zaterdag 16 oktober 2010

Het vredesproces...

(artikel van gastauteur Egbert Talens)

Deel 2 - het Britse Mandaat van de Volkenbond na de val van het Ottomaanse Rijk


Weizmanns organisatie slaagde er niet alleen in Duits-joodse bankiers voor het Verenigd Koninkrijk te winnen, hij wist ook de VS aan de zijde van de geallieerden te krijgen. Met een list waarbij een Amerikaans schip, de Sussex, betrokken was - het tot-zinken-brengen ervan door Duitse duikboten was gefingeerd - ging president Wilson overstag, en hij verklaarde Duitsland april 1917 de oorlog. Dit leverde de gealllieerden mede de overwinning op, en het verdelen van de oorlogsbuit kon beginnen. Dat de Reus op Lemen Voeten - het Ottomaanse Rijk - met deze oorlog aan zijn eind was gekomen zou enorme gevolgen hebben voor de gebieden waarover de Ottomanen vierhonderd jaar de scepter hadden gezwaaid. Zelfstandigheid lag in het fraaie verschiet; had het koloniale tijdperk immers niet zijn langste tijd gekend...? In Palestina, deel uitmakend van die gebieden, heersten identieke gevoelens. Maar ... de grote instroom olim - met heel andere politieke opvattingen en nabuurlijke ideeën dan de autochtone Joden die er al eeuwen woonden - én de cryptische Balfourverklaring, joegen de overwegend islamitische inwoners van de Mutasarriflik Jeruzalem, en die van het zuidelijke deel van de Vilayet van Beiroet, Sanjak van Nablus genaamd, de stuipen op het lijf.

Sussende beloften van Britse kant aan de Arabische leiders en notabelen, contrasteren sterk met de ontwikkelingen op de grond; wat (de) niet-joodse gemeenschappen niet dagelijks moeten ondergaan aan treiterijen van de kant van hautaine olim, en gelaten moeten aanzien hoe de Britten joodse instanties steeds meer faciliteren en voorzieningen laten treffen die enkel hun, joodse, belangen dienen. Het lokt zelfs kritiek uit van de kant van de Joden die er al van generatie op generatie wonen. Palestina wordt het toneel van agressieve acties over en weer. Onder alle lagen van de bevolking vallen slachtoffers, ook dodelijke...

Met de Vredesconferentie van Versailles (1919) wordt het er niet beter op, als het om zaken gaat die de niet-joodse gemeenschappen in Palestina betreffen. Westerse diplomaten deden tal van toezeggingen ten gunste van de ontwikkeling van het Nationaal Tehuis voor het Joodse Volk. Duitsland werd door deze conferentie tot de bedelstaf veroordeeld, wat anti-joodse gevoelens deed aanwakkeren. In dat licht is het opmerkelijk dat er toch nog sprake was van onderhandelingen tussen Duitsland en vertegenwoordigers van de Zionistische Organisatie waarbij ondersteuning van het pzp aan de orde was. Daaraan zou echter een fataal einde komen...

In 1919 werd ook de Volkenbond, of Volkerenbond, opgericht. VS-president Woodrow Wilson initieerde de oprichting, maar de VS werd zelf geen lid.

Deze vermelding houdt verband met het feit dat de Volkenbond aan de Britten een Mandaat verstrekte om Palestina klaar te stomen tot zelfbestuur, dan wel tot zelfstandigheid. Een voorgekookte maatregel, van de kant van Westerse mogendheden, waarbij men uitging van wat de Zionistische Organisatie en andere joodse instanties met Palestina voor hadden. Van Palestijns-Arabische kant werd met kracht geprotesteerd tegen deze arbitraire ingreep, maar ook toen al hadden de politieke zionisten Westerse politici zozeer in hun greep, dat de laatsten toegaven waar zij - als lid van de Westerse vrije wereld - eigenlijk voor internationaalrechtelijke én democratische richtlijnen hadden moeten dúrven gaan...

