maandag 13 december 2010
De betekenis van de NAVO-top in Lissabon
Deel 1: instemmende reacties
De traditioneel Trans-Atlantisch ingestelde media reageren lovend op de uitkomst van de top en zijn bijzonder lyrisch over de houding van de Russische president Medvedev. De Belgische krant De Standaard zet [1] de toon met: “Navo-landen zijn het eens over nieuwe strategie voor de toekomst”. Het blad citeert ontslagnemend premier Leterme: “De sfeer is fundamenteel veranderd, het [raketschild] is niet meer tegen de Russen gericht, we overleggen er zelfs met hen over”, maar plaatst geen kanttekeningen bij de geopolitieke consequenties die het raketschild voor Rusland kan hebben. De krant wijst erop dat alleen Turkije zich “nog openlijk tegen het idee uitsprak” en op het feit dat de NAVO de landen waartegen het raketschild bescherming moet bieden “top secret” houdt. Het blad voegt daar in één adem aan toe: “Iran is daar wellicht een van”, waarmee het zich kritiekloos aansluit bij de propaganda. Het raketschild is immers niet bedoeld tegen Iran of Noord-Korea, maar tegen China [2]. Iran stelt op het gebied van draagraketten weinig voor [3]: de middellangeafstandsraketten waarover het beschikt zouden theoretisch Israel kunnen bereiken, maar zijn onbetrouwbaar.
In een “nieuwanalyse” wijst [4] NRC Handelsblad erop dat sinds het aantreden van Obama het raketschild geen puur Amerikaans project meer is, maar een plan waaraan “de hele NAVO zou mee kunnen doen, en ook Rusland.” Met “Het raketschild moet het symbool worden voor nieuwe Oost-Westverhoudingen” doet de krant er nog een schepje bovenop, maar citeert wel de uitspraak van de Russische president Medvedev dat Rusland alleen blijft meedoen als gelijkwaardige partner die alle informatie krijgt, en stelt zich de vraag “wie precies zal besluiten tot een reactie op vijandelijke raketten, en hoe de communicatie daarover zal verlopen.” In een commentaarstuk toont [5] de krant zich positief over de samenwerking tussen de NAVO en Rusland in Afghanistan. Het stelt tevreden vast: “De NAVO wil eind 2014 uit Afghanistan vertrekken, al staat niet vast of dat geldt voor álle manschappen”, maar toont geen enkele reserve of dat wel kan lukken. En de opmerking “Het is uiteraard ook van belang dat Rusland nu instemt met de plannen van de NAVO om een raketschild te bouwen” lijkt een te positieve weergave van de werkelijkheid. De Russische president heeft aan het slot van de top immers de nodige reserves naar voren gebracht. Het commentaarstuk besluit met “het onlangs gesloten strategische kernwapenakkoord” dat Obama door de Senaat moet zien te slepen en wijst op oppositie in Rusland van “de ultrapatriottische vleugel rond premier Poetin”, zaken waar voor NRC “de doorbraak in Lissabon en de samenwerking in Afghanistan” een positieve bijdrage aan kan leveren.
