Onder de titel "Chas Freeman considers the global outlook for 2012” publiceerde Paul Woodward op 19 november een deel van de voordracht die de voormalige VS ambassadeur in Saudi Arabië 18 november hield in Macao (China) voor een groep investeerders. Het deel over Europa en de VS wordt hieronder integraal weergegeven.
dinsdag 24 januari 2012
Chas Freeman: mondiale vooruitzichten voor 2012
President Barack Obama and Chancellor Angela Merkel of Germany walk along the Colonnade of the White House, June 7, 2011.
(Official White House Photo by Pete Souza)
Onder de titel "Chas Freeman considers the global outlook for 2012” publiceerde Paul Woodward op 19 november een deel van de voordracht die de voormalige VS ambassadeur in Saudi Arabië 18 november hield in Macao (China) voor een groep investeerders. Het deel over Europa en de VS wordt hieronder integraal weergegeven.
Europe used to be boringly predictable, which was good for business. Now bits of it have reverted to being excitingly unreliable, which is bad. Repeated crises have addicted European leaders to summits, where they agree on partial solutions to problems and create new ones, then go home to think up still more ways to unnerve each other and investors. The year ahead seems certain to feature more summits and more Eurotorture of the world’s financial nervous system. The fiscal sobriety and punctiliousness of northern Europeans will not soon prevail over the bouzoukinomics and bunga bunga politics of Europe’s exuberantly irrational and overly indebted south.
More fundamentally, however, as a club of clubs, Europe has just shown itself to be much less than the sum of its far too many movable parts. In some of the clubs that make up Europe, members are seriously tired of each other as well as of the way responsibility is apportioned. The mismatch between the eurozone’s membership and that of the European Union, in particular, makes German creditworthiness, not the EU, central to the credibility of the euro. And there is an obvious contradiction between a bureaucratically administered supranational currency and the democratically exercised sovereign authority of Europe’s many nation-states.
As Greece has just demonstrated, the European project is seriously incomplete and vulnerable to disruption by reckless acts of political brinkmanship. In the absence of Europe-wide democracy, national democracy and multinational community-building no longer seem compatible. Decisions based on local interests, no matter how legitimately they are arrived at, can threaten both pan-European and global interests in market stability and economic revival. Sadly, in many ways, Europe remains more colloquium than commonwealth — more a confederation of small minds and big egos than a federal union of peoples. The incongruities and incompetencies of a still far-from-united Europe have become a problem not just for Europeans but for the world.
The destabilizing effects of financial uncertainty may now be Europe’s most notable export. But the United States seems determined to one-up the perversity of European indecisiveness. Europe has the will to act, but not the political machinery to act coherently. America has the mechanisms and the resources needed to make decisions and implement them. It lacks the wit, the will, and the spirit of political accommodation to do so. In effect, the United States now suffers from fiscal anorexia — economic self-starvation born of an obsession with curing the imagined obesity of government. But America’s civilian public sector is already too lean to sustain the nation’s socio-economic health and competitiveness. The United States is disinvesting in its human and physical infrastructure — consuming its sinews — at the very moment when it most needs to rebuild its strength. India may be the world’s largest functioning democracy but America is now seen everywhere as its largest dysfunctional one.
Ideological delusion, self-indulgence, arrogance, and unbridled greed got America - and the world economy - into their current mess. Devotion to fanciful concepts, despite their catastrophic results when actually applied, has undermined the credibility of the “full faith and credit” of the United States. Many Americans remain wedded to the bizarre notions that the redistributive functions of government are a net drag on the economy, that reducing government investment and outlays will somehow generate jobs, that financial engineering adds real value to the economy, and that unequal income distribution stimulates economic growth. In a less narcissistic political environment, people would laugh at the idea that cutting public spending — and thereby contracting the economy — could possibly create jobs and stimulate growth or that a “SuperCommittee” of the finest politicians that vested interests can keep in office could magically balance a budget that is 40 percent in the red solely by cutting non-defense expenditures, without raising revenues.
Samengevat ziet Freeman in 2012 meer Eurotops en meer foltering van het mondiale financiële stelsel. De soberheid van de Noord-Europeanen zal het snel halen op de kwistzucht van het zuiden. De EU is niet de som van de verschillende delen. De leden raken op elkaar uitgekeken en zijn de manier waarop verantwoordelijkheid wordt gedeeld moe. Door de tegenstellingen wordt de Duitse kredietwaardigheid de as waar de geloofwaardigheid van de Euro om draait. De supranationale munt spoort niet met de democratisch uitgeoefende soevereiniteit van de lidstaten. Griekenland bewijst dat het Europese project door roekeloos nationaal beleid kan worden ontwricht. Zonder Europese democratie is nationale democratie onverzoenbaar met Europese gemeenschapsvorming. Nationale belangen bedreigen Europese en mondiale stabiliteit en economisch opleving. Europa blijft een confederatie van kleine geesten en grote ego’s. De tegenstellingen binnen het bij lange na niet verenigd Europa worden een probleem voor Europa en voor de wereld.
Maar de VS steekt Europa op besluiteloosheid nog de loef af. Europa wil optreden maar mist de politieke instrumenten. In Amerika mankeert het aan politieke wil. De VS lijdt aan begrotingsanorexia. De publieke sector is niet topzwaar, maar te mager om het land socio-economisch en concurrentieel overeind te houden. Organisaties en infrastructuur worden afgebouwd op een moment waarop geïnvesteerd moet worden in veerkracht. De democratie disfunctioneert. Ideologische begoocheling, genotzucht, arrogantie en ongebreidelde hebzucht hebben een janboel gemaakt van Amerika en van de wereldeconomie. De o zo mooie maar vaak rampzalige denkbeelden hebben de geloofwaardigheid van de VS ondermijnd. In een minder narcistische politieke omgeving lacht men om de theorie dat een herverdelende overheid een rem zet op de economie, dat ontvetting van de overheid leidt tot nieuwe jobs, dat financiële technieken de economie ten goede komen, en dat inkomensongelijkheid economische groei stimuleert. Snijden in het overheidsbudget leidt tot een krimpende economie, niet tot meer jobs. Een begrotingstekort van 40% werkt men zonder belastingverhogingen niet weg enkel door te snijden in niet-militaire uitgaven.
Elders in zijn toespraak gaf Freeman een uiterst interessant exposé van zijn visie op de vooruitzichten voor het jaar 2012 voor de rest van de wereld.
De immer welbespraakte Freeman is op Geopolitiek in perspectief geen onbekende. Het artikel “Het vredesproces Israel-Palestina” van 23 september 2010 kondigt de bewerkte samenvatting aan van zijn speech “America’s Faltering Search for Peace in the Middle East: Openings for Others?” voor een groep stafleden van het Noorse ministerie van Buitenlandse Zaken en leden van het Noorse Instituut voor Internationale Aangelegenheden op 1 september 2010 in Oslo. Deze verscheen in drie delen op 24 , 25, en 26 september 2010. En op 20 april 2010 verscheen het artikel “God bless America”, dat een samenvatting geeft van Freeman’s vlammende toespraak “An Empire Decomposed: American Foreign Relations in the Early 21st Century” voor gepensioneerde medewerkers van Buitenlandse Zaken in Arlington op 24 maart 2010.
Abonneren op:
Posts (Atom)