zaterdag 25 september 2010

Chas Freeman: forceer een doorbraak in het vredesproces Israel-Palestina

Bewerkte samenvatting van de speech van voormalig VS ambassadeur in Saudi Arabië Chas Freeman op 1 september 2010 in Oslo.

Deel 2: het falen van Amerika als honest broker


Waarom werkt het Amerikaanse Midden-Oosten beleid niet? Daartoe moet men vooral kijken naar het eindeloze “vredesproces”. Tijdens de Koude Oorlog was de schijn van een onpartijdige Amerikaanse zoektocht naar vrede in het Heilige Land de prijs voor invloed in het Midden-Oosten. Het verschafte conservatieve Arabische regeringen ook politieke dekking om hun verontwaardiging over de Amerikaanse steun aan Israel voor zich te houden. Zo kon men zich samen met het Westen afschermen tegen het Sovjet communisme. En kon Amerika in zijn relaties met Israel en de Arabieren van twee walletjes eten. En het mobiliseerde binnenlandse Joodse steun voor Amerikaanse presidenten. Het afgelopen decennium is van een “vredesproces” onder auspiciën van de VS hoegenaamd geen sprake geweest. Het bleef als fantoom overeind, zodat niemand hoefde toe te geven dat het in feite dood en begraven was.

Maar zelfs de schijn van een “vredesproces” was nuttig. Het gaf de bedriegers dekking en stelde de pers tevreden. Zij die baat hadden bij de status quo kregen een excuus om niets te doen. En het verschafte werk aan beroeps-“vredestichters”. De Israëli’s konden het buitenland zand in de ogen strooien op de momenten waarop zij Palestijnen uit hun huis zetten, een half miljoen Joden in nederzettingen in bezet gebied installeerden, en Palestijns gebied bij Jeruzalem aanhechtten. Palestijnse leiders hadden ook reden om met het “vredesproces” te collaboreren. Meewerken aan de schijnvertoning leverde internationale begunstiging en Israëlische steun op, waarmee zij hun status in de bezette gebieden konden behouden. Zij kregen toegang tot de media en mochten al eens naar Washington reizen. De VS werkte mee aan het hypocriete “Midden-Oosten vredesproces” om geloofwaardigheid in de Arabische en Islamitische wereld - en steun van de immer royale Joodse gemeenschap in Amerika - te behouden.

Het heeft anderhalf jaar diplomatie van VS speciaal afgezant George Mitchell gevergd om partijen aan tafel te krijgen. Of de spelers het nu over een andere boeg gooien blijft de vraag. De regering Obama zet dezelfde impresario’s in, zonder draaiboek. In Camp David in 2000 kostte dat beide delegatieleiders hun politiek gezag. Het resultaat was geen vrede, maar escalerend geweld. Partijen komen nu opdraven om - aan de vooravond van de tussentijdse verkiezingen in de VS - het gezicht van president Obama te redden, niet om de zaken tot een goed einde te brengen. De problemen met dit nieuwe hoofdstuk uit het “vredesproces” zijn fundamenteel. Het Likud Handvest verwerpt een Palestijnse staat ten westen van de Jordaan en bepaalt dat “de Palestijnen in vrijheid kunnen leven, maar niet als soevereine staat”. De Israëlische regering is zowel aan dat Handvest als aan de Joodse heilige oorlog om Palestijns gebied gebonden. Het is uit op verdere gebiedsuitbreiding en heeft geen enkel belang om die te ruilen voor vrede. Het voelt zich niet gebonden aan VN resoluties, afspraken bij vorige onderhandelingen, de Road Map of het principe van een “twee-staten oplossing”.

Alleen beëindiging van de Israëlische bezetting kan de waardigheid van de Palestijnen herstellen en zorgen voor veiligheid. Maar de onderhandelingsmarge van hun onderhandelaars wordt bepaald door Israel en de VS en berust niet op hun aanzien bij de Palestijnen. De autoriteit van Fatah, dat maar een deel bestuurt van Palestina, werd bij de laatste verkiezingen verworpen. Mahmoud Abbas blijft in het zadel bij de gratie van de Israëlische bezetter en de VS. Die werken liever met hem dan met een gemandateerde regering. Abbas, wiens termijn al lang verstreken is, zit een parlement voor waarvan de invloedrijkste leden in Israel gevangen zitten. Sinds 2 september onderhandelen dus de onverschilligen met de mandaatlozen. De gesprekspartners zijn een sterk aan internationale geloofwaardigheid ingeboet Amerika ter wille. Om partijen aan tafel te krijgen moest Washington een beroep doen op de bescheiden reputatie van andere spelers: de EU, Rusland en de VN. De gesprekken vinden plaats onder de auspiciën van een Amerikaanse president die door de Israëlische premier openlijk werd vernederd over een kernpunt in het geschil: de annexatie van Palestijns gebied.

Het “vredesproces” heeft altijd gespot met termijnen. Sinds de Camp Davis akkoorden van 1979 zijn allerlei beloftes gedaan. In Oslo werd een termijn van vijf jaar vastgelegd. De huidige besprekingen kunnen maar resultaat opleveren als de internationale gemeenschap dit maal vasthoudt aan de termijn van een jaar. Maar er komt pas vrede als lang vermeden onderwerpen worden aangepakt. Vrede is vooral interessant voor de partij die bij machte is om die met geweld te verbreken. Vrede kan men niet opleggen. Vrede komt niet duurzaam tot stand in afwezigheid van Hamas, dat langs democratische weg het mandaat verwierf om de Palestijnse bevolking te vertegenwoordigen. Egypte en Jordanië zijn slechts waarnemers, zij voegen niets toe aan hun vredesakkoorden met Israel, akkoorden die tot stand kwamen mits verlening van zelfbeschikkingsrecht voor de Palestijnen, wat Israel consequent negeerde.

Waar Joodse activisten zwaar doorwegen in de Amerikaanse delegatie staat de Palestijnse diaspora buitenspel. Ook de Arabische Liga en Saudi Arabië, auteur van het vredesinitiatief van 2002, blijven weg. Een van de redenen is het gebrek aan samenhang in politieke cultuur en onderhandelingstechniek tussen Israëli’s, Arabieren en Amerikanen. Israel en de VS zijn nooit ingegaan op het Arabische vredesinitiatief van 2002 dat normalisatie van de betrekkingen in het vooruitzicht stelde. Nu lijken de VS en het Kwartet zich het Arabische aanbod toe te eigenen, waarbij ze de eerste vereiste - het sluiten van een overeenkomst met de Palestijnen - naast zich neerleggen en zonder blikken of blozen nieuwe eisen naar voren schuiven. Zo is de eis op erkenning van het “bestaansrecht” van Israel voor Arabieren beledigend. Daarmee vraagt men iets wat de inpassing van een Joodse staat in het Midden-Oosten overstijgt. Men vraagt de Arabieren erkenning van de status quo. De Arabieren moeten het Zionisme omarmen alvorens Israel zijn expansie laat varen en vrede aanvaardt. Dat zijn zaken die men niet kan vragen.

Arabieren en Moslims die de Europese geschiedenis kennen kunnen aanvaarden dat het Europees antisemitisme de oprichting van een thuisland voor getraumatiseerde Europese Joden rechtvaardigt. Maar men mag hen niet vragen impliciet de gedwongen verdrijving van Palestijnse Arabieren te aanvaarden. Dat geldt ook voor de erkenning dat verzet daartegen verwerpelijk was en is. Voor de Palestijnen is de eis om een Joodse staat te erkennen nog voor de grenzen vastliggen een sluwe poging om hun akkoord te verwerven met de eenzijdige Israëlische gebiedsuitbreiding. Het feit dat de VS elke Palestijnse bekommernis over het Israëlische optreden afdoet als antisemitisme werkt dat in de hand. In plaats van in te gaan op de Arabische kritiek sporen de Amerikaanse onderhandelaars de Arabieren aan om gebaren van goede wil naar Israel te maken, om hen te helpen zich over hun op de Holocaust geïnspireerde politieke neurose heen te zetten en risico’s te nemen om tot vrede te komen. Maat dit beroep op Arabische psychotherapie voor Israëli’s stuit op ongeloof. Het etaleert Washington’s sympathie voor de Israëli’s en arrogantie ten opzichte van de Arabieren.

Het beroep op Arabische edelmoedigheid ter compensatie van Amerikaanse lafhartigheid overtuigt niet. Dat verklaart de afwezigheid van de Saudi’s en andere Arabieren. Zij zijn in voor waardige, formele besprekingen op basis van wederzijds respect (Arabisch: mufaawadhat), niet voor een partijtje sjacheren (Arabisch: musaawama). De Egyptische president Anwar Sadat reisde destijds naar Jeruzalem om een proces van mufaawadhat van de grond te tillen, net als het Arabische vredesinitiatief van 2002. Dat vroeg om weerklank in dezelfde toonsoort. Maar de Israëlische poging om te marchanderen wordt enkel als een beledigend gebrek aan meegaandheid opgevat. Dat zegt iets over de kwaliteit van de diplomatie. De Amerikanen hebben veel empathie en expertise over Israel, maar een tergend manco hieraan over de Arabieren. Het sterk militaristische karakter van het Midden-Oosten beleid van Amerika draagt nog bij aan de problematiek. Vroeger telde de Amerikaanse diplomatieke dienst heel wat Arabisten, mensen die begrip en empathie cultiveerden bij Arabische leiders. Nu moet men die met een lantaarntje zoeken. En dat belooft weinig goeds.
  

vrijdag 24 september 2010

Chas Freeman: forceer een doorbraak in het vredesproces Israel-Palestina

Bewerkte samenvatting van de speech van voormalig VS ambassadeur in Saudi Arabië Chas Freeman op 1 september 2010 in Oslo.

