woensdag 13 augustus 2014
Premier Mark Rutte, gemangeld tussen de grootmachten
De Nederlandse minister-president Mark
Rutte en de Amerikaanse president Barack Obama
tijdens de Nuclear Security Summit 2014 (NSS).
Foto: Flickr Minister-President
Op 21 juli 2014 maakte de
Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans in de VN
Veiligheidsraad grote indruk bij de stemming van resolutie 2166 over de ramp met vlucht MH17 waarbij 298 mensen omkwamen, waaronder 195
Nederlanders. “Nederland
is bereid om in nauwe samenwerking met de betreffende landen, de Verenigde
Naties en de ICAO[1],
de leiding op zich te nemen in het onderzoek[2] naar de oorzaak van de
tragedie. “Ik ben mij bewust van onze verantwoordelijkheid,” aldus de zichtbaar
aangeslagen minister, die de Veiligheidsraad nadrukkelijk wees op haar
verantwoordelijkheid om zo nodig aanvullende maatregelen te treffen om “de
veiligheid en beveiliging van de rampplek en de internationale onderzoekers” te
waarborgen. Vervolgens werd de resolutie met eenparigheid aangenomen.
Timmermans
mag dan “buitengewoon
intelligent [en] eloquent” zijn, erg doortastend is hij in het onderzoek naar de
oorzaak niet geweest. De zwarte dozen werden door de “rebellen” geborgen en
overgedragen aan de Maleisische delegatie die ze vervolgens naar een
laboratorium in het Verenigd Koninkrijk stuurde. Waren het niet de “rebellen”
die het Nederlandse onderzoek bemoeilijkten, dan staken de troepen van Kiev wel
stokken in het wiel. Op 11 augustus, vier weken na de ramp, zei onderzoeksleider
Kees Kuijs in het Nederlandse TV-programma Nieuwsuur dat zijn team zich
had beperkt tot een zoektocht naar stoffelijke resten en persoonlijke spullen, en
niet had gezocht naar de oorzaak van de ramp. De rebellen zouden dat van ons niet
geaccepteerd hebben, en al evenmin van een team van de Nederlandse
Onderzoeksraad
voor Veiligheid
(OVV), aldus een weinig overtuigende Kuijs.
Geen
bezoek aan crashsite, onderzoekers terug in Nederland
In
een recent persbericht zegt de OVV dat een
internationaal team de afgelopen weken informatie heeft verzameld en “over
enkele weken” voorlopige bevindingen zal publiceren op basis van de zwarte
dozen, gegevens van de verkeersleiding, radarbeelden en eventueel
satellietfoto’s. Het team is naar Den Haag teruggekeerd en “om daar verder te
werken.” Blijkbaar is het OVV-team wegens “de verslechterde veiligheidssituatie
in Oost Oekraïne” nooit op de crashsite geweest en keerde het naar Den Haag
terug op grond van een “besluit van het kabinet.” Men roept opnieuw de problematische
veiligheidssituatie in om aan te geven dat het onzeker is of “de gegevens
aangevuld kunnen worden met verder [forensisch-technisch] onderzoek op de
crashsite.” Of men de informatie van “enkele onderzoekers onder leiding van
Oekraïne [die] kort op de crashsite [zijn] geweest” meeneemt in de rapportering
blijft onvermeld.
Het
eerdere kort bericht van de OVV is een
soort functiebeschrijving. Het onderzoek moet de toedracht achterhalen. Dat
vergt een “grondig onderzoek” naar “alle beschikbare informatie.” Hier lijkt
het onderzoek te gaan falen: de “informatie” van de verkeersleiding in Kiev is
eenzijdig, men spreekt niet specifiek over de opnames van de gesprekken tussen
toren en MH17 (die zouden zijn “verdwenen”[3]), men blijkt geen
boodschap te hebben aan de uitvoerige onderzoeksgegevens die Rusland ter
beschikking heeft gesteld en doet geen beroep op de informatie die in
Washington beschikbaar moet zijn van spionagesatellieten die boven het
oorlogsgebied hingen en de Amerikaanse vloot die op manoeuvres in de Zwarte Zee
het oorlogsgebied nauwlettend in de gaten hield.
Van
een serieus onderzoek komt weinig in huis
Alles
duidt erop dat Nederland wordt tegengewerkt. Resolutie 2166 geeft Nederland een
scala van drukmiddelen. Het had, zoals door Moskou
gesuggereerd, een tweede resolutie kunnen afdwingen voor een
staakt-het-vuren rond de crashzone, idealiter gewaarborgd door gewapende blauwhelmen.
Het had Oekraïne kunnen aanzetten het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag
de verdachten te laten vervolgen.
