zondag 27 mei 2018

Het chaotische Amerikaanse buitenlands beleid


Deel 4: het gestuntel rond Noord-Korea


De komende maanden wordt het alles of niets, zo waarschuwde de Belgische politicoloog en Chinakenner Jonathan Holslag maart dit jaar. “Niet alleen zal er worden geëist om af te zien van langeafstandswapens, Noord-Korea zal zijn kernwapenprogramma ook moeten ontmantelen. Als deze onderhandelingspoging mislukt, zal het gezichtsverlies voor Donald Trump zó groot zijn dat hij geen andere keuze heeft dan eerst de sancties op te drijven en vervolgens aan te vallen.”

Intussen zijn de sancties opgedreven, toonde de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un zich bereid te onderhandelen, legde president Donald Trump een ontmoeting in Singapore met Kim vast, ging buitenlandminister Mike Pompeo naar Pyongyang, legde veiligheidsadviseur John Bolton het Libië-model op tafel en zette vicepresident Mike Pence die boodschap nog eens extra in de verf. Kim liet zijn onderminister van buitenlandse zaken een kritische verklaring afgeven en Trump zegde de top prompt af omwille van “het reusachtige misnoegen en de openlijke vijandschap die in uw laatste uitspraak naar voren komt”, om die opzegging binnen een etmaal weer ongedaan te maken.

Krijgt Trump “koude voeten”? Naar verluidt werd hij steeds beduchter dat de top een afgang zou worden. Opgewonden over een Noord-Koreaanse verklaring dat het land nooit zijn kernwapens zou opgeven belde hij de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in met de vraag waarom die verklaring verschilde van het verslag van diens ontmoeting met Kim in april. Blijkbaar kon Trump niet wachten tot zijn ontmoeting met Moon 3 dagen later. Trump's entourage ging zich afvragen of de president, die openlijk zijn zinnen had gezet op de Nobelprijs voor de Vrede, te gretig aanstuurde op de ontmoeting met Kim en te weinig dossierkennis in huis had.

In contacten met de media legde Trump het Libië-model van Bolton foutief uit. Dat model gaat niet over de nucleaire ontwapening van Libië in 2003, maar over de totale vernietiging van het land in 2011. Dat model halen we van stal als we geen akkoord met Kim kunnen sluiten, aldus de president. Het is de Noord-Koreanen niet ontgaan dat van de Libië toegezegde compensatie weinig in huis is gekomen en Khadaffi in 2011 ten val en om het leven werd gebracht. Voor Bolton moet Trump Kim duidelijk maken dat van verlichting van sancties maar sprake kan zijn na afstand van het volledige kernwapenarsenaal. Trump had een stappenplan dat de Zuid-Koreanen voorstelden al verworpen “omdat die bij zijn vier voorgangers niet heeft gewerkt”.

Een nuchtere analyse leert dat Kim de meeste troeven in handen heeft. Zijn arsenaal aan kernwapens en raketten staat op punt. Het officiële Amerikaanse standpunt tot dusverre was dat Kim zich in Singapore akkoord moet verklaren met denuclearisering, een eerste overdracht van kernwapens, het sluiten van de productiefaciliteiten en onbeperkte bewegingsvrijheid voor inspecteurs. Dat zijn onrealistische eisen. CIA-analisten zeggen dat Kim zijn kernwapens nooit zal opgeven, wat daar ook tegenover staat. Kim zal hooguit een deel van zijn kernwapens prijsgeven en eventueel zijn kernproeven opschorten, in ruil voor het vertrek van de Amerikaanse troepen uit het schiereiland.

De Noord-Koreanen hebben een olifantengeheugen. Het land onderging in 1952/1953 de intensiefste bombardementen uit de geschiedenis. Toen geen enkel doelwit nog overeind stond moesten ook de dijken worden aangevallen. Een pure oorlogsmisdaad. En de Amerikanen waren daar nog trots op ook: “het water vernietigt de oogst, dat zal ze afmaken.” Dat hebben de Noord-Koreanen allemaal mogen meemaken. Wie denkt dat deze Noord-Koreanen hun nucleaire afschrikking zullen opgeven droomt. Het land hecht na Afghanistan, Irak, Syrië en Libië, en vooral de eenzijdige Amerikaanse uitstap uit de Iran-deal, geen enkele waarde aan een deal met de VS.

