vrijdag 30 augustus 2019
Geopolitiek in perspectief is verhuisd - We have moved
Schermafdruk van onze nieuwe locatie – Screenshot of our new website
Na ruim 9 jaar trouwe dienst en meer dan 220.000 pageviews was ‘Geopolitiek in perspectief’ aan een opfrisbeurt toe. Dat is gebeurd in de vorm van een nieuwe blog onder de nieuwe titel ‘Geopolitiek in context’.
De huidige, oude site blijft bestaan vanwege bestaande kruisverwijzingen, maar wordt niet meer aangevuld.
De vele bezoekers van ‘Geopolitiek in perspectief’ zijn vanaf heden welkom op ‘Geopolitiek in context’, waar zij zullen blijven voorzien worden van nieuwe artikelen.
*****
After more than 9 years of loyal service and more than 220,000 page views, "Geopolitiek in perspectief’ could use a new look. We have done so by creating a completely new blog under the new title "Geopolitiek in context".
The current, old site will continue to exist in view of existing cross-references, but will no longer be maintained.
We will welcome our many visitors henceforth at ‘Geopolitiek in context’, where they will continue to be provided with new articles.
*****
donderdag 8 augustus 2019
De vastgelopen Europese integratie
Deel 2: de weg uit de impasse.
Europa ten tijde van Karel de Grote in 814 (foto: Szajci, Wikimedia Commons)
Van
verticale Europese integratie is maar
weinig
sprake geweest. Zonder
Britse bijdrage krijgen
de
Europese
financiële
transfers het
moeilijk.
De
EU kan
de voortvarend
aangetrokken
lidstaten nog moeilijk
in
het gareel krijgen. Duitsland,
Frankrijk
en
de
Benelux zouden de
transfers kunnen stopzetten om
een betere Unie te ontwikkelen op
het gebied van het vroegere
Karolingische Rijk.
Een
nieuwe economische
crisis
stelt de Unie voor de
harde keus: integratie of uiteenvallen.
Het
Juridisch
Woordenboek
zegt
over
Europese integratie:
“eenmaking van Europa door politieke, economische en militaire
integratie”. Precies
daar wringt het Europese schoentje. In
de praktijk heeft Europese
integratie betekend:
het uitbreiden van de
EU
met nieuwe leden, te
vergelijken met ondernemingen
die
geen autonome groei meer
kennen
en
hun
slagkracht op de wereldmarkt vergroten door overnames. Wat
we
de
afgelopen tientallen jaren van
het Europese project hebben gezien
is
hooguit horizontale integratie. Van verticale integratie, het
laten toenemen van beleidsdomeinen die de
lidstaten
aan de Unie toevertrouwen, is
maar weinig sprake geweest.
Vandaag
zijn enkel
douane,
buitenlandse
handel,
monetair beleid en
mededinging
volledig
Europese bevoegdheden. Belangrijke beleidsdomeinen als financiën,
begroting, belastingen, sociale zekerheid, economie, landbouw,
visserij, energie, milieu, vervoer, justitie, buitenlandse
betrekkingen, defensie, en asiel- en migratiebeleid vallen
daarbuiten. Daar komt het gebrek aan uniformiteit onder de lidstaten
nog bij. Sommigen
hebben
een
opt-out, anderen
zijn maar
deels
aan
de Europese regelgeving gebonden. Van
een Europese
minister van financiën die in de eurozone het begrotings- en fiscale
beleid bepaalt zoals
de Franse
president Macron nastreeft
lijkt
niet
veel in huis te
komen.
Economisch
zwakke lidstaten hebben de Europese integratie in de weg gestaan
De
kernlidstaten deden hun voordeel bij de gemeenschappelijke
markt door de toegang tot nieuwe
opkomende markten in de periferie. Omgekeerd heeft
de komst van economisch zwakkere lidstaten - die zoals Spanje en
Griekenland zelfs tot de eurozone konden toetreden - de verdere
Europese integratie in de weg gestaan. Dankzij de open grenzen tussen
arme en rijke landen kwam de economische
migratie op gang, een fenomeen dat bijdroeg aan de anti-EU
stemming en specifiek de Brexitbeweging. Tegelijk moest de elite
toezien hoe de EU zich ontwikkelde tot een lappendeken van landen in
zeer verschillende ontwikkelingsstadia die de EU opsplitste in
permanente donoren en permanente ontvangers van Europees geld.
West-Europese
staten krijgen het steeds moeilijker met het vooruitzicht om tot in
het oneindige lidstaten te moeten subsidiëren die als blijk van dank
economische migranten op hun dak sturen. Eurosceptische partijen
blijven dan in de minderheid, traditionele partijen nemen al delen
van hun gedachtegoed over, zoals een rem op de migrantenstroom en
inperking van het Europees fonds voor aanpassing aan de
globalisering. Nu Brexit een einde maakt aan de Britse bijdrage aan
het EU-budget kunnen de gevolgen voor de Europese vrijgevigheid niet
uitblijven.
De
aanspraak op herstelbetalingen wijst op wanhoop bij sommige lidstaten
Zo’n
ontwikkeling zet niet enkel druk op pro-Europese sentimenten, maar
stimuleert ook landen als Griekenland en Polen hun aanspraak op
herstelbetalingen
van Duitsland in de verf te zetten. Dit wijst op een gevoel van
wanhoop en twijfel bij sommige landen over het EU-lidmaatschap. Zo
ontstaat een beweging om de EU-kern te versterken, zelfs als dat ten
koste gaat van de banden met de armere EU-landen.
De
ontstaansgeschiedenis
van de VS kan model staan voor economische en politieke
integratie. In Amerika kon die maar succesvol worden afgerond dankzij
een stappenplan: eerst verticaal integreren, dan horizontaal. De
Amerikaanse grondwet bond slechts de oorspronkelijke 13 staten die
hun soevereiniteit overdroegen aan de federale overheid. Staten die
zich wilden aansluiten moesten de grondwet onderschrijven.
Verticale
integratie gaat voor op horizontale integratie
In
het geval van de EU werden eerst zoveel mogelijk lidstaten bij elkaar
geharkt en pas daarna kwamen de zwakke pogingen om iedereen in het
gareel te krijgen. Dat is een wel heel moeilijk oefening. De EU kampt
met een lage verticale integratie en een groot aantal leden van
totaal verschillende bevolkingsomvang en economische ontwikkeling, om
maar te zwijgen over het Toren van Babel effect van verschillende
talen en culturen die allemaal mogen mee-eten uit de Europese ruif.
Voortgaande
Europese integratie vergt de overdracht van nationale soevereiniteit
aan Europese instellingen die niet enkel individuele rechten moeten
garanderen, maar
tegelijk
het overwicht van bestaande EU-lidstaten consolideren. Vandaag
kan geen Europese leider of groep leiders zoiets tot stand brengen.
Zo’n boppeslach
lukt enkel met een kleine groep lidstaten die onderling al een zekere
mate van verticale integratie hebben bereikt.
Kernlanden
als Duitsland en Frankrijk, mogelijk aangevuld met de Benelux, zouden
als groep kunnen stoppen met de financiële transfers aan de minder
ontwikkelde lidstaten, om een betere Unie te ontwikkelen. Het
idee van een Europa
met twee snelheden wint
aan populariteit.
De kern zou kunnen bestaan uit landen
gelegen in het gebied dat meer dan duizend jaar geleden het
Karolingische
Rijk uitmaakte. Net als in de VS in de 19e
eeuw moeten lidstaten buiten de kern hun lidmaatschap in de kern
verdienen door zich volledig neer te leggen bij de politieke
instellingen van de kern.
Een
nieuwe Grote Depressie kan de oude machtshonger oproepen
Vandaag
ligt noch de implosie van de EU noch verdere integratie in een al of
niet afgeslankte vorm voor de
hand. Zoals steeds ploetert het Europese project dapper voort met
vaak geïmproviseerd beleid. Maar een crisis in de vorm en opvang van
de Grote Depressie van de jaren 1930 kan niet worden bestreden met
halve maatregelen. Zo’n crisis stelt de Unie voor een harde keus:
integratie, desnoods in afgeslankte vorm, of uiteenvallen in losse
staten met het risico van gewapend
conflict, onderling of met de grootmachten.
Europese
leiders zullen zich wel herinneren hoe hun land als koloniale
mogendheid heerste over een groot deel van de wereld. Staan zij ooit
voor de keuze tussen integratie of uiteenvallen, dan kan de oude
machtshonger de doorslag geven, met alle
ellende van dien.
