donderdag 8 augustus 2019
De vastgelopen Europese integratie
Deel 2: de weg uit de impasse.
Europa ten tijde van Karel de Grote in 814 (foto: Szajci, Wikimedia Commons)
Van
verticale Europese integratie is maar
weinig
sprake geweest. Zonder
Britse bijdrage krijgen
de
Europese
financiële
transfers het
moeilijk.
De
EU kan
de voortvarend
aangetrokken
lidstaten nog moeilijk
in
het gareel krijgen. Duitsland,
Frankrijk
en
de
Benelux zouden de
transfers kunnen stopzetten om
een betere Unie te ontwikkelen op
het gebied van het vroegere
Karolingische Rijk.
Een
nieuwe economische
crisis
stelt de Unie voor de
harde keus: integratie of uiteenvallen.
Het
Juridisch
Woordenboek
zegt
over
Europese integratie:
“eenmaking van Europa door politieke, economische en militaire
integratie”. Precies
daar wringt het Europese schoentje. In
de praktijk heeft Europese
integratie betekend:
het uitbreiden van de
EU
met nieuwe leden, te
vergelijken met ondernemingen
die
geen autonome groei meer
kennen
en
hun
slagkracht op de wereldmarkt vergroten door overnames. Wat
we
de
afgelopen tientallen jaren van
het Europese project hebben gezien
is
hooguit horizontale integratie. Van verticale integratie, het
laten toenemen van beleidsdomeinen die de
lidstaten
aan de Unie toevertrouwen, is
maar weinig sprake geweest.
Vandaag
zijn enkel
douane,
buitenlandse
handel,
monetair beleid en
mededinging
volledig
Europese bevoegdheden. Belangrijke beleidsdomeinen als financiën,
begroting, belastingen, sociale zekerheid, economie, landbouw,
visserij, energie, milieu, vervoer, justitie, buitenlandse
betrekkingen, defensie, en asiel- en migratiebeleid vallen
daarbuiten. Daar komt het gebrek aan uniformiteit onder de lidstaten
nog bij. Sommigen
hebben
een
opt-out, anderen
zijn maar
deels
aan
de Europese regelgeving gebonden. Van
een Europese
minister van financiën die in de eurozone het begrotings- en fiscale
beleid bepaalt zoals
de Franse
president Macron nastreeft
lijkt
niet
veel in huis te
komen.
Economisch
zwakke lidstaten hebben de Europese integratie in de weg gestaan
De
kernlidstaten deden hun voordeel bij de gemeenschappelijke
markt door de toegang tot nieuwe
opkomende markten in de periferie. Omgekeerd heeft
de komst van economisch zwakkere lidstaten - die zoals Spanje en
Griekenland zelfs tot de eurozone konden toetreden - de verdere
Europese integratie in de weg gestaan. Dankzij de open grenzen tussen
arme en rijke landen kwam de economische
migratie op gang, een fenomeen dat bijdroeg aan de anti-EU
stemming en specifiek de Brexitbeweging. Tegelijk moest de elite
toezien hoe de EU zich ontwikkelde tot een lappendeken van landen in
zeer verschillende ontwikkelingsstadia die de EU opsplitste in
permanente donoren en permanente ontvangers van Europees geld.
West-Europese
staten krijgen het steeds moeilijker met het vooruitzicht om tot in
het oneindige lidstaten te moeten subsidiëren die als blijk van dank
economische migranten op hun dak sturen. Eurosceptische partijen
blijven dan in de minderheid, traditionele partijen nemen al delen
van hun gedachtegoed over, zoals een rem op de migrantenstroom en
inperking van het Europees fonds voor aanpassing aan de
globalisering. Nu Brexit een einde maakt aan de Britse bijdrage aan
het EU-budget kunnen de gevolgen voor de Europese vrijgevigheid niet
uitblijven.
De
aanspraak op herstelbetalingen wijst op wanhoop bij sommige lidstaten
Zo’n
ontwikkeling zet niet enkel druk op pro-Europese sentimenten, maar
stimuleert ook landen als Griekenland en Polen hun aanspraak op
herstelbetalingen
van Duitsland in de verf te zetten. Dit wijst op een gevoel van
wanhoop en twijfel bij sommige landen over het EU-lidmaatschap. Zo
ontstaat een beweging om de EU-kern te versterken, zelfs als dat ten
koste gaat van de banden met de armere EU-landen.
De
ontstaansgeschiedenis
van de VS kan model staan voor economische en politieke
integratie. In Amerika kon die maar succesvol worden afgerond dankzij
een stappenplan: eerst verticaal integreren, dan horizontaal. De
Amerikaanse grondwet bond slechts de oorspronkelijke 13 staten die
hun soevereiniteit overdroegen aan de federale overheid. Staten die
zich wilden aansluiten moesten de grondwet onderschrijven.
Verticale
integratie gaat voor op horizontale integratie
In
het geval van de EU werden eerst zoveel mogelijk lidstaten bij elkaar
geharkt en pas daarna kwamen de zwakke pogingen om iedereen in het
gareel te krijgen. Dat is een wel heel moeilijk oefening. De EU kampt
met een lage verticale integratie en een groot aantal leden van
totaal verschillende bevolkingsomvang en economische ontwikkeling, om
maar te zwijgen over het Toren van Babel effect van verschillende
talen en culturen die allemaal mogen mee-eten uit de Europese ruif.
Voortgaande
Europese integratie vergt de overdracht van nationale soevereiniteit
aan Europese instellingen die niet enkel individuele rechten moeten
garanderen, maar
tegelijk
het overwicht van bestaande EU-lidstaten consolideren. Vandaag
kan geen Europese leider of groep leiders zoiets tot stand brengen.
Zo’n boppeslach
lukt enkel met een kleine groep lidstaten die onderling al een zekere
mate van verticale integratie hebben bereikt.
Kernlanden
als Duitsland en Frankrijk, mogelijk aangevuld met de Benelux, zouden
als groep kunnen stoppen met de financiële transfers aan de minder
ontwikkelde lidstaten, om een betere Unie te ontwikkelen. Het
idee van een Europa
met twee snelheden wint
aan populariteit.
De kern zou kunnen bestaan uit landen
gelegen in het gebied dat meer dan duizend jaar geleden het
Karolingische
Rijk uitmaakte. Net als in de VS in de 19e
eeuw moeten lidstaten buiten de kern hun lidmaatschap in de kern
verdienen door zich volledig neer te leggen bij de politieke
instellingen van de kern.
Een
nieuwe Grote Depressie kan de oude machtshonger oproepen
Vandaag
ligt noch de implosie van de EU noch verdere integratie in een al of
niet afgeslankte vorm voor de
hand. Zoals steeds ploetert het Europese project dapper voort met
vaak geïmproviseerd beleid. Maar een crisis in de vorm en opvang van
de Grote Depressie van de jaren 1930 kan niet worden bestreden met
halve maatregelen. Zo’n crisis stelt de Unie voor een harde keus:
integratie, desnoods in afgeslankte vorm, of uiteenvallen in losse
staten met het risico van gewapend
conflict, onderling of met de grootmachten.
Europese
leiders zullen zich wel herinneren hoe hun land als koloniale
mogendheid heerste over een groot deel van de wereld. Staan zij ooit
voor de keuze tussen integratie of uiteenvallen, dan kan de oude
machtshonger de doorslag geven, met alle
ellende van dien.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten