maandag 29 december 2014
2014: het jaar van de paradigmaverschuiving in het internationale systeem
“In de strijd om Europa is Angela Merkel de confrontatie met de
Russische beer aangegaan. Door Poetin aan te pakken heeft
de Duitse bondskanselier Europa verenigd. Zij is
de staatsvrouw van het jaar,” zo kopt Guardian columnist Timothy Garton Ash op 22 december. Het contrast met de zienswijze van woordvoerder Vsevolod
Chaplin van de Russisch-orthodoxe Kerk tijdens een videoconferentie op 25
december kon niet groter zijn: “Ten koste van eigen levens heeft Rusland door
de eeuwen heen een halt toegeroepen aan de wereldambities van Napoleon, Hitler
en vandaag die van de VS. Ambities die botsten op ons geweten, op onze kijk op
de geschiedenis en op de wil van God." Wie van beide geeft de werkelijkheid
beter weer?
Duitsland
speelt vandaag in Europa ontegenzeggelijk
de eerste viool. Berlijn zorgde dat de Euro werd gered en daarmee het Europese
project. Frankrijk, vanouds in tandem met Duitsland, devalueerde tot Duitsland’s
Europese rechterhand. Als Europees leider nam Duitsland de relatie met de
Verenigde Staten in heroverweging. Daarbij was het NSA-schandaal eerder een
voorwendsel dan de oorzaak van de verkoeling in de Duits-Amerikaanse betrekkingen.
Tegelijk beraadde men zich op de relatie met Moskou, waarbij Oekraïne als
katalysator fungeerde. Dat Duitsland enkel uit “Atlantische discipline” handelt
is een misverstand: het is teleurgesteld in het Rusland van na Medvedev. De
pragmatische Ostpolitik van Gerhard Schröder
en Helmut Kohl heeft plaatsgemaakt vooreen politiek van morele pincipes en
geopolitieke belangen.
Maar
die politiek lijkt te mislukken. In het
Oekraïne-dossier slaagt Merkel er tot haar eigen wanhoop maar niet in Poetin
naar haar hand zetten. Aan de vooravond van de G20 in Australië organiseerde zij
een bilaterale
confrontatie
met Poetin. Op de man af vroeg ze hem wat hij precies voor had met Oekraïne en met
andere voormalige Sovjetstaten. Maar de meeting verliep niet volgens plan:
Poetin herhaalde ijskoud zijn bekende standpunten. Na de ontmoeting in Milaan
een maand eerder die enkel “gebroken beloftes” had opgeleverd steeg de
frustratie in Berlijn tot ongekende hoogte. Merkel zat op dood spoor.
Tientallen telefoontjes tussen de beide leiders ten spijt. Ook
buitenlandminister Frank-Walter Steinmeier, lid van de traditioneel pro-Russische
SPD, had Moskou niet kunnen overtuigen zich bij het Westen aan te sluiten.
Hoezeer
Merkel de plank misslaat blijkt uit de manier waarop zij haar frustratie toonde
in een toespraak in Sydney na de mislukte tête-à-tête
met Poetin. In ongebruikelijk harde taal beschuldigde zij Rusland het
internationaal recht met voeten te treden met “oude opvattingen” gebaseerd op
invloedssferen. “Na de verschrikkingen van de twee wereldoorlogen en het einde
van de Koude Oorlog staat hiermee de vrede in Europa op losse schroeven,"
zo klonk het. Voor Merkel is haar aangekondigde “komt tijd, komt raad” geen
optie: de situatie in Oekraïne verslechtert zienderogen, en het verzet tegen
haar aanpak stijgt. Nieuwe sancties zijn van tafel wegens Europese tegenkanting.
Of maart 2015 de bestaande sancties worden verlengd staat om dezelfde reden te
bezien. Bovendien moet Merkel afrekenen met groeiend binnenlands verzet tegen
haar politiek.
Merkel
verkijkt zich compleet op de crisis in Oekraïne. Het gaat niet om een conflict
tussen Oekraïne en Rusland. De crisis is het gevolg van een intern Oekraïens
conflict uitgelokt door de staatsgreep in februari waar Europa mede debet aan
was. De oplossing ligt dus in overleg tussen de strijdende partijen. Rusland
ligt niet aan de basis van het conflict en heeft niets te zeggen over de
rebellen. Rusland heeft daar wel invloed, maar kan op grond van binnenlandse
politieke overwegingen geen overeenkomst sluiten waarbij de rebellen het
slachtoffer worden. Dat was de boodschap aan buitenlandminister Steinmeier in
Moskou direct na Merkel’s harde taal in Sydney, met verwijzing naar 21 februari
2014, toen onder diens leiding partijen overeenkwamen hun conflict uit te
praten, overleg dat nooit heeft plaatsgevonden.
