dinsdag 16 juli 2019
De de-dollarisatie van het Amerikaanse financiële imperium
Tot
voor kort moest de wereld deviezenreserves investeren in Amerikaans
schatkistpapier. Vandaag verbiedt Trump dat, uit angst voor een
sterke dollar. Een lage dollar doet echter niets voor de Amerikaanse
economie die draait op diensten. China en Rusland kopen goud om los
te komen van de dollar. Het beleid van Trump leidt tot een economie
die zich steeds minder kan meten met het buitenland.
In
een recent interview definieert
de Amerikaanse econoom en historicus Michael
Hudson imperialisme als
je iets toe-eigenen zonder daarvoor te betalen, op handelsvlak een
strategie om het deviezenoverschot van een land in te palmen zonder
een productieve rol te moeten spelen. Eenvoudig door te eisen dat het
investeert in Amerikaans schatkistpapier. Met zo’n treasury-bill
stelsel wordt het mondiale monetaire systeem een Amerikaanse free
lunch, een
retributiesysteem waarmee de VS bijvoorbeeld zijn complete militaire
apparaat kan financieren, aldus Hudson.
De
VS heeft een structureel tekort op zijn handelsbalans.
Dat tekort wordt gefinancierd door
staatsobligaties die
het buitenland aankoopt. De VS
maakt er geen geheim van dat hij zijn schuld aan het buitenland niet
terugbetaalt. Wie weigert om Amerikaans schatkistpapier te kopen
pleegt een oorlogsdaad. Dat is de opstelling waaraan de VS het label
exceptional ontleent. Amerikaans schatkistpapier mag
dan rentedragend zijn, het is wel oninbaar. Executeren bij de
uitgever zou leiden tot insolventie waarbij de stukken hun waarde
verliezen.
Aan
de dollardominantie komt een einde
Hudson
laat
zien hoe de
VS de wereld economisch kon domineren, eerst
als
de grootste crediteur,
later
als
de grootste debiteur,
en hoe aan de
dollardominantie
een
einde komt.
Zijn
uiteenzetting
spoort met zijn
boek
van 1972 ‘Super
Imperialism: The Economic Strategy of American Empire’,
waarvan
een pdf-versie
online
beschikbaar
is. Wie
het boek te technisch vindt kan
eens kijken
naar het persbericht, het hoofdstuk ‘How
America will get Europe to finance its 2002-03 oil war with Iraq’
en
de ‘Preface
to the second edition (2002)’
(p. 3-14),
en eventueel de introductie (p. 15-37).
In
het boek levert Hudson kritiek
op de manier waarop de VS buitenlandse
economieën
uitbuit via de IMF
en
de
Wereldbank.
Ook het feit dat president Trump druk uitoefent op de
Amerikaanse centrale bank om de rente te laten zakken komt aan de
orde. Hudson meent dat Trump speculanten wil helpen arbitragewinsten
te maken met goedkoop geld, en de huizen- en aandelenmarkt oppeppen,
alsof men daarmee de reële economie helpt. Een lage rente moet ook
de dollarkoers drukken waardoor de Amerikaanse uitvoer beter kan
concurreren met het buitenland.
Trump
zegt dat China de Yuan manipuleert door dollars te recycleren in
Amerikaans schatkistpapier en daarmee de koers van de dollar
opdrijft. Hij wil dat China het Amerikaanse schatkistpapier links
laat liggen. Maar daarmee verliest hij de free lunch die China
hem voorschotelt en legt hij de kiem voor het einde van de
dollardominantie. China heeft geprobeerd zijn dollarreserves te
investeren in Amerikaanse ondernemingen, waaronder een keten
benzinestations, maar dat stuitte op Amerikaans verzet onder het mom
van nationale veiligheid. Wat kan China dan anders doen dan
Amerikaans schatkistpapier kopen?