Dát is exact het kenmerk van Israëlisch-Palestijnse conflict: coûte que coûte een in democratische en internationaalrechtelijke zin onbestaanbaar bestel in stand dóen houden, waardoor het door de Westers georiënteerde landen negeren, dan wel glad strijken, van de ondemocratische en de onmiskenbaar met-internationaal-recht-strijdige handelingen van déze staat Israël wordt verklaard... Ónbestaanbaar, tenzij... Tenzij een gekwalificeerde meerderheid van de joods-Israëlische bevolking ervoor kiest, het land te delen met dé niet-joodse gemeenschappen in Palestina-Israël.

Wie is beter bekend met deze materie dan de Nederlandse publicist Egbert Talens, die in de zestiger jaren als vrijwilliger voor het United Nations Relief and Works Agency (UNRWA) les gaf aan kinderen van Palestijnse vluchtelingen. De geschiedenis van Israël en Palestina liet hem niet meer los, wat zich vertaalde in zijn boek “Een bijzondere relatie: Israël-Palestina nader bekeken 1897-1993”. Zij die dit werk willen aanschaffen (tegen sterk gereduceerde prijs) kunnen zich rechtstreeks tot de auteur wenden per e-mail.
  

vrijdag 15 oktober 2010

Het vredesproces...

(artikel van gastauteur Egbert Talens)

Deel 1 - het politiek-zionistische project Der Judenstaat


Naar aanleiding van recente pogingen van VS-president Barack Hussein Obama, (de) onderhandelingen tussen Israëlische en Palestijnse vertegenwoordigers nieuw leven in te blazen, kwamen premier Benjamin Netanyahu (Israël) en president Mahmud Abbas (Palestijnse Autoriteit) begin september van dit jaar naar Washington, om de eerste stappen te zetten, in een reeks van besprekingen die tot een regeling van het uitstaande conflict moeten leiden. Daarbij waren ook de Egyptische president Mubarak en de Jordaanse koning Abdallah II aanwezig. En natuurlijk de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Hillary Clinton, en de speciale Amerikaanse afgezant voor dit conflict, George Mitchell. Omdat in het kader van deze besprekingen ook het Kwartet als deelnemer gold, waren vertegenwoordigers uit dat kamp op- dan wel on-opvallend afwezig. Een veeg teken?

Zó pregnant bepaalde dit conflict de laatste decennia mede de politieke kalender in de wijdere Midden-Oosterse regio - Irak, Afghanistan, Iran e.d. - dat zelfs de man in de straat er zijn zegje over meende te kunnen doen. En zózeer raken mensen ervan overtuigd dat voor dit conflict geen remedie bestaat, dat ze allengs afhaken als het ter sprake komt, soms met de loze kreet: vechten tegen de bierkaai... Voor politici bestaat deze vorm van schuwen van verantwoordelijkheid echter niet, en dus verschijnt 'het vredesproces' - dat die naam niet mag dragen, vandaar de leestekens - theatraal en met de regelmaat van de klok op de internationale Bühne, medelijdend of minachtend gadegeslagen door een steeds groter publiek, dat inmiddels beter denk te weten... Wat was, en is, hier éigenlijk aan de hand...?

Een lang verhaal zou hier moeten volgen over de ontwikkelingen, ofwel: het politieke spel dat verbonden is met de totstandkoming van de staat Israël. Een meer punctuele observatie in deze is: het politieke gekonkel, verbonden met het politiek-zionistische project (pzp) Der Judenstaat, waarvoor de in Wenen wonende Theodor Herzl in 1895 zíjn fundamenten legde. Maar het waren vooral Oost-Europese Joden die vanaf ca. 1860 een politieke beweging op gang brachten, met als doel een eigen joodse staat te stichten. 'Zionisme' werd de benaming voor die beweging; en hun ermee verbonden politieke project (pzp) moest internationaalrechtelijk (by public law) gegarandeerd worden. Wérk aan de winkel, dus...

