maandag 10 oktober 2011

Het Israël-Palestina conflict: staat Obama voor een onmogelijk dilemma?

         

Na Obama’s beloftevolle toespraak in Cairo op 4 juni 2009 is het Midden-Oosten beleid van zijn regering snel teruggevallen op het oude stramien: onvoorwaardelijke steun voor Israël. Obama’s speech in de VN, aan de vooravond van de aanvraag van Mahmood Abbas, de president van de Palestijnse Autoriteit, voor volledig lidmaatschap van de Verenigde Naties, was beneden alle peil. Abbas was niet gezwicht voor de Amerikaanse waarschuwing dat het zijn initiatief zou vetoën. “Koeterwaals”, zo kwalificeerde de voormalige Cubaanse leider Fidel Castro Obama’s toespraak in de VN [1]. “In weerwil van het schandelijke monopolie van de massamedia, en de fascistische manier waarop de VS en zijn bondgenoten de wereldopinie misleiden, groeit het verzet. Dat blijkt wel uit de debatten in de Verenigde Naties,” aldus Castro op de Cubaanse regeringswebsite www.cubadebate.cu.

Intussen hebben 131 VN-leden verklaard een Palestijnse staat te willen erkennen. 62 VN-leden zijn daartoe niet bereid. Afgezien van enkele kleine eilandstaten zijn de onwilligen bijna allemaal Westerse landen, waaronder alle vijf koloniale mogendheden die werden gesticht door etnische zuivering van - of genocide op -  inheemse volkeren, plus alle acht voormalige Europese koloniale mogendheden. Volgens John V. Whitbeck, de internationale jurist die de Palestijnse onderhandelaars heeft bijgestaan, zou de huidige Amerikaanse strategie erop gericht zijn om de Palestijnse aanvraag van de vereiste negen voorstemmen in de Veiligheidsraad te beroven. [2] De vijf Europese leden (waaronder Bosnië & Herzegovina, dat Palestina als staat heeft erkend) en Columbia (het enige Zuid-Amerikaanse land dat Palestina nog niet heeft erkend) worden onder druk gezet om zich van stemming te onthouden. Daarmee zou de aanvraag slecht acht stemmen vóór krijgen, en de enkele Amerikaanse tegenstem technisch niet overkomen als “veto”.

Whitbeck meent dat dit een naïeve, maar ook gevaarlijke strategie is. Niet alleen gezien de nieuwe Palestijnse onverzettelijkheid, maar ook omdat een Amerikaans veto er eigenlijk weinig toe doet. Zo’n veto levert het onomstotelijk bewijs dat de VS met handen en voeten aan Israël gebonden is en sluit Amerika voorgoed uit van het aloude spelletje “Midden-Oosten vredesproces”. Daarmee zou de VS zou niet langer het proces namens Israël kunnen controleren en manipuleren, en vrede eindelijk een eerlijke kans krijgen. Lukt het de VS om de Palestijnse aanvraag te torpederen, dan kan het een Palestijnse staat de status als waarnemer niet ontzeggen. De toekenning daarvan is immers de bevoegdheid van de Algemene Vergadering van de VN, waar het vetorecht niet bestaat. Als waarnemer geniet Palestina zowat alle voordelen van een volledig lidmaatschap, inclusief het recht om een beroep te doen op het Internationaal Strafhof, waar het Israëli’s kan aanklagen wegens oorlogsmisdaden, de illegale nederzettingen en misdaden tegen de menselijkheid.

Een Amerikaans veto in de Veiligheidsraad, gevolgd door bevordering in de Algemene Vergadering tot waarnemer als staat is in de visie van Whitbeck misschien zelfs het beste resultaat voor Palestina. Als vol VN-lid blijft het onderworpen aan de Amerikaanse wurggreep op het “vredesproces”. Als waarnemer kan Palestina op steun rekenen van de opkomende BRICS mogendheden (Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika, alle leden van de VN Veiligheidsraad die Palestina als staat erkennen en hebben aangekondigd te stemmen voor het Palestijnse lidmaatschap). Een combinatie BRICS-EU zou de ware internationale gemeenschap kunnen mobiliseren voor een echte en urgente poging om vrede met een zekere mate van gerechtigheid te bereiken.

Slaagt de VS er echter in Europa te bewegen zich van stemming te onthouden, dan heeft dat rampzalige gevolgen. De Moslimwereld verwacht van de VS het ergste, maar ziet Europa nog niet als vijand. Mocht het Palestijnse lidmaatschap stranden op een Westers front, dan wordt de wereld geconfronteerd met een fundamentele botsing van “West tegen Rest”, die herinneringen oproept aan de uiterst arrogante en verachtelijke periode van Westers imperialisme en kolonialisme, en het beeld bevestigt dat de Joods-christelijke wereld in oorlog is met de Moslimwereld. Vanzelfsprekend ligt het in de macht van één man om te voorkomen dat dit scenario werkelijkheid wordt. “Weegt het verlies aan kiezers en campagnebijdragen voor de multiraciale Amerikaanse president zwaarder dan het voorkomen van een langdurige strijd tussen beschavingen, culturen, rassen en religies, en het bevorderen van een vreedzame, rechtvaardige en harmonieuze wereld?” zo vraagt Whitbeck zich af.

Maar er zijn ook waarnemers die tot een andere analyse komen. De Amerikaanse emeritus hoogleraar politicologie Jerome Slater meent dat Obama voor een onmogelijk dilemma staat. [3] Slater wijst erop dat Obama absoluut niet kan rekenen op steun in het Congres om druk op Israël uit te oefenen, bijvoorbeeld door het beëindigen van economische en militaire steun. Elke poging daartoe riskeert dat het volgende presidentschap en beide huizen van het Congres in handen vallen van de Republikeinen, met nogal wat extremisten en onnozelaars in hun rangen. Een ondragelijk perspectief, dat kan uitmonden in de ergste crisis in de Amerikaanse geschiedenis sinds de Burgeroorlog. Slater vreest dat Israël zo wereldvreemd is geworden dat het zich zelfs door een Democratische president en twee door de Democraten beheerste huizen van het Congres niet zal laten bewegen een andere koers in te slaan. Zonder Amerikaanse steun kon Israël wel eens nóg irrationeler en gewelddadiger worden dan het nu al is. Men moet zich bovendien afvragen of Obama wel echt een doorbraak wil. Waarom heeft hij immers bij zijn aantreden de controversiële Dennis Ross [4] aangesteld als zijn belangrijkste Israël-adviseur? Jerome Slater is uiterst pessimistisch over welke oplossing van het conflict dan ook. Hij meent zelfs dat internationale sancties - die het apartheidsregime in Zuid-Afrika ten val konden brengen - op Israël averechts kunnen werken.