Om tal van redenen kan het overleg met Noord-Korea mislukken. Het bestaande arsenaal is een potentieel struikelblok, maar de manier waarop Trump het probleem benadert is dat evenzeer. Die is niet gericht op behoedzame diplomatie rond een probleem dat de wereldvrede in gevaar kan brengen, maar op zijn wereldwijde erkenning als betere dealmaker dan zijn voorgangers. Dat hij daarmee onrecht doet aan zijn voorgangers, belangrijke bondgenoten de das om doet en de geloofwaardigheid van de VS om zeep brengt deert hem blijkbaar niet.

Na zestien maanden presidentschap lijkt Noord-Korea inderdaad Trump's achilleshiel te worden. Voor drie generaties Koreaanse leiders stond nucleaire afschrikking centraal. Als Trump straks op hangende pootjes uit Singapore terugkomt is er geen sanctie-alternatief. De maximale-druk-coalitie is uiteengevallen. De piepjonge Kim komt over als de meer evenwichtige leider die vertrouwen trachtte op te bouwen door Amerikaanse gevangenen vrij te laten en een nucleaire testsite op te blazen, terwijl Trump wordt gepercipieerd als onstuimig en onbetrouwbaar.

Kim Jong-un en Moon Jae-in hadden recent een tweede ontmoeting, een mooi staaltje alliantie-ontkoppeling. De VS en Zuid-Korea, twee bondgenoten, zouden de koppen bij elkaar moeten steken over Noord-Korea. Maar in werkelijkheid zijn het de twee Korea’s die zich beraden over de onverzoenlijke, onvoorspelbare Amerikanen. Voor de Korea’s is de VS het probleem geworden. Slim manoeuvreren van de Noord-Koreanen, en oliedom handelen van incompetente Amerikaanse leiders.

Ongetwijfeld was Kim’s plan van meet af aan om een wig te drijven tussen tussen de bondgenoten. Door zich volwassen op te stellen en dankzij zijn publieke ontmoetingen met Moon en de Chinese president Xi Jinping heeft hij de andere regionale spelers mee in bad getrokken. Beide hebben nu belang bij een positieve afloop van het proces, terwijl Trump overkomt als glibberige, compromisloze extremistische hardliner. Intussen is de Chinese appetijt in sancties serieus geslonken. Noord-Koreaanse vis is weer volop te vinden langs de Chinese kant van de grens en Noord-Koreaanse arbeiders gaan weer terug naar China.

En van een Amerikaanse oorlog tegen Noord-Korea kan na de toenadering tussen de Korea’s geen sprake meer zijn. Moon Jae-in zal elk initiatief van de VS in die richting wel in de kiem smoren. Of de Trump-Kim top in Singapore nu doorgaat of niet, de kou is uit de lucht op het Koreaans schiereiland. Trump is terug bij af, heeft zijn geloofwaardigheid op het spel gezet en zijn land verleid tot imperial overstretch, een verschijnsel dat grootmachten ten onder doet gaan.

vrijdag 25 mei 2018

Het chaotische Amerikaanse buitenlands beleid



Deel 3: De a
utomobielsector


In mei liet Trump een inderzoek instellen naar de mate waarin de auto-import een bedreiging vormt voor de Amerikaanse nationale veiligheid. Eerder zei hij dat de technologische vooruitgang in China een bedreiging vormt voor de Amerikaanse economische en militaire overmacht.

Maar Toyota betwist deze uitleg: “Gegeven het wereldwijde profiel van de auto-industrie en het feit dat de VS in 2017 zowat 12 miljoen auto’s produceerde is zo’n uitspraak onaannemelijk.”

Het onderzoek kan leiden tot invoerheffingen van 25%, een lelijke streep door de rekening van Amerikaanse bondgenoten als Japan, Mexico, Canada, Zuid-Korea en Duitsland.

In 2017 voerde de VS 8 miljoen auto’s en lichte vrachtwagens in, ter waarde van $192 miljard. Ruim de helft komt uit Mexico en Canada, landen waar de VS het NAFTA handelsakkoord mee heronderhandelt.

De dreigende invoerheffing lijkt dus een pressiemiddel om extra concessies af te dwingen.

