houden.

Hoe het ook zij, men mag het Israëlische wapengekletter toch niet geheel naast zich neerleggen. [14] De holle dreigementen in het verleden strandden steeds op het Pentagon. Misschien ziet de Israëlische premier Benjamin Netanyahu nieuwe kansen in de herverkiezingskoorts waarin de Amerikaanse president verkeert. Daar waar de Republikeinen de president voortdurend verwijten Israël onvoldoende te steunen kan die zich geen nieuwe confrontatie met Netanyahu veroorloven. Bovendien zijn sancties en militair optreden in de Israëlische visie geen of-of opties, maar complementair. Enkel een combinatie geeft Israël het gevoel dat het machtsevenwicht in de regio stevig in zijn voordeel is verankerd. Nu Washington nog maar weinig mogelijkheden resten om Iran extra te straffen en de geloofwaardigheid van Israël na de vele loze dreigementen een nieuw dieptepunt heeft bereikt luidt de vraag hoe lang men deze gevaarlijke evenwichtsoefening langs de afgrond kan blijven spelen.

[9] Edward S. Herman en David Peterson: “The Iran Threat in the Age of Real-Axis-of-Evil Expansion
[11] Richard Javad Heydarian: “Iran Plot: A Pretext for War"
[12] Cyrus Safdari: “Iran nuclear conflict: The true context

zondag 6 november 2011

Het strategische kernwapenbeleid van de VS in de periode 1945-2004

     

Vijfentwintig jaar geleden, op 11 en 12 oktober 1986, vond een ontmoeting plaats in Reykjavik (IJsland) tussen de Amerikaanse president Ronald Reagan en Sovjetleider Mikhail Gorbachev. Hun baanbrekende gesprekken gingen over de afschaffing van kernwapens, die in een eerste fase voorzagen in een nul-optie voor ballistische raketten. Door wantrouwen en tegengestelde doelstellingen slaagden de onderhandelaars er niet in om de kernwapenwedloop te beëindigen. Dat Ronald Reagan in Reykjavik akkoord wilde gaan met de vernietiging van kernwapens is een leemte in een voor het overige uiterst informatieve en professionele documentaire over de geschiedenis van het Amerikaanse kernwapenbeleid. Deze werd geproduceerd door Sandia National Laboratories onder de Freedom of Information Act en 11 oktober 2011 voor het eerst gepubliceerd door het Amerikaanse National Security Archive.

"U.S. Strategic Nuclear Policy" is een uit vier delen bestaande, bijna vier uur lange videodocumentaire. Dit werk zag het levenslicht in 2005 en werd geregisseerd door Sandia stafmedewerker Dan Curry, die het script scheef en de interviews voor zijn rekening nam. De documentaire is een belangrijke informatiebron voor historici, sociale wetenschappers, studenten en andere belangstellenden. Het verhaal begint bij de Tweede Wereldoorlog en de atoombommen op Japan, ontleedt het Amerikaanse kernwapenbeleid met speciale aandacht voor de geschiedenis van de nucleaire afschrikking tijdens de Koude Oorlog en vervolgens tot de nasleep van 9/11.

Curry sprak met mensen op hoog niveau uit de jaren van de Koude Oorlog, met recent in functie zijnde topmedewerkers op defensie, en met adviseurs en wetenschappelijke specialisten, waaronder enkele sceptische en dissidente stemmen (zie de betreffende lijst). De interviews leveren een breed scala aan inzichten op, waaronder die van de voormalige ministers van defensie Robert McNamara en James Schlesinger, medewerkers van de regering-Eisenhower Robert Bowie en Andrew Goodpaster, de vroegere veiligheidsadviseur Brent Scowcroft en de laatste opperbevelhebber van het Strategic Air Command generaal Lee Butler. Voorts komen universitaire onderzoeksmedewerkers aan het woord, waaronder de Stanford professoren Lynn Eden, Scott Sagan en David Holloway, professor Janne Nolan van de University of Pittsburgh, professor Paul Boyer van de University of Wisconsin en wijlen Randall Forsberg, een vredesactivist/wetenschapper verbonden aan het City College of New York.

