woensdag 21 juli 2010

Iran stelt de VS voor een lastig dilemma


De Israëlische premier Netanyahu heeft, net als zijn voorgangers, gezinspeeld op een preventieve aanval op Iran als het zijn nucleaire ambities niet opgeeft. Maar volgens een onderzoek in opdracht van het Institute for National Security Studies (INSS) kunnen de meeste Israëli’s leven met een nucleair Iran. Slechts één op de vijf Israëlische Joden denkt dat een Iran met kernwapens Israel wil vernietigen. Het INSS onderzoek leert dat 59% van de Israëlische Joden een preventieve aanval op Iran zou steunen en 41% een militaire optie afwijst. Israëlische Arabieren, die 20% van de bevolking uitmaken en zich mogelijk niet graag zien als doelwit van Israëlische vijanden, maakten om budgettaire redenen geen deel uit van het onderzoek. Israel, de VS en andere Westerse landen menen dat Iran’s nucleair programma gericht is op de productie van kernwapens. Iran ontkent dat en laat zijn installaties inspecteren door het Internationaal Atoomagentschap.

Is een Iraanse nucleaire dreiging reëel? De verschuiving van het machtsevenwicht in het Midden-Oosten begon in 1992 toen de Ben-Gurion doctrine door de feiten werd ingehaald. Ben-Gurion, Israel’s eerste premier, meende dat hij geen vrede kon sluiten met zijn Arabische buren omdat die Israel’s bestaan nooit zouden aanvaarden. Israel moest dus allianties sluiten met niet-Arabische landen als Ethiopië, Iran, Libanon en Turkije. Met de implosie van de Sovjet-Unie en vooral de militaire nederlaag van Irak in 1991 kon Iran uitgroeien tot een belangrijke regionale mogendheid. Niet zozeer Iran’s economische macht en nucleair programma lagen aan de basis van dit verschuivende machtsevenwicht, maar zijn conventioneel militair arsenaal en bondgenootschap met Syrië, Hamas en Hezbollah. De raketten in Gaza, Zuid Libanon, Syrië en Iran vormden voor Israel een afschrikking en daarmee een ernstige beperking voor zijn militaire bewegingsvrijheid. Ziedaar de basis van de huidige onrust in het Midden-Oosten.

Volgens generaal Petraeus is Teheran een bedreiging voor de "stabiliteit" in de regio, jargon voor “onhandelbaar”. Vorige maand verscherpte het Congres nog eens de sancties tegen Iran. En intussen bouwt de VS voort aan zijn aanvalsmacht op Diego Garcia. Sinds 2003 is de Amerikaanse vuurkracht verviervoudigd. In enkele uren kunnen bommenwerpers en langeafstandsraketten 10.000 doelen in Iran vernietigen. Arabische media rapporteerden hoe een omvangrijke Amerikaanse vloot, waaronder een Israëlisch oorlogsschip, door het Suezkanaal voer, met als taak het uitvoeren van de sancties en toezicht op het scheepvaartverkeer van en naar Iran. Saudi Arabië zou Israel een luchtcorridor voor aanvalsvluchten op Iran ter beschikking hebben gesteld. En de Amerikaanse admiraal Michael Mullen vergaderde met de Israëlische stafchef Gabi Ashkenazi en de top van de Israëlische inlichtingendienst over “de voorbereiding door Israel en de VS van een mogelijk nucleair bewapend Iran". De toenemende dreiging met militaire actie tegen Iran is vanzelfsprekend een schending van het Handvest van de VN en specifiek van Veiligheidsraadresolutie 1887 van september 2009, waarin nog eens wordt opgeroepen om alle geschillen rond nucleaire kwesties vreedzaam op te lossen.

Volgens sommige analisten staat de VS voor een dilemma: een confrontatie met Iran, of het verlies van het Midden Oosten. Zodra Iran over nucleaire wapens beschikt zullen Turkije, Saudi Arabië en andere landen zich voegen naar de nieuwe regionale "supermogendheid" Iran. In minder verhitte retoriek uitgedrukt zou een regionale alliantie kunnen ontstaan die zich onafhankelijk van de VS opstelt. In het Amerikaanse legerblad Military Review dringt Amitai Etzioni aan op een aanval, niet alleen op de Iraanse nucleaire installaties en niet-nucleaire militaire doelen, maar ook op infrastructuur, burgerdoelen dus. "Het type militaire actie dat verwant is aan sancties, dat ‘pijn’ doet om gedrag te veranderen”, zo luidt het.

Maar waaruit bestaat de Iraanse dreiging dan? Volgens recente gezaghebbende rapporten van het leger en de inlichtingendienst vormt het regime een bedreiging voor de eigen bevolking, maar doet het daarin niet onder voor VS bondgenoten in de regio. Waar het echter om gaat is de Iraanse dreiging voor de regio en de wereld. Geen dreiging in militaire zin: Iran besteedt in vergelijking met de regio betrekkelijk weinig aan defensie en de inspanningen vallen vanzelfsprekend in het niet ten opzichte van die van de VS. De rapporten vermelden dat de Iraanse militaire doctrine strikt “defensief [is], … gericht op vertraging van een invasie en op het afdwingen van een diplomatieke oplossing van de vijandigheden”. Iran is slechts “in beperkte mate in staat om buiten zijn grenzen geweld te gebruiken”. En over de nucleaire optie luidt het: “Het nucleaire programma van Iran en de eventuele ontwikkeling van nucleaire wapens staan centraal in de afschrikkingstrategie”. Defensief dus.

