maandag 2 augustus 2010

Hoe grootmacht Amerika zijn dominante positie probeert te vrijwaren


De VS ziet China als zijn gevaarlijkste tegenstander in de strijd om het behoud van zijn wereldhegemonie. Om zijn dominante positie veilig te stellen is het volop bezig met de militaire omsingeling van China, gericht op de controle over de rijke energie- en mineraalbronnen in het Midden-Oosten en Azië. Aankomende en bestaande kernmogendheden als Iran en Noord-Korea staan haaks op de ambities van de VS en worden dus afgedreigd. De geschiedenis leert echter dat militaire dominantie zich niet langer vertaalt in politiek voordeel. De VS moet “soft power” ontwikkelen en zich opmaken voor een multipolaire wereld.

In het geopolitieke landschap van vandaag ziet de VS in China zijn enige echte rivaal. Het vreest op termijn door dat land te worden overvleugeld. Niet op militair, maar op economisch vlak. Olie speelde een belangrijke rol in de oorlog in Irak en waardevolle mineralen in die in Afghanistan. Zaken waar de VS de controle over wil houden. Opkomende economische wereldmacht China moet de tweede viool blijven spelen. Waarbij de VS rekent op zijn militaire dominantie. In dat kader paste de opzegging in 2002 van het Anti-Ballistic Missile (ABM) verdrag. Het Amerikaanse antirakettenschild is niet bedoeld tegen Iran of Noord-Korea, maar tegen China. Na ABM zal Amerika zich ook uit het Ruimteverdrag van 1967 moeten terugtrekken om het rakettenschild operationeel te kunnen maken. China ziet in Amerikaanse ruimtewapens een bedreiging voor zijn nucleaire afschrikking. Nu de VS in de Geneefse Ontwapeningsconferentie elke onderhandeling op dit terrein blokkeert laat China weten niet passief te blijven toezien hoe de VS zijn hegemoniale positie vergroot.

Om zijn werelddominantie te behouden voelt de VS zich genoopt zijn bewapening verder uit te bouwen. Het onderkent dat het zijn economische wereldpositie aan China zal moeten laten. De handelsbalans blijft zeer negatief. Intussen heeft Japan in China economisch een enorme voet aan de grond gekregen. Uiteindelijk zal Japan daarom voor China kiezen. De toekomst van Japan ligt in Azië, o.a. in Siberië. In tegenstelling tot China heeft Japan de middelen om dat gebied economisch te ontwikkelen. Met de groei van een binnenlandse markt in China zal Japan zich ook meer en meer uit de westerse markten terugtrekken. De eerste tekenen van een zelfbewuster Japan werden duidelijk met het aantreden van de nieuwe Japanse regering Hatoyama. De VS heeft meer dan 700 militaire bases in het buitenland. Alleen de 90 bases in Japan worden gefinancierd door Japan. Het Japanse eiland Okinawa herbergt 35 VS bases. Toen premier Hatoyama één van die bases wilde sluiten brak in de VS bijna paniek uit. Iets wat veel zegt over de zorgen die de VS zich in het Obama tijdperk maakt.

Begin dit jaar verslechterde de relatie VS-China sterk door de verkoop van hoogtechnologische wapens aan Taiwan, waaronder 200 Patriot raketten. De kop "U.S. Arms for Taiwan Send Beijing a Message" in de New York Times was veelzeggend. China reageerde met het opschorten van de militaire banden met de VS, wat tot vandaag kwaad bloed zet. Defensieminister Robert Gates annuleerde een bezoek aan Beijing, waarna zowel het Witte Huis als het Pentagon een serie ondubbelzinnige boodschappen naar China stuurden. De VS zocht al eerder de confrontatie met China. Zo liet buitenlandminister Hillary Clinton vlak na haar aantreden weten: “De regering Obama werkt aan verbetering van de relatie met een aantal Latijns Amerikaanse landen als antwoord op de toenemende invloed op het Westelijk Halfrond van Iran, China en Rusland”. De spanning nam nog toe toen de VS drie van zijn modernste onderzeeërs liet aanmeren in Zuid-Korea, de Filippijnen en Diego Garcia, als sluitstuk op de verhuizing van 60% van zijn 53 aanvalsonderzeeërs naar de Stille Oceaan. Voor China een sinds de Koude Oorlog ongeëvenaarde machtsvertoning die grenst aan belegering van China en een teken dat de VS vastbesloten is zijn militaire dominantie in Azië te handhaven.