Deel 1: enkele achtergronden


Het conflict Israel-Palestina houdt de wereld steeds meer bezig. Begonnen in de context van het Europees kolonialisme, groeide na de koloniale periode de spanning tussen de Israëli’s en de Palestijnen die werden verdreven uit tot een bron van radicalisering en instabiliteit in de Arabische wereld. Het conflict zette aan tot escalerend terrorisme tegen de Israëli’s en hun bondgenoten, wat uitgroeide tot mondiale strijd. Daarbij wordt het steeds moeilijker het onderscheid te maken tussen een oorlog tussen godsdiensten en een conflict tussen beschavingen. Met vallen en opstaan heeft de VS in dit geschil de sleutelrol gespeeld. De Amerikaanse politiek kan de haat in het Midden Oosten aanwakkeren of sussen. Maar de VS hield zich eerder met het proces bezig dan met de inhoudelijke aspecten. Het verzuimde om essentiële partijen bij de problematiek te betrekken. Het trad op namens Israel om internationale steun tegen te houden in plaats van te verwerven. De Amerikaanse aanpak bevorderde het Israëlisch expansionisme in plaats van de vrede. Welnu, er zijn alternatieven voor het recent hervatte vredesoverleg, er is een rol weggelegd voor andere mogendheden om hier vorm aan te geven.

Dertig jaar geleden duwde Jimmy Carter in Camp David Israel door de deur naar vrede die Anwar Sadat van Egypte had opengezet. Twintig jaar geleden zette vader Bush Israel aan tot onderhandelen met de Palestijnse leiders, wat leidde tot de Oslo besprekingen. Hoewel nog altijd veel machtiger dan andere landen lijkt het erop dat de VS niet langer de steun van andere landen kan verwerven om zaken gedaan te krijgen. Dat is nergens duidelijker dan in het Midden Oosten. Ruim vier decennia heeft Israel dankzij de steun van de VS de regio militair kunnen domineren en zijn welvaart verder kunnen uitbouwen. Dankzij zijn invloed in de Amerikaanse politiek kon het de toepassing van het internationale recht blokkeren en zich beschermen tegen politieke tegenkanting over zijn optreden. Onbetwiste Amerikaanse steun heeft het Israel mogelijk gemaakt voorrang te geven aan de annexatie van steeds meer land boven het zoeken naar een modus vivendi met de Palestijnen en de andere Arabieren. Gewelddadig verzet van de ontheemden, noch buitenlandse tegenkanting konden de opeenvolgende Israëlische regeringen in moeilijkheden brengen, laat staan de voorrang aan land boven vrede doorbreken.

Ironisch genoeg zijn ook de Palestijnen afhankelijk geworden van Amerika. Daarmee heeft Israel een machtspositie verworven. Zo lukte het de Palestijnse leiders niet om een einde te maken aan de bezetting, aan de vernietiging van eigendom, aan de etnische zuivering en aan tal van andere vernederingen. Evenmin konden zij hun opsluiting in afgegrendelde getto’s op de Westelijke Jordaanoever en Gaza voorkomen. Ondanks deze schrikbarende reeks fiasco’s blijft het Amerikaanse monopolie op het aansturen van het vredesproces onbetwist. Sinds het eind van de Koude Oorlog is Rusland, dat ooit wedijverde om invloed in de regio, in onmacht vervallen. De vroegere koloniale mogendheden uit de EU, de grondleggers van het conflict, bleven handenwringend langs de zijlijn, tevreden dat Amerika het voortouw nam. Ook China, India en andere Aziatische mogendheden hielden zich afzijdig. Iran heeft de Palestijnse zaak opgepakt zonder die vooruit te helpen. En tot recent hield ook Turkije zich niet met het conflict bezig.

De Arabieren hebben slechts bij wijze van uitzondering, zoals bij het olie-embargo, hun verbaal verzet tegen Israel kracht bijgezet met daadwerkelijk optreden. Egypte en Jordanië hebben zich geschikt in een impopulaire coëxistentie met Israel, die nu enkel nog overeind wordt gehouden dankzij Amerikaanse subsidiëring. Maar Saudi Arabië heeft tot tweemaal toe Israel concessies voorgesteld in ruil voor een akkoord met de Palestijnen. Maar globaal hebben de Arabische regeringen de verachting van de Palestijnen en van hun eigen bevolkingen over zich afgeroepen wegens hun gebrek aan serieus engagement. Over het algemeen vroegen de Arabische leiders Amerika bedeesd om het Israel-Palestina probleem voor hen op te lossen, om tegelijk onderdanig te vissen naar Amerikaanse bescherming tegen Israel, elkaar, Iran en in sommige gevallen hun eigen steeds gefrustreerder rakende onderdanen.

De Islam legt heersers de taak op om voor gelovigen op te komen. De verbolgenheid van de Moslim Arabieren wegens het falen van hun elitaire bestuurders om aan deze normen te voldoen voedt het terrorisme dat niet alleen gericht is tegen Israel, maar ook tegen de VS en Arabische staten die met de VS worden geassocieerd. 9/11 was deels een vergelding voor de Amerikaanse medeplichtigheid aan het wrede optreden van Israel tegen Palestijnen en andere Arabieren. Die werd gerechtvaardigd als een aanval tegen Washington’s bescherming van Arabische regeringen die bereid waren de Amerikaanse bijdrage aan het lijden van Arabieren door de vingers te zien. Als antwoord op de aanval schortte de VS elke inspanning op om tot vrede in het Heilige Land te komen, het viel Afghanistan en Irak binnen en hield die landen bezet. Een reactie die de terroristen alleen maar aanzette om hun aanslagen op Amerika en zijn bondgenoten op te voeren. Intussen is de oorlog tussen Amerikanen en radicale Moslims uitgewaaierd naar Pakistan, Yemen, Somalië en andere landen. En Israel wil al jaren Iran toevoegen aan de reeks landen waarmee Amerika in oorlog is. Die oproep weerklinkt ook bij Zionisten en neoconservatieven in de VS.

Het toenemende gewapend optreden van Amerika in Moslimlanden heeft de anti-Amerikaanse gevoelens aangewakkerd en de uitzaaiing van terrorisme versneld. Daardoor ziet een groeiende meerderheid van de 1,6 miljard Moslims in de wereld de VS als bedreiging van hun geloof, hun levensstijl, hun vaderland en hun persoonlijke veiligheid. Intussen stellen Amerikaanse populisten en Europese xenofoben de Islam in zijn algemeenheid en al zijn volgelingen voor als terroristen en extremisten. Daarmee ondergraven zij elk argument van vrijzinnige en centrumgeoriënteerde Moslims tegen de intolerantie van hun geloofsgenoten die terrorisme als legitiem beschouwen. De recente demagogie rond het - als moskee op Ground Zero afgeschilderde - Islamitisch cultureel centrum in New York duidt erop dat het racisme en de Islamofobie van Israëlische politici besmettelijk is. Dat holt elk politiek argument tegen religieuze extremisten uit.

De onmacht van president Obama om dit patroon te doorbreken moet een enorme persoonlijke teleurstelling voor hem zijn. Bij zijn aantreden was hij vastbesloten om nieuwe banden te smeden met de Arabische en Moslimwereld. Zijn eerste interview met de internationale media was met een Arabisch TV station. Hij reikte Iran de hand. Hij hield een overtuigende toespraak voor het Turks parlement. Hij gaf in Cairo een boodschap van verzoening voor alle Moslims af. Hij legde het verband tussen het onrecht in het Heilige Land en de vervreemding van de Moslims van het Westen. Weinigen betwijfelen de oprechtheid van Obama. Maar geen van zijn initiatieven heeft tot een geloofwaardige ombuiging van het beleid geleid. Een analyse van de kloof tussen retoriek en daden is een hoofdstuk apart. De Amerikaanse kiezers geven hier 2 november hun oordeel over. Het staat vast dat zij de situatie in het Heilige Land, Irak, Afghanistan en omliggende gebieden in belangrijke mate laten meewegen.
  

donderdag 23 september 2010

Het vredesproces Israel-Palestina

De boodschap van Chas Freeman uitgewerkt in drie delen

Onder de titel “America’s Faltering Search for Peace in the Middle East: Openings for Others?” hield voormalig VS ambassadeur in Saudi Arabië Chas Freeman op 1 september een toespraak voor een groep stafleden van het Noorse ministerie van Buitenlandse Zaken en leden van het Noorse Instituut voor Internationale Aangelegenheden. De oud-ambassadeur staat bekend om zijn frisse ideeën en directe taalgebruik (zie ook het artikel “God bless America” van 20 april 2010), terwijl de Noren uitblonken met hun baanbrekende diplomatieke initiatieven in het Israel-Palestina conflict.