Maar voor zover bekend is van een Nederlands initiatief geen sprake. Van een
serieus onafhankelijk onderzoek zoals destijds in Lockerbie
zal nog weinig in huis komen: de wapenstilstand rond het rampgebied, die toch
al niet werd nageleefd, werd 7 augustus door het regime in Kiev opgezegd,
waarna het Oekraïense leger de crashsite probeert te veroveren “om de toegang van
de onderzoekers tot de rampplek te waarborgen.” Maar voor Kiev staat de
uitkomst bij voorbaat vast: Rusland is schuldig.
In
Maleisië wordt daar blijkbaar anders over gedacht. Een artikel in het aan de overheid gelieerde blad
New Straits Times
(NST) wijst op onderzoeksjournalist Robert Parry die meent dat vlucht MH17 is
neergehaald door een Oekraïens gevechtsvliegtuig. Parry citeert een TV-interview met de
Oekraïens-Canadese OSCE-onderzoeker Michael Bociurkiw, die met enkele collega’s
als eerste bij het nog smeulende wrak arriveerde. Sommige wrakstukken waren
doorzeefd met wat leek op inslagen van zware automatische wapens en toonden ook
gaten die wijzen op de inslag van een raket vol flechettes, aldus Bociurkiw. Het NST-artikel vormt
een zware aanklacht tegen de Oekraïense regering, maar ook tegen Washington,
Berlijn en de EU. Die hebben februari dit jaar het regime in Kiev na een door
fascisten geleide putsch aan de macht gebracht. Dat zet geheime agenten en
huurlingen in die de fascistische milities en eenheden van de Nationale Gardes aansturen
die vechten in Oost-Oekraïne waar MH17 werd neergeschoten. Het zijn zij die een
explosieve militaire confrontatie met het nucleair bewapende Rusland zoeken.
Opbod
aan economische sancties
Dat
de wereld Moskou onmiddellijk en luidkeels schuldig verklaart aan het neerhalen
van MH17 ligt in het verlengde van de stroom kritiek op Rusland en president Poetin
van de afgelopen jaren, denk aan Pussy Riot, de homowetgeving en Sochi. Die
kritiek is onderdeel van een strijd rond zaken als het asiel voor klokkenluider
Edward Snowden en het blokkeren van het Westerse plan om de Syrische president
Assad ten val te brengen, waarmee er na Irak en Libië een abrupt einde kwam aan
de geplande regimewissels in het Midden-Oosten. De aanhechting van de Krim bij
Rusland, de beweerde Russische steun aan opstandelingen in Oost-Oekraïne en nu
het neerhalen van MH17 waar Rusland verantwoordelijk wordt gesteld, dat alles
heeft geleid tot een opbod aan economische sancties. Deze beginnende handelsoorlog
doet de VS nauwelijks pijn en Rusland kan tegen een stootje. Maar het is vooral
de EU die lijdt onder de Russische tegenmaatregelen.
Zeven op de tien Nederlandse bedrijven kunnen zich vinden
in de sancties tegen Rusland “vanwege de inlijving van de Krim en het neerhalen
van vlucht MH17[4].”
Dat blijkt uit een enquête[5] onder 743 Nederlandse ondernemingen,
afgenomen in opdracht van het Nederlandse Financieele Dagblad (FD) juist voor
de Russische tegenmaatregelen. De krant meldt wel dat de steekproef nauwelijks
agrarische bedrijven bevatte, maar niet dat van de 126.000 Nederlandse bedrijven er slechts 4.000 exporteren naar Rusland. De headline van het
FD-artikel dat “de meeste Nederlandse bedrijven” achter de sancties tegen
Rusland staan verdient dus enige nuance. Nu over de schuldvraag rond MH17 niets
zinnigs te zeggen valt bevreemdt het dat de krant niet wilde reageren op de
vraag of het onderdeel “…en het neerhalen vorige maand van vlucht MH17” als zodanig
aan de respondenten werd voorgelegd.
De
dappere stemming in het mercantiele Nederland slaat om
Maar rond het afgelopen weekend sloeg de dappere stemming
in Nederland plotseling om. “De aankondiging donderdag dat Rusland een boycot
wil van land- en tuinbouwproducten uit de Europese Unie en de Verenigde Staten,
kwam in Nederland hard aan,” zo
blokletterde het Financieele Dagblad (FD). “De vrees bestaat dat het
politieke conflict rond Oekraïne zal leiden tot een langdurige importstop, met
grote financiële gevolgen voor boeren en tuinders,” aldus het FD. Nu de
tegensancties het o zo mercantiele Nederland blijkbaar veel pijn doen moet
worden afgewacht of van Nederland nog veel steun mag worden verwacht bij een
verdere escalatie van de handelsoorlog met Rusland. Maar het is wel zeker dat
premier Rutte niet “de
onderste steen” rond MH17 mag
boven krijgen, en zijn verplichtingen jegens “de onschuldige slachtoffers en hun
nabestaanden” moeten wegvallen tegen de belangen van het Westen in de mondiale strijd
om de macht.
