Sinds de jaren dertig, voorbode van de Tweede Wereldoorlog, zijn botsende economische en strategische belangen niet meer zo openlijk uitgevochten als vandaag in Libië. En dat onder het mom van “humanitaire interventie”. [1] Ruimschoots voor de totstandkoming van Veligheidsraadsresolutie 1973 had de VS al CIA-agenten naar Libië gestuurd. En het was de VS die het startschot gaf. Men moet niet naïef zijn: de strijd is het antwoord van het Westen op volksopstanden in grondstoffenrijke regio’s in de wereld en het begin van een uitputtingsslag tegen China, de nieuwe wereldrivaal. [2] De aanval wordt geleid door het Amerikaanse Africa Command, in 2007 opgericht om de lucratieve rijkdommen van de verarmde Afrikaanse bevolking veilig te stellen en de snel uitdeinende handelsbelangen van China in te dijken. [3]
De nieuwe rivaliteit tussen de grote mogendheden hangt samen met belangrijke verschuivingen in het economische machtsevenwicht in de wereld. Sinds 1895, na drie decennia ongekende economische groei na de Amerikaanse burgeroorlog, kent de VS het hoogste BBP in de wereld. Alle economische crises in de volgende honderd jaar ten spijt heeft het die positie weten te handhaven. Maar in 2010 is het door China ingehaald. De snelle opkomst van China gaat gepaard met toenemende Amerikaanse vijandigheid. In 2000 stonden West Europa, de VS en Japan nog in voor 72% van de wereldeconomie. Hoewel dit cijfer tien jaar eerder nog 80% bedroeg kwam de echte verschuiving in de tien volgende jaren met de opkomst van de BRIC-landen Brazilië, Rusland, India en China. In 2000 stonden die in voor 11% van de wereldproductie, in 2010 was dat al 27%. Deze ontwikkeling verklaart ook de verdeeldheid in de Veiligheidsraad over Resolutie 1973: de BRIC-landen en Duitsland onthielden zich van stemming.
Ook in Europa heerst verdeeldheid. Italië vreest door Groot-Brittannië en Frankrijk te worden geweerd van de “nieuwe” Libische olierijkdom en eiste dus dat de NAVO het commando overnam. De Britse regering komt openlijk uit voor zijn ambities: nationale belangen vergen een grotere invloed op het wereldtoneel, Afrika is van strategisch belang. Voor William Hague, de Britse minister van Buitenlandse Zaken, overstijgt het belang van de recente gebeurtenissen in Noord Afrika en het Midden Oosten zelfs die van de financiële crisis van 2008 en van 9/11. Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft Europa zich kunnen ontwikkelen dankzij de nauwe samenwerking tussen Frankrijk en Duitsland. Maar vandaag staan de tegenstanders in twee wereldoorlogen niet meer schouder aan schouder, terwijl de opkomende BRIC-landen een andere koers varen dan de oude koloniale mogendheden. Deze tegenstellingen sluiten akkoorden in de toekomst niet uit, maar wijzen wel op toenemende geopolitieke spanningen, die, zoals de geschiedenis van de 20e eeuw leert, onvermijdelijk leiden tot oorlog tussen de grote mogendheden.
De ontwikkelingen gaan ook gepaard met toenemende druk op de internationale instellingen. Het “Programma voor Hervorming” dat Kofi Annan in 1997, direct na zijn aantreden als secretaris-generaal van de VN, presenteerde [4] bepleit naast het aanpakken van de bureaucratie een hervorming van de Veiligheidsraad, waar nog steeds enkel de wereldmachten van 1945 een permanente zetel hebben. Gegeven de veranderde geopolitieke machtsveranderingen bepleitte Annan de toekenning van permanente zetels aan nieuwe wereldmachten. Een belangrijke kwestie. Resoluties in de Algemene Vergadering van de VN hebben slechts een adviserend karakter, maar besluiten van de Veiligheidsraad zijn afdwingbaar. Met nieuwe permanente leden in de Veiligheidsraad moeten de grote mogendheden van 1945 hun macht in dit forum dus delen met nieuwkomers. Een natuurlijke gang van zaken in het wereldbeeld van vandaag, maar een ontwikkeling waar de VS zich moeilijk bij kan neerleggen.
