woensdag 30 juli 2014

Israel ontmaskerd: 7 leugens om het bloedbad te rechtvaardigen



In het artikel “Het Israel-Palestina conflict hangt van mythes aan elkaar” komen de zeven belangrijkste mythes van Simha Flapan over het ontstaan van de staat Israel aan de orde. De Nederlandse auteur Egbert Talens omschrijft die in zijn boek “Een bijzondere relatie: Israel-Palestina nader bekeken 1897-1993” als hardnekkig gehanteerde halve waarheden. Intussen zijn de halve waarheden van weleer hele onwaarheden geworden, leugens van de ergste soort. Vandaag hebben gladde Israëlische woordvoerders als Mark Regev het liegen tot een perverse kunst verheven dankzij een PR-handboek bestemd voor “visionaire leiders aan de frontlijn in de mediaoorlog voor Israel, mensen die de hearts and minds van het publiek moeten winnen en daarmee zowel Israel als onze Joodse wereldfamilie helpen.”

Werden in het verleden de mythes nog gehanteerd om het bestaansrecht van Israel te verdedigen, vandaag moeten de leugens van Israëlische bewindslieden en woordvoerders de onbeschrijfelijke gruwelen tegen de bevolking van Gaza rechtvaardigen. De trieste balans: meer dan 1.200 dode en 6.500 gewonde Palestijnen, tegen aan Israëlische zijde enkele tientallen meestal militaire doden. Gaza is het toonbeeld van totaal vernietigde woonhuizen en civiele infrastructuur waaronder de vissershaven, landbouwgronden, elektriciteitscentrales, waterzuiveringsinstallaties, ziekenhuizen, en TV-stations. Israel verwerpt het Amerikaanse bestandsvoorstel en verhevigt zijn aanvallen op Gaza. En een niet onbelangrijk detail: Israëlisch-Arabisch Knesset-lid Haneen Zoabi wordt 6 maanden verbannen van plenaire zittingen om haar kritiek op de leugens rond de kidnapping van de drie Israëlische teenagers vorige maand.

Intussen blijft Nobelprijslaureaat Barack Obama het recht op zelfverdediging van Israël verdedigen en staat VN-chef Ban Ki Moon zonder blikken of blozen schouder aan schouder met de Israëlische premier Netanyahu de wereldpers te woord. De Nederlandse premier Mark Rutte beschuldigt de Palestijnen ervan de eigen bevolking als schild te gebruiken en voor Belgisch buitenlandminister Didier Reynders wijst de weigering van Hamas om een staakt-het-vuren te aanvaarden erop dat “de terroristische organisatie niet de intentie had om een einde te maken aan het geweld tegen Israël.” Deze bewindslieden weten nochtans perfect hoe de vork in de steel zit, maar missen de moed om het electoraat de waarheid te vertellen. Hoog tijd dus om zeven van de belangrijkste Israëlische leugens[1] te ontzenuwen.

1. Hamas heeft deze oorlog uitgelokt

Netanyahu’s leugens over de moord op drie teenagers op de Westelijke Jordaanoever zijn ontmaskerd door Israëls politiewoordvoerder Micky Rosenfeld. De Israëlische autoriteiten wisten van meet af aan dat de jongens vrijwel onmiddellijk werden vermoord en Hamas hier niet bij betrokken was. Terwijl de ouders in het ongewisse werden gelaten werd het incident gebruikt om publieke anti-Hamas-hysterie op te kloppen om een harde zoekactie te rechtvaardigen. Hamas werd op de Westelijke Jordaanoever aangevallen, Palestijnse militanten vuurden raketten af, de perfecte dekmantel voor het gigantische bloedbad. Israel heeft de oorlog met Hamas dus moedwillig uitgelokt.

Dit drama speelt zich af tegen de achtergrond van de blokkade van Gaza sinds 2006, toen Israel de verkiezingsuitslag verwierp die Hamas aan de macht bracht. Een blokkade is een oorlogshandeling. Israel voert dus al 8 jaar oorlog tegen Gaza. Israel houdt vol dat elke oorlog tegen Gaza een antwoord was op raketaanvallen, maar bewijzen duiden op het tegendeel. Historisch leidt diplomatie eerder dan geweld tot rust. Er is een duidelijke correlatie tussen Palestijnse raketaanvallen en Israëlisch geweld. Na het bestand van november 2012 schoot Hamas drie maanden lang geen enkele raket af. In deze periode vuurde Israel voortdurend op landbouwers en vissers en bracht daarbij tientallen Palestijnen om het leven. Het bestand ging tenslotte om zeep met de buitengerechtelijke executie van Hamas-leider Ahmad Jabari door Israel.