Op het eerste Zionisten-Wereld-Congres (Bazel, 1897) vormde dit project het hoofdbestanddeel van de besprekingen. Om geen argwaan te wekken, werd in plaats van 'Joodse Staat' gekozen voor de term 'Nationaal Tehuis voor het Joodse volk'. Zes jaar later werd de uiteindelijke locatie ervoor vastgelegd: Palestina. Inmiddels waren vanaf 1880 tal van olim, joodse pioniers, al naar Palestina getrokken, vanuit de Bilu-beweging (Russische Joden, via Istanbul) en vanuit de Chibat-Zion-groepering (vanuit Pinsk).

Inmiddels is bekend dat dit project resulteerde in de staat Israël (1948). Niet als Nationaal Tehuis voor het Joodse Volk, maar als Joodse staat. Bekend is ook dat dit gepaard ging met veel verzet van Palestijnse kant. Zou het zinvol kunnen zijn enkele stadia in dit project nog eens langs te lopen, bijvoorbeeld om uitleg van joods-Israëlische kant over een en ander nader te beschouwen en eventueel te ontkrachten? Ja, dus. Geijkte argumenten worden hierbij slechts terloops aangestipt, omdat die in debatten en discussies al overdadig aan de orde kwamen. Nuttiger kan het aanhalen van nog onbesproken facetten zijn. Voor hen die minder goed ingevoerd zijn in deze materie, geldt de video van Paul Witteman en overige bronnen bij deel 3 worden vermeld. Waar nodig voorzien van enig commentaar...

Voor de internationaalrechtelijke garantie van hun pzp richtten de politieke zionisten zich tot de Hoge Porte in Constantinopel/Istanbul. Vergeefs. Een volgende gelegenheid deed zich voor tijdens de Grote Oorlog (WO-I). De Britten, militair-economisch-financieel in een netelige positie, zochten steun bij joodse bankiers. Zonder succes. Een Britse Armeniër, James A. Malcolm, wees Sir Mark Sykes op een reëlere aanpak: "Probeer de Zionistische Organisátie voor jullie zaak te winnen. Als die interesse heeft, trekt zij die bankiers wel over de streep." De Zionistische Organisatie moet dit als een ´godsend´ hebben opgevat. Weizmann c.s. ´verlangde´ in ruil voor zijn bemiddeling 'enkel' een verklaring die hun project in Palestina zal faciliteren. De Britten gaan akkoord en op 2 november 1917 neemt hun regering de Balfour Declaration aan: 'His Majesty's Government view with favour...' enzovoort; drie clausules van twijfelachtig allooi, want listige formuleringen bevattend.

Wie de clausules napluist op dubieuze dan wel tweeslachtige formuleringen - de tweede clausule spant daarbij de kroon - komt mogelijk tot de conclusie dat er nogal wat mis mee is, maar dit geldt alleen voor wie niet aangestoken is door de 'éénzijdig-pro-Israël'-baçil. Mijn boek, hoofdstuk 2, bevat informatie over hoe de tekst van de Balfour Verklaring tot stand kwam. [1]. En ook het artikel “The Balfour Declaration revisited” wijdt hier de nodige aandacht aan.

Noten
[1] Zie 'Een bijzondere relatie...' Hoofdstuk 2

Wie is beter bekend met deze materie dan de Nederlandse publicist Egbert Talens, die in de zestiger jaren als vrijwilliger voor het United Nations Relief and Works Agency (UNRWA) les gaf aan kinderen van Palestijnse vluchtelingen. De geschiedenis van Israël en Palestina liet hem niet meer los, wat zich vertaalde in zijn boek “Een bijzondere relatie: Israël-Palestina nader bekeken 1897-1993”. Zij die dit werk willen aanschaffen (tegen sterk gereduceerde prijs) kunnen zich rechtstreeks tot de auteur wenden per e-mail.
  

donderdag 14 oktober 2010

Het vredesproces...