Voor de EU is er geen enkele grond voor heffingen op staal en aluminium, en al helemaal niet op de auto-import. De Duitse werkgeversorganisatie liet weten dat zo’n maatregel zowat een provocatie is waarmee de VS nog verder afstand neemt van vrije handel.

Het onderzoek stuit ook op binnenlands verzet. Maar dat verliest uit het oog dat het handelsbeleid steeds vaker een krachtmeting met rivalen wordt waarin militaire competentie zowel
industrieel en technologisch centraal staat.

Het chaotische Amerikaanse buitenlands beleid



Deel 2: De VS, Israel en het Israel-Palestina conflict


Sinds 2006 houdt Israel de Gaza-strook in een wurggreep en schiet het op Palestijnen die zich in de bufferzone van enkele honderden meters wagen. De VN zegt dat de strook onleefbaar is. Op 30 maart ging “De grote terugkeermars” van start. Het protest werd geduid als een Hamas-actie. Maar in werkelijkheid had een groep maatschappelijke organisaties, samen een brede afspiegeling van de bevolking, de mars op touw gezet.

De mars bereikte zijn hoogtepunt op 14 mei, dag waarop de VS zijn ambassade naar Jeruzalem verhuisde, en 15 mei, de 70
e verjaardag van de Nakba. Terwijl in Jeruzalem Witte Huis medewerkers het glas hieven op de verhuis vuurden Israelische scherpschutters op 1.350 ongewapende Palestijnse demonstranten in Gaza. Onbewogen, systematisch, precies, en dodelijk. Sinds het begin van de protesten zijn zo 112 Palestijnen omgebracht en meer dan 13.000 gewond.

De erkenning van Jeruzalem als hoofdstad van Israel leek een eerste stap in Trump’s “deal van de eeuw”, maar voor Israel noch de VS kan van een recht op terugkeer sprake zijn, en al evenmin van Oost-Jeruzalem als Palestijnse hoofdstad.

De situatie in Gaza is echter onhoudbaar. Blijkbaar was de slachting nog niet groot genoeg om de wereld tot actie aan te zetten.

In zijn Cairo toespraak van 4 juni 2009 zei president Obama nog: “… the Palestinian people ... endure the daily humiliations - large and small - that come with occupation. So let there be no doubt: the situation for the Palestinian people is intolerable.”

Elke tweestatenoplossing voor het Israel-Palestine conflict is door de Israelische feiten op de grond ingehaald. Wat enkel nog kan en moet is een situatie waarin Palestijnen en Israeliërs gelijke rechten hebben en de mensenrechten jegens de Palestijnse bevolking worden gerespecteerd. Maar van verzoening kan geen sprake zijn zolang het politiek-messiaanse instinct ingebakken zit in het politieke bewustzijn van Israel.

Daar kan aan gewerkt worden, rechtstreeks naar de bevolking. Met een massieve
en aangehouden communicatiecampagne.

Dit is niet enkel een verantwoordelijkheid van de VS, maar ook en misschien wel vooral van Europa. Dat kan zich niet blijvend verschuilen achter de schaamte over de Holocaust om Israel de hand boven het hoofd te houden.

Het chaotische Amerikaanse buitenlands beleid


Deel 1: Iran en het Europese dilemma


Trump stapt uit de nucleaire deal en kondigt ‘verlammende sancties’ aan. Dat is niet slim. Hij had Iran ook aanvullende eisen kunnen stellen. Nu de deal in 2015 is omgezet in VN-veiligheidsraad-resolutie 2231 is de eenzijdige uitstap een serieuze inbreuk. Elk lid is onder art. 25 van het Handvest verplicht de besluiten uit te voeren. De in de preambule vermelde wens van de Veiligheidsraad is duidelijk: de internationale gemeenschap gaat een nieuwe verhouding aan met Iran. Dat de VS wegkomt met de uitstap doet geen goed aan wat nog rest aan geloofwaardigheid van het machtigste land ter wereld.

Vervolgens laat de ‘dealmaker-in-chief’ kersvers buitenlandminister Pompeo een pakket onmogelijk te realiseren eisen stellen om Iran in het gareel te krijgen. Dat is geen sterk staaltje diplomatie, maar aansturen op oorlog. Met bondgenoten Israël, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten vormt de VS een as van agressie die de stabiliteit van de regio in gevaar brengt, met mogelijk ernstige gevolgen voor de rest van de wereld.