De vastgelopen Europese integratie
Deel
1: integratie is geopolitiek van levensbelang.
The second edition of the Huawei Story, November 29, 2017.
Photo: Huawei Gallery
Photo: Huawei Gallery
De
grootste dreiging voor de EU komt uit de VS. Trump’s
druk op Europese bondgenoten wordt in Washington breed
gedragen. Europa moet zijn trans-Atlantische reflex
overwinnen en focussen op een Euraziatisch
bondgenootschap. De Europese kwetsbaarheid voor Amerikaanse
digitale kolonisatie wordt duidelijk. Het debat
rond Russische dreiging staat integratie in de weg.
In
zijn artikel
‘Be
Afraid of the World, Be Very Afraid’
somt
de Amerikaanse professor internationale betrekkingen Stephen Walt
vijf mondiale problemen op die steeds verder ontaarden en misschien
nooit opgelost raken. In
Bad
Thing #3, The
End of the European Union,
toont
hij zich
niet
optimistisch over het Europese project. Dat
de
pogingen tot
een
uniform buitenlands beleid en een Europees leger tot niets hebben
geleid blijkt volgens Walt ook uit de ruggengraatloze Europese
reactie op de Amerikaanse indirecte sancties.
Inclusief de druk op de open grenzen lijkt de beoogde “steeds
verder geïntegreerde Unie” terug te glijden naar de oude
gemeenschappelijke markt, aldus Walt.
In
twee delen gaan wij in op de
problematiek die Walt
aansnijdt.
Vandaag belichten we de
geopolitieke
aspecten
van de Europese integratie. In
deel 2 kijken we naar het begrip “integratie”, stellen we
vast
dat de Europese integratie is vastgelopen en lichten we
de
meest voor de hand liggende uitweg voor de EU toe: Europa
met
twee snelheden.
De
kolossale
uitdagingen
waar de
Unie voor staat vergen uitzonderlijk leiderschap.
De
nieuwe Europese bestuursploeg zal zich moeten bewijzen, maar
vooral de
staatshoofden
en regeringsleiders
die
zich in
het besluitvormingsproces van de Europese Raad maar
al te graag achter
‘Brussel’
verschuilen.
De
grootste bedreiging voor de EU komt uit de Verenigde Staten
De
EU mag dan een economische reus zijn, het is maar
de
vraag of de Unie kan uitgroeien tot een geopolitieke
wereldspeler in
een multipolaire wereld of satelliet blijft van de
VS.
Lidstaten als Duitsland en Frankrijk mogen
op
het wereldtoneel hun
zegje doen,
maar
individueel
kunnen
zij
het
niet opnemen tegen grootmachten als de VS, China of zelfs Rusland.
Europese landen kijken terug op hun koloniale verleden dat hen tot
grote
mogendheid maakte,
maar vandaag kunnen
zij zo’n
status
enkel herwinnen
door het slechten van economische en politieke grenzen in Europa.
Afgezien
van de tegenstrijdigheden eigen aan het Europese economische en
politieke weefsel, komt de
grootste bedreiging voor de Unie uit onverwachte hoek: de
Verenigde Staten. Misschien heeft enkel een Europese leider als
Charles de Gaulle het Europese project gezien als bedreiging voor de
VS. Maar algemeen wordt de VS gezien als een genereuze hegemoon die
bijdroeg aan de naoorlogse Europese wederopbouw en integratie. Dat
Washington
Europa ooit
zou kunnen zien als tegenstrever,
ja zelfs rivaal, kwam bij niemand op.
Vier
decennia mondialisering en neoliberaal beleid hebben
de
Amerikaanse
middenklasse
ondergraven. Overheidsbeleid als laagdrempelig consumentenkrediet
moest de welvaartsdroom in stand houden, maar leidde tot economische
zeepbellen ongezien sinds de crisis van 1929. Om de welvaart van de
Amerikaanse burgers te vrijwaren meende de regering-Trump dat de
beste aanpak was om economische concurrenten te gronde te richten.
Olie- en aardgasexporteur Rusland moest eraan geloven. De economische
oorlog tegen China volgde. Zelfs traditionele bondgenoten als Europa,
Japan en Korea werden stevig aangepakt.
