Dat zegt een ontgoochelde Gideon Levy op 8 juli in Haaretz. Maar wat kan Obama dan ondernemen? Volgens Jack A Smith, uitgever van de Activist Newsletter en voormalig redacteur van de Guardian Radical Newsweekly, is Obama aan handen en voeten gebonden aan House en Senate, waar een verpletterende meerderheid van zowel Democraten als Republikeinen Israel steunt en men zelfs openlijk minachting toont voor de Palestijnen. In weerwil van het breed gedragen oordeel van internationale topjuristen dat de Israëlische flotilla aanval een flagrante schending was van internationale normen kwamen prominente Democraten met de Orwelliaanse uitspraak dat het om zelfverdediging ging. Eind juni ondertekenden 87 op 100 senatoren en 307 op 435 afgevaardigden een brief aan Obama over het incident, waarin ze verklaarden volledig achter het recht van Israel stonden om zich te verdedigen tegen “gewapende” activisten. In de brief kreeg Obama ook nog eens een pluim voor het tegenhouden van “een oneerlijke Veiligheidsraadresolutie”. En in april tekende 76 senatoren en 333 afgevaardigden een brief aan buitenlandminister Hillary Clinton die impliciet Obama berispt voor zijn “confronterende houding tegenover Israel”.
Maar klopt dat verhaal? Nathan Brown, professor politieke wetenschappen aan de George Washington Universiteit, heeft op grond van onderzoek ter plaatse een totaal andere kijk op de ontwikkelingen op de West Bank. Die zegt dat Fayyad op de West Bank sinds juni 2007, toen de Palestijnse Autoriteit in tweeën werd gedeeld, met steun van Washington ambitieuze stappen kon zetten op weg naar een Palestijnse staat. Zijn bescheiden en bekwame optreden leidde al snel tot internationale loftuitingen aan het Fayyadisme. Bouwt Salam Fayyad inderdaad in alle stilte een Palestijnse staat op, in plaats van te wachten tot de internationale gemeenschap die mogelijk maakt, zo vraagt Brown zich af. Hij meent dat Fayyad als persoon heel wat te bieden heeft: integriteit, pragmatisme, actie in plaats van revolutionaire retoriek. Maar leidt dit Fayyadisme tot een Palestijnse staat? Die vraag moet met “nee” worden beantwoord. Zonder politiek proces gericht op een Palestijnse staat kan Fayyad zijn project niet realiseren. Volgens Brown kan het Fayyadisme niet tot een twee-staten oplossing voor het Israel-Palestina conflict leiden. Want Fayyad bouwt geen Palestijnse overheidsstructuur op. Hij treft maatregelen ter verbetering van de bestaande structuur, maar kent ook mislukkingen. Zo functioneert het rechtssysteem beter, maar het is ook gepolitiseerd, buitenspel gezet door de veiligheidsdienst en verlamd door interne rivaliteit. De instellingen die Fayyad aanstuurt zijn in feite door Yasser Arafat opgebouwd.
Bovendien opereert Fayyad in een autoritaire context, zijn beleid mist elke legitimiteit. De Palestijnse democratie is dood, en als die leefde kon Fayyad niet optreden op de manier waarop hij dat doet. De termijn van zowel de president als het parlement is overschreden en er is geen enkel zicht op nieuwe verkiezingen. Locale ambtsdragers zijn selectief ontslagen, locale verkiezingen geannuleerd, de oppositie gemuilkorfd, activisten opgepakt, rechtbankvonnissen genegeerd, de bevolking bestuurd door bureaucraten. Een aanfluiting van de rechtsstaat. Het parlement van de jaren 1996-2006 was dan wel chaotisch, maar het leverde wel solide wetgeving op die door het electoraat als legitiem werd ervaren. Sinds de verkiezingsoverwinning van Hamas in 2006 en de arrestatie door Israel van verschillende Hamas parlementsleden is het wetgevend proces tot stilstand gekomen en worden wetten uitgevaardigd door bureaucraten. De politieke verlamming en het autoritarisme hollen de instellingen uit.
Maar ook de Palestijnse politieke partijen verkeren in crisis. Hamas, de gezondste partij, is alleen actief in Gaza en verkeert op de West Bank “in winterslaap”. Fatah is volop in verwarring. De vergrijsde oude garde houdt het monopolie op topposities, de nieuwe generatie is verdeeld, locale verkiezingen werden geannuleerd bij gebrek aan kandidaten. Met de boycot van Hamas had Fatah een verpletterende verkiezingsoverwinning kunnen boeken. Fatah bouwt geen Palestijnse staat op, het past slechts op de winkel tot de volgende crisis. En als die komt heeft Fayyad geen democratische legitimiteit, kan niet terugvallen op een partijorganisatie. De boodschap van het Fayyadisme klinkt slechts door in het buitenland: zolang Fayyad premier is kan hij dankzij buitenlandse financiële steun zijn overheidsapparaat laten functioneren. Fayyad mag dan een goed mens zijn, maar zijn beperkte verbeteringen aan het overheidsapparaat kunnen het onderliggende probleem niet verdoezelen: de meeste Palestijnse instellingen zitten diep in de problemen en de belangrijkste in een vergevorderd proces van verval. Een totaal geblokkeerde toestand voor de Palestijnse bevolking dus.