Hoewel ingewijden bekend zullen zijn met de materie blijft de vorm waarin het onderwerp wordt gebracht - interviews en film - fascinerend om naar te kijken. De beelden van kernoorlogplanning en het aanduiden van doelen, van oorlogsplannen tijdens het begin van de Koude Oorlog tot de uitwerking van het eerste SIOP zijn uiterst pakkend. Naast het gebruik van filmbeelden van kernproeven, topoverleg, enz., maken de producers prachtig gebruik van beelden van overheidsdocumenten die dateren uit elke fase van de kernwapengeschiedenis van de VS, van de Koude Oorlog tot de jaren 1990. De kijker ziet zelfs de titelpagina’s van documenten die geclassificeerd blijven, zoals de SIOP van de jaren 1980, zij het dat de tekst soms onleesbaar is gemaakt.

Aan het begin van de film legt Sandia-directeur Thomas Hunter uit dat één van de bedoelingen van de documentaire is om een discussie aan te moedigen over twee onderwerpen: 1) welke rol moeten kernwapens spelen, en 2) hoe ziet de toekomstige vraag naar kernwapens er uit. Een bevestigende benadering die past binnen Sandia's doelstelling om de betrouwbaarheid, veiligheid en beschutting van het Amerikaanse kernwapenarsenaal te waarborgen. De documentaire haalt niet de onderste steen boven, mogelijk om opschudding onder kijkers uit overheids- en legerkringen te voorkomen, hoewel daar uiteenlopend wordt gedacht over het nut van kernwapens. Toch slagen de vier video’s erin een geloofwaardig beeld te schetsen over een complex onderwerp.

Geopolitiek in perspectief geeft - met toestemming van National Security Archive - de video’s weer op aparte pages (US Nukes ...), zie de lijn onder de brede bruine titelbalk. Ter inleiding laten we hieronder de voor kernwapens relevante stellingen volgen uit de derde versie, gepubliceerd in 2008 in het boek “De Koude Oorlog. Een nieuwe geschiedenis,” van de veertig stellingen over de Koude Oorlog van de Belgische historicus Yvan Vanden Berghe, emeritus gewoon hoogleraar internationale politiek aan de Universiteit Antwerpen. De eerste versie verscheen in De Nieuwe Maand, april 1989, jg. 32, nr. 4, pp. 27-30, een tweede versie werd gepubliceerd in 2002 in het boek “De Koude Oorlog.”

Stelling 9. Het was niet nodig om twee atoombommen in Japan tot ontploffing te brengen om de Japanners tot overgave te dwingen. Ze wilden reeds in juni 1945, mits het behoud van de keizer, capituleren. Niet geheel ten onrechte zagen de Sovjets in de atoombommen ook een voor hen bestemde intimidatiepoging.

Stelling 10. Bij het einde van de Tweede Wereldoorlog waren de Verenigde Staten, die over het kernmonopolie beschikten, de economische maar ook de militaire reus van de wereld geworden. De Sovjetunie had zevenentwintig miljoen mensenlevens en 40% van haar economisch potentieel verloren en snakte daarom naar een adempauze.

Stelling 14. De Sovjetunie is nooit van plan geweest West-Europa aan te vallen en te veroveren. De westerse leiders hebben dit altijd geweten. De defensiemiddelen en het NAVO-pact werden niet opgebouwd tegen sovjetintenties maar tegen de sovjetmiddelen. Na de dood van Stalin geloofden - tenzij voor korte tijd - ook de sovjetleiders niet meer in een westerse aanval. De wapenwedloop was dan ook een zichzelf voedend en uit de hand gelopen strategospel.

Stelling 24. De vele vernuftige strategische theorieën die sinds het ontstaan van de kernwapens zijn ontwikkeld, kunnen in essentie allemaal worden herleid tot het nastreven van de “wederzijds verzekerde vernietiging” (MAD).

Stelling 25. Indien we de these aanhouden dat een Derde Wereldoorlog niet is uitgebroken dankzij de “wederzijdse verzekerde vernietiging” dan had het volstaan dat elke partij slechts vijftig atoomduikboten bezat met twintig meerkoppige atomaire langeafstandsraketten aan boord. Alle andere atoomwapens waren dan overbodig.

Stelling 26. De grote Oost-West-oorlog is niet vermeden dankzij de bedreiging van de “wederzijds verzekerde vernietiging”, maar gewoon omdat geen van beide partijen een dergelijke oorlog wou.