De
harde Amerikaanse aanpak van Europa wordt gedragen door het Congres
Vandaag
staat Europa voor de vraag of het klaar is voor een confrontatie met
de VS. Heffingen op Europese producten, de sancties op handel met
Iran, de druk op het Duitse gasleidingsproject Nord Stream 2 en de
aanschaf van Huawei-systemen, het protest tegen een Europese defensie
en buitenlands beleid, en de pressie om Amerikaans wapentuig aan te
schaffen, het zijn allemaal Amerikaanse initiatieven die Europese
leiders toeschrijven aan Trumps grillige persoonlijkheid. Maar die
maatregelen worden wel gedragen
door het Congres, en geïnitieerd en uitgevoerd door een batterij
bureaucraten
afkomstig uit de regering-Obama.
Het
succes van Europese integratie valt en staat met de opstelling van
Duitsland. De
steeds hardere Amerikaanse aanpak van zijn bondgenoten helpt om
over de
psychologische drempel te
stappen om
daar tegen in te gaan. Zelfs
Merkel komt schoorvoetend tot de conclusie dat de VS niet langer kan
worden vertrouwd, Europa zijn eigen weg moet inslaan en niet moet
denken dat het na Trump wel weer beter gaat. Geen Amerikaanse
president kan op tegen de lobby van het Amerikaanse
militair-industrieel
complex. Europa moet naar de pijpen van Washington blijven
dansen, Amerika moet zijn kansen in het conflict met China en Rusland
optimaliseren.
Focus
eerder op
Euraziatisch dan
trans-Atlantisch bondgenootschap
Voor
Europa betekent dat om
eerder
te focussen op een Euraziatisch bondgenootschap dan op een
trans-Atlantisch.
De eerste tekenen wijzen erop dat Europese landen weerstaan aan de
Amerikaanse druk. Het besef groeit dat Europa kwetsbaar is voor
Amerikaanse digitale
kolonisatie.
Huawei komt dus niet op de zwarte lijst, Europa stelt zich open voor
niet-Amerikaanse technologie. Duitsland zet zijn Nord Stream 2
project met Franse steun door.
De
VS mag dan hameren op de Russische dreiging, Europa telt maar weinig
politici die echt
in
zo’n dreiging
geloven. De
Zweedse, Poolse en Baltische politici die toch nog spreken over een
nakende Russische invasie trekken misschien deze kaart om Amerikaanse
steun tegen Duitsland te krijgen in hun Europese machtsspelletjes.
Het Europese debat rond
de houding ten opzichte van Rusland is één van de vele
tegenstellingen binnen de Unie die een verdere integratie in de weg
staan.
Het
dilemma waar de EU voor staat is te kiezen tussen dwang om de
weerspannige lidstaten in het gareel te krijgen, of voor het concept
van een EU van twee snelheden dat de dwarsliggers links laat liggen.
zaterdag 27 juli 2019
Kunnen investeringen in klimaattechnologie de Europese groeivertraging verhelpen?
In
bovenstaand filmpje analyseert
UAntwerpen-hoofddocent
internationale politiek David
Criekemans - aan
de hoofdzetel van de machtige
Deutsche
Bundesbank - de
evolutie van de eurozone
en de
economische groeivertraging
in
Duitsland. De
manier waarop onder
Duitse regie Zuid-Europese “potverteerders” als Griekenland
werden aangepakt komt
aan de orde, net als het
gebrek aan solidariteit binnen de EU en het
feit dat
de
bezuinigen
van
Merkel nu
ook in Duitsland worden
gevoeld. De
toekomst van de Europese economie ligt
in
investeringen
in klimaattechnologie, aldus
de professor, wiens
beknopte
boodschap
uitnodigt
de issues nader uit te spitten. Op zijn hoofdthema’s gaan wij
hieronder in.
Duitsland moet zijn binnenlandse markt ontwikkelen
Duitsland is op een te lage koers in de euro gestapt. Maar ook de druk op de lonen droeg ertoe bij dat het concurrentieel kon exporteren. Het grote overschot op de Duitse handelsbalans wijst op een onvoldoende ontwikkelde binnenlandse markt. Volgens de Leuvense econoom Paul De Grauwe kon de productiviteitsgroei aan de werknemers voorbij gaan omdat werkgevers dreigden productie te verplaatsen naar lagelonenlanden als Tsjechië en Polen. Om zijn binnenlandse consumptie aan te zwengelen moet de koopkracht in Duitsland dus omhoog. De lonen én de pensioenen.