De Declaratie van Principes die in 1993 in Oslo werd uitgewerkt was de laatste face-to-face onderhandeling tussen Israeli’s en Palestijnse Arabieren die positieve resultaten opleverde. De Oslo akkoorden waren een echte stap op weg naar vrede, niet een nieuw bedrieglijk pseudo-gebeuren in een eindeloos onproductief zogenaamd “vredesproces”.

Nu we kunnen vaststellen dat die stap in Oslo van 1993 op weg naar vrede werd gevolgd door verschillende stappen achterwaarts kunnen we veel leren als we ons verdiepen in de vraag waarom dat gebeurde. Ambassadeur Freeman reikt daartoe het nodige materiaal aan. Hij maakt duidelijk dat Amerika overtuigend heeft bewezen geen honest broker te kunnen zijn en komt aan het slot van zijn betoog met een viertal interessante, praktische voorstellen die op korte termijn een doorbraak kunnen forceren. Reden genoeg om de speech van de ambassadeur eens goed te analyseren en in bewerkte vorm samen te vatten. Wegens de omvang van dit dossier gebeurt dat op Geopolitiek in perspectief in drie delen. Het eerste deel verschijnt morgen, de andere delen telkens een dag later.

Aan deel 1, dat een beeld schets van de achtergronden, gaat vandaag het op video vastgelegde sfeerbeeld “Palestina” van de hand van de Italiaanse cineast en video journalist Leon Gaig vooraf. De voice over is in het Italiaans, een taal die misschien niet iedereen machtig is. De beelden zijn echter dermate indrukwekkend en hoogkwalitatief dat die de boodschap ook zonder tekst duidelijk overbrengen.

 
  

dinsdag 21 september 2010

After the Referendum: Turkey Headed Toward EU Membership

(This article first appeared on September 17, 2010, in the Dutch version Turkije in de EU: een belangrijke aanwinst".)


In last week’s referendum, a clear majority of Turkish voters accepted 26 reform proposals to improve democratic rule in Turkey. With a solution of the Kurd and Cyprus issues, this paves the way for Turkey to join the EU. This development should be applauded.

Turkey, a country which since 1962 attempts to join the European Union, is little known and understood in the West. It is unfortunate that the September 12 referendum on a new constitution has generated little interest here. Its result is an important indicator of the path Turkey intends to take, as it moves away from a government dominated by the army toward becoming a Western style democracy. Today, the Turkish military is not subject to civil jurisdiction. And - under pressure from the generals - the judiciary can outlaw any religious or separatist political party that it deems a threat to the military model of a secular state.

In the referendum, organized by the moderate Islamic Prime Minister Recep Erdogan, voters were asked to approve of the option to try the military in civilian courts and to transfer the right to ban political parties to parliament. Erdogan's opponents see in the proposed reforms a hidden agenda to overthrow the secular state established by Kemal Ataturk, the founder of modern Turkey in 1920 after the fall of the Ottoman Empire. Although Erdogan is religious, there is no evidence of anti-democratic intentions on his part. On the contrary, most initiatives of the Prime Minister, such as consultations with Kurdish separatists, were far better than the oppressive policies of his more secular predecessors.

Turkey's accession to the European Union merits support. Anchored in the West, the country would be a significant acquisition demographically, as well as in security and in geopolitical terms. This vision however is scarcely shared in Europe. Some objections are based on racism and Islamophobia. Other opposition is better founded: Europe should not compromise on democracy and human rights to allow Turkey’s entry. These concerns are largely appeased by the referendum: 58% of the Turkish electorate voted for the package of 26 constitutional amendments. These provide for an expansion of the Constitutional and Supreme Courts, strengthening of the right to equality, privacy, collective bargaining and child protection, expansion of the jurisdiction of civilian courts over military courts, and abolishment of the immunity of the junta that ruled Turkey following the military coup of 1980.

Despite his success in the referendum, Erdogan's opponents keep insisting that these measures polarize Turkish society. The new appointment procedures would allow the Justice and Development Party (AKP) to acquire control over the judiciary. The fear that the AKP intends to transform Turkey into a radical Islamic state seems unfounded. Erdogan, who was still critical of the EU and NATO as recently as the 1990s, has changed his mind. Today, one should judge him on the basis of what he has achieved since taking office. And that is indeed impressive. In a country with a long tradition of repression and coups, a small revolution has taken place, in a democratic fashion and without causing bloodshed. A system that had been ruled since 1960 by judges and generals, is being reformed by democratic means. The result of the referendum was a boost for the stock market, raising expectations there, based on the assumption that the AKP now has a good chance of winning a third term in 2012.

Turkey is making progress in its foreign policy as well, whether the EU opens the door or not. Traditional rivals like Russia and Iran are particularly pleased with the mediating role Turkey plays in the region. Since the incident with the aid convoy, Turkey has actively championed the Palestinians besieged in Gaza, while keeping its relations with Israel intact. The changes to its democratic and economic governance allow Turkey not only to take steps towards Europe, but also to strengthen its relationships in the Middle East. This is a development that should be welcomed.

But Turkey has still to resolve a number of matters. With 42% of respondents having voted against the reforms, many ideological divisions must still be overcome. The referendum has paved the way for a new constitution, and Prime Minister Erdogan seems determined to push it through parliament during the coming months. To this end, he will have to achieve a consensus on the 26 reform proposals at issue in the referendum, and on political reforms to promote Turkey’s chances of joining the EU. He must also solve the Cyprus issue and grant the Kurds greater rights. These are key challenges for all involved. Reaching a consensus in Turkey has always been difficult, but given the today’s challenges, this task is one of increasing urgency. Europe can stimulate this process by continuing to offer Turkey full membership.

vrijdag 17 september 2010

Turkije in de EU: een belangrijke aanwinst

  

Turkije, een land dat sinds 1962 probeert tot de Europese Unie toe te treden, is in het Westen maar weinig bekend. Dat het referendum van 12 september over een nieuwe grondwet maar weinig belangstelling heeft opgewekt is spijtig, want de uitslag is een belangrijke graadmeter van de weg die Turkije aflegt van een bestuur waarin het leger centraal staat, naar een Westers type democratie. Vandaag kan een Turkse militair vrijwel niet burgerlijke worden berecht. En kan - onder druk van de generaals - de rechterlijke macht religieuze of separatistische politieke partijen verbieden die een bedreiging vormen voor de seculiere staat naar militair model.

In het referendum, uitgeschreven door de gematigde Islamitische premier Recep Erdogan, werd kiezers onder andere gevraagd om militairen voor een burgerlijke rechtbank te kunnen brengen, en het parlement het recht te geven politieke partijen te verbieden. Erdogans tegenstanders zien in de voorgestelde hervormingen een geheime agenda om de seculiere staat omver te werpen die Kemal Atatürk, de grondlegger van het moderne Turkije, in 1920 na de val van het Ottomaanse Rijk stichtte. Hoewel Erdogan gelovig is zijn er geen aanwijzingen voor antidemocratische bedoelingen. Integendeel, de meeste initiatieven van de premier, zoals het overleg met de Koerdische separatisten, waren heel wat beter dan het benauwende beleid van zijn meer seculiere voorgangers.

Toetreding van Turkije tot de Europese Unie verdient steun. Verankerd in het Westen zou het land een belangrijke aanwinst zijn, zowel demografisch, defensief als geopolitiek. Een visie echter die in Europa weinig wordt gedeeld. Soms berust dat op racisme en Islamfobie. Andere bezwaren zijn beter gefundeerd: Europa moet geen concessies doen aan democratie en mensenrechten om Turkije te kunnen toelaten. Welnu, aan die bezwaren wordt met het referendum in belangrijke mate tegemoet gekomen: 58% van de Turkse kiezers stemden voor het pakket van 26 grondwetswijzigingen. Die voorzien in uitbreiding van het grondwettelijk en hooggerechtshof, versterking van het recht op gelijkheid, privacy, collectief onderhandelen en kinderbescherming, verruiming van de jurisdictie van burgerlijke rechtbanken over militaire hoven, en afschaffing van de immuniteit van de junta die Turkije na de laatste militaire staatsgreep van 1980 bestuurde.

Ondanks de ruime meerderheid blijven Erdogans tegenstanders erop hameren dat het resultaat van het referendum de Turkse samenleving polariseert. Door de gewijzigde benoemingsprocedure zou de Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij (AKP) de macht over de rechtspraak willen verwerven. De vrees dat de AKP van Turkije een radicale Islamitische staat maakt lijkt ongegrond. Erdogan, die in de negentiger jaren zich nog kritisch uitliet over de EU en NAVO, is van mening veranderd. Vandaag moet men Erdogan beoordelen op basis van hetgeen hij sinds zijn aantreden heeft bereikt. En dat is indrukwekkend. In een land met een traditie van onderdrukking en staatsgrepen vindt een kleine revolutie plaats, democratisch en zonder bloedvergieten. Een systeem waarin generaals en rechters het sinds 1960 voor het zeggen hadden, wordt langs democratische weg hervormd. De uitslag van het referendum was ook een opsteker voor de beurs, waar men ervan uitgaat dat de AKP nu een goede kans maakt op een derde termijn in 2012.

