donderdag 18 oktober 2012

Amerika’s buitenlandse politiek onder Romney of Obama: lood om oud ijzer?

       
Republican presidential candidate, former Massachusetts Gov. Mitt Romney gestures during a speech to the NAACP annual convention, Wednesday, July 11, 2012, in Houston, Texas.  (AP Photo/Evan Vucci)

“Mensen, alstublieft. Deze man moet niet president [van Amerika] worden. Een regering-Romney wordt een mondiale ramp”. Dat zei de Amerikaanse auteur Barbara O’Brien op The Mahablog na Romney’s toespraak over het Amerikaans buitenlands beleid onder de titel The Mantle of Leadership aan het Virginia Military Institute in Lexington, Virginia, op 8 oktober. Daarmee vertolkt O’Brien het Democratische standpunt over Romney’s speech: per saldo staat hij voortzetting van het huidige beleid voor, maar hij heeft wel gevaarlijke oorlogszuchtige trekjes. Wat Romney anders zou doen liet hij in het vage, maar hij was wel duidelijk in zijn kritiek op het “falende leiderschap” van Obama. Maar voor zover het buitenlands beleid al van belang is in de presidentiële race haalt de behoedzame houding van Obama het waarschijnlijk op het wapengekletter van Romney.
 
Romney’s vaagheid vloeit voort uit de tegenstellingen in het Republikeinse kamp op het gebied van buitenlands beleid sinds Bush. Hij presenteerde zijn uitspraken als een recept voor een vreedzamer wereld. Maar zo’n aanpak leidt regelrecht tot nieuwe militaire avonturen die vandaag nog maar moeilijk te verkopen zijn. Zowel libertair als conservatief denkende Republikeinen hameren op de gevolgen voor de begroting en op de slanke-overheid-obsessie. En dat Romney de relatie met Israel nog verder wil versterken rijmt niet met zijn verwijt aan het adres van Obama dat de VS een historische kans missen om nieuwe vrienden in het Midden-Oosten te winnen. De VS moeten zich in hun buitenlands beleid voegen naar geen enkele buitenlandse regeringsleider, en al zeker niet naar die van Israel, een land dat de Palestijnen hardnekkig elke waardigheid en vrijheid ontzegt, waarden die Romney zegt te steunen.
 
Sinds 9/11 staat het Israel-Palestina conflict bij de Amerikaanse legertop hoog op de agenda, maar Romney heeft daar geen boodschap aan. Zijn uitspraak “ik maak mij sterk voor een democratische, welvarende Palestijnse staat,” was zonder meer hypocriet. Hij kreeg de gebruikelijke aanduiding “leefbaar” immers niet over zijn lippen. Leefbaar staat voor een aaneengesloten gebied dat de situatie van voor 1967 dicht benadert, met Jeruzalem als hoofdstad. Mogelijk staat Romney een niet-leefbare Palestijnse staat voor ogen: een serie losse “Bantustans” waar zijn studiegenoot en boezemvriend Netanyahu wel mee kan leven. Elke andere oplossing waar hij zijn nek voor zou uitsteken riskeert immers het gram van Israel, iets waar elke Amerikaanse president nog voor is teruggeschrokken. Bovendien liet Romney op zijn besloten fund raiser op 17 mei onverbloemd weten dat hij het vredesproces helemaal niet ziet zitten. Als president schuif ik elk initiatief op de lange baan, aldus Romney. Zijn positieve boodschap in Lexington is dus een regelrechte leugen.
 
De middelen waar Romney over sprak om het Midden-Oosten “vorm te geven” gaan verder dan dreigementen en de inzet van militaire macht. Ook financiële steun komt in aanmerking, iets waar nu juist een belangrijk deel van zijn partij zich tegen verzet. Maar aan financiële steun kleven voorwaarden: de buitenlandse “partner” moet zich plooien naar het Amerikaanse beleid, een fenomeen dat de bevolking in de betreffende landen aanzette om de voormalige - royaal door de VS gefinancierde - autoritaire leiders omver te werpen. Onophoudelijk probeert Romney de mensen de stuipen op het lijf te jagen door te wijzen op het oorlogszuchtige Iran en Al Qaida, en kritiek uit te oefenen op Obama die het beeld zou willen verkopen dat het oorlogstij afneemt. Hoe een buitenlands beleid dat hardnekkig vasthoudt aan militaire interventies te rijmen valt met een economisch beleid in eigen land waarin het terugdringen van het begrotingstekort centraal staat blijft een raadsel.
 