Europa’s economisch model is achterhaald. Europa heeft genoeg sterke multinationals, maar anders dan de VS dateert geen daarvan van de laatste 25 jaar. Europa kon schitteren toen Volkswagen het kon opnemen tegen Ford en Siemens tegen General Electric. Maar Europa heeft geen Apple, Google of Microsoft. Qua nieuwe technologie zoals artificiële intelligentie staat het nergens. Dat een stichtend EU-lid als Italië zich aansluit bij het Chinese Belt & Road initiatief duidt erop dat het land meer kans buiten de EU ziet om zijn economische problemen op te lossen. Het weerspiegelt tevens de verminderde status van Europa op het wereldtoneel.
De vraag is of de EU aan de vooravond staat van zijn implosie
Het succes van de EU stoelt op zijn gestage uitbreiding, sneller misschien dan instellingen en bevolking konden verwerken. Ex-communistische landen met soms de schone schijn van een democratisch bestuur konden probleemloos toetreden. En dankzij een creatieve interpretatie van de toetredingsvoorwaarden kon de monetaire unie groeien van 12 naar 19 landen. Dat Griekenland tot de euro kon toetreden wordt algemeen als een vergissing gezien. De instellingen van het land waren en zijn daar niet klaar voor. En dat verdict is ook van toepassing op andere lidstaten.
De geschiedenis leert dat imperialistische projecten sneuvelen op te ambitieuze uitbreiding. De vraag is of de EU aan de vooravond staat van zijn implosie. De Unie moet afrekenen met twee existentiële problemen: de geopolitieke confrontatie met Rusland en de problematische relatie tussen lidstaten in de periferie en de eurozone. De EU is maximaal naar het oosten opgeschoven. Oekraïne is toetreding in het vooruitzicht gesteld, maar de crisis in dat land leidt onvermijdelijk tot de conclusie dat de EU zijn plannen met dat land moet opbergen. Op grond daarvan zien de Baltische staten hun toetreding niet voor morgen gerealiseerd.
De Franse president Macron zoekt het in verdere integratie: een Europese minister van financiën die in de eurozone het begrotings- en fiscale beleid bepaalt. Maar Duitsland vreest dat de Duitse schatkist moet tussenkomen in de begroting van armere eurolanden. Het plan van Macron lijkt logisch. De eurozone kan niet buiten een politieke structuur. Blijft Europa economisch slecht presteren, dan is het alternatief voor nauwere integratie enkel desintegratie. Zo’n doemscenario is niet voor morgen. De weg terug naar nationale munten of een euro in twee hardheden is problematisch. Het zwaard van Damocles valt bij een volgende economische recessie. En dat kon wel eens niet lang meer duren.
Invoering van een mondiale koolstoftaks is een illusie
In zijn boek ‘Geopolitieke kanttekeningen 2011-2018, en daarna.’ (p. 285) doet professor Criekemans de suggestie om subsidies op fossiele brandstoffen geleidelijk over te hevelen naar hernieuwbare energie en de uitstoot van CO2 fiscaal te belasten. Voor energie-econoom professor emeritus Aviel Verbruggen is een mondiale koolstoftaks echter een luchtspiegeling en moeten we het zoeken in een gedifferentieerde bottom-up aanpak waarbij regionale inspanningen centraal worden gemonitord. Anders dan een verre tijdshorizon hebben we nood aan directe en kortetermijnverbintenissen die stap voor stap leiden naar volledige decarbonisering van de economie, aldus Verbruggen.
Voor Verbruggen is het echte verhaal dat we aan het sluikstorten zijn in onze atmosfeer. We kunnen niet volstaan met minder uitstoot van broeikasgassen, we moeten de rotzooi opruimen, dringend en drastisch. We moeten beseffen dat we in onze economische activiteiten de atmosfeer gebruiken zonder de kosten daarvoor mee te nemen in de kostprijscalculatie. Hernieuwbare energie mag dan een grote vooruitgang zijn, maar die trend wordt ook gehinderd door gevestigde financiële en economische belangen. En we moeten veel dingen die we ons hebben veroorloofd anders doen of terugdraaien, aldus Verbruggen.