[2] §3 van de resolutie: “Supports efforts to
establish a full, thorough and independent international investigation into the
incident in accordance with international civil aviation guidelines”
[3] In een interview met
de New Straits Times
wijst de Oekraïense ambassadeur in Maleisië Ihor Humennyi berichten als zouden
de bandopnames in beslag genomen zijn door de Oekraïense geheime dienst SBU van
de hand. “Daar is geen enkel bewijs voor. Ik lees dat enkel in de kranten,” aldus
de ambassadeur.
[4] Het FD, noch TNS Nipo dat de enquête uitvoerde, wilde reageren op de vraag of het tendentieuze onderdeel
"... en het neerhalen vorige maand van vlucht MH17" (er is immers
niets bekend over de toedracht) als zodanig was vermeld in een vraag aan de respondenten
[5] Ondernemerspeil, een
maandelijkse enquête uitgevoerd door TNS Nipo voor het Financieele Dagblad
Labels:
Groot-Brittannië,
Internationale organisaties,
Irak,
Libië,
Maleidië,
Nederland,
Oekraïne,
Rusland,
Syrië
woensdag 30 juli 2014
Israel ontmaskerd: 7 leugens om het bloedbad te rechtvaardigen
In het artikel “Het Israel-Palestina conflict hangt van mythes aan elkaar” komen de zeven belangrijkste mythes van Simha Flapan over het ontstaan van de staat Israel aan de orde. De Nederlandse auteur Egbert Talens omschrijft die in zijn boek “Een bijzondere relatie: Israel-Palestina nader bekeken 1897-1993” als hardnekkig gehanteerde halve waarheden. Intussen zijn de halve waarheden van weleer hele onwaarheden geworden, leugens van de ergste soort. Vandaag hebben gladde Israëlische woordvoerders als Mark Regev het liegen tot een perverse kunst verheven dankzij een PR-handboek bestemd voor “visionaire leiders aan de frontlijn in de mediaoorlog voor Israel, mensen die de hearts and minds van het publiek moeten winnen en daarmee zowel Israel als onze Joodse wereldfamilie helpen.”
Werden in het verleden de mythes nog gehanteerd om het bestaansrecht van Israel te verdedigen, vandaag moeten de leugens van Israëlische bewindslieden en woordvoerders de onbeschrijfelijke gruwelen tegen de bevolking van Gaza rechtvaardigen. De trieste balans: meer dan 1.200 dode en 6.500 gewonde Palestijnen, tegen aan Israëlische zijde enkele tientallen meestal militaire doden. Gaza is het toonbeeld van totaal vernietigde woonhuizen en civiele infrastructuur waaronder de vissershaven, landbouwgronden, elektriciteitscentrales, waterzuiveringsinstallaties, ziekenhuizen, en TV-stations. Israel verwerpt het Amerikaanse bestandsvoorstel en verhevigt zijn aanvallen op Gaza. En een niet onbelangrijk detail: Israëlisch-Arabisch Knesset-lid Haneen Zoabi wordt 6 maanden verbannen van plenaire zittingen om haar kritiek op de leugens rond de kidnapping van de drie Israëlische teenagers vorige maand.
Intussen blijft Nobelprijslaureaat Barack Obama het recht op zelfverdediging van Israël verdedigen en staat VN-chef Ban Ki Moon zonder blikken of blozen schouder aan schouder met de Israëlische premier Netanyahu de wereldpers te woord. De Nederlandse premier Mark Rutte beschuldigt de Palestijnen ervan de eigen bevolking als schild te gebruiken en voor Belgisch buitenlandminister Didier Reynders wijst de weigering van Hamas om een staakt-het-vuren te aanvaarden erop dat “de terroristische organisatie niet de intentie had om een einde te maken aan het geweld tegen Israël.” Deze bewindslieden weten nochtans perfect hoe de vork in de steel zit, maar missen de moed om het electoraat de waarheid te vertellen. Hoog tijd dus om zeven van de belangrijkste Israëlische leugens[1] te ontzenuwen.
1. Hamas heeft deze oorlog uitgelokt
Netanyahu’s leugens over de moord op drie teenagers op de Westelijke Jordaanoever zijn ontmaskerd door Israëls politiewoordvoerder Micky Rosenfeld. De Israëlische autoriteiten wisten van meet af aan dat de jongens vrijwel onmiddellijk werden vermoord en Hamas hier niet bij betrokken was. Terwijl de ouders in het ongewisse werden gelaten werd het incident gebruikt om publieke anti-Hamas-hysterie op te kloppen om een harde zoekactie te rechtvaardigen. Hamas werd op de Westelijke Jordaanoever aangevallen, Palestijnse militanten vuurden raketten af, de perfecte dekmantel voor het gigantische bloedbad. Israel heeft de oorlog met Hamas dus moedwillig uitgelokt.