Tea-Party-voorman Rand Paul is duidelijk: “Romney spreekt zich uit tegen de plannen van president Obama om te snijden in een topzware defensiebegroting. De president zou niet strijdlustig genoeg zijn in het Midden-Oosten. Ik ben het met deze opmerkingen niet eens. Onze militaire uitgaven zijn sinds 2001 met 137% gestegen. Zo’n groei is niet vol te houden. Een minder agressief buitenland beleid en een begrotingscontrole leveren besparingen van miljarden dollars op zonder aan militaire macht in te boeten. In Noord Afrika en het Midden-Oosten is ons probleem niet een gebrek aan interventie. Moeten we nu werkelijk doorgaan op de ingeslagen weg? Wij zijn in teveel landen te vaak militair actief, en het lijkt wel of we niet eens weten waarom, of wanneer we vertrekken. Dit buitenlands beleid maakt meer vijanden dan het verslaat, het kost biljoenen aan belastinggeld en duizenden gesneuvelden en gewonden. Ons buitenlands beleid moet dringend onder de loep. Wij trekken veel te gemakkelijk ten strijde en proberen politieke punten te scoren met verkeerde politieke ideeën.”
 
Een bizar onderdeel in Romney’s speech was zijn lof voor generaal George Marshall. Hoe kan de meest pro-Israel presidentskandidaat ooit “vergeten” dat Marshall mei 1947 dreigde tegen president Harry Truman te stemmen als hij de Joodse staat zou erkennen? De hoffelijke, verstandige en terughoudende Marshall zou net als Obama kunnen worden verweten “leiding te geven op de achtergrond”. Maar Romney lijkt niet te beseffen dat de opstandelingen in het Midden-Oosten hun burgerrechten uitoefenen tegen wrede dictatoriale regimes en dat Amerika daar niets tegen kan ondernemen. Obama onderkent de grenzen van de Amerikaanse macht en begrijpt dat de Arabieren dit hoofdstuk in hun geschiedenis zelf moeten schrijven. Romney geeft een verkeerde voorstelling van zaken over het buitenlandse beleid van Obama. Obama heeft een bondgenoot als Israel niet verraden, bakt geen zoete broodjes met Cuba, verontschuldigt Amerika niet.
 
Maar men kan wel degelijk kanttekeningen maken bij het buitenlandse parcours van Obama: nederlagen in Irak en Afghanistan, mislukte pogingen om de marionettenregimes in Jemen, Egypte, Tunesië, Somalië en Zuid-Soedan te stabiliseren. Een interventie in Libië die het VN-mandaat verre overschreed. En ook elders blijft Washington het conflict zoeken of bestendigen: Pakistan, Iran, Syrië, Venezuela,  Cuba, … De president kiest voor gewapende drones als beleidsinstrument en weigert daar verantwoording voor af te leggen. Guantanamo Bay is nog altijd niet gesloten. Waterboarding en andere illegale folterpraktijken gaan onverminderd voort en niemand wordt daarvoor vervolgd. De president blijft de rol van Amerika als “honest broker” in het Israel-Palestina conflict cynisch invullen met onbeperkte financiële, militaire en diplomatieke steun aan Israel. En zijn antwoord op de kwijnende economische macht van de EU en de VS was de verdere omsingeling en provocatie van Rusland en vooral China, maatregelen die alleen maar kunnen leiden tot een nieuwe Koude Oorlog, ditmaal in Azië. Obama lijkt niets te hebben geleerd van zijn buitenlandse fiasco’s.

Is een keuze tussen Romney en Obama qua buitenlands beleid dan lood om oud ijzer? Op 21 januari 2010 zei de befaamse Amerikaanse historicus Howard Zinn over Obama’s eerste jaren als president: "I’ve been searching hard for a highlight…I don’t see any kind of a highlight in his actions and policies. I think people are dazzled by Obama's rhetoric, and that people ought to begin to understand that Obama is going to be a mediocre president - which means, in our time, a dangerous president - unless there is some national movement to push him in a better direction.” Onder Obama is de toonzetting van het Amerikaanse buitenlands beleid dan misschien verbeterd, inhoudelijk is er niet veel veranderd. Amerika, dat niet lang geleden nog werd geroemd om zijn ongeëvenaarde macht en aantrekkingskracht, is op zijn retour. De achteruitgang begon na de Tweede Wereldoorlog, toen de macht van de VS maximaal was. Het Amerikaanse verval is in belangrijke mate het gevolg van eigen falen. En dat zal er onder een president Romney niet beter op worden.