Stelling 31. De “plaatsing” door Chroesjtsjov van korte- en middellangeafstandsraketten in 1962 in Cuba was een mislukte poging om de lat gelijk te leggen. De Verenigde Staten hadden een overwicht aan langeafstandsraketten en hadden middellangeafstandsraketten opgesteld in West-Europa. Chroesjtsjov liep een smadelijke nederlaag op en moest de militaire suprematie van de Verenigde Staten erkennen.

Stelling 40. De Koude Oorlog kan ook worden gezien als een variant van de eeuwenoude strijd tussen de orthodoxie en de andere christelijke godsdiensten. Omwille van het groot mentaliteitsverschil tussen het Amerikaans calvinisme en de Russische orthodoxie zijn er in de toekomst nog spanningen te verwachten. Angst voor de gemeenschappelijke potentiële vijand China kan beide partijen dichter bij elkaar brengen.

vrijdag 28 oktober 2011

Het Iraanse “complot”, het zoveelste Amerikaanse dubbel spel


    
Mansoor Arbabsiar, een gefailleerde Iraans-Amerikaanse autoverkoper, die in opdracht van de Iraanse geheime dienst een moordaanslag op de Saudische ambassadeur in de VS beraamt. Opiumsmokkel naar Mexico, in ruil voor bomaanslagen op Saudische en Israëlische ambassades in Argentinië. Uitbesteed aan een Mexicaans drugskartel die bekend staan te worden geïnfiltreerd door Amerikaanse agenten. Wie bedenkt zoiets? Zelfs voor de lichtgelovige Amerikanen is zo’n verhaal bespottelijk. Wat kan Iran winnen met zo’n actie? Die kan alleen maar een dood en verderf zaaiende vergeldingsactie uitlokken, zelfs oorlog. Een oorlog die Iran niet wil. In de regio zijn er maar twee landen die aansturen op oorlog, of tenminste een verdere verslechtering van de betrekkingen tussen de VS en Iran: Saudi Arabië en Israël.

Iran wil de betrekkingen met Washington juist verbeteren. Zo probeerde president Ahmadinejad recent een eerdere poging [1] om kernbrandstof voor een experimentele kernreactor uit te ruilen, nieuw leven in te blazen. Het voorstel hield in dat Iran de productie van delen van het uraniumverrijkingsprogramma zou stopzetten in ruil voor brandstof uit de VS. Dit voorstel kon op heel wat bijval rekenen, getuige een artikel in de International Herald Tribune. [2] Maar elke hoop op betere betrekkingen is nu wel verkeken. Zoals de bovenstaande videoclip laat zien beweerde President Obama tijdens een op Fox News uitgezonden persconferentie [3] glashard dat de verdachte in direct contact stond met mensen binnen de Iraanse regering en door die mensen werd betaald en aangestuurd. ”Wij beschikken over specifieke gegevens, en die staan open voor een ieder,” aldus de president.

Maar navraag over deze gegevens op de website van de president die “is committed to creating the most open and accessible administration in American history” [4] leverde geen enkele reactie op. Washington heeft tot op heden geen enkele onderbouwing gegeven van de beschuldigingen. Naar verluidt [5] waren de feiten al maanden bekend. President Obama werd al in juni ingelicht, de Saudische koning Abdullah medio september. Waarom komt men er dan pas nu mee naar buiten? De gebruikelijke verdachten komen in aanmerking. Neoconservatieven. De wapenlobby. Rechts-radicalen, extremistische Republikeinen en hun geestverwanten bij de media. De Israël Lobby. Het Saudische koningshuis, dat nu staat geboekstaafd als “slachtoffer” van de “slechte” Iraniërs, terwijl het in werkelijkheid er alles aan doet om een Arabische Lente in de Perzische Golf te verhinderen, en zelfs Bahrein is binnengevallen om het verzet daar meedogenloos de kop in te drukken.

Hoe moeten we het verhaal over het plan om de Saudische ambassadeur in de VS te vermoorden duiden? De internationale analisten verschillen van mening. Er zijn meer non-believers dan believers. Paul Rogers [6] behoort tot de laatste categorie en meent dat de beschuldiging kan leiden tot een gevaarlijke confrontatie tussen oude tegenstanders. Mohsen M. Milani [7] ziet het verhaal als een nieuwe episode in de complexe koude oorlog tussen Iran en Saudi Arabië. Martin Indyk [8] ziet een verband met de deal rond de vrijlating van de Israëlische soldaat Gilad Shalit door Hamas, de Palestijnse politieke groepering die Gaza bestuurt, en meent dat de invloed van Iran in de regio afneemt. Stephen Walt, [9] die een tussenpositie inneemt, spreekt over een afleidingsmanoeuvre en een opstapje naar de verkiezingscampagne van 2012.