Het meest positief en kritiekloos is Trouw. Voor deze Nederlandse krant kan het partnerschap tussen Rusland en de NAVO “eindelijk echt beginnen”. In een commentaarstuk [6] stelt het blad: “zowel onder Boris Jeltsin als onder diens opvolger Vladimir Poetin dreigden de Russen regelmatig met een terugkeer van de Koude Oorlog” en het jubelt dat er dankzij president Dmitri Medvedev op de Navo-top in Lissabon sprake kan zijn van “een werkelijke doorbraak.” De krant looft president Obama die de plannen van zijn voorganger terugdraaide en “de Russen [betrekt] bij de bouw van het schild, [dat] … nooit bedoeld [was] om het hoofd te bieden aan een dreiging uit Rusland… [maar om] Iraanse raketten tegen te houden.” Het blad bagatelliseert de kritische kanttekeningen van Medvedev die slechts “Russische inbreng” zou hebben gevraagd. Het stelt dat “de Navo en Rusland zich beide in die conclusie kunnen vinden”, wat voor de krant “een betekenis [heeft] die verder reikt dan het schild zelf”, waarbij het de Duitse bondskanselier Angela Merkel citeert, die gezegd zou hebben “dat de Koude Oorlog nu echt voorbij is.” De enige reserve die de krant maakt betreft de “nationalistische bezwaren [in Moskou] tegen banden met de Navo” en “de Republikeinen [in Washington, die] zich [keren] tegen het ontwapeningsverdrag Start”. Veelbetekenend voegt de krant daaraan toe: “Het zou bedroevend zijn als door die tegenstand de doorbraak van Lissabon op losse schroeven kwam te staan.”
Het Strategisch Concept [7] bevat enkele bedenkelijke passages. Onder “The Security Environment” zegt §11 dat terrorisme “een directe bedreiging [betekent] voor…de internationale stabiliteit en welvaart….” De betekenis wordt in de volgende zin duidelijk: “Extremistische groepen blijven zich naar en in gebieden van strategisch belang voor de Alliantie verspreiden…”. Aangezien men in het Amerikaans jargon “stabiliteit” moet lezen als “gehoorzaamheid aan de VS” en “terrorisme” als “verzet tegen VS agressie” betekent dit dat de NAVO offensief kan worden ingezet om “de internationale stabiliteit en welvaart” te vrijwaren. Dat een Afghanistan bis een optie blijft wordt in de §§ 23 en 24 onder “Security through Crisis Management” expliciet bevestigd. Maar het venijn zit in de staart. Onder “Reform and Transformation” zegt §37 dat de NAVO voldoende middelen [moet hebben].” Die middelen moeten “zo efficiënt en effectief mogelijk worden gebruikt” om de inzetbaarheid te optimaliseren, incl. “maatregelen om tegemoet te komen aan de doelstellingen voor bruikbaarheid”. Een eufemistische uitdrukking voor “buy American”. Het document besluit met een ode aan “de gedeelde waarden” en de plechtige uitspraak: “ons doel is de vrijheid en veiligheid van zijn leden te vrijwaren”. Gegeven de ervaring van het recente verleden lijkt de werkelijke drijfveer echter: bestendiging van het VS imperium, dat berust op diplomatieke en militaire dominantie [8] van de wereld.
The Washington Institute for Near East Policy [9] publiceert een lijvig artikel waarin het dwarsliggende Turkije op de korrel wordt genomen. Soner Cagaptay en J. Scott Carpenter wijzen [10] erop dat de Turks-Amerikaanse relatie niet langer als strategisch kan worden omschreven nu het buitenlands beleid van de regerende AKP steeds meer afwijkt van dat van Washington. Het antiamerikanisme dringt door in Turkije en de kritiek op het beleid van de AKP verdwijnt. De auteurs hopen op een “echte ommekeer” in het Turks buitenlands beleid, dat wel van binnenuit moet groeien. Nu de AKP het bij de verkiezingen van juli 2011 goed zal doen blijven de “uitdagingen die de partij de VS stelt overeind”. Om “dit probleem te lenigen” stellen de auteurs Washington een serie maatregelen voor, waaronder het “dramatisch opvoeren” van de rechtstreekse communicatie met de Turkse bevolking, een “verdubbeling van de Amerikaanse inspanningen om de toelatingsonderhandelingen met de EU te herstarten”, en Turkije erop te wijzen dat er een prijskaartje hangt aan het niet samenwerken met de VS”. Voor de auteurs moet “op het hoogste niveau” worden duidelijk gemaakt dat de VS “ongelukkig is met de koers van het bilateraal partnerschap”, waarbij Washington “prominent Turkse kandidaturen in multilaterale organisaties minder moet steunen, omdat de AKP zulke platformen in toenemende mate gebruikt om het beleid van de VS te ondermijnen”. “Bovendien”, zo besluiten de auteurs, “zou de VS achter de schermen kunnen werken aan inperking van Ankara’s pretenties dat Turkije bemiddelend kan optreden rond het Iran beleid en het Israel-Palestina conflict.”
