zondag 2 oktober 2011

Het verrottingsproces van de Amerikaanse democratie, naar Mike Lofgren

        
Mike Lofgren in zijn huis in Alexandria, Virginia (foto: Richard A. Bloom)

Zoals in het vorige artikel aangekondigd laten we hieronder in een samengevatte versie Mike Lofgren aan het woord.

Het politieke systeem [in Amerika] wordt compleet verziekt door financiële bijdragen van ondernemingen. Een kandidaat moet nu al meer dan een miljard dollar bijeenbrengen om te kunnen dingen naar het presidentschap. Ondernemingen hebben beide politieke partijen in de tang. Dat de nieuwe Democratische wet op de gezondheidszorg leidt tot het failliet van de overheidsbegroting komt doordat de Democraten bezwijken voor de belangen van verzekeraars en farmaceutische ondernemingen.

Bij de Democraten treft men net zo goed “gerobotiseerde” politici, carrièrejagers, door bedrijven afgeperste mensen, ziekelijke egoïsten en vreemde vogels aan, maar niets evenaart de Republikeinse partij. De Republikeinen hebben de stemming over de schuldlimiet, normaal een routineprocedure, opgeklopt tot een volslagen kunstmatige crisis. Door de economieën van de VS en de wereld te gijzelen konden zij hun eisen realiseren. De crisis rond het schuldplafond is niet het enige voorbeeld van dit soort politiek terrorisme. De Republikeinen waren ongegeneerd bereid om tienduizenden ambtenaren naar huis te sturen om antivakbond bepalingen in de statuten van het ministerie van transport af te dwingen.

De Republikeinen stellen zich steeds minder op als traditionele volksvertegenwoordigers en verworden tot een apocalyptische cultus die zich kan meten met de uiterst ideologische autoritaire partijen in het Europa van de 20e eeuw. Een normaal parlement functioneert mede door ongeschreven regels die de wetgevende machine smeren en het bestuur beschaafd houdt. Het Amerikaanse parlement kent echter de meest complexe regels ter wereld en kan maar functioneren door collegialiteit en goede trouw. Vandaag stuit zowat elk wetsvoorstel op een Republikeinse filibuster. [1] Dat verlamt Washington.

Het wetgevend proces is verworden tot oorlog zonder schieten, zoals men dat kent van de Rijksdag in de Weimar Republiek, nu 80 jaar geleden. Het effect is dat een vastbesloten minderheid totalitairen democratische instrumenten kunnen gebruiken om de democratie te ondermijnen. De Republikeinen zijn verworden tot een opstandige partij die de wet tart als die over een meerderheid beschikt en dreigt de zaken te saboteren als die in de minderheid is.

De Republikeinen volgen deze lijn welbewust. Het uithollen van de reputatie van een regeringsinstelling als het Congres levert op dat de politieke partij die tegen een “grote overheid” is automatisch de winnaar is. Een uiterst cynische tactiek die speelt op de zwakheid van het kiespubliek en de media. Amerika kent tientallen miljoenen slecht geïnformeerde kiezers, die onder invloed van het tegenstrijdige mediageweld denken dat politici allemaal oplichters zijn en dat een “grote overheid” fout is. Republikeinse retoriek voedt het sinds 1960 aftakelende vertrouwen in de overheid. In dit fenomeen zijn de media medeplichtig. Sinds de opsplitsing van elektronische media in een gerespecteerd nieuwssegment en een segment dat bestaat uit rabiaat ideologische talk radio en politieke propaganda op de kabeltelevisie, zijn de “respectabele” media als de dood voor kritiek wegens bespeurde vooroordelen. Die vrees heeft geleid tot valse onpartijdigheid.

Het voortdurend herhaalde “daar gaan beide partijen weer” van de media, in samenhang met de verwarring bij slecht geïnformeerde kiezers, past in de consequent volgehouden Republikeinse strategie om het vertrouwen in de democratie te ondermijnen. En die strategie heeft electoraal dividend opgeleverd. De VS kent zowat de laagste opkomstcijfers van alle Westerse democratieën. In de tussentijdse verkiezingen van 2010 konden slechts 44 miljoen Republikeinse kiezers een kruis trekken over de politieke winst van de verkiezing van president Obama door 69 miljoen kiezers.