Schade aan de bondgenoten

Het eenzijdige uittreden schoffeert niet enkel mede-initiatiefnemers Europa, Rusland en China, maar brengt deze ook schade toe nu de nieuwe sancties gekoppeld zijn aan extraterritorialiteit. Firma’s uit deze landen die zaken doen met Iran kunnen ‘gestraft’ worden via hun activiteiten in de VS. Vooral Europa is kwetsbaar. Het heeft geen geloofwaardige middelen om het bedrijfsleven te beschermen tegen de Amerikaanse economische agressie. Mastodonten als Renault, Airbus, Total, Allianz, Siemens en Shell hebben de boodschap begrepen en aangekondigd hun zaken met Iran te zullen afbouwen.

Volgens David Criekemans, docent buitenlands beleid Universiteit Antwerpen, staat Europa voor een verscheurende keuze. Maar verder dan de vraag “hoe de hernieuwde band met Iran overeind houden zonder Saoedi-Arabië te verliezen” komt Criekemans niet. De Britse historicus John Laughland moet lachen met Frans protest als “we worden gechanteerd”. De legitimiteit van de EU steunt op het geloof dat het tijdperk van geweld in internationale betrekkingen voorbij is, de EU een nieuw systeem van regels en afspraken waarborgt en elk ander systeem tot oorlog leidt, aldus Laughland.

EU in de houdgreep

Volgens Laughland heeft Europa geen keus. De EU-grondwet onderwerpt de Unie aan de NAVO, dat gedomineerd wordt door de VS. Alleen een uitstap uit de EU kan een lidstaat bevrijden van de Amerikaanse hegemonie. Europese leiders hebben hun bruggen met andere partners opgeblazen door Russische diplomaten het land uit te wijzen. Bovendien legt de EU zelf ook sancties op aan Russische firma’s en aan Syrië. Tenslotte proberen de Britten en Fransen, medeondertekenaars van de Iran-deal, al vele jaren een regeringswissel in Syrië te bewerkstelligen. Hoe kunnen ze dan protesteren tegen acties van de VS gericht op een regeringswissel in Iran, zo vraagt Laughland zich af.

De EU zit niet enkel in de Amerikaanse houdgreep, de Unie kent ook grote interne verdeeldheid. Het bemoeit zich met binnenlandse aangelegenheden van Polen en Hongarije, worstelt met het verlies van een van zijn belangrijkste leden en ziet een nieuwe regering in Italië aantreden die een economisch beleid voorstaat dat het land op ramkoers legt met Europese begrotingsregels en aanstuurt op opheffing van de sancties tegen Rusland.

De gevolgen voor Iran

Tenslotte de vraag wat Trump’s beslissing voor Iran betekent. Het land wijst op verschillenden opties, waaronder hervatting van uraniumverrijking naar 20% indien Europa zijn aandeel in de deal niet waarmaakt. Dat gaat boven de 5% die nodig is voor kerncentrales, maar beneden de 80-90% nodig voor kernwapens. De Iraanse regering staat onder druk van haviken die erop hameren dat het land zijn nucleaire hegemonie heeft verkwanseld zonder te kunnen profiteren van de in het vooruitzicht gestelde economische baten nu de VS zijn eenzijdige sancties gedeeltelijk heeft gehandhaafd.

De EU broedt op plannen. Zo kan het Iraanse olieleveringen afrekenen in Euro’s in plaats van dollars. Maar het lijkt weinig waarschijnlijk dat Europese firma’s bescherming krijgen tegen sancties van de VS omwille van hun zaken met Iran. Met een markt van $400 miljard kan Iran niet in de schaduw staan van de Amerikaanse markt van $18 biljoen.

Nu het aan Amerikaanse of Europese financiering zal ontbreken kan men erop rekenen dat China in het gat springt. De Chinese renminbi werd al gebruikt om Iraanse projecten te financieren, en niet enkel door Chinese banken. Trekken Europese bedrijven zich terug uit Iran, dan staat de deur wagenwijd open voor Chinese firma’s die geen of weinig zaken doen in de VS. China is de lachende derde als Total zich terugtrekt uit het uitbreidingsproject van het South Pars gasveld ter waarde van $4,8 miljard.