De professor ziet de zaken te somber in. De rechts-radicale regering Netanyahu-Lieberman, die elk redelijk compromis met de Palestijnen tegenhoudt, bestaat maar bij de gratie van het Israëlische electoraat. Dat wordt stelselmatig bewerkt met propaganda. Het gehersenspoelde electoraat stemt traditioneel, of "met zijn voeten." Dáár moet aan gewerkt worden. Een moedige Obama is bereid zijn herverkiezing te riskeren en al zijn kaarten te zetten op het “opvoeden” van het Israëlische electoraat. De aan Harvard magna cum laude afgestudeerde jurist zou kunnen beginnen met een toespraak in de Knesset met de boodschap dat geen land boven de wet staat. Vervolgens zou hij regelmatig op de Israëlische televisie kunnen verschijnen om te hameren op hetzelfde thema en zo meeliften op het sociaal protest. Zo’n “herboren” Amerikaanse president kan gemakkelijk kapitaalkrachtige sponsors werven voor de financiering van een omvangrijke, langdurige PR- en reclamecampagne in Israël. Tegen betaling zullen de Israëlische media de - in eerste instantie als aanvechtbaar overkomende - tv-spots niet kunnen weigeren. Daarmee kunnen de opvattingen van het Israëlische electoraat worden bijgestuurd en het stemgedrag ten goede keren. Na nieuwe verkiezingen zou een nieuwe coalitie het vredesproces wél in de goede richting kunnen sturen.

Kunnen we zo’n gedurfd initiatief van deze Amerikaanse president verwachten? Als we de Witte Huis redacteur van de Washington Post moeten geloven luidt het antwoord “nee”. Die vindt de president maar een eenzaat, een technocraat, die problemen heeft met de economie, de oorlogen en de peilingen, maar vooral met mensen. De president heeft geen entourage, geen “Vrienden van Barack club” die het opneemt voor een politicus die veel supporters tegen zich in het harnas jaagt met zijn koele persoonlijkheid en hang naar compromis. [5] De president meent over onvoldoende macht te beschikken om de strijd aan te gaan met Israël en AIPAC, [6] de Israël Lobby in de VS, en is bevreesd voor ernstige electorale gevolgen mocht hij zijn nek uitsteken. Spijtig genoeg is zijn herverkiezing zijn eerste bekommernis, ten detrimente van het lot van de Palestijnen en vrede in het Midden-Oosten.

[2] John V. Whitbeck: America’s Dangerous Game at the UN
[3] Jerome Slater: “Obama's Impossible Dilemma--And Ours
[4] In their 2006 paper The Israel Lobby and U.S. Foreign Policy, John Mearsheimer, political science professor at the University of Chicago, and Stephen Walt, academic dean of the Kennedy School of Government at Harvard University, named Ross as a member of the "Israeli lobby" in the United States, zie Wikipedia: “Dennis Ross
[5] Scott Wilson: “Obama the loner president

zondag 2 oktober 2011

Het verrottingsproces van de Amerikaanse democratie, naar Mike Lofgren

        
Mike Lofgren in zijn huis in Alexandria, Virginia (foto: Richard A. Bloom)

Zoals in het vorige artikel aangekondigd laten we hieronder in een samengevatte versie Mike Lofgren aan het woord.

Het politieke systeem [in Amerika] wordt compleet verziekt door financiële bijdragen van ondernemingen. Een kandidaat moet nu al meer dan een miljard dollar bijeenbrengen om te kunnen dingen naar het presidentschap. Ondernemingen hebben beide politieke partijen in de tang. Dat de nieuwe Democratische wet op de gezondheidszorg leidt tot het failliet van de overheidsbegroting komt doordat de Democraten bezwijken voor de belangen van verzekeraars en farmaceutische ondernemingen.

Bij de Democraten treft men net zo goed “gerobotiseerde” politici, carrièrejagers, door bedrijven afgeperste mensen, ziekelijke egoïsten en vreemde vogels aan, maar niets evenaart de Republikeinse partij. De Republikeinen hebben de stemming over de schuldlimiet, normaal een routineprocedure, opgeklopt tot een volslagen kunstmatige crisis. Door de economieën van de VS en de wereld te gijzelen konden zij hun eisen realiseren. De crisis rond het schuldplafond is niet het enige voorbeeld van dit soort politiek terrorisme. De Republikeinen waren ongegeneerd bereid om tienduizenden ambtenaren naar huis te sturen om antivakbond bepalingen in de statuten van het ministerie van transport af te dwingen.

De Republikeinen stellen zich steeds minder op als traditionele volksvertegenwoordigers en verworden tot een apocalyptische cultus die zich kan meten met de uiterst ideologische autoritaire partijen in het Europa van de 20e eeuw. Een normaal parlement functioneert mede door ongeschreven regels die de wetgevende machine smeren en het bestuur beschaafd houdt. Het Amerikaanse parlement kent echter de meest complexe regels ter wereld en kan maar functioneren door collegialiteit en goede trouw. Vandaag stuit zowat elk wetsvoorstel op een Republikeinse filibuster. [1] Dat verlamt Washington.

Het wetgevend proces is verworden tot oorlog zonder schieten, zoals men dat kent van de Rijksdag in de Weimar Republiek, nu 80 jaar geleden. Het effect is dat een vastbesloten minderheid totalitairen democratische instrumenten kunnen gebruiken om de democratie te ondermijnen. De Republikeinen zijn verworden tot een opstandige partij die de wet tart als die over een meerderheid beschikt en dreigt de zaken te saboteren als die in de minderheid is.

De Republikeinen volgen deze lijn welbewust. Het uithollen van de reputatie van een regeringsinstelling als het Congres levert op dat de politieke partij die tegen een “grote overheid” is automatisch de winnaar is. Een uiterst cynische tactiek die speelt op de zwakheid van het kiespubliek en de media. Amerika kent tientallen miljoenen slecht geïnformeerde kiezers, die onder invloed van het tegenstrijdige mediageweld denken dat politici allemaal oplichters zijn en dat een “grote overheid” fout is. Republikeinse retoriek voedt het sinds 1960 aftakelende vertrouwen in de overheid. In dit fenomeen zijn de media medeplichtig. Sinds de opsplitsing van elektronische media in een gerespecteerd nieuwssegment en een segment dat bestaat uit rabiaat ideologische talk radio en politieke propaganda op de kabeltelevisie, zijn de “respectabele” media als de dood voor kritiek wegens bespeurde vooroordelen. Die vrees heeft geleid tot valse onpartijdigheid.

Het voortdurend herhaalde “daar gaan beide partijen weer” van de media, in samenhang met de verwarring bij slecht geïnformeerde kiezers, past in de consequent volgehouden Republikeinse strategie om het vertrouwen in de democratie te ondermijnen. En die strategie heeft electoraal dividend opgeleverd. De VS kent zowat de laagste opkomstcijfers van alle Westerse democratieën. In de tussentijdse verkiezingen van 2010 konden slechts 44 miljoen Republikeinse kiezers een kruis trekken over de politieke winst van de verkiezing van president Obama door 69 miljoen kiezers.