Sinds de Republikeinen vorig jaar in een aantal staten de meerderheid haalden proberen ze systematisch om de gang naar de stembus te bemoeilijken. Strengere identificatievoorschriften, kortere registratieperiodes en nieuwe voorschriften met betrekking tot de woonplaats van de kiezer, allemaal zaken die bij voorbeeld universiteitsstudenten het uitoefenen van hun burgerrechten kunnen belemmeren. Deze aanslag op de wetgeving staat haaks op 200 jaar Amerikaanse geschiedenis, waarin gestreefd werd naar een zo groot mogelijke politieke deelname van burgers.

Het zijn vooral Republikeinen die andere landen de les spellen over democratie. Het brengen van democratie in het Midden-Oosten was een bedenksel van de regering Bush. Maar in eigen land mogen die lieden niet gaan stemmen. Vooral niet de mensen die toch niet voor de Republikeinen stemmen. Geen “echte Amerikanen” in de retoriek van Sarah Palin. Raciale minderheden, immigranten, moslims, holebi’s, intellectuelen. Dat verklaart voor een stuk de uiterst venijnige haat tegen president Obama. De meeste Republikeinse bewindslieden zullen wel niet vallen voor deze reactionaire en paranoïde kletspraat. Maar die voedt wel heel cynisch de laagste instincten van het kiezerspubliek. Zonder de sluimerende Republikeinse rassenhaat aan te halen kan men wel stellen dat Republikeinen van oordeel zijn dat geen enkele Democratische president legitiem kan zijn.

De de-industrialisatie en de opkomst van de financiële sector in Amerika sinds 1970 heeft geleid tot een steeds verder inkrimpende blanke middenklasse, mensen zonder werkzekerheid of zelfs werkloos, met verdampende pensioenen en sociale voorzieningen, mensen die de waarde van hun voornaamste bezit zien kelderen door de uiteenspattende onroerend goed zeepbel. Hun zorgen zijn niet ingebeeld, hun levensstandaard gaat daadwerkelijk omlaag. De Democraten hebben deze mensen niets te bieden. Het waren immers vooral de Democraten die in de jaren 1990 rampzalige handelsakkoorden sloten waarmee werkgelegenheid naar het buitenland kon verdwijnen.

Na de recente orgie van ongebreidelde hebzucht en ongekend omvangrijke overdracht van rijkdom naar de hogere sociale klassen door Wall Street richt de volkswoede zich op de gulle hand van Washington. De ironie is dat de overheid bovenmatig moet investeren in werkloosheidsvergoeding, food stamps en gezondheidszorg voor hen die door de uitspattingen van de ondernemingen in het vorige decennium economische schade hebben opgelopen. De Republikeinse tactiek toont een absolutistische, autoritaire mentaliteit die haaks staat op democratische waarden zoals rede, compromis en verzoening. Een mentaliteit die juist mikt op polariserende verdeeldheid, conflict en het de kop indrukken van de oppositie.

De meeste van de uitgangspunten van de Republikeinse Partij kan men zonder meer afdoen als propaganda. In essentie staat de partij voor de volgende principes:

De partij komt enkel op voor zijn rijke sponsors.

Het gemarchandeer over het overheidstekort was een show. De partij wees het pakket aan maatregelen van president Obama ter waarde van $4 biljoen van de hand omdat zelfs één promille verhoging van de belastingtarieven voor de superrijken er teveel aan was. Zo blijven miljardairs vallen in een lager belastingtarief dan politiemensen en verpleegsters. Maar in tegenstelling tot de slogans zorgen de rijken, die zo nodig moeten worden ontzien, niet voor jobs. Vandaag kijken Amerikaanse ondernemingen terug op hun meest winstgevende kwartaal in de geschiedenis. Zo zit Apple op $76 miljard cash, meer dan het BBP van menig land, maar waar blijven de jobs? De Republikeinen hebben ijverig de mythe verspreid dat Amerikanen te zwaar worden belast. Maar vergeleken met andere OESO landen behoren de Amerikaanse belastingtarieven tot de laagste ter wereld. Men spreekt over de 35% vennootschapsbelasting in de VS, maar die is effectief veel lager. Betaalde General Electric 35% over zijn winst in 2010 van $14 miljard? Nee dus, de firma betaalde … niets.

