vrijdag 11 juni 2010

Komt Israel met het incident op zee ongestraft weg?

De gewelddadige aanval van Israel op het hulpkonvooi naar Gaza op 31 mei is wereldwijd vrijwel unaniem veroordeeld. Men kan nu eenmaal moeilijk zeeroverij in internationale wateren verdedigen, zeker als daar doden en gewonden bij vallen. Het disproportionele geweld dat bewust werd uitgeoefend leidt wereldwijd terecht tot verontwaardiging. En tot de vraag: ”moet Israel een prijs betalen voor deze bloedige overval?” Ondanks alle internationale verontwaardiging en ondanks de gehavende relaties met Turkije en de Arabische wereld is het antwoord op deze vraag volgens Alain Gresh op Le Monde Diplomatique naar alle waarschijnlijkheid: “nee”.

De Veiligheidsraad kwam niet verder dan een Verklaring van de Voorzitter waarin wordt aangedrongen op een “onafhankelijk en onpartijdig” onderzoek, maar het woord “internationaal” zorgvuldig mijdt. De VS deed er alles aan om de tekst zoveel mogelijk af te zwakken. En Catherine Ashton, de Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlandse Beleid van de EU, eiste in een schriftelijke verklaring wel “een onpartijdig onderzoek”, maar voor de TV voegde zij daar onmiddellijk aan toe “door Israel”. En zo kan Israel dat onderzoek dus zelf uitvoeren, wat natuurlijk tot niets leidt. De verklaring van de Veiligheidsraad roept wel op tot opheffing van de blokkade van Gaza, maar dat betekent slechts een herhaling van de drie jaar geleden unaniem aangenomen Resoluties van de Veiligheidsraad die nooit werden uitgevoerd. Een maat voor niets dus.

Het is hartverscheurend te zien hoe Israel door zowel de VS als de EU in koor wordt beloond voor zijn onverzoenlijkheid. Toen het onlangs lid mocht worden van de OESO vierde de Israelische premier die mijlpaal met een triomfantelijk bezoek aan Parijs. Heeft de toelating tot de OESO voor hem gefungeerd als het groene licht voor de aanval van 31 mei? Eind 2008 werd de relatie tussen de EU en Israel opgewaar-deerd tot een status die alleen grote mogendheden toekomt. En twee weken later schond Israel de wapenstilstandsovereenkomst met Hamas en viel het Gaza binnen. Ook hier kan men zich de vraag stellen of het EU besluit niet als het groene licht fungeerde.

Hoe het ook zij, de Israelische aanval op het hulpkonvooi blijft niet zonder gevolgen. Wereldwijd groeit het beeld van Israel als een land dat zich buiten de wet stelt. Israel verliest in Turkije zijn machtigste bondgenoot in de moslimwereld. En de gematigde Arabische landen voelen zich in hun vredesstrategie door Israel geschoffeerd. Het feit dat Egypte onmiddellijk de Rafah grensovergang opende luidde voor die landen de alarmbel. Maar of ze daar verdere conclusies aan verbinden valt te betwijfelen. Veel zal afhangen van de reactie van de bevolking.

Sommige internationale media houden het bij een Israelische “blunder” en het verslechterend imago van het land. Het Nederlandse NRC Handelsblad, dat in zijn beginselverklaring fier meldt dat het aan kwaliteits-journalistiek doet en het “achterhalen en duiden van de waarheid” en het ”[bijdragen] aan de onafhankelijke controle van de macht” als haar taken ziet, is hier een schrijnend voorbeeld van. Maar hoe verachtelijk de aanval op het hulpkonvooi ook was, al te gemakkelijk wordt vergeten dat de blokkade van Gaza de echte oorlogsmisdaad is. Het staat vast dat Israel slechts mondjesmaat goederen naar Gaza doorlaat. In april passeerden nog geen 3.000 vrachtwagens de grens, terwijl dat er, voor de machtsovername door Hamas juni 2007, gemiddeld 12.000 per maand waren. Gaza ontvangt dus maar 25% van wat het nodig heeft. Wijlen premier Yitzhak Rabin heeft ooit gezegd dat hij ervan droomde Gaza te zien wegzinken in de Middellandse Zee. Welnu, internationale veroordeling of niet, met Gaza gaat het volgens Alain Gresh die kant op.