Zoals in het artikel "Hoe ver reiken de ambities van Turkije" hier uiteengezet zet Turkije in zijn buitenlands beleid belangrijke stappen vooruit, of de EU de deur openzet of niet. Traditionele rivalen als Rusland en Iran zijn bijzonder te spreken over de bemiddelende rol die Turkije speelt in de regio. Sinds het incident rond het hulpkonvooi is Turkije actief pleitbezorger voor de in Gaza opgesloten Palestijnen, terwijl het zijn betrekkingen met Israel in stand houdt. Met de aanpassingen van zijn democratisch gehalte en economisch bestuursmodel zet Turkije niet alleen stappen richting Europa, maar het versterkt ook zijn relaties in het Midden Oosten. Een ontwikkeling die moet worden toegejuicht.

Maar Turkije is er nog niet. Tenslotte heeft 42% tegen de hervormingen gestemd. De ideologische verdeeldheid moet worden doorbroken. Het referendum heeft de weg vrijgemaakt voor een nieuwe grondwet, en premier Erdogan lijkt vastbesloten die de komende maanden door het parlement te krijgen. Daartoe zal hij werk moeten maken van een consensus over de 26 hervormingsvoorstellen van het referendum en over de politieke hervormingen die toetreding tot de EU mogelijk moeten maken. De problematiek met Cyprus moet worden opgelost en aan de Koerden moeten betere rechten worden toegekend. Belangrijke uitdagingen voor alle betrokkenen. Het bereiken van een consensus is in Turkije altijd lastig geweest, maar gegeven de uitdagingen van vandaag eens te meer noodzakelijk. Europa kan dit proces stimuleren door perspectief te blijven bieden op volwaardig lidmaatschap.

Aljazeera zette een interessante video over dit onderwerp on-line:



En in de onderstaande video legt Aljazeera enkele van de hervormingen uit:



bronnen
The Independent leading article: “A step towards Europe”
The Guardian editorial: “Turkey's quiet revolution”
Ibrahim Kalin: “New dynamics of Turkish politics”
Trouw commentaar: “Het Turkse referendum duwt het land in de juiste richting: Europa”
Juan Cole: “Turkey’s Constitutional Referendum Extends Range of Liberties”

maandag 13 september 2010

WikiLeaks’ Afghan War Diaries

(article by guest author Steve Lendman)

On July 26, WikiLeaks published "The Afghan War Diaries”, releasing over 75,000 reports describing lethal US military actions, including numbers internally killed, wounded, or detained by geographical location, units involved, and major weapons used. Accounts come mainly from soldiers and intelligence officers. But they also come from US embassies and other sources revealing corruption and criminality across Afghanistan, including cover-ups, collusion, distortion, and duplicity - a sordid story needing telling to shock a comatose public to action, and revive a badly needed anti-war movement. Since the Pentagon Papers, these reports comprise the most significant (comprehensive) archive about the reality of war, with no resolution or opposition in US Congress, providing a comprehensive understanding of the war and modern warfare in general. As expected, the White House reacted sharply and deceptively.

The US Constitution grants the power to declare war, appropriate funding, and "provide for the common Defense and general Welfare of the nation” exclusively to Congress. The UN Charter is also explicit, explaining under what circumstances violence and coercion (by one state against another) are permitted. Any unilateral threat or use of force not specifically allowed under Article 51 of the UN Charter, or authorized by the Security Council, is prohibited, but justifiable self-defense is permissible. Under Bush and Obama, Washington violated these laws by attacking and occupying Iraq and Afghanistan, two nations posing no threat to America. This constitutes willful aggression, what the Nuremberg Tribunal's Justice Robert Jackson called "the supreme international crime" enforceable under the US Constitution's "supremacy clause", under which international laws and treaties automatically become US ones.

Since October 2001, US forces (including CIA operatives) committed appalling crimes of war and against humanity, in violation of the four Geneva Conventions, the US War Crimes Act, the UN Torture Convention, the UN International Covenant on Civil and Political Rights, the International Convention on the Elimination of All Forms of Racial Discrimination, the UN Convention on the Rights of the Child, the Rome Statute of the International Criminal Court (ICC), the Universal Declaration of Human Rights, the Genocide Convention, the Nuremberg Charter, Judgment and Principles, US Army Field Manual 27-10, and other US and international laws - using weapons of mass destruction to massacre millions (mainly civilians), cause vast devastation and destruction, and continue oppressive occupations illegally. Partnered with NATO, America's military/industrial/media collaborators misportray US wars as humanitarian, hiding their imperial purpose - state terrorism against millions, showing an utter disregard for the law, truth, humanity or justice.

WikiLeaks documented the evidence, lifting the fog of war, revealing its true face, the human carnage, shocking atrocities, rampaging death squads against civilians, murdering women and children wantonly, torturing randomly arrested victims, operating freely under a media blackout. After WikiLeaks revelations, media reports focus largely on their legality, political impact in November, and how congressional Democrats and the Obama administration may be harmed. They say nothing about nine years of duplicitous lies, shocking war crimes, no accountability, and two illegal wars, demanding they end, their grotesque harm stopped, and hundreds of billions for war profiteers used for homeland needs to revive a sick economy, harming millions as a result. Undaunted, the White House vowed to keep fighting, continue America's longest war, its occupation and violence in Iraq, defying popular sentiment against them, discounted for imperial gain and expediency - what the media won't explain.

In his 1995 book, "In Retrospect: The Tragedy and Lessons of Vietnam," former Defense Secretary Robert McNamara said "we were wrong, terribly wrong. We owe it to future generations to explain why" about a war that shouldn't have been fought and couldn't be won, what he told Lyndon Johnson privately, what the public never knew and few know now. It's no less true about Iraq and Afghanistan. General Stanley McChystal was not sacked for deriding his superiors but for losing an unwinnable war. His Chief of Operations, Major General Bill Mayville said: "It's not going to look like a win, smell like a win or taste like a win". This is an assessment McChrystal and others know and what major media accounts won't report. It is an assessment WikiLeaks hopes to change by inspiring a crescendo of antiwar sentiment, what can't come a moment too soon.

Steve Lendman (BA from Harvard, MBA from Wharton) is a political activist. He writes a blog (http://www.sjlendman.blogspot.com/) on war and peace, American imperialism and a range of other social, economic and political issues.
  

dinsdag 7 september 2010

Kritiek op dit Israel moet kunnen

Op pag. 25 van zijn boek “Een bijzondere relatie: Israel-Palestina nader bekeken 1897-1993” stelt Egbert Talens dat bij kritiek op Israel al snel het begrip antisemitisme opduikt. Toch zullen maar weinig mensen - Joden, Israëliërs of vrienden van Israel - ronduit verklaren dat kritiek op Israel per se antisemitisch is. Hetzelfde doet zich voor bij antizionistische uitlatingen. Dat deze kritiek een anti-joodse, dus antisemitische, ondergrond heeft is niet uit te sluiten. Maar relevante kritiek moet op zijn merites worden beoordeeld. Als de kritiek onprettig of pijnlijk is mag dat niet automatisch leiden tot het oordeel antisemitisch. Analyse van de kritiek moet uitwijzen of die houdbaar is. Kritiek op Israel en het zionisme mag niet a priori als misdadig, groezelig of fout worden bestempeld, aldus Talens.

Ook de kwaliteitskrant Haaretz wijdt aandacht aan dit fenomeen. Columnist Gideon Levy beschrijft een droomland Israel, zonder interne of externe kritiek, dat met één stem spreekt. Eeuwig verenigd, vroom, samenhangend en vanzelfsprekend 100% Joods. Een land dat unaniem achter zijn regering staat en natuurlijk achter leger, veiligheidsdienst Shin Bet en geheime dienst Mossad, de Israelische helden. Een land dat geen verklikkers kent, geen mensenrechten- of vredesorganisaties. Zonder kritische persartikelen in binnen- of buitenland. Een pers die regering en staat de hemel in prijst, enkel officiële verklaringen publiceert. Als dat droomland oorlog voert krijgt het enkel applaus. Begaat het oorlogsmisdaden in de bezette gebieden, dan wordt dat unaniem afgeschilderd als uiterst moreel, rechtvaardig en voorzichtig. Inwoners moeten trouw zweren, net als bezoekers. Zij die achter Israel staan zijn welkom, de rest moet het eerste vliegtuig terug nemen. Kortom, een land om van te dromen.

Maar, zo vraagt Levy zich af, is dat werkelijk het land dat wij ons wensen? Is dat het Israel dat de wereld, die altijd maar tegen ons is, graag ziet? Waar met modder wordt gegooid naar een ieder die kritiek durft te spuien. Een lastercampagne waar het publiek apatisch onder blijft. En niet alleen de aanhangers van extreem rechts, voor wie het om de doctrine gaat. Parlementsleden van Kadima, de partij van Tzipi Livni, komen met fascistische, anti-democratische wetsvoorstellen, universitaire docenten zwijgen als collega’s worden buitengegooid, de meeste media boezemen angst in, wekken lage instincten op of komen met absolute onzin. Het Opperste Gerechtshof is verzwakt en blijft zwijgen, net als de president die er wel voor oppast om niemand op de tenen te trappen.