Bidden aan het altaar van Mars [2]

Hoewel ook Democraten zich bezondigen aan oorlogvoeren kunnen zij zich niet meten met Republikeinen als John McCain of Lindsey Graham die een puur wellustig enthousiasme ten toon spreiden om andere landen binnen te vallen. Met de slogan “we are all Georgians now” zou McCain wel even het nucleair bewapende Rusland aanpakken tijdens het conflict met Georgië in 2008. En Graham ruit voortdurend op tot een aanval op Iran en interventie in Syrië. Dit zijn niet de geringsten binnen de partij, het zijn de “defensie experts” die voortdurend in de media zijn. Vlak voordat de Republikeinen de markten onder druk zetten rond de kwestie van het kredietplafond en miljardenbezuinigingen eisten stemden dezelfde Republikeinen voor een defensiebegroting die voorziet in een verhoging van $17 miljard.

De economische rechtvaardiging van een defensiebegroting van $700 miljard is des temeer bedrieglijk als men bedenkt dat die investering weinig jobs creëert. De uiterst hoogwaardige wapenindustrie van  vandaag vraagt nog maar weinig laaggeschoolde arbeid. Veel geld gaat naar kostbare R&D (waar de economie weinig baat bij heeft), exorbitante managementuitgaven, overhead, zakkenvullerij en geld dat terugvloeit naar politieke campagnes. Een miljoen dollar voor wegenbouw levert twee tot drie maal meer jobs op dan een miljoen dollar wapenverkopen. Maar ook zonder de financiële drijfveer is er een psychologische hang naar oorlogvoeren binnen de partij die voortvloeit uit de neurotische dwang om zich stevig op te stellen. Het militarisme ontspringt aan hetzelfde psychologisch tekort dat behoefte heeft aan een eindeloze serie vijanden, buitenlandse én binnenlandse.

Het ongebreideld militarisme van het laatste decennium en het laffe verzuim van de Democraten om die te doen keren zijn strategisch en financieel nefast geweest. Vandaag is de VS minder welvarend, minder veilig en minder vrij. Het militarisme dat gepaard gaat met interventies in het wilde weg zal maar bedaren als de schatkist leeg is, net zoals dat gebeurde met de Republiek der Nederlanden en het Britse Rijk.

Godsdienst uit de oude doos

Het spelen op fundamentalisme is een voltijdse bezigheid binnen de partij. Sinds de jaren 1970 zijn godsdienstextremisten geen geringe publieke overlast meer, maar een vast onderdeel van het Republikeinse partijgebeuren. Het goede verkiezingsresultaat van Pat Robertson in Iowa in 1988 luidde het samensmelten in van politiek en religie binnen de partij. Het resultaat is ernaar. Het feit dat Amerikanen meer denken als Iraniërs of Nigerianen dan als Europeanen of Canadezen over zaken als de scheppingstheorie, onfeilbaarheid van de schriften en het bestaan van geesten en duivels vloeit voort uit de opkomst van religieus rechts. Er is ook sprake van een opkomend anti-intellectualisme en afkeer tegen wetenschap, een groep die de slecht geïnformeerde, of beter de verkeerd geïnformeerde kiezer tekent.

De grondwet ten spijt bestaat er nu de facto een godsdiensttest voor het presidentschap: topkandidaten worden aangemoedigd of gedwongen om zich uit te spreken over hun geloofsopvattingen. Gepolitiseerde godsdienst is ook het plechtanker van de cultuuroorlogen. De vraag is hoe het hele giftige brouwsel van partijpolitiek - economische vorstelijkheid, militarisme en cultuuroorlogen cum fundamentalisme - de plaats kon innemen van het beschaafde Republicanisme ten tijde van Eisenhower. De sleutel ligt waarschijnlijk bij de opkomst van het gepolitiseerde godsdienstfundamentalisme, dat in essentie alle drie de Republikeinse principes rationaliseert. Rijkdom is een zegen van God. De fascinatie voor oorlogvoeren vloeit ook voort uit dit fundamentalisme. Het Oude Testament staat vol van verhalen over slachtpartijen in naam van God. Het apocalyptische gedachtegoed van de fundamentalisten, hun geloof in een dreigend Armageddon, [3] conditioneert hen psychologisch om het land het conflict te laten opzoeken, niet enkel met het buitenland, maar ook over binnenlandse politieke geschillen.

De Republikeinen hebben een nieuwe vorm van politiek bedrijven uitgevonden die electoraal aanslaat. Die politiek ontketent grote politieke rampen en daarmee onheil voor het democratische proces, maar ook voor de status van Amerika als wereldleider.

[1] vertragingstechnieken, zie Wikipedia: “filibuster
[2] Romeinse God van de oorlog, zie Wikipedia: “Mars (mythologie)
[3] het einde der tijden, zie Wikipedia: Eindtijd