Neoconservatieve critici in de VS beklagen zich over de “handboeien” van Resolutie 1973. [5] Khadaffi’s olievelden mogen niet worden aangevallen, zijn chemische wapens niet uit de weg geruimd. De Resolutie zou slechts een dun laagje internationale legitimatie voor een no-fly zone, een embargo en beperkte interventie voor het beschermen van Libische burgers betekenen, en landen als Rusland en China de mogelijkheid geven om de VS te betichten van overschrijding van het mandaat van “een vormeloze internationale gemeenschap” dat een duidelijk juridisch document moet voorstellen. De Amerikaanse critici pleiten er dus ongegeneerd voor de grenzen van de resolutie te negeren, of ze dubbelhartig verkeerd uit te leggen.
Maar de critici gaan zelfs verder. “De VN is even formeel als machteloos, overeind gehouden door een gigantische, verkwistende bureaucratie en verouderde rechtsregels, die enkel de grote mogendheden van vandaag verhinderen geweld te gebruiken om een echt einde te maken aan humanitaire crises zoals in de burgeroorlog in Ivoorkust. Het fundamentele principe van de VN is om de politieke integriteit en onafhankelijkheid van elk land uit te roepen, en inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van leden te verbieden. Voor de VN is Noord-Korea, het wreedste totalitaire regime ter wereld, de gelijke van de VS, dat meer dan welk land in de naoorlogse periode ook zich heeft ingespannen om vrijheid en democratie te beschermen.”
Deze verdwaasde Amerikaanse critici zien fundamentele gebreken in het VN Handvest: geweld kan alleen tegen een aanvaller, in het binnenland hebben staten het monopolie op geweld. Zij wijzen erop dat er geen wereldregering is die tussenbeide kan komen, en pleiten voor het legitimeren van geweld daar waar [dat] het welzijn van de wereld zou vergroten. Het is de hoogste tijd om het VN Handvest te vervangen door internationale rechtsregels die landen aanmoedigen om een einde te maken aan mensenrechtenschendingen, om falende staten te herstellen en schurkenstaten en terreurgroepen het hoofd te bieden. De VS en zijn bondgenoten moeten een Verbond van Democratieën stichten. Zo’n Verbond zou het zonder internationale bureaucratie of moeilijke regels over de inzet van geweld moeten doen. Het zou van geval tot geval collectief beslissen over [militaire] interventies, met gedeelde kosten. Landen als Rusland en China moeten worden geweerd tot zij een overeenkomstige wens uitspreken om globale verantwoordelijkheden te delen.
Moeten wij dan besluiten dat de VN “irrelevant” is geworden, zoals voormalig VS president George W. Bush het placht te zeggen? Leggen de BRIC-landen zich tandenknarsend neer bij de dominantie van de VS en zullen ze voldoende meewerken om te voorkomen dat de VS de Veiligheidsraad passeert? Het antwoord van de toch niet kinderachtige Amerikaanse minister van buitenlandse zaken onder president Bill Clinton, Madeleine Albright, is ronduit: nee! [6] Alle betrokkenen hebben belang bij de samenwerking. Rusland en China ontlenen heel wat invloed aan hun permanent lidmaatschap en kunnen de hegemonie van de VS in die positie goed onder controle houden. De Verenigde Naties is nog altijd de beste investering die de wereld kan maken om AIDS en SARS aan te pakken, om de armen te voeden, vluchtelingen te helpen, criminaliteit op wereldniveau aan te pakken, en de verspreiding van kernwapens te bestrijden, aldus Albright.
[1] Nick Beams: “The war on Libya: a new eruption of imperialist rivalry”
[5] John Yoo, Robert Delahunty: "Mission Not Accomplished”
[6] Madeleine K. Albright: “Think Again: The United Nations”
1 opmerking:
Geopolitiek interpretaties en opties zijn interessant. De Nederlandse regering laat zelden weten wat de echte beweegredenen, afwegingen en risico's zijn om een oorlog in te stappen.Daarom krijgen NL interventies weinig terecht weinig krediet en steun. Liever de engelse en amerikaanse helderheid over de inzet van het geweldsinstrument.
Een reactie posten