Volgens Levy bewonderde de wereld Israel vooral omdat het in niets leek op dit droomland. Vanaf de stichting juichte de wereld “de enige democratie in het Midden Oosten” toe. Het concept “kibbutz” werd wereldwijd bewonderd vanwege de egalitaire, democratische opzet. De Israelische technologische, wetenschappelijke, economische, culturele, agrarische en militaire successen zouden niets betekenen ware Israel een dictatuur. Successen die de valse patriotten dreigen teniet te doen. Die willen af van democratie. Die berokkenen het land oneindig meer schade dan de veronderstelde schade veroorzaakt door de resterende critici. Eén dag fosforbommen op Gaza heeft Israel’s imago meer beschadigd dan al de rapporten van Breaking the Silence, B'Tselem en de commissie-Goldstone tezamen. En de campagne om de democratie te ondermijnen is het kwaadaardigst van al.

Spijtig genoeg blijft er bijna niemand over die hen een halt kan toeroepen, zo verzucht Levy. De meerderheid halen in dat droomland, dat willen zij, en ze zijn al een heel eind gevorderd. Kijk naar de recente gebeurtenissen: er gaat bijna geen dag voorbij zonder een gevaarlijk wetsvoorstel, dreigende verklaring, deportatie via Ben-Gurion National Airport, arrestaties door de politie, gewelddadig optreden van de politie, vervolging van buitenlanders, vijandige bejegening of opruiende taal door het gerecht tegen (pseudo-)critici. Met verbannen, vernietigen, bestraffen, het zwijgen opleggen, van rechten beroven, …, ondermijnt de helft van het land het broze weefsel van het bestuur, terwijl de andere helft er het zwijgen toe doet. En wie wordt dan afgeschilderd als de vijand van het volk? Zij die deze gang van zaken durven bekritiseren!

Stevige kritiek vanuit Israel op het eigen functioneren. Maar waarom wordt op kritiek van elders dan zo hard gereageerd? Vanwaar de harde reactie van 3/3/2010 van het Simon Wiesenthal Centrum op de door het Kairos document geïnspireerde brief van 17/2/2010 van de PKN (Protestantse Kerk in Nederland) aan de Israelische overheid over de behandeling van de Palestijnen? Reactie waarin het Simon Wiesenthal Centrum nota bene oproept tot een boycot tegen de PKN. In het artikel “Ga zakelijk om met Israël” ontzenuwt de historicus Jan Dirk Snel, die in Nes Ammim (Israel) woonde, alle kritiek op de brief van de PKN. Blijft de vraag waarom het rond dit dossier stil bleef na de antwoordbrief van 10/3/2010 aan het Simon Wiesenthal Centrum. Wie het weet mag het zeggen. Maar één ding staat vast: Israel schiet op het wereldtoneel met dit optreden in eigen voet.

woensdag 1 september 2010

Israeli Military Fighting for the Narrative, Online

(article by guest author Yermi Brenner)
 
A six ship flotilla, challenging Israel's naval blockade of Gaza, was intercepted by the Israeli Defense Forces (IDF) on May 31st. The flotilla's lead ship - Mavi Marmara - was carrying more than five hundred people. Nine of the Mavi Marmara's passengers were killed when Israeli soldiers forced their way on board and took control of the ship.

The incident was documented by passengers and journalists on board the ships, and by military film crews in helicopters and nearby boats. As soon as the takeover was complete, soldiers confiscated (nearly) all the footage that was filmed during the raid. The confiscated footage, along with the military press footage, has since been held by the IDF Spokesperson Unit (IDFSU), which has released only parts of it, in short edited clips.

The video report I prepared does not investigate the events on board the Mavi Marmara. There are plenty of committees/probes/inquiries who will look into that. Instead, I focused on how the Israeli military used online tools to deliver its narrative of the events, to the global audience. This report offers a rare peek into the IDF Spokesperson Unit, which is a key source of information in the Middle East, for journalists and news consumers.


The report shows how the Israeli military uses internet tools to its advantage. But the New-Media is also challenging the military's Spokesperson Unit. There are Bloggers for example, who function as independent watchdogs journalists, raising important questions and spreading valuable information online. In the days after the flotilla incident, American blogger Max Blumenthal took it upon himself to follow - and question - the IDF Spokesperson Unit's (IDFSU) press releases. On June 3rd, Blumenthal exposed how the IDFSU was forced to retract claims of flotilla passengers having links to Al Qaeda since it did not have any evidence. On June 4th, Blumenthal proved an audio transmission from the incident - distributed by the IDFSU online - was edited before being released to the public. Blumenthal's post led the IDFSU publishing another clarification. A few days later, Blumenthal again created doubts regarding an IDFSU press release:
"...The IDF Spokesman's Office distributed a photo of a bearded Muslim man with a knife surrounded by reporters. Daylight was pouring in from a window or door behind the reporters... The IDF apparently told Haaretz that the photo was taken immediately after its naval commandos raided the Mavi Marmara and other flotilla ships... Yet the raid was conducted under the cover of darkness. How could a photo obviously taken during daytime have portrayed an event that took place during the late evening?" (Posted by Max Blumenthal, June 8th 2010)
As reported by Blumenthal and seen in the screen shot below, inaccurate information provided by the IDFSU was published in Haaretz a few hours after the incident:


Blumenthal was not the only New-Media agent that was challenging the IDF's messages. Filmmaker/Activist/Blogger Lara Lee filmed on board the Mavi Marmara during the raid, and managed to smuggle out sixty minutes of footage. Lee's raw video doesn't document the violent confrontation and shooting that took place, but clearly shows wounded passengers and soldiers in long uninterrupted stretches of the event.

What Do YOU Believe?
Over two months have passed since the incident, and it is still not clear what exactly took place on board the the Mavi Marmara. There are few basic facts that are universally agreed upon:
  • Nine of the ship's passengers were killed in the incident as a result of gunshot wounds - and about thirty others were wounded.
  • Ten Israeli soldiers were wounded, three of them were temporarily captured by the passengers.
  • The incident occurred on international waters, about 120 km off the coast of Israel.
  • By 6 A.M. local time, the soldiers controlled the entire flotilla, and were escorting it to Israel. The passengers were taken into custody, and released within 72 hours.
The IDF's narrative of the incident - presented by its Investigative Committee - states that soldiers used live ammunition only after they were shot and attacked with knives and poles, and only in self-defense. The counter argument, presented in interviews with Mavi Marmara passengers, is that the soldiers fired live ammunition before boarding the Mavi Marmara. Passengers have claimed the Israeli soldiers that boarded the ship were not shooting in self-defense but rather massacring peaceful activists.

The incident is currently being investigated by a U.N. probe, and by an Israeli special public commission. But even more interesting for me is to learn what people from around the world believe happened on board the Mavi Marmara. I am making a short investigation of my own, using your comments in the space below. Please take the time to explain what you believe took place when the Israeli soldiers confronted the passengers.

To get things started, I will offer my guess:

I think the Israeli military's intention was to take over the ship without using live ammunition. The passengers on board the Mavi Marmara tried to prevent the soldiers from boarding, so the Israelis fired tear gas and rubber bullets at them. As soon as the soldiers managed to board, they encountered life threatening violence, and only then they began using live ammunition. When three wounded soldiers were taken below deck by the passengers, the military forces increased their use of live ammunition. I suspect that not all of the victims were killed in self-defense. It was not a preplanned massacre, but rather a panic reaction by Israeli soldiers who faced a violent resistance they were not ready for.

So, what is your take on these events? What do you think is an accurate picture of what actually took place?

Links:
Q&A: Israeli Deadly Raid on Aid Flotilla, BBC
Bias Reporting by the Washington Post, Max Blumenthal, June 5th 2010
Israelis' Reaction to the Flotilla Incident, Foreign Policy, June 10th 2010
How Israel's Propaganda Shaped U.S. Media, Salon, June 4th 2010

Yermi Brenner is an independent Video Journalist reporting about what's happening in Israel beyond the headline news. He works for The Video Journalist Movement (VJM) and occasionally for Israeli media. He was born in a secular Kibbutz 40 km south of Tel Aviv.

(Zie "Archive juni" voor een aantal andere artikelen over de aanval op het hulpkonvooi)

woensdag 25 augustus 2010

Het conflict Israel-Palestina: op weg naar een een-staat oplossing?

 

Wij herbevestigen onze steun aan rechtstreekse onderhandelingen tussen Israëli’s en Palestijnen. Zoals in eerdere verklaringen bevestigd, moeten deze onderhandelingen leiden tot een regeling die een einde maakt aan de bezetting sinds 1967 en het ontstaan van een onafhankelijke, democratische en leefbare Palestijnse staat die in vrede en veiligheid naast Israel en zijn andere buren leeft. Partijen kunnen rekenen op de steun van het kwartet tijdens de onderhandelingen, die tot afronding kunnen komen binnen een jaar, en bij de uitvoering van de overeenkomst. Wij vragen Israëli’s en Palestijnen elkaar 2 september in Washington te ontmoeten voor de start van rechtstreekse onderhandelingen om alle geschilpunten op te lossen.