2. Israel aanvaardde het Egyptische bestandsvoorstel, Hamas bleef raketten afvuren

De Egyptische militaire junta, bondgenoot van Israel, had wel met Israel, maar niet met Hamas overlegd. Het dictaat voorzag enkel in een tijdelijke stopzetting van de Israëlische slachtpartij, volgens de gerenommeerde Israëlische journaliste Amira Hass geen enkele verbetering voor de bevolking van Gaza maar een afrekening met Hamas. Op 14 juli had Hamas zelf een bestand van 10 jaar voorgesteld, in ruil voor de opheffing van de wurgende blokkade. Maar Israel had daar geen oren naar. De internationale media besteedden vrijwel geen aandacht aan dit voorstel. Hamas had nochtans al in 2008 een dergelijk plan op tafel gelegd. Maar net als nu werden de voorstellen van Hamas beantwoord met Israëlische bombardementen.

Overigens heeft Hamas uit naam van de Palestijnse bevolking in de Gazastrook het recht om zich te verzetten tegen de bezetter, geweldloos of gewapend. Art. 51 van het Handvest van de Verenigde Naties geeft de Palestijnen het recht op zelfbeschikking, waar zij gewapenderhand voor mogen strijden.

3. Israel trok zich in 2005 terug uit Gaza

Israel voert aan dat aan de bezetting van de Gazastrook een einde kwam met de terugtrekking van de kolonisten in 2005. Maar nadien riep het de Gazastrook uit tot “vijandig gebied” en verklaarde de bevolking de oorlog. Beide argumenten zijn onhoudbaar. Het behield immers de controle over Gaza en blijft dus de bezetter in de zin van artikel 47 van de Hague Regulations. Israel zegt dat de ervaring leert dat de terugtrekking niet tot vrede leidt. Sommigen zeggen zelfs dat Gaza zich had kunnen ontwikkelen tot het Singapore van het Midden-Oosten. Maar daarmee wil men enkel de Israëlische verantwoordelijkheid voor de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever verdoezelen.

De Palestijnen hebben nog op geen enkele manier zichzelf bestuurd. Israël sloeg onmiddellijk een beleg om de Gazastrook toen Hamas januari 2006 de parlementsverkiezingen had gewonnen. Het verstrakte dat beleg toen Hamas juni 2007, na de burgeroorlog Fatah-Hamas, de volledige controle over de Gazastrook overnam. De blokkade leidt tot een humanitaire catastrofe in de Gazastrook. Geen schoon drinkwater, elektriciteit, essentiële medische voorzieningen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is de Gazastrook tegen 2020 onleefbaar, maar na de gruwelijkheden van de afgelopen weken is dat vandaag al het geval. Israel houdt niet enkel vast aan de bezetting, het heeft een situatie geschapen waarin de Palestijnen niet kunnen overleven.

4. Israel is een democratische samenleving dat het spel beschaafd speelt. Het zijn de tegenstanders die onbeschaafd zijn, ondemocratisch en geen enkele regel respecteren. Voor hen die niet in de regio wonen is dat moeilijk te begrijpen. Hun ideologie staat haaks op onze levenswijze, dat komt vooral naar voren als wij, democratische naties, soms uit noodzaak oorlog voeren.

Een voorstelling van zaken die faalt. Israel is een democratische samenleving voor Joodse burgers. Voor niet-Joden is Israel geen democratie, maar eerder een Apartheidsregime. Zoals de geschiedenis leert voeren democratische landen op de meest hardvochtig wijze oorlog en oefenen als ze dat nodig vinden ijskoud staatsterrorisme uit. Hamas en andere Palestijnse verzetsgroepen, zelfs de meest bloeddorstige, vallen in het niet bij de oorlogsmachines van “democratische” landen warbij miljoenen Vietnamezen, Irakezen en Afghanen werden afgeslacht. Dat lot onderging ook de volstrekt vreedzame, vrijwel ongewapende Palestijnse samenleving van het begin van de 20e eeuw.