Sinds de Republikeinen vorig jaar in een aantal staten de meerderheid haalden proberen ze systematisch om de gang naar de stembus te bemoeilijken. Strengere identificatievoorschriften, kortere registratieperiodes en nieuwe voorschriften met betrekking tot de woonplaats van de kiezer, allemaal zaken die bij voorbeeld universiteitsstudenten het uitoefenen van hun burgerrechten kunnen belemmeren. Deze aanslag op de wetgeving staat haaks op 200 jaar Amerikaanse geschiedenis, waarin gestreefd werd naar een zo groot mogelijke politieke deelname van burgers.

Het zijn vooral Republikeinen die andere landen de les spellen over democratie. Het brengen van democratie in het Midden-Oosten was een bedenksel van de regering Bush. Maar in eigen land mogen die lieden niet gaan stemmen. Vooral niet de mensen die toch niet voor de Republikeinen stemmen. Geen “echte Amerikanen” in de retoriek van Sarah Palin. Raciale minderheden, immigranten, moslims, holebi’s, intellectuelen. Dat verklaart voor een stuk de uiterst venijnige haat tegen president Obama. De meeste Republikeinse bewindslieden zullen wel niet vallen voor deze reactionaire en paranoïde kletspraat. Maar die voedt wel heel cynisch de laagste instincten van het kiezerspubliek. Zonder de sluimerende Republikeinse rassenhaat aan te halen kan men wel stellen dat Republikeinen van oordeel zijn dat geen enkele Democratische president legitiem kan zijn.

De de-industrialisatie en de opkomst van de financiële sector in Amerika sinds 1970 heeft geleid tot een steeds verder inkrimpende blanke middenklasse, mensen zonder werkzekerheid of zelfs werkloos, met verdampende pensioenen en sociale voorzieningen, mensen die de waarde van hun voornaamste bezit zien kelderen door de uiteenspattende onroerend goed zeepbel. Hun zorgen zijn niet ingebeeld, hun levensstandaard gaat daadwerkelijk omlaag. De Democraten hebben deze mensen niets te bieden. Het waren immers vooral de Democraten die in de jaren 1990 rampzalige handelsakkoorden sloten waarmee werkgelegenheid naar het buitenland kon verdwijnen.

Na de recente orgie van ongebreidelde hebzucht en ongekend omvangrijke overdracht van rijkdom naar de hogere sociale klassen door Wall Street richt de volkswoede zich op de gulle hand van Washington. De ironie is dat de overheid bovenmatig moet investeren in werkloosheidsvergoeding, food stamps en gezondheidszorg voor hen die door de uitspattingen van de ondernemingen in het vorige decennium economische schade hebben opgelopen. De Republikeinse tactiek toont een absolutistische, autoritaire mentaliteit die haaks staat op democratische waarden zoals rede, compromis en verzoening. Een mentaliteit die juist mikt op polariserende verdeeldheid, conflict en het de kop indrukken van de oppositie.

De meeste van de uitgangspunten van de Republikeinse Partij kan men zonder meer afdoen als propaganda. In essentie staat de partij voor de volgende principes:

De partij komt enkel op voor zijn rijke sponsors.

Het gemarchandeer over het overheidstekort was een show. De partij wees het pakket aan maatregelen van president Obama ter waarde van $4 biljoen van de hand omdat zelfs één promille verhoging van de belastingtarieven voor de superrijken er teveel aan was. Zo blijven miljardairs vallen in een lager belastingtarief dan politiemensen en verpleegsters. Maar in tegenstelling tot de slogans zorgen de rijken, die zo nodig moeten worden ontzien, niet voor jobs. Vandaag kijken Amerikaanse ondernemingen terug op hun meest winstgevende kwartaal in de geschiedenis. Zo zit Apple op $76 miljard cash, meer dan het BBP van menig land, maar waar blijven de jobs? De Republikeinen hebben ijverig de mythe verspreid dat Amerikanen te zwaar worden belast. Maar vergeleken met andere OESO landen behoren de Amerikaanse belastingtarieven tot de laagste ter wereld. Men spreekt over de 35% vennootschapsbelasting in de VS, maar die is effectief veel lager. Betaalde General Electric 35% over zijn winst in 2010 van $14 miljard? Nee dus, de firma betaalde … niets.

Bidden aan het altaar van Mars [2]

Hoewel ook Democraten zich bezondigen aan oorlogvoeren kunnen zij zich niet meten met Republikeinen als John McCain of Lindsey Graham die een puur wellustig enthousiasme ten toon spreiden om andere landen binnen te vallen. Met de slogan “we are all Georgians now” zou McCain wel even het nucleair bewapende Rusland aanpakken tijdens het conflict met Georgië in 2008. En Graham ruit voortdurend op tot een aanval op Iran en interventie in Syrië. Dit zijn niet de geringsten binnen de partij, het zijn de “defensie experts” die voortdurend in de media zijn. Vlak voordat de Republikeinen de markten onder druk zetten rond de kwestie van het kredietplafond en miljardenbezuinigingen eisten stemden dezelfde Republikeinen voor een defensiebegroting die voorziet in een verhoging van $17 miljard.

De economische rechtvaardiging van een defensiebegroting van $700 miljard is des temeer bedrieglijk als men bedenkt dat die investering weinig jobs creëert. De uiterst hoogwaardige wapenindustrie van  vandaag vraagt nog maar weinig laaggeschoolde arbeid. Veel geld gaat naar kostbare R&D (waar de economie weinig baat bij heeft), exorbitante managementuitgaven, overhead, zakkenvullerij en geld dat terugvloeit naar politieke campagnes. Een miljoen dollar voor wegenbouw levert twee tot drie maal meer jobs op dan een miljoen dollar wapenverkopen. Maar ook zonder de financiële drijfveer is er een psychologische hang naar oorlogvoeren binnen de partij die voortvloeit uit de neurotische dwang om zich stevig op te stellen. Het militarisme ontspringt aan hetzelfde psychologisch tekort dat behoefte heeft aan een eindeloze serie vijanden, buitenlandse én binnenlandse.

Het ongebreideld militarisme van het laatste decennium en het laffe verzuim van de Democraten om die te doen keren zijn strategisch en financieel nefast geweest. Vandaag is de VS minder welvarend, minder veilig en minder vrij. Het militarisme dat gepaard gaat met interventies in het wilde weg zal maar bedaren als de schatkist leeg is, net zoals dat gebeurde met de Republiek der Nederlanden en het Britse Rijk.

