zondag 7 juli 2019
Hoe wetenschappers kunnen bijdragen aan een oplossing van de kwestie-Palestina
Bethlehem
Checkpoint. Men and women from all over the Southern West Bank stand
in line for hours each morning
on their way to work outside of
Bethlehem. Photo: ‘delayed
gratification’ (flickr)
Terreuraanslagen
en de kwestie-Palestina hangen met elkaar samen. Het plan-Kushner is
de laatste nagel
in de doodskist van een tweestatenoplossing. De alternatieven zijn
apartheid of etnische zuivering. Annexatie
van de Westelijke Jordaanoever overschrijdt
een
Europese rode lijn. Media,
politieke wetenschappers en intellectuelen kunnen het verschil maken.
“De
afschuwelijke terreuraanslagen in Parijs, Beiroet en de
Sinaï
bevestigen
nog eens dat het Israël-Palestina conflict niet los staat de
mondiale terreurdreiging. De stichting van een Palestijnse staat, met
respect voor Israëlische veiligheidsbekommernissen, is van groot
belang, niet enkel voor Israëliërs en Palestijnen, maar voor de
hele regio”. Dat zei
Nickolay Mladenov, speciaal coördinator
van de secretaris-generaal voor het Midden-Oosten vredesproces,
tijdens
een briefing van de leden van de VN Veiligheidsraad op 19 november
2015.
Intussen
piekt het geweld tegen de Palestijnse bevolking, zorgen nieuwe
nederzettingen in Palestijns gebied voor nieuwe feiten op de grond en
lijkt
het
vredesproces
dood
en begraven. Tegelijk loopt
het
aantal terreuraanslagen
en
de
dodentol op. Om er maar enkele te noemen: Brussel, Nice en Berlijn in
2016, Londen, Manchester en Barcelona in 2017, Straatsburg in 2018 en
Nairobi en Christchurch in 2019. Op
een lijst gevaarlijkste brandhaarden in
de wereld zette
de
VRT
in
samenspraak met
de
Nederlandse professor
Ko Colijn “Israël
en Palestina” op
een prominente plaats.
De
situatie bestempelen als 'vrij uitzichtloos’ volstaat niet
Tegen
die achtergrond valt het op dat UAntwerpen-professor
David Criekemans in
zijn recente
boek
wél
uitvoerig
aandacht besteedt aan
het Midden-Oosten en terrorisme, maar de kwestie-Palestina
onbesproken
laat. Dat
kwam ook aan de orde in onze
recensie.
Bij
navraag
wijst
Criekemans
erop
dat hij
het issue niet mijdt, waarbij
hij verwees
naar zijn
optreden
in Terzake rond het Israëlisch scherpschieten op burgers in
Gaza.
Maar
de
kwestie-Palestina
bestempelen
als
'vrij uitzichtloos' is
nog
geen
analyse, nog afgezien van de vraag of massale Europese investeringen
in Oost-Jeruzalem
zinvol
zijn.
Israël
maakt
consequent elke Europese
investering ten
bate van de Palestijnen met
de grond gelijk.
Recent
publiceerde Bert De Vroey een pakkende
historiek
van
wat we best aanduiden als de kwestie-Palestina (de term
‘Israël-Palestina
conflict’
duidt op gelijkwaardige partijen, quod non).
Volgens
Egbert
Talens
kent
De Vroey de kwestie-Palestina prima, maar haakt hij te weinig
in
op de politiek-zionistische trucs
rond
het ontstaan
van
Israël in 1948. Zo laat hij de listig bekokstoofde twee derde
meerderheid voor VN-AV-resolutie 181-II (1947) onvermeld, evenals het
feit dat Ben-Gurion al in 1928 een
great
disaster
nodig
achtte
om in Amerika een beweging op te starten gericht op de
verwezenlijking van het politiek-zionistisch project Joodse
Staat.
En de Oslo-akkoorden leverden geen Palestijnse staat op, maar een
Palestijnse ‘entiteit’, en zelfs daarvan mocht Arafat zich geen
president noemen.
Kushner
slaat de plank mis
De
Vroey’s historiek verscheen juist vóór de presentatie van het
plan van Trump’s schoonzoon Jared Kushner. Over dat plan kunnen we
kort zijn: een economisch plan is het sluitstuk op een politiek plan,
niet omgekeerd. Zoals steeds proberen de Amerikanen iets te doen aan
de levensomstandigheden van de Palestijnen, maar niet aan de
Israëlische bezetting. De Palestijnen stuurden dus hun kat. Die
verwachten niets van een bemiddelaar die 70 jaar Amerikaans beleid
overhoop gooit, Jeruzalem als Israëlische hoofdstad erkent, de
Palestijnse missie in Washington sluit, zowat elke economische en
humanitaire hulp beëindigt en de bezetter aanmoedigt de Westelijke
Jordaanoever te annexeren.