Technologie alleen kan de klimaatproblematiek niet oplossen
Robert Cailliau, de Belg die mee aan de wieg stond van het internet, is sceptisch over technologie om de klimaatproblematiek aan te pakken. Een echt goede batterijtechnologie kan ons misschien energetisch redden, maar vandaag bedraagt de energiedichtheid van de beste batterijen (energie per eenheid massa) nog geen tiende van die van benzine. En dieselmotoren die mits nanopartikelfilters tegen fijnstof veel beter scoren dan benzinemotoren worden door de politiek tegengewerkt. Met technologie alleen halen we de klimaatdoelstellingen niet. Er moeten waarschijnlijk eerst enkele miljarden mensen sterven in grote catastrofes voor we ook naar onszelf kijken, aldus Cailliau.
Negatieve uitstoot van broeikasgassen, het uit de atmosfeer halen van CO2, is één van de wapens in wat The Economist de oorlog tegen klimaatverandering noemt. Maar daarop gerichte technologie komt er niet omdat ondernemingen daar geen verdienmodel in zien. Het kapitalistische systeem zoals we dat vandaag kennen staat zo’n bijdrage aan de klimaatproblematiek dus in de weg. De ruim 200 academici die in een open brief voorstelden komaf te maken met de focus op economische groei missen de essentie van de zaak: men kan maar economische activiteiten loskoppelen van grondstoffengebruik en vervuiling als men ook wat doet aan ons economisch systeem.
Het goede nieuws is dat er oplossingen zijn binnen ons huidig economisch systeem. We kunnen CO2 uit de atmosfeer halen door herbebossing, de landbouw rationaliseren, onze vleesconsumptie verminderen, de uitstoot van de melkveehouderij aan banden leggen, zonnepanelen plaatsen, ons minder verplaatsen en al zeker per vliegtuig, in het algemeen minder verbruiken, inzetten op schone technologie, opkomende economieën motiveren om niet onze belachelijk hoge consumentaristische levensstijl te kopiëren, de derde wereld aanmoedigen hun nakende bevolkingsexplosie af te remmen, enzovoort. Het zijn allemaal initiatieven die bijdragen aan de oplossing.
Het ongecontroleerde kapitalisme is het probleem
Om écht het verschil te maken moeten we zien de controle te verkrijgen over de machtige monopolies die vandaag de wereldeconomie beheersen, alsook over de financiële sector. Wereldwijd zijn 100 ondernemingen verantwoordelijk voor 70% van de industriële uitstoot en 500 voor 70% van de ontbossing. Deze monopolies en de banken moeten dus in gemeenschapsbezit komen, zodat de wereldeconomie op een democratische manier kan worden gepland.
Voor de Amerikaanse marxistische econoom Richard Wolff staan we aan de vooravond van een existentiële crisis. Groene energie en CO2-opslag door bosaanplant kan binnen ons economische systeem de klimaatproblematiek niet oplossen. De energiesector heeft geen enkel economisch motief om het roer om te gooien. Ook voor de Britse journalist George Monbiot is kapitalisme het probleem. Eeuwige economische groei op een eindige planeet leidt onontkoombaar tot milieurampen. En waarom zou elk individu recht hebben op een zo groot mogelijk deel van de natuurlijke rijkdom van de wereld als zijn geld kan kopen? Vanuit milieuoogpunt staat het vergaren van rijkdom gelijk aan roof, aldus Monbiot.
Geen enkel alternatief is voor Monbiot een louter economisch systeem. Het uittekenen daarvan vergt de inzet van verschillende disciplines: economische, ecologische, politieke, culturele, sociale en logistieke. Dat moet leiden tot een beter georganiseerde samenleving die tegemoetkomt aan hetgeen we nodig hebben zonder ons gezamenlijke huis af te breken.
Monbiot stelt ons voor de keus: maken we een einde aan het leven om het kapitalisme overeind te houden, of maken we komaf met het kapitalisme om te overleven?