In hetzelfde artikel stelt Osman Faruk Logoglu dat Turkije een “ongezonde koers vaart” omdat de huidige leiding “een wereldbeeld heeft dat zwaar wordt beïnvloed door Islamitische opvattingen”. De auteur meent dat Turkije onder deze omstandigheden “niet mag verwachten onderdeel van de Euro-Atlantische gemeenschap te blijven.” Toetreding tot de EU is nodig “voor het overleven van de democratie in Turkije, om maar te zwijgen over het secularisme”, aldus de auteur. Zijn collega Ian Lesser meent dat de VS en Turkije “op veel onderdelen geen natuurlijke bondgenoten” zijn. “Turkije ziet zich als een neo niet-gebonden land. Haar strategisch belang is na de Koude Oorlog ingeboet, zodat de Amerikaanse zorgen (bijvoorbeeld over het Iraanse nucleaire programma) geen weerklank vindt in Turkije”. De auteur wijst op de sterke economische groei van het land. De nieuwe welvaart geeft Turkije het nodige zelfvertrouwen. Ondanks de Amerikaans-Turkse samenwerking op het vlak van defensie is de economische relatie uiterst onderontwikkeld. Die heeft dezelfde omvang als bijvoorbeeld die met Syrië. De VS zou daar werk van moeten maken, een inspanning van tientallen jaren.
[1] Annelien De Greef: “'Historische' Navo-bezinning”
[2] Paul Lookman: “Hoe grootmacht Amerika zijn dominante positie probeert te vrijwaren”
[3] Ibid: “Betekent een nucleair Iran een existentiële bedreiging voor Israel?”
[4] Petra de Koning: “NAVO en Rusland door raketschild tot elkaar”
[5] “Trefpunt Afghanistan”
[6] “Partnerschap tussen Rusland en Navo kan eindelijk echt beginnen”
[7] “Strategic Concept For the Defence and Security of The Members of the North Atlantic Treaty Organisation”
[8] Jacob G. Hornberger: “Why They Hate WikiLeaks”
[9] The Washington Institute for Near East Policy werd in 1985 opgericht door het American Israel Public Affairs Committee, de Israel Lobby in Amerika. Het instituut zou ook nauwe relaties met de CIA onderhouden.
[10] Soner Cagaptay, J. Scott Carpenter, Osman Fraud Logoglu en Ian Lesser: “Regenerating the U.S.-Turkey Partnership”
Dit artikel maakt deel uit van een serie van vijf:
maandag 6 december 2010: De NAVO-top in Lissabon
maandag 13 december 2010: De betekenis van de NAVO-top in Lissabon Deel 1: instemmende reacties
maandag 20 december 2010: De betekenis van de NAVO-top in Lissabon Deel 2: kritische kanttekeningen
zondag 26 december 2010: De betekenis van de NAVO-top in Lissabon Deel 3: regelrechte afwijzing
zaterdag 1 januari 2011: NAVO 3.0 en de machtsverhoudingen in de wereld
De traditioneel Trans-Atlantisch ingestelde media reageren lovend op de uitkomst van de top en zijn bijzonder lyrisch over de houding van de Russische president Medvedev. De Belgische krant De Standaard zet [1] de toon met: “Navo-landen zijn het eens over nieuwe strategie voor de toekomst”. Het blad citeert ontslagnemend premier Leterme: “De sfeer is fundamenteel veranderd, het [raketschild] is niet meer tegen de Russen gericht, we overleggen er zelfs met hen over”, maar plaatst geen kanttekeningen bij de geopolitieke consequenties die het raketschild voor Rusland kan hebben. De krant wijst erop dat alleen Turkije zich “nog openlijk tegen het idee uitsprak” en op het feit dat de NAVO de landen waartegen het raketschild bescherming moet bieden “top secret” houdt. Het blad voegt daar in één adem aan toe: “Iran is daar wellicht een van”, waarmee het zich kritiekloos aansluit bij de propaganda. Het raketschild is immers niet bedoeld tegen Iran of Noord-Korea, maar tegen China [2]. Iran stelt op het gebied van draagraketten weinig voor [3]: de middellangeafstandsraketten waarover het beschikt zouden theoretisch Israel kunnen bereiken, maar zijn onbetrouwbaar.