(artikel van gastauteur Egbert Talens)

Een tamelijk onduidelijke titel, dan wel aanduiding voor een historische aangelegenheid van formaat. De kans is dan ook groot dat in dit geval de gedachten naar het Israëlisch-Palestijnse conflict zullen gaan, een conflict waarvoor maar geen bevredigende oplossing kan worden gevonden. Andere in dit verband veel voorkomende termen zijn het Midden-Oosten Vredesproces, de daaraan gekoppelde Routekaart voor de Vrede, en Het Kwartet dat bestaat uit de Verenigde Naties, de Verenigde Staten van Amerika, Rusland en de Europese Unie. Nu betrokkenen dezer dagen opnieuw bezig zijn om een regeling voor de controversiële verhoudingen in de Palestijnse regio te bewerkstelligen, komt ook de term ´vredesproces´ weer volop aan bod.

Wat volgt is een beschouwing in drie delen. Deel 1, met als titel “Het politiek-zionistische project Der Judenstaat” verschijnt morgen, de andere delen telkens een dag later.

Aan deel 1 gaat vandaag een video-opname van de VARA uitzending “De Schande van Gaza” van 16 januari 2009 - tegen het einde van de operatie “Cast Lead”, de bloedige Israëlische aanval op Gaza - vooraf. Daarin ontvangt Paul Witteman enkele deskundigen, die - mede aan de hand van (archief)fragmenten - de achtergronden van het Gaza-conflict toelichten en ingaan op de beleving van de strijd in Gaza door het Nederlandse publiek. De gasten aan tafel zijn: Eddo Rosenthal, woonachtig in Jeruzalem, oud-correspondent voor het NOS Journaal; Bertus Hendriks, Midden-Oosten-deskundige; Jacqueline de Bruijn, politicoloog en communicatiewetenschapper. Anders dan de begeleidende tekst op de VARA-site vermeldt verschijnt Ronny Naftaniel (directeur van het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël - CIDI) niet in de aangekondigde “filmische bijdrage”.

Er is veel belangstelling voor dit onderwerp, niet in de laatste plaats in Nederland. Men oordeelt dan vooral op basis van de meestal losjes geformuleerde, stereotiepe, vaak gekleurde en soms ronduit onjuiste informatie die de media aandragen. Vandaar dat deel 3 van mijn trilogie de uitzending van Paul Witteman van enig commentaar voorziet.


Wie is beter bekend met deze materie dan de Nederlandse publicist Egbert Talens, die in de zestiger jaren als vrijwilliger voor het United Nations Relief and Works Agency (UNRWA) les gaf aan kinderen van Palestijnse vluchtelingen. De geschiedenis van Israël en Palestina liet hem niet meer los, wat zich vertaalde in zijn boek “Een bijzondere relatie: Israël-Palestina nader bekeken 1897-1993”.Zij die dit werk willen aanschaffen (tegen sterk gereduceerde prijs) kunnen zich rechtstreeks tot de auteur wenden per e-mail.
  

zondag 10 oktober 2010

Barack Obama, de wankelmoedige Nobel laureaat in het Witte Huis

  

Enkele dagen voor het overlijden van de befaamde Amerikaanse historicus en politicoloog Howard Zinn publiceerde The Nation van 21 januari 2010 diens mening [1] over het eerste jaar van Barack Obama, de eerste “zwarte” president van Amerika. “Ik heb intensief gezocht naar een hoogtepunt”, aldus Zinn. “In zijn optreden en beleidsdaden blinkt hij op geen enkele manier uit. Ik denk dat hij met zijn welsprekendheid de mensen verblindt. Men moet zo langzamerhand inzien dat Obama een middelmatige president wordt, wat, gegeven de uitdagingen waar we voor staan, een gevaarlijke president betekent”.

Vandaag is de president niet langer in staat [2] een stadion te vullen met volk dat aan zijn lippen hangt. De magie van Obama’s legendarische presidentscampagne van 2008 heeft plaats gemaakt voor de harde werkelijkheid: het bestuur van een gepolariseerd land waarvan de economie zucht onder de grootste recessie sinds de jaren dertig. En nu Obama op veel punten het buitenlands beleid van George Bush voortzet - denk aan de inzet van onbemande vliegtuigen in Pakistan en een Guantanamo Bay dat nog altijd niet is gesloten - is de ontgoocheling van veel progressieven omgeslagen in verbittering.