Duitsland moet zijn binnenlandse markt ontwikkelen
Duitsland is op een te lage koers in de euro gestapt. Maar ook de druk op de lonen droeg ertoe bij dat het concurrentieel kon exporteren. Het grote overschot op de Duitse handelsbalans wijst op een onvoldoende ontwikkelde binnenlandse markt. Volgens de Leuvense econoom Paul De Grauwe kon de productiviteitsgroei aan de werknemers voorbij gaan omdat werkgevers dreigden productie te verplaatsen naar lagelonenlanden als Tsjechië en Polen. Om zijn binnenlandse consumptie aan te zwengelen moet de koopkracht in Duitsland dus omhoog. De lonen én de pensioenen.
Europa’s economisch model is achterhaald. Europa heeft genoeg sterke multinationals, maar anders dan de VS dateert geen daarvan van de laatste 25 jaar. Europa kon schitteren toen Volkswagen het kon opnemen tegen Ford en Siemens tegen General Electric. Maar Europa heeft geen Apple, Google of Microsoft. Qua nieuwe technologie zoals artificiële intelligentie staat het nergens. Dat een stichtend EU-lid als Italië zich aansluit bij het Chinese Belt & Road initiatief duidt erop dat het land meer kans buiten de EU ziet om zijn economische problemen op te lossen. Het weerspiegelt tevens de verminderde status van Europa op het wereldtoneel.
De vraag is of de EU aan de vooravond staat van zijn implosie
Het succes van de EU stoelt op zijn gestage uitbreiding, sneller misschien dan instellingen en bevolking konden verwerken. Ex-communistische landen met soms de schone schijn van een democratisch bestuur konden probleemloos toetreden. En dankzij een creatieve interpretatie van de toetredingsvoorwaarden kon de monetaire unie groeien van 12 naar 19 landen. Dat Griekenland tot de euro kon toetreden wordt algemeen als een vergissing gezien. De instellingen van het land waren en zijn daar niet klaar voor. En dat verdict is ook van toepassing op andere lidstaten.
De geschiedenis leert dat imperialistische projecten sneuvelen op te ambitieuze uitbreiding. De vraag is of de EU aan de vooravond staat van zijn implosie. De Unie moet afrekenen met twee existentiële problemen: de geopolitieke confrontatie met Rusland en de problematische relatie tussen lidstaten in de periferie en de eurozone. De EU is maximaal naar het oosten opgeschoven. Oekraïne is toetreding in het vooruitzicht gesteld, maar de crisis in dat land leidt onvermijdelijk tot de conclusie dat de EU zijn plannen met dat land moet opbergen. Op grond daarvan zien de Baltische staten hun toetreding niet voor morgen gerealiseerd.
De Franse president Macron zoekt het in verdere integratie: een Europese minister van financiën die in de eurozone het begrotings- en fiscale beleid bepaalt. Maar Duitsland vreest dat de Duitse schatkist moet tussenkomen in de begroting van armere eurolanden. Het plan van Macron lijkt logisch. De eurozone kan niet buiten een politieke structuur. Blijft Europa economisch slecht presteren, dan is het alternatief voor nauwere integratie enkel desintegratie. Zo’n doemscenario is niet voor morgen. De weg terug naar nationale munten of een euro in twee hardheden is problematisch. Het zwaard van Damocles valt bij een volgende economische recessie. En dat kon wel eens niet lang meer duren.
Invoering van een mondiale koolstoftaks is een illusie
In zijn boek ‘Geopolitieke kanttekeningen 2011-2018, en daarna.’ (p. 285) doet professor Criekemans de suggestie om subsidies op fossiele brandstoffen geleidelijk over te hevelen naar hernieuwbare energie en de uitstoot van CO2 fiscaal te belasten. Voor energie-econoom professor emeritus Aviel Verbruggen is een mondiale koolstoftaks echter een luchtspiegeling en moeten we het zoeken in een gedifferentieerde bottom-up aanpak waarbij regionale inspanningen centraal worden gemonitord. Anders dan een verre tijdshorizon hebben we nood aan directe en kortetermijnverbintenissen die stap voor stap leiden naar volledige decarbonisering van de economie, aldus Verbruggen.
Voor Verbruggen is het echte verhaal dat we aan het sluikstorten zijn in onze atmosfeer. We kunnen niet volstaan met minder uitstoot van broeikasgassen, we moeten de rotzooi opruimen, dringend en drastisch. We moeten beseffen dat we in onze economische activiteiten de atmosfeer gebruiken zonder de kosten daarvoor mee te nemen in de kostprijscalculatie. Hernieuwbare energie mag dan een grote vooruitgang zijn, maar die trend wordt ook gehinderd door gevestigde financiële en economische belangen. En we moeten veel dingen die we ons hebben veroorloofd anders doen of terugdraaien, aldus Verbruggen.