Dit drama speelt zich af tegen de achtergrond van de blokkade van Gaza sinds 2006, toen Israel de verkiezingsuitslag verwierp die Hamas aan de macht bracht. Een blokkade is een oorlogshandeling. Israel voert dus al 8 jaar oorlog tegen Gaza. Israel houdt vol dat elke oorlog tegen Gaza een antwoord was op raketaanvallen, maar bewijzen duiden op het tegendeel. Historisch leidt diplomatie eerder dan geweld tot rust. Er is een duidelijke correlatie tussen Palestijnse raketaanvallen en Israëlisch geweld. Na het bestand van november 2012 schoot Hamas drie maanden lang geen enkele raket af. In deze periode vuurde Israel voortdurend op landbouwers en vissers en bracht daarbij tientallen Palestijnen om het leven. Het bestand ging tenslotte om zeep met de buitengerechtelijke executie van Hamas-leider Ahmad Jabari door Israel.
2. Israel aanvaardde het Egyptische bestandsvoorstel, Hamas bleef raketten afvuren
De Egyptische militaire junta, bondgenoot van Israel, had wel met Israel, maar niet met Hamas overlegd. Het dictaat voorzag enkel in een tijdelijke stopzetting van de Israëlische slachtpartij, volgens de gerenommeerde Israëlische journaliste Amira Hass geen enkele verbetering voor de bevolking van Gaza maar een afrekening met Hamas. Op 14 juli had Hamas zelf een bestand van 10 jaar voorgesteld, in ruil voor de opheffing van de wurgende blokkade. Maar Israel had daar geen oren naar. De internationale media besteedden vrijwel geen aandacht aan dit voorstel. Hamas had nochtans al in 2008 een dergelijk plan op tafel gelegd. Maar net als nu werden de voorstellen van Hamas beantwoord met Israëlische bombardementen.
Overigens heeft Hamas uit naam van de Palestijnse bevolking in de Gazastrook het recht om zich te verzetten tegen de bezetter, geweldloos of gewapend. Art. 51 van het Handvest van de Verenigde Naties geeft de Palestijnen het recht op zelfbeschikking, waar zij gewapenderhand voor mogen strijden.
3. Israel trok zich in 2005 terug uit Gaza
Israel voert aan dat aan de bezetting van de Gazastrook een einde kwam met de terugtrekking van de kolonisten in 2005. Maar nadien riep het de Gazastrook uit tot “vijandig gebied” en verklaarde de bevolking de oorlog. Beide argumenten zijn onhoudbaar. Het behield immers de controle over Gaza en blijft dus de bezetter in de zin van artikel 47 van de Hague Regulations. Israel zegt dat de ervaring leert dat de terugtrekking niet tot vrede leidt. Sommigen zeggen zelfs dat Gaza zich had kunnen ontwikkelen tot het Singapore van het Midden-Oosten. Maar daarmee wil men enkel de Israëlische verantwoordelijkheid voor de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever verdoezelen.
De Palestijnen hebben nog op geen enkele manier zichzelf bestuurd. Israël sloeg onmiddellijk een beleg om de Gazastrook toen Hamas januari 2006 de parlementsverkiezingen had gewonnen. Het verstrakte dat beleg toen Hamas juni 2007, na de burgeroorlog Fatah-Hamas, de volledige controle over de Gazastrook overnam. De blokkade leidt tot een humanitaire catastrofe in de Gazastrook. Geen schoon drinkwater, elektriciteit, essentiële medische voorzieningen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is de Gazastrook tegen 2020 onleefbaar, maar na de gruwelijkheden van de afgelopen weken is dat vandaag al het geval. Israel houdt niet enkel vast aan de bezetting, het heeft een situatie geschapen waarin de Palestijnen niet kunnen overleven.
4. Israel is een democratische samenleving dat het spel beschaafd speelt. Het zijn de tegenstanders die onbeschaafd zijn, ondemocratisch en geen enkele regel respecteren. Voor hen die niet in de regio wonen is dat moeilijk te begrijpen. Hun ideologie staat haaks op onze levenswijze, dat komt vooral naar voren als wij, democratische naties, soms uit noodzaak oorlog voeren.