Dat staat in een verklaring van het Midden-Oosten kwartet (VS, EU, Rusland en VN) van 20 augustus. Aansluitend zei de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton dat president Obama 1 september spreekt met de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en de Palestijnse president Mahmoud Abbas afzonderlijk en vervolgens met hen dineert in aanwezigheid van president Hosni Mubarak van Egypte, koning Abdallah van Jordanië en de speciale vertegenwoordiger van het kwartet, de vroegere Britse premier Tony Blair. Op 2 september komen Abbas en Netanyahu samen om een agenda op te stellen. De uit 6 partijen bestaande centrumrechtse coalitieregering van Netanyahu is verdeeld over de vredesgesprekken. Abbas, wiens ambtstermijn januari 2009 afliep, voert - zonder electoraal mandaat - het bestuur over 2,4 miljoen Palestijnen in enkele kleine enclaves in de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever. Hamas, dat de laatste Palestijnse parlementsverkiezingen van 2006 won en thans het bestuur voert over de 1,5 miljoen Palestijnen in Gaza, wordt bij de onderhandelingen geweerd.

Wat mogen we van deze onderhandelingen verwachten? “Zelfbedrog van kreupelen en machtelozen”, aldus de gematigde Palestijn Zakaria al-Qaq, vicepresident van de Al Quds universiteit. En voormalig Israëlisch parlementariër en kabinetslid Yossi Beilin vindt dat Obama aan de termijn van een jaar consequenties moet verbinden. “In zelfs drie jaar ligt vrede niet in het verschiet, partijen liggen te ver uit elkaar. Netanyahu is niet aan de macht gekomen om Jeruzalem te verdelen of om de Palestijnse vluchtelingen te omarmen”. Ook de Palestijnse onderhandelaars zien het somber in. Volgens Abbas hebben onderhandelingen in het verleden alleen maar geleid tot verlies van gebied op de Westelijke Jordaanoever. Net als veel linkse Israëli’s denken de meeste Palestijnen dat er al te veel nederzettingen zijn om een samenhangende leefbare Palestijnse staat mogelijk te maken. Het moratorium op de bouw van nieuwe nederzettingen loopt 26 september af en sommige Israëlische kabinetsleden hebben al laten weten dat de bouw daarna zal worden hervat. Net als in het verleden zullen de onderhandeling daarover struikelen. Voor Obama zijn de besprekingen misschien riskant, maar de zaak op zijn beloop laten is nog riskanter. En voorlopig lijkt hij erin te slagen de problematiek over de tussentijdse verkiezingen van november heen te tillen.

Hoewel opinieonderzoek leert dat de meeste Israëli’s voorstander zijn van een twee-staten oplossing is er ook scepsis over de Palestijnse intenties. Maar er zijn ook Israëli’s die in de komende besprekingen geloven. Voormalige diplomaat en Netanyahu vertrouweling Dore Gold ziet kansen zolang de "rode lijnen" niet worden overschreden: Jeruzalem onder Israëlisch bestuur, blijvende Israëlische militaire aanwezigheid op de West Bank langs de Jordaan. Beide eisen zijn door de Palestijnen steeds categorisch verworpen. Volgens de Israëlische regeringsadviseur Haim Assa heeft de VS na het vertrek uit Irak belang bij een coalitie tussen Israel, Jordanië, Egypte en de Palestijnen. Maar de Amerikaanse speciale gezant voor het Midden-Oosten Mitchel slaagde er niet in de Israëli’s tot stopzetting of opschorting van de bouw van nederzettingen - die volgens de VN illegaal zijn op grond van het internationale recht - te bewegen. Dat Clinton in alle talen zweeg over de nederzettingen en de grenzen van 1967 geeft te denken. Washington zal de besprekingen ook niet bijwonen. Een zwakke Palestijnse onderhandelaar moet dus een deal sluiten met een rechtse Israëlische regering die speelt met de gedachte om Palestijnen naar Jordanië uit te wijzen of Palestijnse Israëli’s een eed van trouw aan de “Joodse Staat” te laten afleggen.

Behoudens een mirakel zijn de onderhandelingen dus tot mislukken gedoemd. De Palestijnen staan op een onafhankelijke staat, eisen Oost-Jeruzalem als hoofdstad en een serieuze oplossing voor het vluchtelingenvraagstuk. Israel houdt het bij symbolisch zelfbestuur van een aantal losse Bantustans, waarbij Israel de volledige controle in handen houdt: grenzen, luchtruim, drinkwater,…  Israel wil kost wat kost de soevereiniteit over Jeruzalem en een blijvende militaire aanwezigheid in een Palestijnse staat. Met inmiddels een half miljoen Israëli’s buiten de grenzen van 1967 zal geen enkele Israëlische regering een serieus deel van de nederzettingen ontruimen. Washington, dat niet bereid is druk te zetten op Israel, zette wel Mahmoud Abbas het mes op de keel om mee te werken aan de besprekingen op een moment dat Israel op het punt staat nieuwe nederzettingen te stichten. In zijn Cairo-speech juni 2009 zei Obama: “America will not turn our backs on the legitimate Palestinian aspiration for dignity, opportunity, and a state of their own. That is why I intend to personally pursue this outcome with all the patience that the task requires.” Wie gelooft daar nog in? En zo komt de VS voor een verscheurende keus te staan: steun aan een democratisch Israel met gelijke rechten voor Joden en Arabieren, of aan een apartheidsstaat die haaks staat op Amerikaanse basiswaarden. Het tweede model kan rekenen op internationale afkeuring en is voor Israel op den duur onhoudbaar.

Volgens Israëlische intellectuelen moet de een-staat oplossing centraal staan. Het essentiële probleem voor de Palestijnen is immers niet zozeer een eigen staat, maar het gebrek aan mensen- en politieke rechten. De wereld kent vele etnische groepen zonder eigen staat, maar de Palestijnen zijn het enige volk zonder burgerrechten. Een aparte Palestijnse staat is slechts één van de opties. Israel moet dringend een maatschappelijk debat over een een-staat oplossing opstarten. Zo gaan de Israëli’s beseffen dat zij niet moeten kiezen tussen twee staten of de status quo, maar tussen een gezamenlijke staat of etnische opdeling. Maar dan rijst het dilemma van de toevoeging van een groot contingent niet-Joden aan Israel, en komt het Groot-Israel van de vroegere minister van defensie Moshe Dayan in het gedrang. Aan de vooravond van de 1967-oorlog verklaarde die: “Wij hebben geen invasieplannen. Ons enige doel is de opzet van de Arabische legers te verhinderen Israel binnen te vallen”. Maar na de blitzkrieg zei hij: De Gaza-strook is van Israel en stappen zullen worden ondernomen om deze tot een deel van dit land [Israel] te maken. De grenzen van 1948 hebben afgedaan. De realiteit dwingt tot het erkennen van de kaart van 1967”. En volgens The Times verklaarde Dayan juli 1968 zelfs: “Over de huidige staakt-het-vuren-linies liggen nieuwe in het verschiet. Zij strekken zich uit voorbij Jordanië - misschien tot Libanon en misschien wel tot centraal Syrië”.

Cynici zien nog een derde weg: Veiligheidsraadresolutie 242 van 22 november 1967 belet Israel de niet-Joodse gemeenschappen over de grens te zetten. De status-quo moet dus nog vele jaren worden volgehouden in de hoop dat de Palestijnen uit zichzelf vertrekken. Waarbij de eindeloze treiterijen dienstig zijn, toonbeelden van een mentaliteit die sterk doet denken aan die uit de slavenhandel: totale afwezigheid van empathie en elk gevoel voor menselijkheid. Wij weten hoe het met de slavenhandel is afgelopen. Internationale druk moet ook hier de doorslag geven. Want, om met de Cairo-woorden van Obama te spreken: “For more than sixty years [the Palestinian people] have endured the pain of dislocation. Many wait in refugee camps in the West Bank, Gaza, and neighboring lands for a life of peace and security that they have never been able to lead. They endure the daily humiliations - large and small - that come with occupation. So let there be no doubt: the situation for the Palestinian people is intolerable”.