5. Israel heeft het recht om zich te verdedigen

In het internationaal recht is Israel als bezettingsmacht van Gaza en de Palestijnse gebieden verplicht bescherming te bieden aan de bezette bevolking. Het kan niet tegelijk een land bezetten en het dan de oorlog verklaren. Men verklaart een land de oorlog, niet een bezet gebied. Israel is ten volle verantwoordelijk voor de onhoudbare toestand in de Gazastrook. Voor zijn aanspraak op het recht op zelfverdediging verwijst Israel naar art. 51 van het Grondvest van de Verenigde Naties. Maar het Internationaal Gerechtshof (ICJ) heeft deze interpretatie in 2004 verworpen. “Het recht van een staat op zelfverdediging geldt niet voor bezet gebied. Men kan het recht op zelfverdediging enkel inroepen bij een gewapende aanval van een staat tegen een andere staat,” aldus het ICJ.

Israel heeft wel het recht zich tegen de raketaanvallen uit Gaza te verdedigen, maar moet dat doen volgens het recht dat toepasselijk is op bezetting. Dat voorziet in vergaande bescherming van de burgerbevolking. De Israëlische reactie op de raketaanvallen moet dus proportioneel zijn. In het oorlogsrecht wordt militaire winst afgewogen tegen menselijk leed. De verklaring dat “geen land raketaanvallen van een buurland kan tolereren” is dus vals. Israel ontzegt de Palestijnen het recht om zichzelf te besturen en te beschermen. Als het tegelijk het recht op zelfverdediging inroept is dat een woordspelletje dat de internationale gemeenschap op het verkeerde been moet zetten om de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen.

Het is ronduit misdadig dat de machtigste man ter wereld, magna cum laude Harvard-jurist Obama, zijn regering, Groot-Brittannië - dat een doorslaggevende rol heeft gespeeld bij de totstandkoming van de staat Israel - en andere Europese (ex-koloniale) mogendheden tegen beter weten in Israel op dit punt niet tot de orde roepen. En het is even misdadig dat de regering van een land dat onder de auspiciën van de Verenigde Naties het levenslicht zag tegen beter weten in beroep doet op een artikel uit het Handvest van diezelfde Verenigde Naties.

6. Israel vermijdt burgerslachtoffers, Hamas brengt Israëlische burgers om het leven

Met zijn primitieve raketten die het niet goed kan richten schendt Hamas het principe van onderscheid tussen militaire en burgerlijke doelen en vuurt dus grosso modo in het wilde weg. Maar zoals de recente geschiedenis leert wordt Israel zeker niet inschikkelijker indien Hamas enkel op militaire doelwitten vuurt. Voor Israel is Hamas, en elke vorm van verzet, gewapend of geweldloos, uit den boze.

Israel heeft één van de machtigste legers ter wereld. Het beschikt over uiterst precieze wapentechnologie. Met zijn drones, F-16’s en andere gesofisticeerde wapens kan Israel elk individu uitschakelen en daarmee burgerslachtoffers vermijden. De vele burgerslachtoffers van de afgelopen weken duiden erop dat Israel doelbewust burgers en kinderen ombrengt. Dat past binnen de Dahiya Doctrine: wie schiet op Israel moet dood en verderf en de totale ontreddering van zijn infrastructuur verwachten, waarbij woonwijken als militaire bases worden beschouwd. Eerder paste Israel deze doctrine toe in de Libanon oorlog van 2006 en bij de Operatie Cast Lead in Gaza in 2009. Voor Israel zijn burgers en kinderen dus legitieme doelwitten.

7. Hamas gebuikt huizen, scholen en moskeeën als menselijk schild door daar wapens te verbergen

Eén van de meest perfide leugens die de wereld moet doen geloven dat Palestijnse burgers omkomen door hun eigen schuld. Zijn geïllustreerde praatjes ten spijt, Israel is er nooit in geslaagd enig bewijs te leveren dat Hamas burgerinfrastructuur gebruikt voor de opslag van wapens. In de twee gevallen waarin Hamas inderdaad wapens had opgeslagen in scholen van de UNRWA waren die leeg. UNRWA ontdekte de wapens en veroordeelde de doorbreking van zijn onschendbaarheid publiek. Internationale mensenrechtenorganisaties die de Israëlische claim hebben onderzocht hebben vastgesteld dat die ongegrond zijn.