Andrew Sullivan [10] wijst op sceptische reacties in Europese kwaliteitskranten. De Frankfurter Allgemeine [11] echter steunt Obama en wijst erop dat die elke twijfel aan de geloofwaardigheid van de hand wees. Alexander Cockburn [12] vindt het maar een absurd verhaal en stelt zich vragen over de gevolgen die een zwakke Amerikaanse president aan het complot verbindt. Stephen Lendman [13] spreekt ronduit over een valse aanklacht en wijst erop dat Washington sinds de Iraanse revolutie van 1979 voortdurend het conflict zoekt. Patrick Cockburn [14] ziet overeenkomsten met het optreden van de Amerikaanse buitenlandminister Colin Powell in de VN in 2003, die over “onweerlegbaar bewijs” beschikte dat Saddam Hussein massavernietigingswapens ontwikkelde. Paul Woodward [15] komt met een originele stelling: het verhaal moet de Saudi’s ertoe aanzetten de olieproductie te verhogen, waardoor de olieprijzen dalen, Iran daar meer onder lijdt dan Saudi Arabië, de Amerikaanse economie kan aantrekken en de herverkiezingskansen van Obama stijgen.

Andrew Scott Cooper [16] ziet het complot als onderdeel van een langdurige economische oorlog tussen de beide landen, met olie als inzet. Karen Greenberg [17] ziet er dan weer een FBI valstrikoperatie in en meent dat Justitie “is wagging the dog of US foreign policy on Iran.” Bill Van Auken [18] tenslotte meent dat Arbabsiar in Mexico was om drugs te smokkelen, werd opgepakt door de Drug Enforcement Administration (DEA) [19] en tot instrument gemaakt voor Washington om een valse terreurcase te bekokstoven tegen Iran. Van Auken herkent hierin de extreme roekeloosheid van het Amerikaanse buitenlands beleid en de meedogenloze hang naar provocatie als middel om zijn geopolitieke belangen te dienen. De verergerende economische crisis maakt dat het Amerikaanse imperialisme steeds wanhopiger zijn dominantie uitoefent over de olieproducerende regio’s in de Perzische Golf en Centraal Azië. Het heeft het afgelopen decennium daarvoor gevochten in Afghanistan en Irak en ziet Iran steeds meer als de regionale grootmacht die zijn roofzuchtige ambities in de weg staat.

Wie heeft dit verhaal op touw gezet? Nu vaststaat dat de DEA de spil is geweest moet de verdenking op Washington vallen. Wat wil men bereiken? Een uiterst openhartige Obama wijst op het feit dat de Iraanse bevolking het slachtoffer wordt van verder aangescherpte sancties. De president roept dus op tot regime change. Is er sprake van dubbel spel en een voorwendsel voor oorlog? Washington heeft zich over de gebeurtenissen ongemeen hard uitgelaten, wat erop zou kunnen wijzen dat de groeiende spanning met Iran een kritisch punt heeft overschreden en dat het Amerikaanse publiek en de wereld worden gewaarschuwd dat een oorlog in het verschiet ligt. De roep om oorlog klinkt al zo lang, vooral uit Israëlische hoek, dat in sommige kringen de vraag niet luidt of het tot oorlog met Iran komt, maar wanneer. Stapt Obama mee in dit scenario? Men mag dat betwijfelen. Obama is er de man niet naar om zijn “eigen” grootschalige oorlog te beginnen, al was het alleen maar omdat die verwoestender zal zijn dan alle oorlogen uit het laatste decennium. Bovendien zitten de Amerikanen bepaald niet te wachten op een nieuwe oorlog. Het heeft er dus alle schijn van dat dit verhaal, net als de beschuldigingen aan het adres van Noord-Korea rond het Cheonan incident, [20] een stille dood sterft.