De EU staat voor een dilemma

Alsof hij Europa nog eens extra wilde kleineren liet Trump zijn onderminister voor energie een verklaring afleggen die neerkomt op een dreigement om Europa sancties op te leggen als het groen licht geeft voor de afwerking van Nord Stream 2, het pijplijnproject dat Russisch aardgas moet aanvoeren naar de EU via de Baltische zee. Blijkbaar moet Europa in het kader van ‘America first’ duurder Amerikaans (vloeibaar) aardgas aankopen. Of Europa in staat is de rijen te sluiten en zich unaniem te verzetten tegen het Amerikaanse dictaat is de vraag. De EU staat inderdaad voor een dilemma.

Europa wordt medeslachtoffer van Amerikaanse strafmaatregelen. De uitdaging is om komaf te maken met het sancties-tegensancties gehannes en een eigen beleid uit te stippelen over Iran, Rusland, defensie en tal van andere zaken die Europese belangen moeten veiligstellen, niet Amerikaanse. Of Europa zich kan losmaken van de verstikkende transatlantische relatie blijft de vraag. Zo’n streven zou wel eens vergaande gevolgen kunnen hebben voor de Europese Unie zoals we die vandaag kennen.

dinsdag 1 mei 2018

Israel denounces Iran nuclear deal after new missile strikes on Syria




By Bill Van Auken


Israeli Prime Minister Benjamin Netanyahu delivered a bellicose speech Monday repeatedly denouncing the government of Iran for allegedly lying before, during and after the negotiation of the 2015 nuclear deal, known as the Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA).

Netanyahu’s speech came on the heels of missile strikes Sunday night against two military bases inside Syria, which reportedly killed as many as 18 Iranian military advisers as well as a number of other people.

Together, the developments point toward an increasingly dangerous slide toward a wider war in the Middle East, with the Israeli regime working in collaboration with sections of the Trump administration in a bid to provoke a direct military confrontation between Washington and Tehran.

Netanyahu delivered his speech first in English, and only second in Hebrew, signaling that his target audience was not the population of Israel, but rather Washington. The theatrical televised address was delivered in front of a large PowerPoint presentation featuring the phrase “Iran Lied.”

There is no doubt that the speech had been coordinated in advance with the Trump administration. Netanyahu had met with Trump’s new secretary of state, Mike Pompeo, at the Israeli military headquarters in Tel Aviv on Sunday and he held a phone conversation with Trump before he appeared in front of the cameras on Monday. Both discussions centered on Iran.

Pompeo traveled to Israel from a NATO foreign ministers meeting in Brussels and a stop in Saudi Arabia. In all three places, he focused his remarks on denunciations and threats against Iran.

I’m sure he [Trump] will do the right thing for the United States, for Israel, and for the peace of the world,” Netanyahu said in his speech on Monday.

The tone and atmospherics of Netanyahu’s appearance recalled nothing so much as his ludicrous appearance before the United Nations General Assembly in 2012 in front of a cartoon of a bomb with its fuse burning to illustrate bogus claims of Iran’s supposedly imminent development of nuclear warheads.

In addition to the PowerPoint, the stage was filled with a bookshelf holding a number of files and a bin that the prime minister said was filled with CDs, all of which, he insisted were “incriminating” documents ostensibly stolen by Israeli spies. They constituted, he claimed, “new and conclusive” proof of Iran’s deception of the world regarding its nuclear program. In reality, Netanyahu did not provide a single new fact.

The boy who can’t stop crying wolf is at it again,” Iranian Minister of Foreign Affairs Javad Zarif commented in a tweet on Netanyahu’s speech.

Speaking at a press conference in the White House Rose Garden shortly after Netanyahu’s speech, Trump said it confirmed that he had been “100 percent right” about the Iran nuclear deal.

We’ll see what happens, I’m not telling you what I’m doing,” he added, affirming that “we’ll make a decision” either on or before May 12, the deadline for the White House to renew the waiver of unilateral US sanctions against Iran that were lifted as part of the nuclear agreement.