Phyllis Bennis denkt daar anders over. Die roept op tot aanhoudende druk om de door de VS gesteunde Israelische blokkade van Gaza te doorbreken. Volgens Bennis zal de bloedige aanval op het hulpkonvooi de geschiedenis in gaan als het omslagpunt in wat VN mensenrechtenrapporteur Richard Falk “Israels strijd om legitimiteit” noemt. Een strijd die Israel nu toch wel heeft verloren, aldus Bennis, die aandringt op een internationaal onderzoek, stopzetting van de gigantische Amerikaanse militaire steun aan Israel en vervolging van de Israelische militaire en politieke leiders. Zolang regeringen en de VN in gebreke blijven moet de wereldwijde burgermaatschappij tussenkomen met acties gericht op boycot, terugtrekking van investeringen en sancties, om Israel aan te zetten een eind te maken aan de bezetting en zijn apartheidsbeleid. Het tijdelijk verzachten van de blokkade volstaat niet, nu de zaak in beweging is moeten we doordrukken. Voldoende druk vanuit het middenveld kan regeringen aanzetten tot akte. “Zo winnen we de strijd om legitimiteit, die Israel met zijn bezettings- en apartheidsbeleid al aan het verliezen is”, aldus een strijdbare Bennis.

En ook Britse kwaliteitskrant The Independent vindt dat Israel gehoor moet geven aan de wereldopinie en de blokkade moet opgeven. Paul Woodward tenslotte wijst in War in Context op het hysterische geloof in Israel dat het voortbestaan van de Joodse staat voort-durend in gevaar is, wat elke onderhandelde regeling van het conflict blokkeert. Woodward meent dat het de hoogste tijd is dat de Joodse Israeli’s zich de vraag stellen hoe men in deze wereld waardig kan leven als men niet in staat is boven deze angst uit te stijgen. Nooit vergeten en nooit vergeven, ooit een instinctieve leuze gericht op zelfbehoud, is verworden tot een verlammende zelfbeperking. Genezen van - en komaf maken met - het trauma van de Holocaust, dat is toch een nuttige en noodzakelijke opdracht van de Joden aan zichzelf. Kan men dat niet opbrengen, dan wordt de afstand tussen Israel en de rest van de wereld alleen maar groter, waarbij elk gevoel van menselijkheid in dat diepe gat verdwijnt, aldus Woodward.

woensdag 9 juni 2010

Violence between Kuchi-Taliban and Hazara a new cause for concern

(article by guest author Timor Sharan)

The violence in Afghanistan has taken a new dangerous dimension with Taliban using nomad Pashtun-Kuchi as part of their plain to aggravate ethnic tensions between the former and the Hazara community. This issue needs urgent attention from the Afghan government and the international community, lets open conflict between the two groups develop.

In the last weeks, the Afghan media has highlighted intense violence in the centre of the country, where thousands of Hazara villagers have been forced out of their homes. This year, with the help of Taliban and neighbouring Pashtun-districts the Kuchi have forcefully evacuated, according to some estimates, up to 300 Hazara villages, subsequently burning and looting their homes, agriculture lands and administrative buildings. This continuous aggression since 2006 is well reflected in the 2009 United Nations Environment Programme report, which highlighted the "significant loss of [Hazara] life and property. The worst violence has been since 2007 when Kuchi took over administrative offices and hoisted Taliban flags."

The Kuchi-Hazara dispute is around competing rights to use the pastures and watering sites. Its origins is in an edict issued by Amir Abdul Rahman in 1894, which gifted lands throughout Hazarajat (Central highlands) to those Kuchi clans that had assisted him in defeating the rebellious Hazara. In 1927 those land grants were cancelled by King Amanullah who ordered their reissue as use rights confined to high altitude pastures. Hazara were to have secure control of settlements adjacent to grazing lands. However, according to Pashtun custom a community pasture extends only as far as a man' shout extends when he is standing at the last house in the village. This remains the land law today as most recently amended (July 2008).

The Afghan government and international community's unwillingness to resolve this issue has alienated both Hazara and Kuchi communities. Many minorities feel that the government is siding with the Pashtun-Kuchis. This week, the Hazara community in response launched one of the biggest demonstrations across the world - from Kabul to London to Istanbul- and demanded the immediate settlement of this issue. Meanwhile, all 30 Hazara and 10 Kuchi MPs walked out of parliament in protest last week.

As the UNDP 2009 report concluded, the armed conflict has reached a level where it can easily evolve into inter-ethnic conflict that can engage further Taliban and possibly support from a neighbouring country on the side of the Hazara. This should serve as a warning to the international community, which has for so long overlooked the significance of such ethnic tensions. This violence can further fragment the Afghan society, which can bring the country to the brink of civil war like in Iraq. Moreover, this can provide opportunities for local warlords and strongmen to exploit this opportunity to further aggravate the dispute. During the last Hazara protests in Kabul and London, the demonstrators demanded the immediate resignation of the two main Hazara leaders: Khalili, the second vice-president, and Mohaqeq, the leader of Hazara MPs in parliament. These events have coerced these leaders into hard-line positions to show their supporters they are fighting for the rights of their people.