[1] het oorspronkelijke voorstel werd beschouwd als “bedreiging” omdat een deal de optie van een militaire “oplossing” en “regimewisseling” zou doorkruisen, zie Geopolitiek in perspectief: “How an Iranian analyst stands up to his Western prospective peers
[2] Ali Vaez en Charles D. Ferguson: “An Iranian Offer Worth Considering
[3] YouTube: "Obama: U.S. Will Make Sure Iran "Pays the Price" 2011
[4] zie de “Contact Us” pagina op de website van het Witte Huis
[5] Pepe Escobar: “The occupy Iran Fast and Furious plot (extended)
[6] Paul Rogers: “Iran and America: components of crisis
[7] Mohsen M. Milani: “Iran and Saudi Arabia Square Off
[8] Martin Indyk: “The Iranian Connection
[9] Stephen Walt: “Obama doubles down
[10] Andrew Sullivan: ”Europe And The Saudi Terror Plot
[11] Frankfurter Allgemeine: “Obama weist Zweifel an Verwicklung Teherans zurück
[12] Alexander Cockburn: “War with The U.S. Is of No Interest to Iran; Who Invented This Absurd Plot?
[13] Stephen Lendman: “Iran Falsely Charged with Fake Terror Plot
[14] Patrick Cockburn: “This bizarre plot goes against all that is known of Iran's intelligence service
[15] Paul Woodward: “How Obama could benefit from the alleged Iranian bombing plot
[16] Andrew Scott Cooper: “The Oil Wars
[17] Karen Greenberg: ”The FBI sting in the tail of the Saudi ambassador 'assassination plot'
[18] Bill Van Auken: “US steps up sanctions and threats against Iran over alleged terror plot
[19] Zie DEA’s triomfantelijke persbericht: “DEA Helps Foil Iranian Terror Plot
[20] Geopolitiek in perspectief: “Hoe grootmacht Amerika zijn dominante positie probeert te vrijwaren

maandag 24 oktober 2011

The Israel-Palestine conflict, an impossible dilemma for Obama?

    

After Obama's promising speech in Cairo on June 4, 2009, his administration’s Middle East policies have quickly reverted to the old pattern: unconditional support for Israel. Obama's speech at the UN, on the eve of Palestinian Authority President Mahmoud Abbas’ application for full UN membership, was beneath contempt. Abbas had ignored a US warning that it would veto the move. Former Cuban leader Fidel Castro accused Obama of speaking "gibberish" in his UN address [1]."In spite of the shameful monopoly of the mass information media and the fascist methods of the United States and its allies to confuse and deceive world opinion, the resistance of the people grows, and that can be appreciated in the debates being produced in the United Nations," Castro wrote on Cuban government website www.cubadebate.cu.

Meanwhile, the number of UN member states extending diplomatic recognition to the State of Palestine has risen to 131, with only 62 UN member states not having done so. Apart from some small island states, the unwilling are almost all Western countries, including all five colonial powers that were founded on the ethnic cleansing or genocide of indigenous populations, plus all eight former European colonial powers. According to John V. Whitbeck, the international lawyer who has advised the Palestinian negotiating team, the current American strategy to defeat the State of Palestine's UN membership application is to try to deprive Palestine of the required nine affirmative votes in the Security Council. [2] Washington is putting pressure on all five European members (including Bosnia & Herzegovina, which has recognized the State of Palestine) and Colombia (the only South American state which has not recognized the State of Palestine) to abstain, leaving only eight affirmative votes and thus making America's lone negative vote not technically a "veto".

To Whitbeck this is not only a naïve strategy but also a dangerous one. Not only because of the new Palestinian intransigence, but also because an American veto would be neither a big deal nor a bad thing. It would unequivocally confirm that the US is enslaved to Israel and definitively rule out America from the ancient “Middle East peace process" game. Thus, the US could no longer control and manipulate the process on Israel's behalf, thereby finally giving peace a fair chance. Should the US successfully torpedo the Palestinian application, it cannot deny the observer status to a Palestinian State. Such a decision would be taken at the UN’s General Assembly, where the veto does not exist. State observer status would confer on the State of Palestine virtually all the same benefits as member state status, including right of access to the International Criminal Court, where it could sue Israelis for war crimes, including settlement building, and crimes against humanity.

An American veto in the Security Council, followed by an upgrade to state observer status by the General Assembly might actually be the best result for Palestine. As full UN member it would still have to deal with the American stranglehold on any "peace process", but as an observer it could count on the support of the emerging "BRICS" powers (Brazil, Russia, India, China and South Africa, all current members of the UN Security Council which have recognized the State of Palestine and announced to vote for Palestinian membership). A BRICS-EU alliance could mobilize the true international community behind a genuine and urgent effort to actually achieve peace with some measure of justice.