In werkelijkheid zijn het juist Israëlische militairen die systematisch Palestijnen als menselijk schild gebruiken. Sinds de Israëlische inval in de Westelijke Jordaanoever in 2002 binden die jonge Palestijnen op de motorkap van hun voertuig of dwingen ze hen huizen binnen te gaan waar militanten worden vermoed. Maar zelfs als men aanneemt dat de Israëlische beweringen een grond van waarheid kunnen hebben, verplicht het humanitaire recht om burgerslachtoffers te vermijden die excessief zijn in vergelijking met de te verwachten militaire winst.

Wat nu?

Gaza wenst absoluut niet terug naar de status quo. Dat blijkt uit een verklaring van 91 in Gaza woonachtige topmensen uit wetenschap, publiek ambt, Rode Kruis, rechterlijke macht en media. “Wij roepen op tot een staakt-het-vuren met Israel indien dat voorziet in een einde aan de blokkade en het herstel van fundamentele vrijheden,” zo luidt het. “Hamas vertolkte het standpunt van de overgrote meerderheid van de inwoners toen de beweging het eenzijdige bestand van Egypte en Israel verwierp. Gaza wil onbeperkte bewegingsvrijheid voor de Palestijnen en vrij verkeer van goederen en diensten, onder toezicht van een door de VN aan te stellen organisatie.”

Een recent Gallup onderzoek leert dat 42% van de Amerikanen het optreden van Israel in Gaza gerechtvaardigd vindt, 39% zegt van niet en 20% heeft geen mening. Het percentage “ongerechtvaardigd” is licht gestegen vergeleken met het Gallup onderzoek tijdens de tweede intifada twaalf jaar geleden. Het is opvallend dat het publiek verdeeld is over deze kwestie, terwijl hun politieke leiders unaniem het Israëlische optreden steunt. Een sterk uiteenlopende mening tussen publiek en elite over buitenlands beleid is niet ongebruikelijk, maar het is toch schokkend te moeten vaststellen dat bijna 40% van de Amerikaanse bevolking blijkbaar op zo’n belangrijk onderwerp geen vertegenwoordiging vindt in het Congres. Het leidt geen twijfel dat de Israel Lobby, die de loopbaan van politici kan maken of breken, daar tussen zit.

Nog afgezien van de droeve dagelijkse balans aan slachtoffers, de vernietiging van infrastructuur en het beroep op het internationaal recht, de vraag die zich opdringt is: wat wil Israel bereiken? Niemand die het weet. Laat ons een gedachteoefening doen, een hypothese ontwikkelen. Veronderstel dat de Palestijnen de gehele Gazastrook ondertunnelen. In de Israëlische logica zijn dan alle 1,8 miljoen Palestijnen menselijke schilden. De oplossing is dus om die allemaal om te brengen en ervan uit te gaan dat de wereld daar lijdzaam op toeziet. Dat is precies wat de Israëlische samenleving van zijn overheid vraagt. Het absurde daarvan is dat Israel de Palestijnen niet met een bommenregen in het gareel krijgt, en al helemaal niet naar vrede kan bombarderen.

Een hypothese is dat Israel graag alle Palestijnen ziet vertrekken naar Jordanië, een “oplossing” die ook de Nederlandse rechts-extremistische PVV-voorman Geert Wilders verkondigt. De Palestijnen moeten in Jordanië een nieuw bestaan opbouwen, net als de Joden dat in Israel hebben gedaan, aldus Wilders. Maar de Palestijnen laten zich niet van hun geboortegrond wegjagen. De verklaring van de 91 intellectuelen in Gaza is daar duidelijk over: “Geen bestand zonder gerechtigheid. Een retourtje naar de status quo is een levende dood.” De keuze is dus tussen zich aan flarden te laten schieten of een langzame dood in een onleefbaar Gaza onder beleg. Blijft de wereld lijdzaam toezien?