Trump repeated his claim that under the agreement the US had given Iran “$150 billion and $1.8 billion in cash…and we got nothing.” The $150 billion is an invention concocted by the American political right as the figure for Iranian overseas assets that were unfrozen under the nuclear deal. The real figure is estimated at between $25 billion and $50 billion. The $1.8 billion is slightly more than the amount the US was required to return to Iran for an arms deal that was never fulfilled.

The fixation of the American president on money that went to Iran reflects broader concerns within the American ruling oligarchy that the agreement’s prospective opening of the Iranian market will benefit capitalist interests in Europe, China and Russia, rather than those of US-based banks and corporations.

The flurry of contacts between Washington and Tel Aviv since the weekend appear to signal the failure of the recent back-to-back visits to the American capital by French President Emmanuel Macron and German Chancellor Angela Merkel to convince Trump to renew the US sanctions waiver and forestall the collapse of the Iranian nuclear deal—an outcome that will almost certainly accelerate the drive to a major war in the region.

The office of Britain’s Prime Minister Theresa May issued a statement indicating that she and her French and German counterparts had reaffirmed their support for the deal in separate phone calls on Sunday. Moscow, meanwhile, issued a statement recording a similar conversation between Macron and Russian President Vladimir Putin.

The European powers view the apparent determination of the Trump administration to blow up the JCPOA and head down a path of military confrontation with Iran with increasing trepidation. It is not merely the prospect of losing out on potentially lucrative trade and investment deals—few of which have actually been consummated since the deal was signed in 2015—but also the prospect of Europe bearing the brunt of the blowback from such a war, both in terms of regional destabilization and a new exodus of refugees.

Events in Syria, meanwhile, are escalating on a daily basis the likelihood of a new and even more catastrophic war in the Middle East.

At least two dozen people were reportedly killed Sunday night as a result of Israeli missile strikes on two Syrian military bases near the cities of Hama and Aleppo. According to reports, the dead included between 11 and 18 Iranian military advisers. Iran has sent military personnel into Syria to support the government of President Bashar al-Assad against Islamist militias armed and funded by the CIA and Washington’s European and regional allies in a war for regime change.

The massive character of the strikes, which apparently targeted stockpiles of surface-to-surface missiles and other armaments with bunker-buster bombs, was reflected in the explosions registering as an earthquake of 2.6 magnitude near Hama.

Israel, as is its normal operating procedure, refused to comment on the attacks, while Syria initially attributed the strikes to the US and France, which, along with the UK, targeted the country with cruise missiles on April 14, using the pretext of a chemical weapons attack that has since been exposed as a fabrication. While Iranian officials initially acknowledged that some of the county’s personnel had been killed in the strikes, Tehran later denied that this was the case.

The caution on the part of Damascus and Tehran reflects the concern that the rapidly unfolding events are pushing the region into a major new war. Iran had already issued statements vowing to retaliate for an Israeli strike early last month against a Syrian air base that killed Iranian personnel.

Tel Aviv, however, is observing no such constraints. The Israeli missiles struck only hours after Defense Minister Avigdor Liberman delivered a speech at the Jerusalem Post’s annual conference in New York City, in which he said Tel Aviv would “maintain freedom of operation in all of Syria” and would oppose any Iranian military presence there at all costs.

The Israeli Knesset, meanwhile, approved legislation Monday allowing the prime minister to declare war in “extreme situations” with the sole approval of the defense minister.

For its part, the US is escalating its own intervention in Syria, with reported air strikes Sunday by American warplanes against Syrian government forces attempting to extend their control from the provincial capital of Deir Ezzor province into neighboring villages close to the country’s major oil and gas fields.

Trump’s pledge to bring US troops “home” notwithstanding, the Pentagon has sent reinforcements to the more than 2,000 American special operations troops deployed in the country. Together with a proxy ground force consisting primarily of the Syrian Kurdish YPG militia, these troops have been used to carve out a US protectorate comprising approximately a third of Syria’s territory, including the country’s main energy reserves.

US attacks on Syrian government forces, which are backed by Russia, combined with Israel’s threats to retaliate against any use of Russian S-300 air defense systems, which Moscow has pledged to provide to Damascus, pose the threat of the Syrian conflict escalating into a catastrophic war involving the world’s major nuclear powers.

This article first appeared on World Socialist Web Site (WSWS) on 1 May 2018, and was republished with permission.