Het
plan-Kushner gaat niet enkel voorbij aan Palestijnse
bekommernissen, maar ook aan wat er leeft onder de Arabische
bevolking. De
kwestie-Palestina is en blijft een centraal
issue
voor Arabieren.
De
Amerikaanse benadering van de regio wordt
gezien als onrechtvaardig. Dat fenomeen stuurt mede de
ontwikkelingen in het
Midden-Oosten: werving
door terreurgroepen,
regionale
instabiliteit, de Arabische
publieke opinie over
de
Verenigde Staten, en zelfs de Amerikaanse nationale veiligheid. Rond
het plan-Kushner is intensief gelobbyd richting Arabische leiders. De
vraag is of die druk zullen uitoefenen op de Palestijnen.
De
alternatieven zijn apartheid of etnische zuivering
Voor
Harvard-professor Stephen Walt komt de kwestie-Palestina op de tweede
plaats van vijf
wereldproblemen, direct na (1)
klimaatverandering,
en
voor (3) “Het einde van de Europese Unie”, (4) “Een nucleaire
crisis met Iran, en (5) “Het sluipend verval van Amerika’s
Aziatische allianties”. Walt ziet
het plan-Kushner als laatste nagel in de doodskist van een
tweestatenoplossing, met enkel slechtere alternatieven: (1)
apartheid, waarbij Israël de Palestijnen elk politiek recht ontzegt,
(2) gedwongen verdrijving, etnische zuivering dus, een misdaad tegen
de menselijkheid en (3) “vrijwillig” vertrek van de Palestijnen
door hen het leven steeds zuurder te maken, sluipende etnische
zuivering dus.
Het
optreden van Trump in het Midden-Oosten leidt
tot toenemend verlies aan steun voor de VS onder de Arabische
bevolking. Europa moet de VS duidelijk maken dat een vredesproces tot
doel heeft geschillen te beslechten, niet onder de mat te vegen. De
EU
moet
in
de kwestie-Palestina zijn verantwoordelijkheid nemen.
Europese landen stonden mee aan de wieg van de staat Israël.
De EU moet Israël
duidelijk maken dat annexatie van de Westelijke Jordaanoever een
Europese rode lijn overschrijdt. Als Israël’s
directe buur en belangrijkste handelspartner heeft de EU voldoende
machtsmiddelen.
Vijf
minuten politieke moed volstaat.
Media,
politieke wetenschappers en intellectuelen maken het verschil
Een
groep
Europese
toppolitici
hebben er bij de EU al
op
aangedrongen om elk plan dat afbreuk
doet aan de
rechten van de Palestijnen te
verwerpen. De
media zouden vaker
en
indringender aandacht kunnen besteden
aan
de kwestie-Palestina. Politieke
wetenschappers die regelmatig in de media verschijnen moeten net als
hun Amerikaanse collega’s John Mearsheimer en Stephen Walt, auteurs
van het boek ‘The
Israel Lobby and U.S. Foreign Policy’ (2007),
de moed hebben om de Israëllobby
te weerstaan. Kritiek op het doen en laten van de staat Israël
is
geen
antisemitisme.
En
men
moet nog geen ‘activist’ zijn om als academicus duidelijke taal
te spreken.
In
2015 sloot een aantal Belgische academici zich aan bij de
Palestinian
Academic and Cultural Boycott of Israel,
onderdeel van de Boycott,
Divestment, Sanctions
(BDS)
campagne tegen de manier waarop Israël
met de Palestijnen omgaat. Zo ontstond de
Belgian
Academic and Cultural Boycott of Israel
(BACBI).
De academische boycot richt zich op Israëls
universitaire instellingen wegens hun steun
aan het
apartheidsregime. De
doelstellingen van BACBI
zijn
duidelijk.
Internationale
druk moet
aan
Israëls
straffeloosheid een
einde maken.
Intussen
hebben 489
Belgische intellectuelen en academici de Beginselverklaring
van
de Belgian
Academic and Cultural Boycott of Israel
(BACBI)
onderschreven.
Voor
zover valt na te gaan heeft
slechts één Belgische
politieke
wetenschapper, de
Gentse hoogleraar
Hendrik Vos, de
verklaring ondertekend.
Er zouden er honderden moeten volgen. Alleen de faculteit
politieke wetenschappen van de universiteit
van Antwerpen kent al 105 docenten, assistenten, onderzoekers en
academische medewerkers. En
de organisatie zou nóg meer aan de weg moeten timmeren.
Wie
volgt het goede voorbeeld van Hendrik Vos?
Abonneren op:
Posts (Atom)