Technologie alleen kan de klimaatproblematiek niet oplossen
Robert Cailliau, de Belg die mee aan de wieg stond van het internet, is sceptisch over technologie om de klimaatproblematiek aan te pakken. Een echt goede batterijtechnologie kan ons misschien energetisch redden, maar vandaag bedraagt de energiedichtheid van de beste batterijen (energie per eenheid massa) nog geen tiende van die van benzine. En dieselmotoren die mits nanopartikelfilters tegen fijnstof veel beter scoren dan benzinemotoren worden door de politiek tegengewerkt. Met technologie alleen halen we de klimaatdoelstellingen niet. Er moeten waarschijnlijk eerst enkele miljarden mensen sterven in grote catastrofes voor we ook naar onszelf kijken, aldus Cailliau.
Negatieve uitstoot van broeikasgassen, het uit de atmosfeer halen van CO2, is één van de wapens in wat The Economist de oorlog tegen klimaatverandering noemt. Maar daarop gerichte technologie komt er niet omdat ondernemingen daar geen verdienmodel in zien. Het kapitalistische systeem zoals we dat vandaag kennen staat zo’n bijdrage aan de klimaatproblematiek dus in de weg. De ruim 200 academici die in een open brief voorstelden komaf te maken met de focus op economische groei missen de essentie van de zaak: men kan maar economische activiteiten loskoppelen van grondstoffengebruik en vervuiling als men ook wat doet aan ons economisch systeem.
Het goede nieuws is dat er oplossingen zijn binnen ons huidig economisch systeem. We kunnen CO2 uit de atmosfeer halen door herbebossing, de landbouw rationaliseren, onze vleesconsumptie verminderen, de uitstoot van de melkveehouderij aan banden leggen, zonnepanelen plaatsen, ons minder verplaatsen en al zeker per vliegtuig, in het algemeen minder verbruiken, inzetten op schone technologie, opkomende economieën motiveren om niet onze belachelijk hoge consumentaristische levensstijl te kopiëren, de derde wereld aanmoedigen hun nakende bevolkingsexplosie af te remmen, enzovoort. Het zijn allemaal initiatieven die bijdragen aan de oplossing.
Het ongecontroleerde kapitalisme is het probleem
Om écht het verschil te maken moeten we zien de controle te verkrijgen over de machtige monopolies die vandaag de wereldeconomie beheersen, alsook over de financiële sector. Wereldwijd zijn 100 ondernemingen verantwoordelijk voor 70% van de industriële uitstoot en 500 voor 70% van de ontbossing. Deze monopolies en de banken moeten dus in gemeenschapsbezit komen, zodat de wereldeconomie op een democratische manier kan worden gepland.
Voor de Amerikaanse marxistische econoom Richard Wolff staan we aan de vooravond van een existentiële crisis. Groene energie en CO2-opslag door bosaanplant kan binnen ons economische systeem de klimaatproblematiek niet oplossen. De energiesector heeft geen enkel economisch motief om het roer om te gooien. Ook voor de Britse journalist George Monbiot is kapitalisme het probleem. Eeuwige economische groei op een eindige planeet leidt onontkoombaar tot milieurampen. En waarom zou elk individu recht hebben op een zo groot mogelijk deel van de natuurlijke rijkdom van de wereld als zijn geld kan kopen? Vanuit milieuoogpunt staat het vergaren van rijkdom gelijk aan roof, aldus Monbiot.
Geen enkel alternatief is voor Monbiot een louter economisch systeem. Het uittekenen daarvan vergt de inzet van verschillende disciplines: economische, ecologische, politieke, culturele, sociale en logistieke. Dat moet leiden tot een beter georganiseerde samenleving die tegemoetkomt aan hetgeen we nodig hebben zonder ons gezamenlijke huis af te breken.
Monbiot stelt ons voor de keus: maken we een einde aan het leven om het kapitalisme overeind te houden, of maken we komaf met het kapitalisme om te overleven?
Abonneren op:
Posts (Atom)