Intussen blijft het machtsevenwicht in het Midden-Oosten verschuiven richting Iran. Het feit dat de Iraanse dreiging geen militaire agressie inhoudt maakt die voor Washington nog niet aanvaardbaar. Iran beschikt over een afschrikkingoptie en dat is geen legitieme uitoefening van zijn soevereiniteit. Het doorkruist de plannen van de VS met de wereld, het bedreigt de controle van de VS over de energiebronnen in het Midden-Oosten. De stelregel is dat wie de controle heeft over de energiebronnen het in de wereld voor het zeggen heeft. Met zijn toenemende invloed bedreigt Iran de “stabiliteit” in de regio, jargon voor “hegemonie van de VS”. De invasie en bezetting door de VS van zijn buurlanden zorgt voor “stabiliteit”, wat Iran doet is “destabilisatie” en dus onwettig. En Iran zou zich ook met terrorisme bezighouden, zoals aanvallen op militaire installaties van de VS en op Iraakse veiligheidstroepen. Iran zou Hezbollah en Hamas steunen. Beide organisaties zijn echter langs democratische weg aan de macht gekomen. De terroristische acties die aan Hamas en Hezbollah worden toegeschreven verbleken tegenover het VS-Israëlisch terrorisme in dezelfde regio.

Er zal wel niemand zijn die wil dat Iran een kernmogendheid wordt. Een voor de hand liggende manier om dat te voorkomen in het instellen van een kernwapenvrije zone (KWVZ) in het Midden-Oosten. Toen Egypte mei 2010 op de VN conferentie namens 118 niet-gebonden landen dit onderwerp aan de orde stelde wilde Washington daar wel in meegaan, maar zonder allesomvattend vredesakkoord moest bondgenoot Israel buiten beschouwing blijven. Zo’n vredesakkoord kan de VS zelf doordrukken of … voor zich uit blijven schuiven. Waarmee er van een KWVZ niets terecht komt. Op de VN conferentie vroeg het hoofd van het Internationaal Atoomagentschap dat Israel zijn nucleaire installaties zou openstellen voor inspectie. Maar dat was voor de VS niet bespreekbaar. Voor Nobelprijswinnaar Obama, die zich hard maakte voor non-proliferatie, zou de instelling van KWVZ’s een stap in de goede richting moeten zijn. De bittere werkelijkheid is echter dat de VS volop bezig is om zijn controle over de energiebronnen in het Midden-Oosten te versterken, desnoods met inzet van geweld. Regionaal "supermogendheid" Iran staat de VS in de weg en moet dus tot de orde worden geroepen.

Maar geeft Iran zich zomaar gewonnen? Ziedaar het dilemma voor de VS. Nikolay Makarov, stafchef van het leger van de Russische Federatie, waarschuwt alvast dat een aanval nu, terwijl de VS in twee oorlogen is verwikkeld, wel eens de ineenstorting van de VS tot gevolg kan hebben. Zo’n aanval leidt tot grote beroering in de regio, en zal ook negatieve gevolgen hebben voor Rusland, een buurland van Iran. Vandaar dat het Russische leger stappen zet om zo’n aanval te verhinderen, aldus Makarov. Als er ooit een tijd was om een serieuze opening naar Iran te maken dan is het nu wel. Er is nog altijd de mogelijkheid om tot een onderhandelde oplossing te komen en daarmee tot vrede. Onze politieke leiders moeten die mogelijkheid gewoon willen aangrijpen. Positieve diplomatie, gericht op afspraken, in plaats van de holle retoriek van vandaag, met als doel desnoods een “koude vrede“, dat zou van onmeetbaar belang zijn voor alle betrokkenen. In 2010 is vrede met Iran de belangrijkste uitdaging voor de wereldgemeenschap. Het alternatief is dood en verderf, en onvoorstelbare ellende, zowel voor “hen” als voor “ons”.

Bronnen
Haaretz 14 juni 2009: “Poll: Most Israelis could live with a nuclear Iran”
Alastair Crooke: “The Shifting Sands of State Power in the Middle East”
Noam Chomsky: “Is the U.S. Gearing Up for the Destruction of Iran?”
Amitai Etzioni: “Can a Nuclear-Armed Iran Be Deterred?”
Juan Cole: “An American Attack on Iran would lead to US Collapse”
Arshin Adib-Moghaddam: “How to make peace with Iran”

2 opmerkingen:

Hugo Freutel zei

Liever een "koude vrede"dan een ecalerende nucleaire oorlog. Een geloofwaardige realistische analyse.
De VS hebben hun handen vol aan de escalerend geweld en onrust in Irak, Afghanistan en Pakistan.Goed dat je aan bron vermelding doet Paul.

Herman zei

Goed artikel!

Het is overgenomen op: http://www.stopdebezetting.com/wereldpers/palestina-iran-stelt-de-vs-voor-een-lastig-dilemma.html