Godsdienst uit de oude doos

Het spelen op fundamentalisme is een voltijdse bezigheid binnen de partij. Sinds de jaren 1970 zijn godsdienstextremisten geen geringe publieke overlast meer, maar een vast onderdeel van het Republikeinse partijgebeuren. Het goede verkiezingsresultaat van Pat Robertson in Iowa in 1988 luidde het samensmelten in van politiek en religie binnen de partij. Het resultaat is ernaar. Het feit dat Amerikanen meer denken als Iraniërs of Nigerianen dan als Europeanen of Canadezen over zaken als de scheppingstheorie, onfeilbaarheid van de schriften en het bestaan van geesten en duivels vloeit voort uit de opkomst van religieus rechts. Er is ook sprake van een opkomend anti-intellectualisme en afkeer tegen wetenschap, een groep die de slecht geïnformeerde, of beter de verkeerd geïnformeerde kiezer tekent.

De grondwet ten spijt bestaat er nu de facto een godsdiensttest voor het presidentschap: topkandidaten worden aangemoedigd of gedwongen om zich uit te spreken over hun geloofsopvattingen. Gepolitiseerde godsdienst is ook het plechtanker van de cultuuroorlogen. De vraag is hoe het hele giftige brouwsel van partijpolitiek - economische vorstelijkheid, militarisme en cultuuroorlogen cum fundamentalisme - de plaats kon innemen van het beschaafde Republicanisme ten tijde van Eisenhower. De sleutel ligt waarschijnlijk bij de opkomst van het gepolitiseerde godsdienstfundamentalisme, dat in essentie alle drie de Republikeinse principes rationaliseert. Rijkdom is een zegen van God. De fascinatie voor oorlogvoeren vloeit ook voort uit dit fundamentalisme. Het Oude Testament staat vol van verhalen over slachtpartijen in naam van God. Het apocalyptische gedachtegoed van de fundamentalisten, hun geloof in een dreigend Armageddon, [3] conditioneert hen psychologisch om het land het conflict te laten opzoeken, niet enkel met het buitenland, maar ook over binnenlandse politieke geschillen.

De Republikeinen hebben een nieuwe vorm van politiek bedrijven uitgevonden die electoraal aanslaat. Die politiek ontketent grote politieke rampen en daarmee onheil voor het democratische proces, maar ook voor de status van Amerika als wereldleider.

[1] vertragingstechnieken, zie Wikipedia: “filibuster
[2] Romeinse God van de oorlog, zie Wikipedia: “Mars (mythologie)
[3] het einde der tijden, zie Wikipedia: Eindtijd

maandag 26 september 2011

Kan grootmacht Amerika de wereld uit de economische onrust leiden?

    
Verpakt in scherp verwoorde kritiek op de Amerikaanse overheid [1] verlaagde Standard & Poor’s (S&P) op 5 augustus 2011 de kredietwaardigheid van de VS. De boodschap leidde tot een storm van kritiek op S&P en op de kredietbeoordelaars in het algemeen. De politiek ziet in hun optreden een overdreven poging tot revanche op de missers uit het verleden.

Is die kritiek terecht? Economen vinden alvast van niet. [2] Die wijzen erop dat het beoordelen van complexe financiële constructies heel wat lastiger is dan het beoordelen van de kredietwaardigheid van ondernemingen en overheden. Tegen de achtergrond van het gebrekkige Amerikaanse politieke systeem van vandaag schat S&P de kansen op een oplossing van het schuldenprobleem laag in. Intussen wijzen Europa en de VS elkaar met de vinger. VS-minister van Financiën Timothy Geithner meent dat de Europese leiders knopen moeten doorhakken, [3] maar maakte op de recente Europese top in Polen weinig indruk. [4] En op het VN podium zei voorzitter van de Europese Raad Herman Van Rompuy [5] vervolgens dat ook andere grote economieën hun huis in orde moeten brengen.

Met mag zich ernstige vragen stellen bij het vermogen van het politieke establishment in Amerika om de wereld uit de economische onrust te leiden. Zoals Gore Vidal in 1977 al zei, het Amerikaanse politieke landschap wordt bepaald door twee rechtse partijen. [6] En die partijen gunnen elkaar het licht niet in de ogen. De situatie is volkomen geblokkeerd. De Amerikaanse historicus Mike Lofgren, die na een carrière van bijna 30 jaar als stafmedewerker en financieel expert voor de Republikeinse partij zijn buik vol had en ontslag nam, deed daar recent een boekje over open. In een geruchtmakend artikel op Truthout [7] klaagt hij de tactiek en doelstellingen van zijn eigen partij aan. Het goed geschreven maar tamelijk omvangrijke artikel van Lofgren schetst een scherp en ontluisterend beeld van de huidige Amerikaanse politieke verhoudingen, waarin elke ontwikkeling in de goede richting wordt gedwarsboomd.

In de onderstaande video onderwerpt Chris Matthews (vanaf 00:24) de auteur op de Amerikaanse nieuwszender MSM-NBC aan een kruisverhoor.


Een aantal kruidige uitspraken:
  • de recente polemiek rond de verhoging van het kredietplafond was niet het enige voorbeeld van politiek terrorisme
  • bij een gijzeling heeft de roekeloze en immorele dader in de onderhandeling de overhand over de voorzichtige, verantwoordelijke tegenpartij die zich zorgen maakt over de overleving van de gegijzelde, daar waar de eerste daar geen boodschap aan heeft
  • de Republikeinen stellen zich steeds minder op als traditionele volksvertegenwoordigers; de partij verwordt tot een apocalyptische cultus die zich kan meten met de uiterst ideologische autoritaire partijen in het Europa van de 20e eeuw
 En wat staat er werkelijk op het Republikeinse menu?
  • de partij komt enkel op voor zijn rijke sponsors
  • de Republikeinen bidden aan het altaar van Mars, de Romeinse god van de oorlog
  • godsdienst uit de oude doos, spelen op fundamentalisme
De Republikeinse partij bekommert zich niet over Amerika. Voor haar mag de gegijzelde sterven. Zij bekreunt zich niet om de Amerikaanse werknemer. Zij trekt zich niets aan van de economie. Dat zegt niet een “linkse gek”, maar een ervaren, serieuze, rationele stafmedewerker van het Congres met zowat 30 jaar ervaring, die zegt hoe de zaken er werkelijk voor staan. Het beeld dat hij schetst is niet fraai. Verre van.

Gegeven het belang van de boodschap van Mike Lofgren vatten wij die in een apart artikel dat binnenkort verschijnt samen.

perspectief: “De teloorgang van de Amerikaanse parlementaire democratie

maandag 19 september 2011

Recognizing Palestine at the UN

      

This time, we should draw upon the teachings of tolerance that lie at the heart of three great religions that see Jerusalem’s soil as sacred. This time we should reach for what’s best within ourselves. If we do, when we come back here next year, we can have an agreement that will lead to a new member of the United Nations -- an independent, sovereign state of Palestine, living in peace with Israel.
Barack Obama, President of the United States of America, speech to the UN General Assembly September 23, 2010.

