De Balfour Declaratie van 1917 (hierna: BD), had een overeenkomstige resolutie van het VS Congres van 30 juni 1922 tot gevolg en maakte, na de teruggave van het Britse Volkenbond-mandaat aan de VN in 1947, de stichting in 1948 van de staat Israel mogelijk. Zo ontstond het conflict Israel-Palestina. Hoe lieten machtshebbers zich destijds beïnvloeden door de politieke zionisten? Mag de wereld, nu dit conflict maar blijft voortsudderen, geen vraagtekens zetten bij de uitgangspunten en doelstellingen van de politieke zionisten voor een Joodse staat? Bijna honderd jaar na deze BD is de situatie in de regio Palestina nog steeds chaotisch. Wie kan onverschillig blijven voor de ´leef´-omstandigheden van "bestaande niet-joodse gemeenschappen" in en nabij die regio?
De BD is waarschijnlijk het merkwaardigste document ooit door een regering opgesteld. Zij kreeg gestalte in een brief van de regering van de Britse koning George V aan bankier en Hogerhuis lid Lord Rothschild, en luidt: 'His Majesty's Government view with favour the establishment in Palestine of a national home for the Jewish people, and will use their best endeavours to facilitate the achievement of this object, it being clearly understood that nothing shall be done which may prejudice the civil and religious rights of existing non-Jewish communities in Palestine, or the rights and political status enjoyed by Jews in any other country". In de literatuur blijft het meestal bij de eerste strofe van de BD. Voor mijn analyse verdeel ik de BD in clausule 1 (geel), 2 (grijs) en 3 (groen). Het concept werd grotendeels opgesteld door de politieke zionisten zélf.
De meeste discussie over clausule 1 ontstond over het begrip 'nationaal tehuis'. Bewust werd het begrip 'staat' vermeden. Als het aan de zionistische opstellers had gelegen, zou over bestaande niet-joodse gemeenschappen in Palestina met geen woord zijn gerept, nóch over de status van Joden in enig ander land (dan Palestina). In clausule 2 gaat een wereld aan volksverlakkerij schuil. Zo wordt gesuggereerd dat "non-Jewish communities in Palestine" een minderheid vormen. Rond 1917 echter maken Joden minder dan 10% van de bevolking uit. De woorden "civil and religious rights" duiden erop dat (de) niet-joodse gemeenschappen geen aanspraak kunnen maken op politieke rechten. Het ontbrekende woordje "de" voor "existing non-Jewish communities", dat in een oorsprónkelijke tekst wél voorkwam, maakt de weg vrij voor juridische haarkloverijen. Clausule 3, met de politieke status als kernthema, moest erbij omdat leidende Britse Joden in hun maag zaten met de BD. Men koos dus voor "the rights" van Joden in enig ander land, en niet van "civil and religious rights", zoals in clausule 2 aan "non-Jewish communities in Palestine" worden toegekend.
De geschiedenis geeft Malcolm gelijk. De grote verliezer is Duitsland. Met het vertrek van Joodse bankiers gaat de positie van de overige Joden in Duitsland en elders in Europa er vreselijk op achteruit, wat uiteindelijk leidt tot de afgrijselijke Holocaust. Als men zich afvraagt wat de Nazi's tot deze misdaad tegen de menselijkheid heeft aangezet ligt hier een, mogelijk dé verklaring. In haar opmerkelijk artikel “Het Palestina-vraagstuk in zijn ware gedaante” spreekt L.M.C. van der Hoeven-Leonhard (Libertas, Amsterdam) over verwikkelingen die bijna woordelijk bij het hierboven geschetste Malcolm verhaal overeenkomen.
Het was aan de Britten, aan wie een Volkenbond-Mandaat voor Palestina was toegewezen, om de Arabieren te apaiseren waar het de aderlating ´Palestina´ betreft. Dat die krachttoer te hoog gegrepen was weten wij inmiddels, maar in de periode 1922-1947 werd praktisch geen middel geschuwd om de onverzoenlijke standpunten te slechten. Hoe uitgekookt de Britten ook te werk gingen, de Arabieren bij monde van Hussein, de sharif van Mekka, en diens zoon prins Faisal, slikten de lijn Damascus-Hama niet als indicatie dat daarmee het door de politieke zionisten begeerde gebied Palestina was bedoeld. Daarmee was het paaien van de Arabieren tot mislukken gedoemd. Want Palestina werd door de laatsten als islamitisch gebied (dar al-islam) beschouwd, waarbinnen wel andersgelovigen kunnen wonen - joden en christenen - maar zonder dat aan hen politieke zelfstandigheid kan worden verleend of toegestaan. Het gevolg was dat de verdeling van Palestina door de VN (1947) niet kon worden aanvaard, en dus draaide het op gevechtshandelingen uit, toen David Ben-Gurion c.s. op 14 mei 1948 unilateraal de onafhankelijke staat Israël uitriep.
Bij dit alles betaalden vooral leden van dé niet-joodse Palestijnse gemeenschappen het gelag. Het blaming the victim werd door de Britten in optima forma ten uitvoer gebracht, en toen zij op 15 mei 1948 vertrokken, geraakte de status van het gebied dat door de VN als Arabische Staat was aanbevolen, in een vacuüm, terwijl de politieke zionisten erin slaagden in de Joodse Staat de zaken naar hun hand te zetten, met de staat Israël als voorlopig resultaat! En net als hun Britse leermeesters, wisten ook deze politieke zionisten, nu getooid met de fraaie benaming Israeli Defense Forces (IDF) het blaming the victim tot in uiterste perfectie uit te voeren.



Geen opmerkingen:
Een reactie posten