Een voorstelling van zaken die faalt. Israel is een democratische samenleving voor Joodse burgers. Voor niet-Joden is Israel geen democratie, maar eerder een Apartheidsregime. Zoals de geschiedenis leert voeren democratische landen op de meest hardvochtig wijze oorlog en oefenen als ze dat nodig vinden ijskoud staatsterrorisme uit. Hamas en andere Palestijnse verzetsgroepen, zelfs de meest bloeddorstige, vallen in het niet bij de oorlogsmachines van “democratische” landen warbij miljoenen Vietnamezen, Irakezen en Afghanen werden afgeslacht. Dat lot onderging ook de volstrekt vreedzame, vrijwel ongewapende Palestijnse samenleving van het begin van de 20e eeuw.
5. Israel heeft het recht om zich te verdedigen
In het internationaal recht is Israel als bezettingsmacht van Gaza en de Palestijnse gebieden verplicht bescherming te bieden aan de bezette bevolking. Het kan niet tegelijk een land bezetten en het dan de oorlog verklaren. Men verklaart een land de oorlog, niet een bezet gebied. Israel is ten volle verantwoordelijk voor de onhoudbare toestand in de Gazastrook. Voor zijn aanspraak op het recht op zelfverdediging verwijst Israel naar art. 51 van het Grondvest van de Verenigde Naties. Maar het Internationaal Gerechtshof (ICJ) heeft deze interpretatie in 2004 verworpen. “Het recht van een staat op zelfverdediging geldt niet voor bezet gebied. Men kan het recht op zelfverdediging enkel inroepen bij een gewapende aanval van een staat tegen een andere staat,” aldus het ICJ.
Israel heeft wel het recht zich tegen de raketaanvallen uit Gaza te verdedigen, maar moet dat doen volgens het recht dat toepasselijk is op bezetting. Dat voorziet in vergaande bescherming van de burgerbevolking. De Israëlische reactie op de raketaanvallen moet dus proportioneel zijn. In het oorlogsrecht wordt militaire winst afgewogen tegen menselijk leed. De verklaring dat “geen land raketaanvallen van een buurland kan tolereren” is dus vals. Israel ontzegt de Palestijnen het recht om zichzelf te besturen en te beschermen. Als het tegelijk het recht op zelfverdediging inroept is dat een woordspelletje dat de internationale gemeenschap op het verkeerde been moet zetten om de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen.
Het is ronduit misdadig dat de machtigste man ter wereld, magna cum laude Harvard-jurist Obama, zijn regering, Groot-Brittannië - dat een doorslaggevende rol heeft gespeeld bij de totstandkoming van de staat Israel - en andere Europese (ex-koloniale) mogendheden tegen beter weten in Israel op dit punt niet tot de orde roepen. En het is even misdadig dat de regering van een land dat onder de auspiciën van de Verenigde Naties het levenslicht zag tegen beter weten in beroep doet op een artikel uit het Handvest van diezelfde Verenigde Naties.
6. Israel vermijdt burgerslachtoffers, Hamas brengt Israëlische burgers om het leven
Met zijn primitieve raketten die het niet goed kan richten schendt Hamas het principe van onderscheid tussen militaire en burgerlijke doelen en vuurt dus grosso modo in het wilde weg. Maar zoals de recente geschiedenis leert wordt Israel zeker niet inschikkelijker indien Hamas enkel op militaire doelwitten vuurt. Voor Israel is Hamas, en elke vorm van verzet, gewapend of geweldloos, uit den boze.
Israel heeft één van de machtigste legers ter wereld. Het beschikt over uiterst precieze wapentechnologie. Met zijn drones, F-16’s en andere gesofisticeerde wapens kan Israel elk individu uitschakelen en daarmee burgerslachtoffers vermijden. De vele burgerslachtoffers van de afgelopen weken duiden erop dat Israel doelbewust burgers en kinderen ombrengt. Dat past binnen de Dahiya Doctrine: wie schiet op Israel moet dood en verderf en de totale ontreddering van zijn infrastructuur verwachten, waarbij woonwijken als militaire bases worden beschouwd. Eerder paste Israel deze doctrine toe in de Libanon oorlog van 2006 en bij de Operatie Cast Lead in Gaza in 2009. Voor Israel zijn burgers en kinderen dus legitieme doelwitten.
7. Hamas gebuikt huizen, scholen en moskeeën als menselijk schild door daar wapens te verbergen
Eén van de meest perfide leugens die de wereld moet doen geloven dat Palestijnse burgers omkomen door hun eigen schuld. Zijn geïllustreerde praatjes ten spijt, Israel is er nooit in geslaagd enig bewijs te leveren dat Hamas burgerinfrastructuur gebruikt voor de opslag van wapens. In de twee gevallen waarin Hamas inderdaad wapens had opgeslagen in scholen van de UNRWA waren die leeg. UNRWA ontdekte de wapens en veroordeelde de doorbreking van zijn onschendbaarheid publiek. Internationale mensenrechtenorganisaties die de Israëlische claim hebben onderzocht hebben vastgesteld dat die ongegrond zijn.