De
Duitse bondskanselier staat voor een lastig dilemma. Zij botst op een
onvermurwbare Poetin en krijgt Europa in haar nieuwe Ostpolitik niet mee. Tegelijk staat zij onder zware Amerikaanse
druk. Na de boete van $9 miljard aan BNP wegens de Franse weigering om de
Russische order op Mistral-oorlogsschepen te annuleren werd Merkel er door de
Amerikaanse toezichthouder beleefd aan herinnerd dat Deutsche Bank op
een derivatenberg van €55 biljoen ($50.000 miljard) zit en haar land dus vooral
"ja" moet stemmen tijdens de volgende sanctieronde tegen Rusland. Commerzbank wordt in het vizier
genomen wegens ongeoorloofde transacties met Iran en Soedan. Merkel blijft dus
hinken op twee gedachten, maar zal door de binnenlandse oppositie worden
gedwongen het roer om te gooien, of op te stappen.
Dat
het roer om moet past in de nieuwe houding ten opzichte van het
Westen die in Duitsland het laatste decennium is gegroeid. Het land verzette zich in 2003 tegen de Irak-oorlog en kant zich
sindsdien steeds meer tegen militair ingrijpen. In deze periode groeide het
Duitse exportaandeel in het BBP van 33% tot 48%. Die groei kwam vooral van niet-westerse
landen. Het is dus niet verwonderlijk dat Duitsland zijn buitenlands beleid steeds
meer op zijn economische belangen ging baseren. Groeiend anti-Amerikaans
sentiment bij gewone burgers speelde ook een rol bij de evolutie naar een nieuwe
buitenlands beleid. Voor veel Duitsers betekende de crisis van 2008 het
failliet van het Angelsaksische kapitalisme en een bevestiging van de eigen sociale
markteconomie. Dat Duitsland onder deze omstandigheden een eigen koers gaat
varen werd in 2011 duidelijk toen het zich onthield in een stemming in de
Veiligheidsraad over militair optreden tegen Libië en zich daarmee aansloot bij
China en Rusland, tegen Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de VS.
Duitsland heeft ook de banden met China aangehaald.
China is vandaag de 2e grootste Duitse exportmarkt buiten Europa. Voor
China is de relatie van strategisch belang: het ziet in Duitsland de spil waar
een sterk Europa om draait, een Europa dat het tegen de VS kan opnemen. Hoe
sterker de handelsrelaties tussen Duitsland en China, hoe onafhankelijker Duitsland
zich zal opstellen ten opzichte van economische dwangmaatregelen tegen China. Zo’n
ontwikkeling zou zijn effect op de Europese saamhorigheid en de relatie met de
VS niet missen. Duitsland zou veel Europese landen met “aanleunende” economieën
aan zich kunnen binden. Verlaat het Verenigd Koninkrijk de EU, dan kan de Unie
nog meer de Duitse lijn volgen, vooral die met betrekking tot Rusland en China.
Daarmee zou Europa op gespannen voet kunnen komen met de VS, en het Westen een onomkeerbaar
schisma ondergaan.
In dat beeld past de economische oorlog van het Westen om
Moskou te straffen voor zijn verzet tegen een neokolonialistisch hertekening van
het Euraziatisch continent. De opheffing van het Warschaupact en de
ontmanteling van de Sovjet-Unie in 15 republieken was voor Washington blijkbaar
niet genoeg.
Maar China laat Rusland niet economisch wurgen. Het beloofde Moskou alle financiële steun die het nodig heeft, en neemt daarmee het
risico op een confrontatie met de VS voor lief. De Chinese valutareserves van $3.89
biljoen ($3.890 miljard) laten Beijing toe om de Russische schulden
probleemloos af te lossen.
De komende eeuw wordt niet de Amerikaanse eeuw naar
het model van de neoconservatieve denktanks in Washington, maar een
Euraziatische eeuw. Met zijn opbod aan roekeloze en agressieve initiatieven
lijken de VS hun hand te overspelen. Dat drijft Rusland en China in elkaars
armen en doorkruist de toenadering tot China van president Nixon in 1972 die
China tot Amerikaans bondgenoot tegen de Sovjet-Unie maakte. Daarmee eindigt de
post-1945 wereldorde. Precies wat Poetin’s woordvoerder Dmitry Peskov 17
december bedoelde in zijn interview met Rossiya-24: het jaar 2014 heeft
uiteindelijk geleid tot “een paradigmaverschuiving in het internationale
systeem.”
Abonneren op:
Posts (Atom)