Bronnen
The Associated Press: “Text of a statement issued by Mideast ‘Quartet’”
Aran News: “Direct Mideast talks resume next month”
Douglas Hamilton: “Israeli coalition wobbly on peace terms: minister”
De Volkskrant: “Israëlisch-Palestijnse dialoog na 2 jaar weer hervat”
BBC News: “Profile: Mahmoud Abbas“
Wikipedia: “Demographics of the Palestinian territories”
Ethan Bronner: “In Mideast Talks, Scant Hopes From the Beginning”
Joel Schectman: “Israeli-Palestinian Talks Resuming After Two Years”
Firas Al-Atraqchi: “The Farce of Middle East Peace Talks”
Stephen M. Walt: "Don't fall for the direct-talk hype: The 'peace process' is still going nowhere"
New York Times: “Text: Obama’s Cairo speech"
Noam Sheizaf: “Now is the time to discuss the one-state solution”
Richard Silverstein: “Why U.S.-Brokered Israeli-Palestinian Peace Talks Will Fail”
Egbert Talens: "Een bijzondere relatie. Het conflict Israel-Palestina nader bekeken 1897-1993”, p. 243, 244

donderdag 19 augustus 2010

De dreiging van Iran en het expansionisme van de échte As van het Kwaad

   

Monthly Review is een magazine dat mei 1949 in New York het levenslicht zag, in de volle Koude Oorlog hysterie. Het eerste nummer bracht het hoofdartikel “Why Socialism” van Albert Einstein. Het blad, dat zich onafhankelijk van elke politieke partij opstelt, sprak zich vanaf het begin uit voor socialisme en tegen Amerikaans imperialisme. Tijdens de McCarthy kruistocht tegen het communisme werden twee Monthly Review redacteuren zwaar op de korrel genomen, maar deze wisten met succes terug te vechten. Het blad speelde een belangrijke rol in de oppositie tegen het kapitalisme, imperialisme en materialisme van de zestiger jaren. MRZine, de webzine versie, stelt zich tot doel mondiaal een uitwisseling uit te bouwen met activisten en intellectuelen.

Op 16 maart 2010 publiceerde MRZine het artikel “The Iran Threat in the Age of Real-Axis-of-Evil Expansion” van de Amerikanen emeritus professor Edward S. Herman en onafhankelijk journalist David Peterson. Nu dit onderwerp zo nadrukkelijk in de Westerse media aan de orde komt - en dan ook nog eens onvolledig, misleidend en op sommige punten ronduit foutief - volgt hieronder de eerste alinea van dit artikel, alsook het hoofdstuk Concluding Note. De lezer wordt uitdrukkelijk uitgenodigd het rijkelijk van bronnen en voetnoten voorziene volledige artikel te lezen op MRZine.
Eerste alinea

It is intriguing to see how whoever the United States and Israel find interfering with their imperial or dispossession plans is quickly demonized and becomes a threat and target for that Real-Axis-of-Evil (RAE), and hence their NATO allies and, with less intensity, much of the rest of the "international community" (IC, meaning ruling elites, not ordinary citizens). If and when the need arises, any bit of news that is damaging to the targeted state will be fed into the demonization process -- and in the marvelous propaganda system of the West, the grossest distortions will be swallowed and regurgitated without much guilt or apology, even upon the exposure of exceptional gullibility and dishonesty. The dishonesty, gullibility, double standard, and hypocrisy are handled with an aplomb that Pravda and Izvestia could never muster in the Soviet era.

Concluding Note

The real threat that Iran poses to the United States and Israel is that of a local rival to Israel which might hamper Israel's dispossession and expansion program in the Palestinian Territories, as well as U.S. domination of this region of the world. From a global viewpoint, the real threat is that Iran's independence and refusal to grovel might lead to a war of aggression against it by Israel and/or the United States, and such a war could in turn spark an even larger conflagration. However, the nature of this latter threat is such that it can not be addressed by the "international community," which consistently defers to the power and demands of the Real Axis-of-Evil, as do the United Nations, the Security Council, and the IAEA.

That Iran poses an offensive threat to Israel or the United States is obviously a sick joke. Both Israel and the United States possess operational nuclear weapons and superior conventional forces -- and while they can attack Iran without facing unbearable retaliation, Iran cannot do the same and couldn't even do so if it developed a small arsenal of nuclear weapons.

But if Iran did posses a small nuclear arsenal, it would be better able to defend itself, and Israel and the United States would have to act more cautiously -- their own regular cross-border attacks would have to be considered more carefully, and might be effectively deterred. Their longstanding domination of the Middle East, with its "stupendous source of strategic power, one of the greatest material prizes in world history," would be threatened. Thus Iran has no right of self-defense, let alone deterrence.

In short, while nuclear-armed Israel and its patron commit aggression, dispossess, and threaten more of the same, they have managed to transform nuclear-weapons-free Iran into the "threat" that the UN and IC worry about. The IAEA has never established that Iran is trying to develop nuclear weapons, and Iran's Supreme Leader Ayatollah Ali Khamenei continues to reject the acquisition and use of nuclear weapons as contrary to the religious beliefs of the Islamic Republic. Yet the mere possibility that Iran might switch its nuclear program to a military dimension, along with a lot of rhetorical heat from the West, have provided the basis for organizing a sanctions regime and potential U.S.-Israeli attack on Iran. It has even provided a rationale for the installation of missile and anti-missile systems on the periphery of Russia and China, allegedly to counter the Iran menace! This is the triumph of chutzpah once again, as the Real Axis-of-Evil clears the ground for its ongoing programs of local dispossession and global expansion.
Het artikel van Herman en Peterson sluit goed aan bij de hier eerder gepubliceerde artikelen over dit onderwerp:
Noten
Wikipedia: “Socialisme” (met informatie over socialisme in de VS)
Professor en VS-kenner Bart Kerremans in De Morgen: “Hopen dat de stoel alsnog omvalt” (over Amerikaans socialisme)
Stephen Eric Bronner: "Socialism in America"
    

vrijdag 13 augustus 2010

Enquête: 63% Arabische bevolking ontgoocheld in VS en Obama




De in Israel geboren historicus Efraim Karsh meldt dat veel Arabieren apathisch zijn geworden over het “Palestijns-Israëlisch conflict” en hij vindt dat “een positief teken”. Want, zo stelt Karsh, indien de zelfzuchtige Arabische regimes de Palestijnen het recht ontzeggen om hun eigen lot te bepalen, dan ligt de enige hoop op vrede tussen Arabieren en Israëli’s in het verwerpen van de valse koppeling tussen deze kwestie en andere regionale en wereldproblemen. En, zo rondt de professor af, hoe sneller de Palestijnen beseffen dat ze er alleen voorstaan, hoe eerder ze vrede hebben met de Staat Israel en begrijpen dat het tijd is voor een onderhandelde oplossing. Karsh plaatst zijn conclusie tegen de achtergrond van de algemeen gevoelde vrees dat de Israëlisch-Palestijnse impasse de regionale woede en wanhoop aanwakkert. Dat zou in de kaart spelen van terroristenorganisaties als Al Qaida en het oproer in Irak. En het zou pogingen belemmeren tot het vormen van een regionale coalitie tegen “het kernwapenprogramma” van Iran.

Ter onderbouwing van zijn betoog haalt de professor een enquête aan van het televisiestation Al Arabiya, waaruit zou blijken dat “een verbluffende” 71% van de Arabische respondenten geen belangstelling heeft voor Palestijns-Israëlische vredesbesprekingen. Hij citeert Saleh Qallab, columnist voor het pan-Arabische dagblad Al Sharq al Awsat, die deze uitslag “een alarmerende indicator” noemt. Een nuchtere analyse leert dat het door de professor aangehaalde onderzoek geen enkele wetenschappelijke waarde heeft. Men kan met statistieken alles bewijzen, zelfs regelrechte leugens. Al Arabiya zegt dat de enquête tot doel had te peilen naar de mate waarin “gewone Arabieren nog geïnteresseerd zijn in de Palestijns-Israëlische vredesbesprekingen”. Maar essentiële informatie ontbreekt: hoe werden de vragen geformuleerd, hoe groot was de steekproef. Wel is bekend dat het onderzoek via het internet werd uitgevoerd. Maar dat is niet representatief voor de totale bevolking en zeker niet voor “gewone Arabieren”, velen van wie niet on-line zijn. Internetenquêtes trekken gemotiveerde, hoger opgeleide respondenten aan en geven zonder herweging een scheef beeld.

Ook James Zogby, voorzitter van het Arab American Institute, verwijst de conclusie van Efraim Karsh naar de prullenmand. “Er zijn slechte enquêtes en er zijn slechte interpretaties van enquêtes. Tel die bij elkaar op en je krijgt valse informatie”. Karsh slaat de plank dus mis. Temeer daar de enquête niet vroeg naar de Palestijns-Israëlische vredesbesprekingen, maar naar het veel bredere "vredesproces in het Midden-Oosten”, waarop 71% antwoordde "geen interesse". Tegen de achtergrond van twintig jaar zonder enig vooruitzicht op een oplossing is zo’n antwoord niet verwonderlijk. Dat maakt de alarmerende conclusie van Qallab, of tot het breder geformuleerde betoog van Karsh zowel misplaatst als gevaarlijk. In zijn binnenkort verschijnend boek Arab Voices: What They Are Saying to Us and Why It Matters presenteert James Zogby resultaten uit recent onderzoek die aangeven dat het lot van de Palestijnen voor Arabieren van Marokko tot de Arabische Golfstaten een zorg van de eerste orde blijft, waarbij de oorspronkelijke hoop op president Obama om een doorbraak te forceren is omgeslagen in brede teleurstelling in de VS.