Dat de VS er alles aan doet om de erkenning van een Palestijnse staat in de VN te torpederen staat vast. Maar in het conflict Israel-Palestina draagt ook Europa een verantwoordelijkheid. De EU is officieel voorstander van een twee-staten oplossing. In werkelijkheid is de EU echter verdeeld. Een aantal landen, met Frankrijk voorop, ondersteunen het Palestijnse initiatief. Maar Duitsland, Italië, Tsjechië en Nederland zijn daar tegen en riskeren een open breuk in de EU over dit onderwerp. Dat bleek begin deze maand tijdens een ontmoeting tussen de EU buitenlandministers in de Poolse stad Sopot. De Duitse minister van Buitenlandse Zaken Guido Westerwelle zei daar dat Duitsland “a particular responsibility towards Israel” heeft vanwege de Duitse Nazi vervolging en vernietiging van de Europese Joodse bevolking tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Sinds de Oslo akkoorden van 1993 tussen de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO en Israel hebben de EU landen, inclusief Duitsland, zich echter ingezet voor de opbouw van een Palestijnse staat met omvangrijke financiële en technische hulp. Tegen het einde van de in Oslo overeengekomen overgangsperiode kondigde de EU aan dat het zich op korte termijn zou beraden over de erkenning van een Palestijnse staat. De geloofwaardigheid van de EU in de Arabische wereld en elders zou zwaar worden aangetast mocht zij zich later deze week verzetten tegen het Palestijnse initiatief in de VN. In de bovenstaande documentaire worden de standpunten van partijen in het conflict nog eens duidelijk op een rijtje gezet. Een absolute must-view.

vrijdag 9 september 2011

9/11 After A Decade: Have We Learned Anything?

By Paul Craig Roberts

Photo by macten, some rights reserved

In a few days it will be the tenth anniversary of September 11, 2001. How well has the US government’s official account of the event held up over the decade?

Not very well. The chairman, vice chairman, and senior legal counsel of the 9/11 Commission wrote books partially disassociating themselves from the commission’s report. They said that the Bush administration put obstacles in their path, that information was withheld from them, that President Bush agreed to testify only if he was chaperoned by Vice President Cheney and neither were put under oath, that Pentagon and FAA officials lied to the commission and that the commission considered referring the false testimony for investigation for obstruction of justice.

In their book, the chairman and vice chairman, Thomas Kean and Lee Hamilton, wrote that the 9/11 Commission was “set up to fail.” Senior counsel John Farmer, Jr., wrote that the US government made “a decision not to tell the truth about what happened,” and that the NORAD “tapes told a radically different story from what had been told to us and the public.” Kean said, “We to this day don’t know why NORAD told us what they told us, it was just so far from the truth.”

Most of the questions from the 9/11 families were not answered. Important witnesses were not called. The commission only heard from those who supported the government’s account. The commission was a controlled political operation, not an investigation of events and evidence. Its membership consisted of former politicians. No knowledgeable experts were appointed to the commission.

One member of the 9/11 Commission, former Senator Max Cleland, responded to the constraints placed on the commission by the White House: “If this decision stands, I, as a member of the commission, cannot look any American in the eye, especially family members of victims, and say the commission had full access. This investigation is now compromised.” Cleland resigned rather than have his integrity compromised.

To be clear, neither Cleland nor members of the commission suggested that 9/11 was an inside job to advance a war agenda. Nevertheless, neither Congress nor the media wondered, at least not out loud, why President Bush was unwilling to appear before the commission under oath or without Cheney, why Pentagon and FAA officials lied to the commission or, if the officials did not lie, why the commission believed they lied, or why the White House resisted for so long any kind of commission being formed, even one under its control.

One would think that if a handful of Arabs managed to outwit not merely the CIA and FBI but all 16 US intelligence agencies, all intelligence agencies of our allies including Mossad, the National Security Council, the State Department, NORAD, airport security four times on one morning, air traffic control, etc., the President, Congress, and the media would be demanding to know how such an improbable event could occur. Instead, the White House put up a wall of resistance to finding out, and Congress and the media showed little interest.

During the decade that has passed, numerous 9/11 Truth organizations have formed. There are Architects and Engineers for 9/11 Truth, Firefighters for 9/11 Truth, Pilots for 9/11 Truth, Scholars for 9/11 Truth, Remember Building 7.org, and a New York group which includes 9/11 families. These groups call for a real investigation.

David Ray Griffen has written 10 carefully researched books documenting problems in the government’s account. Scientists have pointed out that the government has no explanation for the molten steel. NIST has been forced to admit that WTC 7 was in free fall for part of its descent, and a scientific team led by a professor of nano-chemistry at the University of Copenhagen has reported finding nano-thermite in the dust from the buildings.

Larry Silverstein, who had the lease on the World Trade Center buildings, said in a PBS broadcast that the decision was made “to pull” Building 7 late in the afternoon of 9/11. Chief fire marshals have said that no forensic investigation was made of the buildings’ destruction and that the absence of investigation was a violation of law.

Some efforts have been made to explain away some of the evidence that is contrary to the official account, but most of the contrary evidence is simply ignored. The fact remains that the skepticism of a large number of knowledgeable experts has had no effect on the government’s position other than a member of the Obama administration suggesting that the government infiltrate the 9/11 truth organizations in order to discredit them.

The practice has been to brand experts not convinced by the government’s case “conspiracy theorists.” But of course the government’s own theory is a conspiracy theory, an even less likely one once a person realizes its full implication of intelligence and operational failures. The implied failures are extraordinarily large; yet, no one was ever held accountable.

Moreover, what do 1,500 architects and engineers have to gain from being ridiculed as conspiracy theorists? They certainly will never receive another government contract, and many surely lost business as a result of their “anti-American” stance. Their competitors must have made hay out of their “unpatriotic doubts.” Indeed, my reward for reporting on how matters stand a decade after the event will be mail telling me that as I hate America so much I should move to Cuba.

Scientists have even less incentive to express any doubts, which probably explains why there are not 1,500 Physicists for 9/11 Truth. Few physicists have careers independent of government grants or contracts. It was a high school physics teacher who forced NIST to abandon its account of Building 7’s demise. Physicist Stephen Jones, who first reported finding evidence of explosives, had his tenure bought out by BYU, which no doubt found itself under government pressure.

We can explain away contrary evidence as coincidences and mistakes and conclude that only the government got it all correct, the same government that got everything else wrong.

In fact, the government has not explained anything. The NIST report is merely a simulation of what might have caused the towers to fail if NIST’s assumptions programed into the computer model are correct. But NIST supplies no evidence that its assumptions are correct.

Building 7 was not mentioned in the 9/11 Commission Report, and many Americans are still unaware that three buildings came down on 9/11.

Let me be clear about my point. I am not saying that some black op group in the neoconservative Bush administration blew up the buildings in order to advance the neoconservative agenda of war in the Middle East. If there is evidence of a coverup, it could be the government covering up its incompetence and not its complicity in the event. Even if there were definite proof of government complicity, it is uncertain that Americans could accept it. Architects, engineers, and scientists live in a fact-based community, but for most people facts are no match for emotions.