China
en Rusland kopen goud
Door
China te verbieden zijn deviezenreserves om te zetten in Amerikaans
schatkistpapier drijft Trump China buiten de dollarzone, en dus koopt
China goud. Rusland doet dat ook. Ook andere landen vallen terug op
de gouden wisselstandaard, waarbij goud wordt gebruikt in het
internationaal handelsverkeer maar geen link heeft met binnenlandse
geldcreatie. De gouden wisselstandaard heeft een belangrijke pre: de
wereldgoudvoorraad bij centrale banken is beperkt. Een land dat
oorlog voert raakt snel door zijn goudreserve. Herinvoering van de
gouden standaard zet dus een rem op oorlog voeren.
Trump
maakt dus komaf met het “gratis geld” in Amerika, met het
monetaire imperialisme. Hij laat het buitenland afkicken van de
dollar. Maar daarmee worden buitenlandse economieën onafhankelijk
van de VS. Daar komt nog bij dat Trump geen handelsakkoorden tekent
die hij niet kan winnen. Zo’n houding drijft niet enkel China, maar
o.a. ook Rusland en Europa buiten de Amerikaanse invloedssfeer. Per
saldo isoleert de VS zich op een moment waarop hij zijn
maakindustrieën in belangrijke mate naar
lagelonenlanden heeft
overgeheveld.
Muntmanipulatie
haalt de
Amerikaanse maakindustrie niet
terug
Trump
denkt dat een lagere dollar leidt tot lagere loonkosten. Maar met nog
maar weinig maakindustrie in de VS zet dat geen zoden aan de dijk.
Volgens ‘The World Factbook’ van de Amerikaanse
geheime dienst CIA droeg in 2017 manufacturing voor 19,1% bij
in het Amerikaanse BBP en services voor 80,0%. Voor China
waren deze cijfers 40,5%, resp. 51,6%. Tenminste
1,2%
(bron:
Sipri)
van
het Amerikaanse BBP
betreft
de
zwaar
gesubsidieerde wapenindustrie
(Boeing,
Lockheed Martin, Raytheon, General Dynamics, Northrop Grumman, …)
waarmee
de VS de wereld onveilig maakt.
Een
lagere dollar doet niets aan
grondstofkosten,
energie, kapitaal en krediet. En
een lagere dollar is een
serieuze strop
voor werknemers. Die moeten meer betalen voor geïmporteerde
goederen, en
dat terwijl ze al zuchten onder hoge woonlasten,
dure medische
verzekering en zware fiscale
lasten. De
infrastructuur is
in
verval en de arbeidsmarkt verworden tot een gig
economy,
een klusjeseconomie, waarin vast werk plaats maakt voor klussen, een
fenomeen dat we ook
in Nederland zien met de zzp’ers,
zelfstandigen
zonder personeel.
De
Amerikaanse kostenstructuur moet serieus omlaag
Muntmanipulatie
helpt
niet
om de maakindustrie herop te bouwen. Een
lagere dollar doet niets aan binnenlandse grondstofkosten of kosten
voor energie, kapitaal en krediet. Amerika krijgt zijn
maakindustrieën maar terug als de factor arbeid goedkoper wordt door
lagere woonlasten en lagere transport- en infrastructuurkosten.
Gezondheidszorg moet tenminste
50% goedkoper worden.
Gebeurt dat alles niet,
dan blijft een duur, geïsoleerd Amerika over, met een groot tekort
op zijn
handelsbalans en een even groot probleem om zijn wereldwijde
militaire inspanningen te financieren.
Het
Amerika van Trump kijkt aan
tegen steeds minder “gratis geld”, een toenemend tekort op de
federale begroting, een munt die steeds minder waard wordt en dus
steeds duurdere import. Tegelijk gaat Trump
voor maximale privatisering
van maatschappelijke dienstverlening, de financiële sector en
infrastructuur. De kloof tussen arm en rijk wordt nog groter dan
die al is. Het
is een neoliberaal beleid
dat niet leidt
tot een gezonde economie,
maar tot
een economie die zich steeds
minder kan meten met het
buitenland. En dat voorspelt
niet veel goeds.
Abonneren op:
Posts (Atom)