Geprangd tussen zijn topgeneraals slaagde de president er in 10.000 man minder naar Afghanistan te sturen dan het Pentagon eiste. Maar dé uitdaging voor de president is de “speciale” relatie met Israel. In het Westen weinig gepubliceerd - maar in het Midden-Oosten alom bekend - is de nauwe militaire samenwerking [3] tussen de VS en Israel in de Irak oorlog sinds eind 2003. Amerikaanse strategen werden door hun Israëlische collega’s onderricht over de manier waarop Israel de achtereenvolgende Palestijnse opstanden de kop had ingedrukt. Dit soort berichten voedden het beeld van een Christelijk-Zionistische militaire samenzwering, gericht op overheersing van de Arabisch-Islamitische wereld. Een fenomeen dat door de Iraakse opstandelingen en Al Qaida met open armen werd ontvangen. De overdreven gewelddadige acties, de gigantische vuurkracht en de burgerslachtoffers lieten de tegenstander toe de Amerikanen af te schilderen als bezetters in plaats van bevrijders.

Obama wordt nog altijd geconfronteerd met de rampzalige misrekeningen van de regering Bush. De president heeft dan wel de gevechtstroepen uit Irak teruggetrokken en is voornemens de laatste 50.000 militairen tegen eind 2011 terug te trekken, veel daarvan worden vervangen door zwaar bewapende huurlingen. Zelfs indien de president werkelijk een beleidsombuiging ten opzichte van zijn voorganger nastreeft zijn tenminste twee termijnen van duidelijk progressief bestuur nodig om de VS op een nieuwe koers te zetten. Zo’n koerswijziging kan een periode inluiden van een betere samenleving in het binnenland en duurzame veiligheid internationaal. Lukt dat niet, dan is het vrijwel zeker dat wordt teruggegrepen naar de klassieke ideologie die Washington in 2003 ertoe aanzette Irak zijn wil op te leggen, maar ditmaal met Iran als doelwit.

Aan de vooravond van de tussentijdse verkiezingen staat Obama voor de vraag hoe het “vredesproces” in het Midden-Oosten aan de gang te houden. Generaal David Petraeus wees er al op [4] dat het aanslepende Israel-Palestina conflict Al Qaida in de kaart speelt. De perceptie van vriendjespolitiek jegens Israel voedt de anti-Amerikaanse gevoelens, zet de relatie van de VS met Islamitische landen onder druk en verzwakt de legitimiteit van gematigde Arabische regimes. Het conflict vergroot via Hamas en Hezbolla ook de invloed van Iran in de Arabische wereld. De woorden van een vereerde generaal - door velen gezien als toekomstig president van de VS – kunnen hun effect niet hebben gemist. Neoconservatieven en de Israel Lobby hebben zich sterk ingespannen om de schade die het conflict in de regio veroorzaakt te verdoezelen. Zij die eerder dit soort zaken aan de orde stelden konden nog worden weggezet als slecht geïnformeerd, anti-Israel, of antisemiet. Dat zal Petraeus niet gebeuren. Als de Lobby de topgeneraal op de korrel neemt loopt zij immers het risico het etiket anti-Amerikaans opgeplakt te krijgen en daarmee sterk aan macht in te boeten.

De Arabische Liga houdt de deur open voor voortzetting van de onderhandelingen en dat zal dan ook wel gebeuren, met of zonder bouwstop. Of men zich over dat moratorium erg druk moet maken is de vraag [5]. Zo lang bezetter en bezette bevolking aan tafel zitten en het gigantische machtsverschil wordt aanvaard is het antwoord: nee. Zo lang Obama zijn rol als “honest broker” invult met onbeperkte financiële, militaire, diplomatieke en politieke steun aan Israel, zo lang de besprekingen niet vertrekken van het internationale recht, is het antwoord: nee. Het moratorium gold enkel nieuwe huizen. Infrastructuurwerken, vergunde huizen en al wat in gang was ging gewoon door, en Oost Jeruzalem viel buiten het moratorium. Het failliet van de Amerikaanse aanpak is evident. Het conflict gaat niet over een grensgeschil tussen soevereine staten. De ene partij is een bezet, verdreven en verdeeld volk, de andere de bezetter, de sterkste militaire macht in de regio, onbeperkt gesteund door het machtigste land ter wereld. Een oproep aan “beide partijen” om te “schikken” wordt zo een oproep tot overwinning voor de machtige partij, en tot nederlaag voor de zwakkere partij.