America's unanimous European abstention strategy, if successful, would have catastrophic consequences. While the Muslim world expects the worst from the United States, it does not yet see Europe as its enemy. If Palestine's membership application were to be defeated by a united Western front, the world would be confronted by a fundamental clash of the "West against the Rest", resurrecting memories of the most arrogant and contemptuous periods of Western imperialism and colonialism and confirming the belief, already widespread in the Arab and Muslim worlds, that the Judeo-Christian world is at war with the Muslim world. It is, of course, within the power of one man to prevent this scenario from playing out. “Is the loss of votes and campaign money really more important to America's multi-racial president than preventing a long-running clash of civilizations, cultures, races and religions and promoting a more peaceful, just and harmonious world?” Whitbeck wonders.

Other observers come to a different analysis. American emeritus professor of political science Jerome Slater believes that Obama is in an impossible dilemma. [3] Slater points out that Obama is absolutely not in a position to put pressure on Israel by, for example, ending US economic and military support. Congress would simply refuse to support him. Moreover, any such attempt would run the risk that the next presidency and both houses of Congress will come under the control of a Republican party that is dominated by know-nothings and the lunatic fringe. In Slater’s view, such a scenario is unbearable to contemplate and could result in the worst crisis in American history since the Civil War. Slater fears that Israel is so far gone that even a reelected Democratic president and both houses of Congress controlled by Democrats could not move it in the right direction. On the contrary, the withdrawal of American support might well result in an Israel that would become even more irrational and violent than it already is. One must also wonder if a breakthrough is really what Obama wants to achieve. After all, on taking office, why did he appoint the controversial Dennis Ross [4] as his primary adviser on Israel? Jerome Slater appears to be extremely pessimistic about any resolution of the conflict whatsoever. He even believes that international sanctions - that could topple South Africa’s apartheid regime - might backfire in the case of Israel.

The professor sees things too pessimistic. The right-wing Netanyahu-Lieberman administration, which blocks any reasonable compromise with the Palestinians, exists by virtue of the Israeli electorate. Unfortunately, Israeli voters are routinely brainwashed with propaganda and vote traditional, or "with their feet." That's the area that needs to be worked on. A courageous Obama should be willing to risk his reelection and put all his cards on the "education" of the Israeli electorate. For starters, this Harvard magna cum laude graduate lawyer could address the Knesset, telling the members that no country is above the law. He could also appear on Israeli television, hammering out the same message, thus riding on the back of the social protest. Such "born again" US President could easily recruit wealthy sponsors to fund a comprehensive, long-term PR and advertising campaign in Israel. The Israeli media cannot refuse - initially perceived as questionable - bought TV commercials. An intelligent campaign could adjust the views of the Israeli electorate and massage voting behavior in the right direction. New elections could bring a new coalition to power which might prove more inclined to give the peace process a fair chance.

Can we expect this American president to take such a bold initiative? If we are to believe Scott Wilson, who covers the White House for the Washington Post, the answer is "no". Wilson feels Obama is a political loner, a technocrat. Beyond the economy, the wars and the polls, the president has a problem: people. The president has no entourage, no “Friends of Barack” to explain or defend a politician who has confounded many supporters with his cool personality and penchant for compromise. [5] The president believes he has insufficient power to face Israel and AIPAC [6] down. Obama is fearful of serious electoral consequences should he take up the gauntlet. Unfortunately, his re-election seems to be his prime concern, to the detriment of the plight of the Palestinians and peace in the Middle East.

(this article was first published in Dutch as “Het Israël-Palestina conflict: staat Obama voor een onmogelijk dilemma?” on October 10, 2011)

[1] Jeff Franks: “Fidel Castro calls Obama U.N. speech "gibberish"
[2] John V. Whitbeck: America’s Dangerous Game at the UN
[3] Jerome Slater: “Obama's Impossible Dilemma--And Ours
[4] In their 2006 paper The Israel Lobby and U.S. Foreign Policy, John Mearsheimer, political science professor at the University of Chicago, and Stephen Walt, academic dean of the Kennedy School of Government at Harvard University, named Ross as a member of the "Israeli lobby" in the United States, see Wikipedia: “Dennis Ross
[5] Scott Wilson: “Obama the loner president
[6] Wikipedia: “American Israel Public Affairs Committee