In een “nieuwanalyse” wijst [4] NRC Handelsblad erop dat sinds het aantreden van Obama het raketschild geen puur Amerikaans project meer is, maar een plan waaraan “de hele NAVO zou mee kunnen doen, en ook Rusland.” Met “Het raketschild moet het symbool worden voor nieuwe Oost-Westverhoudingen” doet de krant er nog een schepje bovenop, maar citeert wel de uitspraak van de Russische president Medvedev dat Rusland alleen blijft meedoen als gelijkwaardige partner die alle informatie krijgt, en stelt zich de vraag “wie precies zal besluiten tot een reactie op vijandelijke raketten, en hoe de communicatie daarover zal verlopen.” In een commentaarstuk toont [5] de krant zich positief over de samenwerking tussen de NAVO en Rusland in Afghanistan. Het stelt tevreden vast: “De NAVO wil eind 2014 uit Afghanistan vertrekken, al staat niet vast of dat geldt voor álle manschappen”, maar toont geen enkele reserve of dat wel kan lukken. En de opmerking “Het is uiteraard ook van belang dat Rusland nu instemt met de plannen van de NAVO om een raketschild te bouwen” lijkt een te positieve weergave van de werkelijkheid. De Russische president heeft aan het slot van de top immers de nodige reserves naar voren gebracht. Het commentaarstuk besluit met “het onlangs gesloten strategische kernwapenakkoord” dat Obama door de Senaat moet zien te slepen en wijst op oppositie in Rusland van “de ultrapatriottische vleugel rond premier Poetin”, zaken waar voor NRC “de doorbraak in Lissabon en de samenwerking in Afghanistan” een positieve bijdrage aan kan leveren.
Het meest positief en kritiekloos is Trouw. Voor deze Nederlandse krant kan het partnerschap tussen Rusland en de NAVO “eindelijk echt beginnen”. In een commentaarstuk [6] stelt het blad: “zowel onder Boris Jeltsin als onder diens opvolger Vladimir Poetin dreigden de Russen regelmatig met een terugkeer van de Koude Oorlog” en het jubelt dat er dankzij president Dmitri Medvedev op de Navo-top in Lissabon sprake kan zijn van “een werkelijke doorbraak.” De krant looft president Obama die de plannen van zijn voorganger terugdraaide en “de Russen [betrekt] bij de bouw van het schild, [dat] … nooit bedoeld [was] om het hoofd te bieden aan een dreiging uit Rusland… [maar om] Iraanse raketten tegen te houden.” Het blad bagatelliseert de kritische kanttekeningen van Medvedev die slechts “Russische inbreng” zou hebben gevraagd. Het stelt dat “de Navo en Rusland zich beide in die conclusie kunnen vinden”, wat voor de krant “een betekenis [heeft] die verder reikt dan het schild zelf”, waarbij het de Duitse bondskanselier Angela Merkel citeert, die gezegd zou hebben “dat de Koude Oorlog nu echt voorbij is.” De enige reserve die de krant maakt betreft de “nationalistische bezwaren [in Moskou] tegen banden met de Navo” en “de Republikeinen [in Washington, die] zich [keren] tegen het ontwapeningsverdrag Start”. Veelbetekenend voegt de krant daaraan toe: “Het zou bedroevend zijn als door die tegenstand de doorbraak van Lissabon op losse schroeven kwam te staan.”