My point is how uninquisitive the executive branch including the security agencies, Congress, the media, and much of the population are about the defining event of our time.

There is no doubt that 9/11 is the determinant event. It has led to a decade of ever expanding wars, to the shredding of the Constitution, and to a police state. On August 22 Justin Raimondo reported that he and his website, Antiwar.com, are being monitored by the FBI’s Electronic Communication Analysis Unit to determine if Antiwar.com is “a threat to National Security” working “on behalf of a foreign power.”

Francis A. Boyle, an internationally known professor and attorney of international law, has reported that when he refused a joint FBI-CIA request to violate the attorney/client privilege and become an informant on his Arab-American clients, he was placed on the US government’s terrorist watch list.

Boyle has been critical of the US government’s approach to the Muslim world, but Raimondo has never raised, nor permitted any contributor to raise, any suspicion about US government complicity in 9/11. Raimondo merely opposes war, and that is enough for the FBI to conclude that he needs watching as a possible threat to national security.

The US government’s account of 9/11 is the foundation of the open-ended wars that are exhausting America’s resources and destroying its reputation, and it is the foundation of the domestic police state that ultimately will shut down all opposition to the wars. Americans are bound to the story of the 9/11 Muslim terrorist attack, because it is what justifies the slaughter of civilian populations in several Muslim countries, and it justifies a domestic police state as the only means of securing safety from terrorists, who already have morphed into “domestic extremists” such as environmentalists, animal rights groups, and antiwar activists.

Today Americans are unsafe, not because of terrorists and domestic extremists, but because they have lost their civil liberties and have no protection from unaccountable government power. One would think that how this came about would be worthy of public debate and congressional hearings.

This article was first published on Global Research, August 24, 2011
© Copyright Paul Craig Roberts, Global Research, 2011

woensdag 31 augustus 2011

Het politieke Zionisme: vijand van Palestijnen en Joden

     
In de marge van Iran’s eerste Internationale Conferentie over de Mondiale Strijd tegen Terrorisme, zond de Engelstalige Iraanse nieuwszender Press TV [1] [2] op 6 juli een interview uit van Ghanbar Naderi met rabbijn Dovid Feldman van Neturei Karta International, Jews United against Zionism. [3] [4] [5] Neturei Karta verzet zich tegen het Zionisme en roept op tot vreedzame ontmanteling van de Staat Israël, op grond van het standpunt dat de stichting van de Joodse staat pas zal plaats hebben met de terugkeer van de Messias. [6]

In het interview geeft de rabbijn zijn kijk op het politieke Zionisme en Israël. Zo meent hij dat dit Zionisme [7] [8] het resultaat is van wat de seculiere Jood Theodor Herzl, die God haatte, als politiek project voor ogen stond. Feldman vindt dit Zionisme een gevaarlijke politieke beweging, zowel voor de Palestijnen, als voor de Joden die een staat als dít Israël moeten afwijzen. Gelovige Joden mogen niet in opstand komen tegen een ander volk. Dít Zionisme vertegenwoordigt de Joden absoluut niet, aldus de rabbijn, die we in de onderstaande video integraal aan het woord laten.

Aan de vooravond van het PLO-initiatief -- in de Algemene Vergadering van de VN erkenning te verwerven voor de staat Palestina -- en de druk van Israël en de VS op de PLO om terug te komen op dat initiatief, met als dreigement van de VS zijn veto uit te spreken mocht het toch daarvan komen, is het misschien interessant de woorden van deze Joodse rabbijn eens nader te bekijken. Hieronder eerst een samenvatting van zijn uitspraken.

"Jews United against Zionism is opgericht in de dertiger jaren, als reactie tegen het opkomend Zionisme. Als Neturai Karta-organisatie voeren we daar oppositie tegen, en tegen de handel en wandel van de staat Israël. Joodse geestelijken in Palestina en in Europa zagen al vroeg in dat deze nieuwe filosofie de Joodse leer en het Joodse volk zou vernietigen, en het Palestijnse volk kwaad zou berokkenen. Zij waarschuwden dat dit alles tot een catastrofe zou leiden. Spijtig genoeg zien wij dit vandaag gebeuren. Als organisatie vertolken wij de mening van veel Joden overal ter wereld die zich zorgen maken over het gebeuren in Palestina. Wij zien dit als een catastrofe voor de Palestijnen, voor het Joodse volk, en voor de mensheid. Zo komt de Joodse godsdienst in diskrediet. Dit Zionisme heeft de Joodse leer van een geloofsconcept, een godsdienst, eenvoudig omgeturnd in een politieke beweging die godsdienstige geloofsaspecten voor eigen doelen misbruikt...

"Zij die Palestijnen, die zich verzetten tegen de bezetting en dit Zionisme, afschilderen als terroristen, moeten bedenken dat de staat Israël slechts kon ontstaan door 'Joods' terrorisme tegen de autochtone bevolking: islamitische en christelijke Palestijnen en zelfs Joodse minderheden. De staat Israël kwam tot stand tegen de wil van die bevolking. Ook het Joodse volk was destijds niet gelukkig met het bedenksel van een staat Israël. Moslims zien Palestina als een heilig land, dat men niet zomaar geheel of gedeeltelijk kan vernietigen. Dat we vandaag regelmatig getuige zijn van gedwongen onteigeningen, waarna het Israëlische regime overgaat tot de bouw van illegale nederzettingen, bewijst dat de Israëliërs lak hebben aan de Joodse geloofsovertuiging, of aan welke waarden of tradities van onze voorvaderen dan ook...

"Een groot deel van de internationale gemeenschap denkt dat Zionisme en de Joodse leer identiek zijn aan elkaar, en dat de staat Israël alle Joden vertegenwoordigt. Maar waarom is het Zionisme dan geen product van schriftgeleerden, van Torah-onderwijzers of van ervaren rabbijnen? Waarom werd het Zionisme uitgevonden door de ketterse Jood Theodor Herzl? Het antwoord is simpel: dit Zionisme staat dermate haaks op de Joodse leer, deze staat Israël betekent zo’n groot gevaar voor Palestijnen en Joden, dat deze Zionistische filosofie nooit kon ontspringen aan de geest van een gelovige Jood. Dít Zionisme is niet alleen uitgevonden door een seculiere Jood, Theodor Herzl was een ketterse Jood die God en de Joodse godsdienst haatte, die de Joodse leer in niets praktiseerde...