Straks krijgen wij mogelijk het “einde aan het conflict” en een “Palestijnse staat” opgedist. Maar daarmee ontstaat geen vrede. Zo’n “Palestijnse staat” bestaat dan uit gescheiden Bantustan-achtige percelen, 60% van de West Bank. Met de Apartheidsmuur als de facto “grens” blijven de meeste waterbronnen en 10% ingesloten land onder controle van Israel. Gaza blijft geblokkeerd, Israel controleert de kustwateren, het luchtruim en de grensovergangen. Op de West Bank blijven de grensovergangen, het luchtruim en de verbindingen met Gaza onder controle van Israel. Jeruzalem komt volledig in Israëlische handen, kleine delen van Oost Jeruzalem en de Oude Stad krijgen misschien een speciale status maar zonder Palestijnse soevereiniteit. Palestijnse vluchtelingen krijgen geen recht op terugkeer of op vergoeding, en Palestijnse Israëli’s blijven leven onder een discriminerend regime.

Misschien is “succes” van de onderhandelingen wel gevaarlijker dan mislukking. Als de wereld volgend jaar ziet dat een Palestijnse regering tevreden is met internationale erkenning en een zetel in de VN, raakt de problematiek in de vergetelheid en blijven de Palestijnen aan Israel overgeleverd. Zo’n scenario zou de doodsklok kunnen betekenen voor Palestijnse mensenrechten. Met zo’n “vredesakkoord” kan ook het internationale recht niet meer worden ingeroepen. Zo’n afloop zou de Palestijnse bevolking permanent verdelen en de Arabische en internationale solidariteit demobiliseren.

Nu het geweld in Irak oplaait, de mislukking in Afghanistan doordringt en de wereld zich opwindt over Amerikaanse aanvallen op Yemen, Somalië en Pakistan is zelfs een bericht dat de besprekingen op laag niveau worden hervat welkom. Hoe wanhopig Washington ook een uitweg zoekt, één ding is niet geprobeerd. Obama heeft Netanyahu niet gezegd: “De nederzettingen zijn onwettig. U moet daar mee stoppen en de bestaande nederzettingen ontruimen. Zo lang u dat niet doet kunt u fluiten naar de $30 miljard die George Bush u heeft toegezegd. We gebruiken dat geld dan om hier 600.000 nieuwe jobs te creëren. En u kunt fluiten naar diplomatieke bescherming in de VN, zodat uw schendingen van het internationale recht aan het Internationaal Gerechtshof kunnen worden voorgelegd. En vergeet onze verdediging van uw nucleair arsenaal, zodat de wereld u zal vragen de Nuclear Non-Proliferation Treaty te ondertekenen en u een kruis kunt halen over uw bommetjes”.

Netanyahu vreest voor zijn kabinet als hij het moratorium verlengt. Maar als hij Obama niet hoort spreken over consequenties, waarom zou hij dan dat risico lopen? Als hij de woorden “ter verantwoording” hoort, als hij gelooft dat Israel al zijn voordelen kan verliezen, redeneert hij heel anders. Dan zou zijn regering, dan zou de Israëlische bevolking, zich heel anders opstellen. Maar als de sponsor in Washington - die de Nobelprijs voor de Vrede 2009 won - geen politieke risico’s neemt, waarom zou Netanyahu dat dan doen?

Bronnen
[1] Geopolitiek in perspectief: "Must read: “A People's History of the United States”"
[2] Nick Spicer: "Barack Obama; Where's the love?"
[3] Paul Rogers: "America in Iraq: power, hubris, change"
[4] Paul Woodward: "Israel is empowering al Qaeda, Petraeus warns"
[5] Phyllis Bennis: “Israel's settlement freeze is over: So what?