In werkelijkheid zijn het juist Israëlische militairen die systematisch Palestijnen als menselijk schild gebruiken. Sinds de Israëlische inval in de Westelijke Jordaanoever in 2002 binden die jonge Palestijnen op de motorkap van hun voertuig of dwingen ze hen huizen binnen te gaan waar militanten worden vermoed. Maar zelfs als men aanneemt dat de Israëlische beweringen een grond van waarheid kunnen hebben, verplicht het humanitaire recht om burgerslachtoffers te vermijden die excessief zijn in vergelijking met de te verwachten militaire winst.
Wat nu?
Gaza wenst absoluut niet terug naar de status quo. Dat blijkt uit een verklaring van 91 in Gaza woonachtige topmensen uit wetenschap, publiek ambt, Rode Kruis, rechterlijke macht en media. “Wij roepen op tot een staakt-het-vuren met Israel indien dat voorziet in een einde aan de blokkade en het herstel van fundamentele vrijheden,” zo luidt het. “Hamas vertolkte het standpunt van de overgrote meerderheid van de inwoners toen de beweging het eenzijdige bestand van Egypte en Israel verwierp. Gaza wil onbeperkte bewegingsvrijheid voor de Palestijnen en vrij verkeer van goederen en diensten, onder toezicht van een door de VN aan te stellen organisatie.”
Een recent Gallup onderzoek leert dat 42% van de Amerikanen het optreden van Israel in Gaza gerechtvaardigd vindt, 39% zegt van niet en 20% heeft geen mening. Het percentage “ongerechtvaardigd” is licht gestegen vergeleken met het Gallup onderzoek tijdens de tweede intifada twaalf jaar geleden. Het is opvallend dat het publiek verdeeld is over deze kwestie, terwijl hun politieke leiders unaniem het Israëlische optreden steunt. Een sterk uiteenlopende mening tussen publiek en elite over buitenlands beleid is niet ongebruikelijk, maar het is toch schokkend te moeten vaststellen dat bijna 40% van de Amerikaanse bevolking blijkbaar op zo’n belangrijk onderwerp geen vertegenwoordiging vindt in het Congres. Het leidt geen twijfel dat de Israel Lobby, die de loopbaan van politici kan maken of breken, daar tussen zit.
Nog afgezien van de droeve dagelijkse balans aan slachtoffers, de vernietiging van infrastructuur en het beroep op het internationaal recht, de vraag die zich opdringt is: wat wil Israel bereiken? Niemand die het weet. Laat ons een gedachteoefening doen, een hypothese ontwikkelen. Veronderstel dat de Palestijnen de gehele Gazastrook ondertunnelen. In de Israëlische logica zijn dan alle 1,8 miljoen Palestijnen menselijke schilden. De oplossing is dus om die allemaal om te brengen en ervan uit te gaan dat de wereld daar lijdzaam op toeziet. Dat is precies wat de Israëlische samenleving van zijn overheid vraagt. Het absurde daarvan is dat Israel de Palestijnen niet met een bommenregen in het gareel krijgt, en al helemaal niet naar vrede kan bombarderen.
Een hypothese is dat Israel graag alle Palestijnen ziet vertrekken naar Jordanië, een “oplossing” die ook de Nederlandse rechts-extremistische PVV-voorman Geert Wilders verkondigt. De Palestijnen moeten in Jordanië een nieuw bestaan opbouwen, net als de Joden dat in Israel hebben gedaan, aldus Wilders. Maar de Palestijnen laten zich niet van hun geboortegrond wegjagen. De verklaring van de 91 intellectuelen in Gaza is daar duidelijk over: “Geen bestand zonder gerechtigheid. Een retourtje naar de status quo is een levende dood.” De keuze is dus tussen zich aan flarden te laten schieten of een langzame dood in een onleefbaar Gaza onder beleg. Blijft de wereld lijdzaam toezien?
[1] deels ontleend aan de artikelen Five Israeli Talking Points on Gaza—Debunked en Deconstructing the Zionist view of Gaza’s horror
zondag 13 juli 2014
Palestinian resistance, the necessity of three fronts
By Linah Alsaafin
Resistance in Gaza, Shoufat, Naqab and Haifa. Courtesy
of the Qawim (Resist) movement. All rights reserved.
Something must be done about Israel’s number one ally, the Palestinian
Authority, otherwise what we are witnessing today will be merely another
flare-up, as opposed to a turning point for decolonization and the beginning of
an end to the occupation.
Resistance in
Gaza, Shoufat, Naqab and Haifa. Courtesy of the Qawim (Resist) movement. All
rights reserved.