Het Strategisch Concept [7] bevat enkele bedenkelijke passages. Onder “The Security Environment” zegt §11 dat terrorisme “een directe bedreiging [betekent] voor…de internationale stabiliteit en welvaart….” De betekenis wordt in de volgende zin duidelijk: “Extremistische groepen blijven zich naar en in gebieden van strategisch belang voor de Alliantie verspreiden…”. Aangezien men in het Amerikaans jargon “stabiliteit” moet lezen als “gehoorzaamheid aan de VS” en “terrorisme” als “verzet tegen VS agressie” betekent dit dat de NAVO offensief kan worden ingezet om “de internationale stabiliteit en welvaart” te vrijwaren. Dat een Afghanistan bis een optie blijft wordt in de §§ 23 en 24 onder “Security through Crisis Management” expliciet bevestigd. Maar het venijn zit in de staart. Onder “Reform and Transformation” zegt §37 dat de NAVO voldoende middelen [moet hebben].” Die middelen moeten “zo efficiënt en effectief mogelijk worden gebruikt” om de inzetbaarheid te optimaliseren, incl. “maatregelen om tegemoet te komen aan de doelstellingen voor bruikbaarheid”. Een eufemistische uitdrukking voor “buy American”. Het document besluit met een ode aan “de gedeelde waarden” en de plechtige uitspraak: “ons doel is de vrijheid en veiligheid van zijn leden te vrijwaren”. Gegeven de ervaring van het recente verleden lijkt de werkelijke drijfveer echter: bestendiging van het VS imperium, dat berust op diplomatieke en militaire dominantie [8] van de wereld.
The Washington Institute for Near East Policy [9] publiceert een lijvig artikel waarin het dwarsliggende Turkije op de korrel wordt genomen. Soner Cagaptay en J. Scott Carpenter wijzen [10] erop dat de Turks-Amerikaanse relatie niet langer als strategisch kan worden omschreven nu het buitenlands beleid van de regerende AKP steeds meer afwijkt van dat van Washington. Het antiamerikanisme dringt door in Turkije en de kritiek op het beleid van de AKP verdwijnt. De auteurs hopen op een “echte ommekeer” in het Turks buitenlands beleid, dat wel van binnenuit moet groeien. Nu de AKP het bij de verkiezingen van juli 2011 goed zal doen blijven de “uitdagingen die de partij de VS stelt overeind”. Om “dit probleem te lenigen” stellen de auteurs Washington een serie maatregelen voor, waaronder het “dramatisch opvoeren” van de rechtstreekse communicatie met de Turkse bevolking, een “verdubbeling van de Amerikaanse inspanningen om de toelatingsonderhandelingen met de EU te herstarten”, en Turkije erop te wijzen dat er een prijskaartje hangt aan het niet samenwerken met de VS”. Voor de auteurs moet “op het hoogste niveau” worden duidelijk gemaakt dat de VS “ongelukkig is met de koers van het bilateraal partnerschap”, waarbij Washington “prominent Turkse kandidaturen in multilaterale organisaties minder moet steunen, omdat de AKP zulke platformen in toenemende mate gebruikt om het beleid van de VS te ondermijnen”. “Bovendien”, zo besluiten de auteurs, “zou de VS achter de schermen kunnen werken aan inperking van Ankara’s pretenties dat Turkije bemiddelend kan optreden rond het Iran beleid en het Israel-Palestina conflict.”