"Alle godsdiensten, Joden, Christenen, Moslims, veroordelen terrorisme in welke vorm dan ook en distantiëren zich van deze onmenselijke, afschuwelijke acties. Dat sommigen in het Westen terrorisme trachten te associëren met de Islam, Islamofobie aanwakkeren, is onderdeel van georkestreerde valse informatie en misleiding. Maar het omgekeerde komt ook voor als men alle Joden afschildert als aanhangers van het Zionisme, of als verdedigers van alles wat Israël aanricht. Hét recept tegen misinformatie is: opvoeding, overleg, uitwisseling van standpunten. Wij moeten opboksen tegen Westerse media die onder controle staan van of geleid worden door politieke Zionisten, of hoe dan ook dit Zionistische gedachtegoed steunen. Toch is er internationaal veel verzet tegen dit Zionisme. Maar die reacties krijgen slechtst zelden de ruimte in de Westerse massamedia. Zodoende blijft het overgrote deel van de wereldbevolking verstoken van de werkelijkheid...

"Volgens de Joodse leer zijn de Joden zo’n tweeduizend jaar geleden, bij de vernietiging van de tweede tempel, bij Goddelijk decreet in ballingschap gegaan. Dat is niet algemeen bekend. Lees er het [Bijbel-] boek Profeten en latere Joodse geschriften maar op na. Die ballingschap was duizenden jaren een vaste waarde; de wil van God aanvechten komt immers overeen met ketterij? Joden mogen ook niet in opstand komen tegen andere landen. Generaties lang leefden zij overal ter wereld, inclusief in Moslimlanden: in 'Palestina', Iran, en ga zo maar door. Joden zijn verplicht in vrede te leven met hun buren. Zelf een eigen staat oprichten is hen verboden, het stichten van déze staat Israël staat haaks op de Joodse leer...

"Maar de wereld verandert. De Zionistische leiders zullen ooit de realiteit onder ogen moeten zien: dat de wil van de Almachtige gerespecteerd moet worden; dat het récht moet zegevieren, dat de traditionele waarden van de Joodse leer omarmd moeten worden; dat deze politieke staat Israël moet worden opgedoekt. Déze staat Israel tracht de geschiedenis uit te wissen. Men tracht het beeld te scheppen dat de Arabieren, de Moslims, ons haten en ons willen afmaken, en om te overleven moeten we dus wel een eigen staat hebben. Welnu, déze staat Israël is geen oplossing voor het Joodse volk, maar in werkelijkheid de reden van veel van onze problemen van vandaag. Dat [de Israelische premier] Netanyahu als niet-praktiserende Jood zich in het Amerikaanse Congres beroept op het Joodse geloof is totaal verkeerd...

Het verhaal van rabbijn Dovid Feldman liegt er niet om, maar voor (de) ingewijden is het niet nieuw en het is de vraag of het veel zoden aan de Palestijnse dijk zet. Maar elk initiatief, om wereldwijd het politieke zionisme aan de kaak te stellen, is welkom. Men mag enkel hopen dat de initiatieven van verschillende kanten uitgroeien tot een brede beweging. Dat zelfs onder Palestijnen verdeeldheid heerst en facties elkaar tegenwerken is natuurlijk het toppunt, en het hoeft geen betoog dat de politieke zionisten c.s. daar garen bij spinnen. Die politieke zionisten weten dit spelletje trouwens maar al te sluw te spelen. Zij laten niet na met geld Palestijnen tegen elkaar op te zetten; dit was destijds met Hamas [9] al het geval, en met [president van de Palestijnse Autoriteit Mahmoud] Abbas is het niet anders.

Maar voorlichting, zoals het interview met rabbijn Dovid Feldman, zal zeker helpen bij pogingen om de publieke opinie op lokaal en op wereldniveau in de goede richting te sturen. Dat zal het Israël en de VS alleen maar moeilijker maken het Palestijnse plan te dwarsbomen om een eigen staat in de VN te laten erkennen, en voor de VS om bij stemming hierover in de Veiligheidsraad zijn veto uit te spreken.

[1] Wikipedia: “Press TV
[2] Press TV is via Astra 19,2 te ontvangen op Canal Digital (#90) of TV Vlaanderen (#93)
[3] zie de website van Neturei Karta International, http://www.nkusa.org/
[4] Wikipedia (Nederlandstalig): “Neturei Karta
[5] Wikipedia (Engelstalig): “Neturei Karta
[6] Wikipedia: “Messias
[7] Wikipedia: “Zionisme
[8] Wikipedia: “Zionism
[9] Hamas won de Palestijnse parlementsverkiezingen van 2006 en voert thans het bestuur over de ruim 1,5 miljoen Palestijnen in Gaza

maandag 22 augustus 2011

Het harde machtsspel tussen de grootmachten rond Syrië

     

Het meedogenloze optreden tegen opstandelingen en gewapende rebellen in Syrië heeft naar schatting tweeduizend mensen het leven gekost, waaronder militairen en politiepersoneel. Vorige week eisten de Amerikaanse president Barack Obama en Europese leiders in koor het vertrek van de Syrische president Bashar al-Assad. Tegelijk riepen de Westerse leiders op tot een VN onderzoek naar misdaden tegen de menselijkheid van het Syrische regime, wat kan leiden tot een verwijzing naar het Internationale Strafhof. De beschuldigingen van de Amerikaanse president tegen zijn Syrische collega zijn hypocriet. [1] Obama en de politieke elite in Washington zijn verantwoordelijk voor misdaden welke die van Assad in de schaduw stellen: “opsluiten, martelen en afslachten” zijn gemeengoed in het imperialistische optreden van de VS in Afghanistan, Pakistan, Irak en Libië, Guantánamo Bay en CIA black holes. De misdaden van Assad tegen zijn eigen bevolking zijn voor Washington vooral een voorwendsel om een Westers gezind nieuw regime aan de macht te brengen.

De ingrijpende hervormingen die het Syrische regime heeft aangekondigd krijgen geen kans door het optreden van gewapende rebellen die de onrust levend houden. De Westerse betrokkenheid bij de onrust, met name die van Saudi Arabië, Israel en Turkije, is evident, maar wordt verzwegen. [2] De terugkeer enkele jaren geleden van de Russen in Syrië komt in de Westerse media evenmin aan bod. [3] Na de Israëlische steun aan Georgië in 2008 heeft Rusland de samenwerking met Syrië nieuw leven ingeblazen. Dat werd mei 2010 beklonken tijdens het bezoek van een Russische delegatie onder leiding van president Dmitry Medvedev. In het Midden-Oosten was de spanning opgelopen nadat de VS en Israel Syrië hadden beschuldigd raketten te hebben geleverd aan het Libanese militante Hezbollah. De Syrische Rusland-expert Taha Abdul Wahad meende dat het bezoek de spanningen in de regio kon doen afnemen. “De terugkeer van Rusland is goed voor het Midden-Oosten, en zal enig besef van een machtsevenwicht kunnen herstellen”, aldus Wahad.