“When people saw what had happened to my son, men stood up
who had never stood up before.”
This famous quote belongs to
Mamie Till-Mobley, after her 14 year old son Emmett was brutally murdered in
1955 Mississippi. An all-white jury acquitted his murderers. Nearly 60 years
later, the lynching of a 16 year old Palestinian boy by Israeli settlers took
place in Jerusalem. Mohammed Abu Khdeir was kidnapped, forced to drink
gasoline, and was burned alive.
Mainstream media similarly
acquitted the state of Israel, conveniently ignoring the racist, ethnocentric,
and colonial ideology the state is premised upon. Reports circulated that Abu
Khdeir’s murder was a ‘revenge killing’ after three settlers, reported missing
for three weeks, were found dead on June 30. Palestinians took to the streets
in outrage, yet the reaction of the de
facto president of the Palestinian Authority, Mahmoud Abbas was at
the very least insipid. His response came almost a week after the lynching,
when he announced he had sought
help to form an international committee to investigate Israeli crimes against Palestinians.
Such a dry proposition is in stark contrast to his words when it came to the three missing
settlers. Then, he stressed their humanity and openly defended the security
coordination with Israel, during the latter's biggest incursion into the West
Bank in over a decade.
With the mainstream media
labelling Abu Khdeir’s killers as ‘extremist,’ this has sought only to absolve the
Israeli public and the state from the crime of what they represent: a
colonizing, occupying, bigoted entity. As Palestinian writer Khaled Odetallah
pointed out, using the word 'extremist' to describe an unruly pack of settlers
is nothing but a mechanism for regarding the other Israeli population as
natural, and discounting the blatant racism that is inherent in all colonizing
entities.
Jerusalem and '48
Mohammed Abu Khdeir’s lynching
released an unprecedented wave of angry protests that has quickly spread from
his hometown of Shuafat to other neighbourhoods in Jerusalem, and to
Palestinian towns and villages in modern day ‘Israel.’ Since July 3, thousands
protested across the Galilee, as initial confrontations took place between
Palestinians and Israeli police in Nazareth, Arara, Umm al-Fahem, Taybeh, and
Qalanswa. Tires were burned, tear gas and rubber bullets were fired, and chants
resonated with the cry “The
people demand the demise of Israel.”
As the days stretched out to
complete one week since Abu Khdeir’s death, protests sprung up in other
villages in the Galilee, referred to as the Triangle, such as Tamra, Deir
Hanna, Kufr Manda, Baqa al-Gharbiyeh, Shifa Amro, Iblein, Sakhnin, Arraba
al-Batouf, and Jadeeda al-Makr. The cities of Haifa and Akka also held protests, as well as Bi’r Sabe’ and Rahat in the southern
Naqab desert. On Saturday, hundreds of Palestinians took to the streets in Yafa
after Israeli settlers attacked a few Palestinian homes in the old city.
Palestinians are in the throes of direct protests against the state that has allocated Israeli citizenship to the 1.6
million Palestinians, but which systematically discriminates against them and
regards them with a mixture of fear and suspicion. Hundreds have been arrested, including dozens of minors, and more than one hundred remain in detention.
Gaza assault
On Monday night, July 7, Israel
announced its incursion into Gaza, the most densely populated territory in the
world. This came after it had already killed ten people the day before. In the
first 24 hours of the bombing campaign, called Protective Edge by the Israeli
army, 24 Palestinians were killed, including eight children. Civilian homes such as the Hamad family home in Beit Hanoun and the
Kaware’ and Abadleh family homes in Khan Yunis were targeted by air strikes and
destroyed with “surgical precision”, a phrase popular with warmongers and
military officials.
The resistance in Gaza, comprised
of the military wings of the various political factions, responded with a
barrage of rockets that for the first time proved their long-range
capabilities, hitting Khadera, which is 113 kilometers away from Gaza. Gaza's
resistance tactics have surpassed the imagination of Israel, with a navy
commando unit storming the Zikim military base after swimming there from Gaza.
The Israeli government ordered the bomb shelters for its citizens to open, as
air sirens went off from Sderot to Isdoud to Jerusalem to Tel Aviv and further
north, near the city of Haifa.
Abu Obeida, the spokesperson for
the Hamas resistance al-Qassam brigades, listed in a brief press conference last Friday the conditions Israel must fulfil in order
to stop the rockets. The first is for Israel to cease its aggression in the
West Bank, Jerusalem, and the ’48 occupied territories. The second demands that
Israel release the former prisoners who were released in the 2011 prisoner swap
deal but who were re-arrested in droves during the recent massive military raid
on the West Bank last month. The Israeli government is already pushing for a
bill to approve that these prisoners should serve out the remainder of their
original sentences once they get re-arrested. Hamas will decide when to start
and when to stop, not anyone else, despite Israeli prime minister Netanyahu
declaring that he will “intensify attacks” in Gaza, and despite the support of western governments such as that
of David Cameron, who promptly reiterated the UK’s staunch support for Israel.