In hetzelfde artikel stelt Osman Faruk Logoglu dat Turkije een “ongezonde koers vaart” omdat de huidige leiding “een wereldbeeld heeft dat zwaar wordt beïnvloed door Islamitische opvattingen”. De auteur meent dat Turkije onder deze omstandigheden “niet mag verwachten onderdeel van de Euro-Atlantische gemeenschap te blijven.” Toetreding tot de EU is nodig “voor het overleven van de democratie in Turkije, om maar te zwijgen over het secularisme”, aldus de auteur. Zijn collega Ian Lesser meent dat de VS en Turkije “op veel onderdelen geen natuurlijke bondgenoten” zijn. “Turkije ziet zich als een neo niet-gebonden land. Haar strategisch belang is na de Koude Oorlog ingeboet, zodat de Amerikaanse zorgen (bijvoorbeeld over het Iraanse nucleaire programma) geen weerklank vindt in Turkije”. De auteur wijst op de sterke economische groei van het land. De nieuwe welvaart geeft Turkije het nodige zelfvertrouwen. Ondanks de Amerikaans-Turkse samenwerking op het vlak van defensie is de economische relatie uiterst onderontwikkeld. Die heeft dezelfde omvang als bijvoorbeeld die met Syrië. De VS zou daar werk van moeten maken, een inspanning van tientallen jaren.
[1] Annelien De Greef: “'Historische' Navo-bezinning”
[2] Paul Lookman: “Hoe grootmacht Amerika zijn dominante positie probeert te vrijwaren”
[3] Ibid: “Betekent een nucleair Iran een existentiële bedreiging voor Israel?”
[4] Petra de Koning: “NAVO en Rusland door raketschild tot elkaar”
[5] “Trefpunt Afghanistan”
[6] “Partnerschap tussen Rusland en Navo kan eindelijk echt beginnen”
[7] “Strategic Concept For the Defence and Security of The Members of the North Atlantic Treaty Organisation”
[8] Jacob G. Hornberger: “Why They Hate WikiLeaks”
[9] The Washington Institute for Near East Policy werd in 1985 opgericht door het American Israel Public Affairs Committee, de Israel Lobby in Amerika. Het instituut zou ook nauwe relaties met de CIA onderhouden.
[10] Soner Cagaptay, J. Scott Carpenter, Osman Fraud Logoglu en Ian Lesser: “Regenerating the U.S.-Turkey Partnership”
Dit artikel maakt deel uit van een serie van vijf:
maandag 6 december 2010: De NAVO-top in Lissabon
maandag 13 december 2010: De betekenis van de NAVO-top in Lissabon Deel 1: instemmende reacties
maandag 20 december 2010: De betekenis van de NAVO-top in Lissabon Deel 2: kritische kanttekeningen
zondag 26 december 2010: De betekenis van de NAVO-top in Lissabon Deel 3: regelrechte afwijzing
zaterdag 1 januari 2011: NAVO 3.0 en de machtsverhoudingen in de wereld
Labels:
Afghanistan,
China,
EU,
Europa,
Internationale organisaties,
Iran,
Koreaans schiereiland,
NAVO,
Rusland,
Turkije,
VS
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Alweer een uitstekend artikel op Geopolitiek in perspectief, dit Deel 1 van 'De betekenis van de NAVO-top in Lissabon'. Met instemming gelezen, en toch een kritische opmerking m.b.t. deze observatie in de vierde alinea:
'Aangezien men in het Amerikaans jargon “stabiliteit” moet lezen als “gehoorzaamheid aan de VS” en “terrorisme” als “verzet tegen VS agressie” betekent dit dat de NAVO offensief kan worden ingezet om “de internationale stabiliteit en welvaart” te vrijwaren.' Ik zou mij kunnen voorstellen dat in het Amerikaanse jargon sprake is van "verzet tegen VS-invloed", ook al zullen velen in de landen waar Amerika invloed uitoefent, die invloed als agressie ervaren en ook zo noemen. Maar dan is sprake van het jargon van die landen waar Amerika zich misdraagt door er troepen heen te sturen die allereerst Amerikaanse belangen (economische en politieke) dienen. Lang leve het kleine onderscheid.
Een reactie posten