Vandaag omsingelt de VS China via overeenkomsten met Kazakstan, Kirgizië, Tajikistan, Afghanistan, Pakistan, Mongolië en Taiwan. De oorlog in Afghanistan gaat zijn 10e jaar in zonder enig teken dat de Westerse militaire aanwezigheid uit China’s achtertuin vertrekt. De VS blijft genesteld in Japan en Zuid-Korea, is terug in de Filippijnen en sluit militaire overeenkomsten met bijna alle landen in Zuidoost-Azië, incl. India. Het heeft 60% van zijn Tomahawk kruisraketten op de 7e Vloot in wateren die China tot zijn invloedssfeer rekent. En de VS greep de ondergang van de Zuid-Koreaanse onderzeebootjager Cheonan direct aan om de druk nog verder op te voeren. China moest zich harder opstellen rond de kwestie van de Noord-Koreaanse kernwapens. Wat in de pers werd omschreven als “berichten” heette vroeger kanonneerbootdiplomatie. Geen land, coalitie of internationale organisatie heeft ooit het recht opgeëist de wereld op te delen in operationele militaire zones. Maar de VS doet dat. Van de 6 zones is de Pacific Command, die al bij het begin van de Koude Oorlog werd ingesteld, de grootste: de zone beslaat 50% van de wereld, 36 landen, 60% van de wereldbevolking, en een VS krijgsmacht van 300.000 man, nog versterkt door de verdragen met Australië, Japan, Nieuw Zeeland, de Filippijnen en Zuid Korea.

Rond het incident met de Cheonan bevestigde intussen ook de NAVO zijn steun: “De alliantie streeft naar een nauwere samenwerking met Zuid-Korea en ijvert voor een Veiligheidsraadsuitspraak die het NAVO-standpunt weerspiegelt”. Het feit dat de VS het Cheonan incident aangrijpt om Noord-Korea onder druk te zetten is tekenend voor de onzekerheid van de VS binnen het veranderende geopolitieke landschap. Maar de conclusie dat de ramp werd veroorzaakt door een Noord-Koreaanse torpedo wordt betwist. Het onderzoek werd uitgevoerd door Zuid-Korea, de VS, Australië, het VK en Zweden (Noord-Korea en China werden geweerd), maar door de experts niet ondertekend. De Zuid-Koreaanse bevolking stelt zich vragen: waarom detecteerde de Cheonan geen Noord-Koreaanse onderzeeër, waarom mochten de 58 overlevenden geen verklaring afleggen, is er geen verband met de recente verkiezingen? Uit Russisch onderzoek blijkt dat zich in de wijde omgeving van de Cheonan geen Noord-Koreaanse onderzeeërs ophielden, het schip over de zeebodem had geschuurd, visnetten rond de schroef had gekregen en waarschijnlijk door een zeemijn onderging. De gretigheid waarmee de VS dit incident aangrijpt om Noord-Korea onder druk te zetten doet denken aan de oorlogsretoriek destijds aan Irak en thans aan Iran. De VS duldt geen kernwapenmogendheid in het Midden-Oosten naast bondgenoot Israel, noch op het Koreaanse schiereiland.

De Westerse manier van oorlogvoeren lijkt achterhaald. Hoe vernietigend de wapensystemen ook worden, ze leveren geen overwinning op. Slechts twee landen hebben dat nog niet begrepen: de VS en Israel. Die blijven geloven in militaire superioriteit. In hun politieke taal is “vrede” een codewoord voor “permanente onderwerping van de tegenstander”. Militaire dominantie vertaalt zich niet meer in concreet politiek voordeel. Dwang lokt verzet uit. Verzetsbewegingen laten zich niet intimideren, zelfbewuste landen beschermen zich met kernwapens tegen aanvallen met conventionele wapens. De term “overwinning” is vandaag een hersenschim. De toekomst is aan “soft power”. Twintig jaar geleden vroeg een knorrige Madeleine Albright: “Vanwaar deze superieure militaire macht als we die niet kunnen inzetten?”. Vandaag moet het Westen zich afvragen wat het nut is van het voortdurend gebruik van superieure militaire macht als dat gewoon niet werkt. Het feit dat het deze vraag uit de weg gaat duidt op de corruptie en hypocrisie van de politieke klasse.

Bronnen
Yvan Vanden Berghe: “De oorlog tegen Irak: uit angst voor China”
Kees Homan: “De vierde dimensie.”
Caroline de Gruyter: “Voorstel voor verdrag tegen ruimtewapens”
John Feffer: “Can Japan Say No to Washington?” 
Rick Rozoff: “The Drums of War? Pentagon Provokes New Crisis With China"
De Volkskrant: “False Flag Operation : Incident Cheonan”
Interview van Susan Osman met Yoichi Shimatsu en Chung Kiyul op 14 juni 2010
Alexander Vorontsov, Oleg Revenko : “War Pretext Incident? The Sinking of the South Korean Corvette in the Yellow Sea. Was the Evidence Forged?”
The Hankyoreh: “Russian Navy Expert Team’s analysis on the Cheonan incident”
Andrew Bacevich: “The End of (Military) History? The US, Israel, and the Failure of the Western Way of War”

1 opmerking:

Hugo Freutel zei

Goed stuk Paul.Stemt weer tot nadenken.
Militaire macht wordt gekoppeld aan politieke, economische, culturele, religieuze, koloniale, hulp, BZ en financiele ambities, gevoed door lobbies en fondsen uit de industrie ( politici worden openlijk gesteund door private fondsen in de VS).
Een speculatie derivaat, of veelkoppig monster dat nooit genoeg heeft.
Maxime Verhagen en Jack de Vries ( christelijke politici... ) koppelde graag economische belangen ( G20 )en militaire deelname aan expedities in het hoogste geweld spectrum, als zijnde in het belang van Nederland.