Poorer Hazara and Kuchi who genuinely depend upon pasture access to survive are placed at risk by decisions being made by these power-holders who do not have majority's interests at heart. It is clear that this issue needs urgent and immediate attention. Otherwise, the dispute can become an open conflict between Afghanistan's two main ethnic groups, which can easily bring in outside actors, such as the Taliban or even neighbouring countries.

There is a need for a long term establishment of a community-based approach and pasture-by-pasture resolution process and an immediate resettlement of Pashtun-Kuchis according to Article 14 of the Afghan Constitution.

Timor Sharan is a British-Afghan, holding an MPhil in Development Studies and a BA in International Relations and Politics from British universities. In 2008, he returned to Afghanistan to work for the Afghanistan Research and Evaluation Unit (AREU) on the Mutual Accountability and Aid Effectiveness project and then joined EUREKA Research to co-supervise the UNODC’s 2009 Afghanistan Food Insecurity and Poppy Cultivation Assessment report. The author is currently pursuing a PhD at the University of Exeter (UK) focusing on post-conflict intervention and state-building in Afghanistan.

dinsdag 8 juni 2010

The Israeli Attack on Humanitarian Aid Ships: An EU Perspective

(article by guest author Mustafa Kutlay)

It was reported on Monday, May 31, that the Israeli forces stormed one of the six ships carrying humanitarian aid to Gaza. This operation is a clear breach of international law. The EU should show her unequivocal resistance to the violation of international law by condemning Israel.

Monday, May 31, Israeli forces stormed one of six ships carrying humanitarian aid to Gaza, klling 10 people and wounding many. Since the Israeli officials work hard to avoid any news release, the exact figures are not known by the world media.

The professional Israeli armed forces attacked civilians, who had no guns, no rockets, not even knives. This is a clear breach of the human rights and international law, say many experts. Yet, having taken the past events into consideration, it is not a new thing for Israel.

As everybody followed from the media, on the 8th day of the air and sea strikes in January 2009, Israel sent 20,000 soldiers and hundreds of tanks to ‘annihilate' Hamas. In fact, Israel used collective punishment strategy under the disguise of the Ben Gurionism Doctrine. That is why, it bombed the refugee camps and UN Schools, the places in which too many children and women shelter. As a result many innocent civilians died, many of them wounded. Moreover, the rudimentary infrastructure in the region collapsed.

As a result, the latest attack by Israel military forces was not a surprise for anybody. What should be the real surprise for the world, I think, are the attitudes of international community, especially the EU. The EU in the previous attacks in 2009 showed a reluctance stance and fragmented reaction. Even some officials condemned Hamas unilaterally and straightforwardly rejected Israel's responsibility in killing the civilians. For example, the term presidency of the EU at that time, Czech Republic has tacitly approved the actions of the Israeli soldiers by saying that Israel's actions are "defensive, not offensive. Then, Angela Merkel accused Hamas as the sole responsible of the existing tragedy.

These statements were quite destructive for the credibility and reputation of the EU, because the EC legislation is based on two basic pillars which are proportionality and subsidiarity. While taking any kind of legal action, EU takes these concepts into consideration at first hand. However, regarding the Gaza tragedy, it was the proportionality principle that the Israeli tanks tramped over.

Reactions from the EU

One more time, we have witnessed that the Israeli forces violated the proportionality principle by killing 10 unarmed civilians carrying humanitarian aid, according to latest reports. This time, the attitude of the international community, especially the EU, should be unequivocal. The international community should position itself against Israel's extreme use of military power and should condemn the violation of international human rights. According to recent statements, Catherine Ashton officially condemned Israel on behalf of the EU and extended her sympathies to the families of the dead and wounded and is demanding a full inquiry into the circumstances of how this event happened. German Foreign Minister Guido Westerwelle, French Foreign Minister Bernard Kouchner, and Spain, which holds the rotating EU presidency, also condemned the Israel attacks unequivocally.

This time the EU should continue on the line of the first statements made by the abovementioned leaders. This time the EU should show her unequivocal resistance to the violation of international law by condemning Israel's illegal and unethical military operation.

Mustafa Kutlay is a researcher at the International Strategic Research Organization (USAK) of Ankara, Turkey. A non-partisan, non-profit and non-governmental research organisation established in 2004, USAK is Turkey's foremost source of independent and balanced information on international relations and security issues affecting Turkey and its region.