vrijdag 17 september 2010

Turkije in de EU: een belangrijke aanwinst

  

Turkije, een land dat sinds 1962 probeert tot de Europese Unie toe te treden, is in het Westen maar weinig bekend. Dat het referendum van 12 september over een nieuwe grondwet maar weinig belangstelling heeft opgewekt is spijtig, want de uitslag is een belangrijke graadmeter van de weg die Turkije aflegt van een bestuur waarin het leger centraal staat, naar een Westers type democratie. Vandaag kan een Turkse militair vrijwel niet burgerlijke worden berecht. En kan - onder druk van de generaals - de rechterlijke macht religieuze of separatistische politieke partijen verbieden die een bedreiging vormen voor de seculiere staat naar militair model.

In het referendum, uitgeschreven door de gematigde Islamitische premier Recep Erdogan, werd kiezers onder andere gevraagd om militairen voor een burgerlijke rechtbank te kunnen brengen, en het parlement het recht te geven politieke partijen te verbieden. Erdogans tegenstanders zien in de voorgestelde hervormingen een geheime agenda om de seculiere staat omver te werpen die Kemal Atatürk, de grondlegger van het moderne Turkije, in 1920 na de val van het Ottomaanse Rijk stichtte. Hoewel Erdogan gelovig is zijn er geen aanwijzingen voor antidemocratische bedoelingen. Integendeel, de meeste initiatieven van de premier, zoals het overleg met de Koerdische separatisten, waren heel wat beter dan het benauwende beleid van zijn meer seculiere voorgangers.

Toetreding van Turkije tot de Europese Unie verdient steun. Verankerd in het Westen zou het land een belangrijke aanwinst zijn, zowel demografisch, defensief als geopolitiek. Een visie echter die in Europa weinig wordt gedeeld. Soms berust dat op racisme en Islamfobie. Andere bezwaren zijn beter gefundeerd: Europa moet geen concessies doen aan democratie en mensenrechten om Turkije te kunnen toelaten. Welnu, aan die bezwaren wordt met het referendum in belangrijke mate tegemoet gekomen: 58% van de Turkse kiezers stemden voor het pakket van 26 grondwetswijzigingen. Die voorzien in uitbreiding van het grondwettelijk en hooggerechtshof, versterking van het recht op gelijkheid, privacy, collectief onderhandelen en kinderbescherming, verruiming van de jurisdictie van burgerlijke rechtbanken over militaire hoven, en afschaffing van de immuniteit van de junta die Turkije na de laatste militaire staatsgreep van 1980 bestuurde.

Ondanks de ruime meerderheid blijven Erdogans tegenstanders erop hameren dat het resultaat van het referendum de Turkse samenleving polariseert. Door de gewijzigde benoemingsprocedure zou de Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij (AKP) de macht over de rechtspraak willen verwerven. De vrees dat de AKP van Turkije een radicale Islamitische staat maakt lijkt ongegrond. Erdogan, die in de negentiger jaren zich nog kritisch uitliet over de EU en NAVO, is van mening veranderd. Vandaag moet men Erdogan beoordelen op basis van hetgeen hij sinds zijn aantreden heeft bereikt. En dat is indrukwekkend. In een land met een traditie van onderdrukking en staatsgrepen vindt een kleine revolutie plaats, democratisch en zonder bloedvergieten. Een systeem waarin generaals en rechters het sinds 1960 voor het zeggen hadden, wordt langs democratische weg hervormd. De uitslag van het referendum was ook een opsteker voor de beurs, waar men ervan uitgaat dat de AKP nu een goede kans maakt op een derde termijn in 2012.

Zoals in het artikel "Hoe ver reiken de ambities van Turkije" hier uiteengezet zet Turkije in zijn buitenlands beleid belangrijke stappen vooruit, of de EU de deur openzet of niet. Traditionele rivalen als Rusland en Iran zijn bijzonder te spreken over de bemiddelende rol die Turkije speelt in de regio. Sinds het incident rond het hulpkonvooi is Turkije actief pleitbezorger voor de in Gaza opgesloten Palestijnen, terwijl het zijn betrekkingen met Israel in stand houdt. Met de aanpassingen van zijn democratisch gehalte en economisch bestuursmodel zet Turkije niet alleen stappen richting Europa, maar het versterkt ook zijn relaties in het Midden Oosten. Een ontwikkeling die moet worden toegejuicht.

Maar Turkije is er nog niet. Tenslotte heeft 42% tegen de hervormingen gestemd. De ideologische verdeeldheid moet worden doorbroken. Het referendum heeft de weg vrijgemaakt voor een nieuwe grondwet, en premier Erdogan lijkt vastbesloten die de komende maanden door het parlement te krijgen. Daartoe zal hij werk moeten maken van een consensus over de 26 hervormingsvoorstellen van het referendum en over de politieke hervormingen die toetreding tot de EU mogelijk moeten maken. De problematiek met Cyprus moet worden opgelost en aan de Koerden moeten betere rechten worden toegekend. Belangrijke uitdagingen voor alle betrokkenen. Het bereiken van een consensus is in Turkije altijd lastig geweest, maar gegeven de uitdagingen van vandaag eens te meer noodzakelijk. Europa kan dit proces stimuleren door perspectief te blijven bieden op volwaardig lidmaatschap.

Aljazeera zette een interessante video over dit onderwerp on-line:



En in de onderstaande video legt Aljazeera enkele van de hervormingen uit:



bronnen
The Independent leading article: “A step towards Europe”
The Guardian editorial: “Turkey's quiet revolution”
Ibrahim Kalin: “New dynamics of Turkish politics”
Trouw commentaar: “Het Turkse referendum duwt het land in de juiste richting: Europa”
Juan Cole: “Turkey’s Constitutional Referendum Extends Range of Liberties”

Geen opmerkingen: