dinsdag 18 oktober 2016
Hoe vandaag opnieuw een incident een wereldoorlog kan uitlokken
foto:
Wikimedia
Commons
Met
materiaal over de Eerste Wereldoorlog kan men bibliotheken vullen.
Europa zag er in die periode heel anders uit dan vandaag. De
rivaliteit tussen de grootmachten was opgelopen tot het kookpunt en
spitste zich toe op koloniale concurrentie tussen Engeland, Frankrijk
en Duitsland, en wedijver tussen Oostenrijk-Hongarije en Rusland om
invloed in de Balkan. Het Duitse Keizerrijk had wereldambities. Het
Ottomaanse Rijk was in
verval. De lont in het kruitvat was de
moord op de Oostenrijkse kroonprins Franz
Ferdinand. Die leidde tot het Oostenrijks-Hongaars ultimatum, het
activeren van de bondgenootschappen en het uitbreken van de oorlog.
De
parallel met de wereld van vandaag is snel gemaakt. Net als toen zijn
het de media die de politici aanzetten tot een chicken
game,
een gevaarlijk spelletje angsthaas, dit maal met Rusland. De Koude
Oorlog mag dan met de implosie van de Sovjet-Unie voorbij zijn, veel
waarnemers menen dat de situatie gevaarlijker is dan ten tijde van de
Cubaanse
rakettencrisis, toen diplomatie op het hoogste niveau leidde tot
een reëel
compromis:
de Sovjets ontmantelden hun raketbases op Cuba, de VS trok zijn
raketten
in Italië en Turkije terug en zegde toe Cuba voortaan met rust te
zullen laten.
Anders
dan vandaag was aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog de
publieke bereidheid om de conflicten gewapenderhand uit te vechten
groot. Vandaag ziet men na Afghanistan, Irak, Libië en Syrië een
zekere oorlogsmoeheid
in het Westen. Maar na de ontwikkelingen in Oekraïne en Syrië lijkt
die oorlogsmoeheid te verminderen, zeker op het niveau van de media
en bewindslieden.
Zo riep de o zo serviele nieuwe Britse clown-buitenlandminister
Boris Johnson
op tot piketten voor de Russische ambassade in Londen en belegde een
vergadering met zijn Europese collega's om een halt toe te roepen aan
de strijd rond Aleppo die het Syrische leger, gesteund door de
Russen, aan het winnen was.
Het
verbale
geweld
tegen Rusland en president Poetin heeft ongekende afmetingen
aangenomen, waarbij de corporate
media druk
uitoefenen op de bewindvoerders om hun rug recht te houden. Met het
afsluiten
van de bankrekeningen van de Londense vestiging van de Russische
TV-zender Russia
Today
(RT) maken de Britten het wel erg bont. Maar dichter bij huis doen
onze media het niet veel beter: in “De afspraak” op Canvas
verzuimde Bart Schols de crisis in Syrië in een
context te plaatsen. Schols focust op de bloedbaden en laat
gewezen NAVO secretaris-generaal Willy
Claes aan het woord
die - naar men moet aannemen tegen beter weten in - de schuld
volledig legt bij de leiders van Syrië en Rusland. Tenenkrommende
journalistiek.
De
werkelijkheid is dat Rusland in het Islamitisch extremisme een
existentiële bedreiging ziet en daarom de legitieme Syrische
regering steunt. Het zijn de VS, Saudi Arabië en Qatar die deze
lieden van geld en wapens voorzien, en het zijn de geheime diensten
van de VS, Groot-Brittannië en Frankrijk die hen militair trainen.
Het is de VS die grensoverschrijdende activiteiten ontplooit die
strijdig zijn met het internationaal recht. En dat alles om de
proxies
in staat te stellen een seculiere regering omver te werpen.
Volgens
voormalig CIA-analist Larry Johnson geeft de CIA al van ver voor het
aantreden van Obama steun aan de oppositie in Syrië. Daarbij gaat
het om geld, training en bewapening. Assad mag dan geen Mahatma
Gandhi zijn, hij staat wel aan het hoofd van een seculiere
regering waarin Soennieten, Sjiieten en Christenen vreedzaam naast
elkaar leven. Na het Amerikaanse echec in Irak is de VS daarin
tussengekomen en heeft het vuur aangestoken, aldus Johnson. De VS
probeert terroristengroepen te gebruiken om Assad omver te werpen, en
zegt weinig overtuigend dat het tegelijk de terreur wil bestrijden.
Vanuit
Europees standpunt is niet Assad een bedreiging, maar de
Moslimterroristen die bij ons aanslagen komen plegen. En of je in
Syrië nu Christen, Koerd of Sjiiet bent, als Assad de strijd
verliest kun je wel je biezen pakken. Het Westen kan gewoon niet
toegeven dat het twee onverenigbare doelstellingen nastreeft. Het
hele Amerikaanse Midden-Oosten beleid faalt. Iran heeft zich kunnen
ontwikkelen tot een machtige regionale speler, waardoor Saudi-Arabië
zich bedreigd voelt. Maar een stap terug door het Westen zou tot
prestigeverlies leiden. Dus gaat de strijd voort en blijven er
slachtoffers vallen.
Na
de tientallen jaren van Westerse interventie in het Midden-Oosten
wordt het Westen in de publieke opinie wel gezien als een stelletje
hypocrieten. Het bewapent de Saudi's en de Golfstaten om in een land
als Jemen bloedbaden aan te richten die het in Syrië als gruwelijk
veroordeelt. Het Westen roept altijd in koor dat Israël het recht
heeft om zich tegen Palestijns verzet te verdedigen, maar Syrië mag
dat niet tegen de terroristen in Aleppo. Dat laat blijvend sporen
achter in de relatie tussen het Midden-Oosten en Europa. In Syrië is
er maar een heel kleine minderheid die wil dat Assad verdwijnt. Het
Russische standpunt daarover is helder: over een regeringswissel
wordt beslist door de Syrische bevolking, niet door het buitenland.
In
het Syrische luchtruim opereren vliegtuigen van een “coalitie”
waarin naast de VS en een aantal Arabische landen ook België,
Frankrijk, Duitsland, Nederland, Turkije, Groot-Brittannië, Canada
en Australië participeren. Nu die coalitie een - als vergissing
aangemerkte - luchtaanval
op het Syrische regeringsleger uitvoerde moet men niet uitsluiten
dat ook eens het omgekeerde gebeurt: een aanval van Syrische of
Russische eenheden op de coalitie. En als we Fars
News
mogen geloven is er zelfs al eens een doelgerichte Russische aanval
geweest op een “buitenlands commandocentrum” waarbij een
dertigtal Israëlische en Westerse officieren die leiding gaven aan
de terroristiche aanvallen op Aleppo en Idlib om het leven kwamen.
Mogelijk
is het te danken aan koele hoofden in het Westen dat deze aanval niet
aan de grote klok werd gehangen zodat een onomkeerbare escalatie kon
worden vermeden, maar net als in de aanloop van de Eerste
Wereldoorlog blijft het risico van incidenten levensgroot en daarmee
het gevaar van een echte clash tussen kernwapenmogendheden. Het is
dus hoog tijd voor deëscalatie en échte diplomatie.
Abonneren op:
Posts (Atom)