Israel has boasted that it has
launched air strikes on more than 400 sites in Gaza, where 1.7 million people, 75 percent of whom are women and children,
reside in an area that is 365 kilometers squared. The strip has been targeted
with 4000 tons of explosives, with an Israeli air strike occurring on average
every four
and a half minutes. The death toll has
already surpassed 120. The last large scale attack on Gaza was in November 2012, where 173 Palestinians were killed, including 38 children.
Outsourcing the West Bank
In the middle of all of this, the
West Bank remains conspicuously quiet. The protests by the shabab last month against
the Israeli army as the latter swept through towns and villages, wreaking
havoc, arresting hundreds, and killing six have subsided since the army
nominally withdrew. It is well known that the resistance rockets from Gaza are
no match for a heavily subsidized, professionalised, and technologically
developed military, which forms the standing pillar of the state of Israel.
Rockets are part of the
resistance, as are the protests in the ’48 territories. Yet without depriving
Israel of its number one ally, the Palestinian Authority, what we are
witnessing today will be merely another flare-up as opposed to a turning point
for decolonization and the beginning of an end to the occupation. Mahmoud
Abbas’ conduct and reaction has done him no favours as regards the recent
events, and his speech at the normalizing Herzliyya “peace conference” where he
begged Israelis to not miss his outstretched hand for peace is nothing
but grovelling to the enemy, in the very same moment that homes in Gaza were
being destroyed with their families still inside them. On Friday, Abbas'
interview with PA-run Palestine TV insinuated that the resistance rockets from
Gaza were pointless, and that he prefers to fight with politics and wisdom.
These events represent a period
of escalated action, yet for the status quo to be truly smashed, the West Bank
must rise up against the Palestinian Authority, effectively getting rid of the
infamous security coordination with Israel, and replacing neoliberalism with a
representative anti-occupation programme that is intolerant of oppression and
colonization.
Otherwise, Hamas and Israel will
sign another empty truce after the former incurs heavy losses on its side with
no formal guarantee that Israel will not immediately violate it as it has in
2008 and again in 2012, and the demonstrations within the ’48 occupied
territories will be hijacked or co-opted by the older generation of
“Israeli-fied” Palestinians such as Ali Sallam (member of the Nazareth municipality who described the
protesters as hooligans and thugs) and will fizzle out.
What cannot be ignored is that
the PA has created an entire sector of society that benefits from its relations
with Israel, and the fear barrier regarding its notorious intelligence and
security services has not been broken. The West Bank has been reduced to a
shadow of its self as the Palestinian cause was transformed into coffeehouse
conversations, rather than actions targeted at the oppressive force of Israel
and its collaborators. Yet as the resistance rockets are met with gleeful
support by Palestinians across the country, the PA are already caught up in
irrelevancy. The PLO as the sole and legitimate representative of Palestinians
has been exposed as toothless, since the Palestinians in “Israel” resisting
against the occupation serve as a reminder that their identity first and
foremost, despite the passport imposed on them, will be Arab Palestinians.
Widespread support among Palestinians across the country for the resistance is
mounting, leaving the PA's fallacious and empty rhetoric of peaceful
negotiations and security collaboration in a very tight space indeed, not to
mention a strong sense of the inappropriate.
The Palestinian Authority has
once again shown that it exists solely to maintain Israel’s security over and
over again. This physical domination is coupled with a disastrous neoliberal
order used to pacify and oppress Palestinians who demand to live with dignity. This
is not the place to discuss strategies and plans on how to resist the PA; it is
primarily crucial to acknowledge that precisely because of its deep
entrenchment in Palestinian society in the West Bank, any movement aimed at
dismantling it will constitute a social, economic, and political revolution in
itself.
Already recent protests in
Hebron, Jenin, Nablus and the outskirts of Ramallah have been suppressed by the
Palestinian Authority security forces, an extension of the Israeli army.
Protesters in an apparently planned attack on Friday night descended upon Qalandiya
checkpoint with molotovs and
fireworks, catching the Israeli soldiers there by surprise. Yet the PA
apparatus must also be simultaneously targeted in order to achieve and affect
real change.
As the popular quote goes, “If I
had ten bullets I’d fire one at my enemy, and nine for the traitors.”
Linah
Alsaafin is a graduate of Birzeit University and is currently pursuing her
Master's degree at SOAS, London.
This article first appeared on openDemocracy 12
July 2014.
Abonneren op:
Posts (Atom)