Rusland zegde Syrië omvangrijke wapenleveringen toe en mocht een marinebasis uitbouwen in de Syrische haven Tartus. [4] De Israëlische buitenlandminister Avigdor Lieberman liet weten dat “[de] wapenverkopen niet bijdragen aan een vredesstemming.” Een onzinnig standpunt: Israel besteedt jaarlijks meer dan $15 miljard aan wapentuig, Syrië “slechts” $6 miljard. Maar de wapendeal is wel de kroon op veel bredere betrekkingen tussen de beide landen, waaronder een rechtstreekse vrachtlijn tussen Latakia en Novorossiysk, intensievere olie-exploratie door Gazprom en samenwerking op het gebied van kernenergie. In het voetspoor van zijn vader slaagde ook Assad Jr. er in de grootmachten tegen elkaar uit te spelen. Maar vandaag is voor de VS dat spel uit. Washington zag in dat zijn Syrië-politiek had gefaald. Het was er niet in geslaagd een wig te drijven tussen Syrië en Hamas, Hezbollah en Iran, spelers die bevoorrecht bondgenoot Israel als bedreigend ervaart. In de “Arabische lente” zag de VS zijn kans schoon om het roer in Syrië om te gooien en niet alleen de as Syrië-Hamas-Hezbollah-Iran te doorbreken, maar ook bondgenoot Rusland uit Syrië te verdrijven.

De Indiase diplomaat M. K. Bhadrakumar wijst [5] op de druk van de VS op Rusland om bondgenoot Syrië te laten vallen. In het kader van de vlootoefening Sea Breeze 2011 [6] met Oekraïne als gastland liet de VS de USS Monterrey opstomen naar de Zwarte Zee. Volgens Bhadrakumar kan het Kremlin de inzet van dit hoogtechnologische oorlogsschip alleen maar als provocatie opvatten, als stap in de bouw van het Europese raketschild. Moskou volgt dat project sinds de Rusland-NAVO top van vorig jaar met groeiend wantrouwen. [7] [8] [9] Bhadrakumar denkt dat de Amerikaanse stap is bedoeld om de druk op de Russische Zwarte Zee vloot op te voeren. Rusland verzet zich hardnekkig tegen Amerikaanse pogingen om steun te verwerven voor een militaire interventie in Syrië. In de visie van Bhadrakumar meent Moskou dat het Amerikaanse streven naar regimewissel vooral is gericht op het opdoeken van de Russische marinebasis. Nu Amerika beschikt over militaire bases in Roemenië lijkt met de komst van een Amerikaans oorlogsschip in de Zwarte Zee de omsingeling compleet. Een kat en muis spel waarin de VS de overhand lijkt te halen.

Door te verhinderen dat Syrië op de internationale podia ter verantwoording wordt geroepen riskeert Rusland te worden afgeschilderd als dwarsligger in het Syrische democratiseringsproces. Het dilemma voor Moskou is dat het zijn rol in de Amerikaanse politieke agenda voor Syrië niet kan verklaren. Elke uitleg onthult de onoprechtheid van de VS-Rusland reset waar president Dmitry Medvedev zo zijn nek voor heeft uitgestoken. Bhadrakumar meent dat een nieuw - op het Westen georiënteerd - regime in Damascus de Russische marinebasis zal sluiten. Met zo’n nieuw regime kan tevens Hezbollah worden afgeserveerd, het bondgenootschap met Iran verbroken, de Hamas-top uit Damascus verdreven en een nieuwe stap in het Israel-Palestina “vredesproces” gezet - op Israëlische voorwaarden. De hardere houding van Turkije, dat de Bosporus [10] controleert, versterkt de Amerikaanse hand. Ankara denkt zijn belangen te kunnen dienen door terug te vallen op zijn positie als prominent lid van de NAVO en bijzondere partner van de VS. Het deelt de zorgen van Saudi Arabië over de opkomende regionale grootmacht Iran en ziet in de ontwikkeling kansen om zijn regionale machtsbasis uit te bouwen.

Maar Moskou geeft zich niet zo gemakkelijk gewonnen. Het probeert met Beijing een gezamenlijk standpunt over Syrië in te nemen. Het optreden van Washington zal zijn invloed op de VS-Rusland reset zeker niet missen. En Rusland haalt de banden met Iran aan. Het stuurde vorige week Nikolai Patrushev, secretaris van de presidentiële Veiligheidsraad, naar Teheran voor overleg over hervatting van de internationale gesprekken over het Iraanse kernprogramma, wat op de Israëlische online nieuwssite ynetnews.com breed werd uitgemeten. [11] En eveneens vorige week reisde de Iraanse buitenlandminister Ali Akbar Salehi naar Moskou om “een groot aantal gevoelige onderwerpen te bespreken met Russische bewindslieden.” [12] De toenemende onderlinge afhankelijkheid tussen Iran en Rusland is voor de VS zeker iets om over na te denken. Assad heeft vrije verkiezingen in het vooruitzicht gesteld voor februari 2012. Of hij onder Westerse druk voordien van het toneel verdwijnt blijft de vraag. Maar of daarmee Rusland in Syrië bakzeil haalt - waar Bhadrakumar op speculeert - lijkt weinig aannemelijk.

Hoe een Syrië na Assad eruit ziet blijft onzeker, net als de vraag of Washington daarmee zijn weinig rooskleurige positie in het Midden-Oosten versterkt. Na acht jaar Amerikaans optreden in Irak meldde de door de VS aangestelde Iraakse premier Nouri al-Maliki over het gewelddadige optreden van de Syrische regering slechts dat hij hoopte “dat [de] demonstraties niet met geweld worden neergeslagen,” en Assad “snel hervormingen [moet] doorvoeren.” [13] De zachtaardige verklaring van Maliki, wiens Sjiietische moslimpartij nauwe banden heeft met het Sjiietische regime in Iran, moet pijnlijk zijn voor de VS. Scott Lucas, professor in Amerikaanse studies aan de universiteit van Birmingham (VK), meent dat Irak, dat een voorbeeldfunctie zou moeten vervullen van de Amerikaanse macht in de regio, in werkelijkheid de grenzen van die macht toon. “Een aaneenrijging van mislukkingen, Obama zit opgesloten in dezelfde logica als Bush,” aldus Lucas. Alles duidt erop dat de strijd om de macht in het Midden-Oosten - met of zonder is Bashar al-Assad in Syrië - nog niet is gestreden.

[1] Niall Green: “US, European powers demand resignation of Syria’s Assad
[3] International Business Times: “Russian President Medvedev visits Syria
[4] James Denselow: “Russia shows US how to deal with Syria
[5] M. K. Bhadrakumar: “Syria on the boil, US warship in Black Sea
[6] Partnership for Peace Information Management System (PIMS): “Sea Breeze 2011 Exercise
[7] Geopolitiek in perspectief: “De betekenis van de NAVO-top in Lissabon Deel 1”
[10] Wikipedia: “Bosporus
[12] Kaveh L Afrasiabi: “Tehran and Moscow cheek by jowl
[13] Flavia Krause-Jackson en Caroline Alexander: “Iraq’s‘Soft Line’ on Syria Snubs Obama Policy in Nod to Iran