De Arabieren zijn dan misschien “niet geïnteresseerd” in een gebed zonder einde, maar nog altijd even “gepassioneerd over Palestina”. Dat blijkt ook uit de 2010 Arab Public Opinion Poll die Brookings Institution in samenwerking met Zogby International elk jaar uitvoert. De belangrijkste resultaten van het onderzoek van 2010 onder 3.976 mensen in Egypte, Saudi Arabië, Marokko, Jordanië, Libanon en de Verenigde Arabische Emiraten waren:
  • omvangrijke verschuiving in de beoordeling van president Obama als president en als persoon
  • opmerkelijk stabiele kijk op het Arabisch-Israëlisch conflict en de vooruitzichten op een oplossing
  • een meerderheid ziet een nucleair bewapend Iran als beter voor het Midden-Oosten
Het onderzoek keek ook naar de manier waarop Arabieren de Amerikaanse politiek van het afgelopen jaar beoordelen en hoe zij andere landen rangschikken op een aantal onderwerpen. Daarbij valt de gewijzigde houding ten opzichte van president Obama op. In 2009 sprak 51% zich nog optimistisch uit over het Amerikaanse beleid in het Midden-Oosten, in 2010 was 16% “hoopvol”, maar een meerderheid van 63% ronduit ontgoocheld. Ook over Iran als mogelijke kernmogendheid tonen de resultaten een drastische verschuiving: in 2009 zei slechts 29% dat Iran’s verwerving van kernwapens “positief” voor het Midden-Oosten zou zijn, in 2010 was die score aangegroeid tot 59%. Een opzienbarende uitslag tegen de achtergrond van de uitspraak van Washington dat Iran de grootste bedreiging in de regio vormt. Men kan de steun voor een nucleair bewapend Iran uitleggen als een boodschap aan Obama om niet te zwichten voor Netanyahu’s afleidingsmanoeuvre dat het conflict met de Palestijnen in het niet valt ten opzichte van een Iran voorzien van kernwapens. De meeste Arabieren verwerpen zo’n voorstelling van zaken: 88% wijst Israel aan als de grootste bedreiging van de wereldvrede, gevolgd door de VS met 77%. Slechts 10% noemde in dit verband Iran.

In zijn Cairo toespraak van 4 juni 2009 zei Obama nog:

“… the Palestinian people have suffered in pursuit of a homeland. For more than sixty years they have endured the pain of dislocation. Many wait in refugee camps in the West Bank, Gaza, and neighboring lands for a life of peace and security that they have never been able to lead. They endure the daily humiliations – large and small – that come with occupation. So let there be no doubt: the situation for the Palestinian people is intolerable. America will not turn our backs on the legitimate Palestinian aspiration for dignity, opportunity, and a state of their own.”

“... Israelis must acknowledge that just as Israel's right to exist cannot be denied, neither can Palestine's. The United States does not accept the legitimacy of continued Israeli settlements.”

“I understand those who protest that some countries have weapons that others do not. No single nation should pick and choose which nations hold nuclear weapons. That is why I strongly reaffirmed America's commitment to seek a world in which no nations hold nuclear weapons.”

Sindsdien blinkt Obama uit door zijn Midden-Oosten mislukkingen: druk op Abbas om het Goldstone rapport over de Gaza oorlog van januari 2009 naast zich neer te leggen, weigering om de bloedige aanval op het hulpkonvooi naar Gaza te veroordelen, zich neerleggen bij de voortzetting van het illegale nederzettingenbeleid en bij de serie schendingen van Israel van het internationaal recht, geen bijstelling van de omvangrijke financiële en militaire steun aan Israel. Maar Obama en de Israel lobby zijn niet de enige schuldigen. In feite dragen de media de grootste verantwoordelijkheid voor de verdorven Midden-Oosten politiek van de VS. De Israel lobby kan zo machtig zijn en Obama machteloos omdat de Amerikaanse bevolking maar zelden een alternatieve mening krijgt voorgeschoteld. Het echte debat komt maar van de grond met een wat radicalere houding van de media. De zo broodnodige ommekeer in de houdingen in de VS over het Midden-Oosten kan niet enkel door het Witte Huis worden bewerkstelligd.

Is de situatie dan hopeloos? Nee. Want als hooggeleerde mensen als professor Efraim Karsh ons op zo’n doorzichtige manier een chutzpah trachten te bakken lijkt het erop dat ook de publieke opinie in Israel langzaam maar zeker gaat inzien dat het zo niet verder kan.

Bronnen
Efraim Karsh: “The Palestinians, Alone” 
Wikipedia: “Efraim Karsh”
James Zogby: “Arabs Don't Care About Palestine? Don't Bet on It“
Jonathan Steele: “With Arab opinion like this Obama needs media advice”
New York Times 4/6/2009: “Obama’s Speech in Cairo”
Shibley Telhami: “2010 Arab Public Opinion Poll: Results of Arab Opinion Survey Conducted June 29-July 20, 2010”
Jerome Slater: “Efraim Karsh, Defender of the Palestinians”
Wikipedia: “Chutzpah”

dinsdag 10 augustus 2010

Israel's Latest Gag: Musician Arrested, Accused of Being A Spy

(article by guest author Yermi Brenner)

Majdal Shams is a Druze village that lies at the northern most point of the Golan Heights - a region Israel captured from Syria in the 1967 war and has been occupying ever since. Most of the Syrians that lived in the Golan before '67 escaped when the Israelis took over the land. Majdal Shams - population 10,000 - is one of only four villages whose inhabitants remained in their homes after Israel occupied the region.

When Israel annexed the Golan in 1981, the local Druze were offered permanent Israeli citizenship. Most have refused, preferring to stay loyal to Syria. Two months ago I visited the village to prepare a report about the locals' view of the Israeli occupation. As seen in the video below, Majdal Shams residents feel like second class citizens in Israel, but, while most crave to be part of Syria again, there are also those who claim that being under Israeli control is a better option.


This week, the relationship between the Golan Druze and Israel took a turn for the worst. On Sunday, Majdal Shams’ resident, musician Fada Sha'ar, was arrested when he landed in Ben-Gurion International Airport.

Sha'ar, 27, is suspected of crimes against state security, including contact with foreign agents. A gag order by an Israeli court was immediately placed on the details of the case and the alleged violation (gag orders have become an often used tool of the Israeli judiciary system; Anat Kam, Omar Said and Amir Makhoul, Mister X).

On Sunday eve, Israeli security forces came to Majdal Shams to search the home of the alleged spy. Soon enough, a confrontation broke out between police forces and hundreds of locals who surrounded Sha'ar's home. Riot police was called to the scene, and the standoff nearly erupted into lethal violence. Tear gas was used by the Israeli forces - two people were injured and taken to the hospital - before negotiations between the village elders and the Israeli security forces brought the event to a peaceful ending.

The alleged spy's mother, Mona, told Haaretz that police entered the house dressed in civilian clothes.

"I did not know they were police, I thought they were repossession people or income tax agents," she said. "I did not know what they were looking for, and I asked them to wait until my husband had returned, or one of the family men, because I was alone in the house with a small boy. But they refused... I know my son, he is a musician and an artist who is trying to progress in his field and has nothing to do with violations of any sort. I am calm and believe that in the end nothing will happen with this."
Sha'ar's father Majd, who was not home when the search was carried out, was detained three days later, also on suspicion of involvement in security related offenses.

On Wednesday, I spoke with Salman Fakhir of the Al-Marsad (Arab Center for Human Rights in the Golan) about the arrest of his neighbor. Fakhir said that the alleged spy Fada Sha'ar is a gifted musician who has been playing the oud since he was a child, and had studied the instrument in Cairo under the guidance of oud legend Naseer Shamma. Fakhir mentioned that Sha'ar was arrested as he was coming home for a visit from France, where he is now studying on a music scholarship. Fakhir guessed that the accusations against Sha'ar might be as result of his interactions with Palestinian musicians overseas.

The "Quiet" Occupation of the Golan Heights

Israel captured the Golan Heights at the same time it took over the West Bank and Gaza. Occupying the Golan has proved to be much less of a challenge for Israel than holding on to the Palestinian territories, mainly because the Druze's resistance has not been violent. In fact, while the West Bank is rarely visited by most Israelis, the Druze villages in the Golan are a popular destination for domestic tourism.

Recently, Syrian president Bashar Al-Assad offered a peace agreement in return for Israel retreating from the Golan. The Israeli parliament has responded to Assad's calling by passing a bill which states that a public referendum or a special majority of two thirds of the parliament members would be necessary before withdrawal from the Golan (or any other land under Israeli sovereignty). The bill makes it much more politically difficult for any Israeli government to cede territory. Israel's current policy - as shown in my video report - is to continue investing in the development of Jewish settlements and businesses in the Golan.

The arrests of Fada and Majed Sha'ar, and the confrontation that followed it - along with another recent altercation following a land dispute between Golan Druze and Israeli authorities - might be signs that Israel's "quiet" occupation is about to get noisier.

Links:
Druze (religion) - definition out of Britannica Online
Time Line of the Israeli-Syrian Conflict, NY Times, May 21st 2008.
Israel and Syria Trading War Threats, ABC News, February 4th 2010.
Golan Druze Celebrate Across Barbed Wire, BBC, April 18th 2008.
Naseer Shamma Playing The Oud, Youtube.

Yermi Brenner is an independent Video Journalist reporting about what's happening in Israel beyond the headline news. He works for The Video Journalist Movement (VJM) and occasionally for Israeli media. He was born in a secular Kibbutz 40 km south of Tel Aviv.

(zie ook: "Israel ronselt met VS-steun immigranten voor illegale nederzettingen")