zondag 23 mei 2010
Israel schopt het tot OESO lid
De 31 leden van de OESO (Organisation for Economic Co-operation and Development) hebben recent drie landen uitgenodigd om lid te worden. Dat blijkt uit een persbericht van de OESO. Israel behoort tot de gelukkigen. De drie toekomstige leden worden 27 mei verwelkomd tijdens een speciale plechtigheid tijdens de jaarvergadering van de OESO ministerraad, die wordt voorgezeten door de Italiaanse premier Silvio Berlusconi. Het besluit werd unaniem genomen en toont aan dat de leden de toetredings-voorwaarden niet erg serieus nemen. Naast grootmacht VS en belangrijke landen als Japan, Canada, Australië, Turkije en Zwitserland zijn 19 van de huidige EU landen lid van de OESO, waaronder Nederland en België.
In 1980 deed Israel een eerste poging om het OESO-lidmaatschap te verwerven. Die aanvraag werd verworpen om economische en politieke redenen. Maar daarmee bleef de deur niet dicht. Israel heeft een associatieakkoord met de EU. In 2008 besloten de Europese buitenlandministers om dat akkoord op te waarderen. Het Europees Parlement vond echter dat normale relaties met Israel vereisen dat het land de mensenrechten en het internationaal recht respecteert, zodat de stemming werd uitgesteld. Toch slaagde Israel er november 2009 in een nieuw landbouw-akkoord met de EU te sluiten. “Een belangrijke stap vooruit in de integratie van de markten van de EU en die van Israel", zo luidde het. Nu Israel OESO-lid wordt wint het opnieuw aan internationale geloofwaardigheid. Een land wordt immers niet zo maar lid. De organisatie heeft in 2007 expliciet de toetredingsprocedure gepubliceerd. In §2 van de preambule vindt men de verwijzing dat de organisatie onder alle omstandigheden haar traditie van "high standards for membership” moet handhaven. §A9 vermeldt sociaal beleid als één van de lidmaatschapsverplichtingen en §B17 zaken als democratie, de rechtstaat en mensenrechten.
In de publieke opinie is de afgelopen jaren de onkritische pro-Israel-houding veranderd in kritische opvattingen. Maar dat is kennelijk niet doorgedrongen tot de overheden. Israel kan gewoon doorgaan met zijn kolonisatie-politiek die haaks staat op het internationaal recht. Het Goldstone-rapport lijkt in de doofpot, Israel mag de mensenrechten blijven schenden. Allemaal zaken die vloeken tegen de politieke lijn van de EU. De Europese Raad vond immers dat de “opwaardering gebaseerd moet zijn op gemeenschappelijke waarden van partijen, met name op democratie, eerbiediging van mensenrechten, de rechtsstaat en de fundamentele vrijheden, goed bestuur en het internationaal humanitair recht.” En dat Israel 1,5 miljoen Palestijnen in een economische wurggreep houdt strookt toch ook niet met het concept “open markteconomie” dat de OESO aanhangt.
In een persbericht stellen Palestijnse organisaties: “Door Israel te aanvaarden geven de OESO-landen blijk van regelrechte mede-plichtigheid aan de Israëlische oorlogsmisdaden en vernietigen ze de fundamenten van het internationaal recht. Israel belonen betekent de straffeloosheid verankeren en elke realistische hoop op het bereiken van een rechtvaardige vrede in de regio de grond inboren. De OESO-lidstaten zijn er zich terdege van bewust dat Israel niet voldoet aan de criteria. Toch hebben ze besloten om Israel te aanvaarden, het te verheffen boven al deze objectieve criteria en te belonen voor zijn strijd om tot de OESO toe te treden. Maar tegelijkertijd zwijgt men over het internationaal recht, wat het hele toetredingsproces herleidt tot een farce.”
Moeten de Palestijnen tot de conclusie komen dat het Westen de Israëlische oorlogsmisdaden en mensenrechtenschendingen tolereert? Dat het een beleid van straffeloosheid voert waardoor Israel ongestoord kan doorgaan met het kolonisatieproces van bezet Palestijns gebied, de legitieme rechten van de Palestijnse bevolking aan zijn laars lappen en deze inwoners van Israel als tweederangs burgers blijven behandelen? Dat Israel al tientallen jaren tal van VN- en Veiligheidsraad resoluties naast zich neer kan leggen, waar andere landen onder bedreiging van sancties worden gedwongen deze uit te voeren?
In 1980 deed Israel een eerste poging om het OESO-lidmaatschap te verwerven. Die aanvraag werd verworpen om economische en politieke redenen. Maar daarmee bleef de deur niet dicht. Israel heeft een associatieakkoord met de EU. In 2008 besloten de Europese buitenlandministers om dat akkoord op te waarderen. Het Europees Parlement vond echter dat normale relaties met Israel vereisen dat het land de mensenrechten en het internationaal recht respecteert, zodat de stemming werd uitgesteld. Toch slaagde Israel er november 2009 in een nieuw landbouw-akkoord met de EU te sluiten. “Een belangrijke stap vooruit in de integratie van de markten van de EU en die van Israel", zo luidde het. Nu Israel OESO-lid wordt wint het opnieuw aan internationale geloofwaardigheid. Een land wordt immers niet zo maar lid. De organisatie heeft in 2007 expliciet de toetredingsprocedure gepubliceerd. In §2 van de preambule vindt men de verwijzing dat de organisatie onder alle omstandigheden haar traditie van "high standards for membership” moet handhaven. §A9 vermeldt sociaal beleid als één van de lidmaatschapsverplichtingen en §B17 zaken als democratie, de rechtstaat en mensenrechten.
In de publieke opinie is de afgelopen jaren de onkritische pro-Israel-houding veranderd in kritische opvattingen. Maar dat is kennelijk niet doorgedrongen tot de overheden. Israel kan gewoon doorgaan met zijn kolonisatie-politiek die haaks staat op het internationaal recht. Het Goldstone-rapport lijkt in de doofpot, Israel mag de mensenrechten blijven schenden. Allemaal zaken die vloeken tegen de politieke lijn van de EU. De Europese Raad vond immers dat de “opwaardering gebaseerd moet zijn op gemeenschappelijke waarden van partijen, met name op democratie, eerbiediging van mensenrechten, de rechtsstaat en de fundamentele vrijheden, goed bestuur en het internationaal humanitair recht.” En dat Israel 1,5 miljoen Palestijnen in een economische wurggreep houdt strookt toch ook niet met het concept “open markteconomie” dat de OESO aanhangt.
In een persbericht stellen Palestijnse organisaties: “Door Israel te aanvaarden geven de OESO-landen blijk van regelrechte mede-plichtigheid aan de Israëlische oorlogsmisdaden en vernietigen ze de fundamenten van het internationaal recht. Israel belonen betekent de straffeloosheid verankeren en elke realistische hoop op het bereiken van een rechtvaardige vrede in de regio de grond inboren. De OESO-lidstaten zijn er zich terdege van bewust dat Israel niet voldoet aan de criteria. Toch hebben ze besloten om Israel te aanvaarden, het te verheffen boven al deze objectieve criteria en te belonen voor zijn strijd om tot de OESO toe te treden. Maar tegelijkertijd zwijgt men over het internationaal recht, wat het hele toetredingsproces herleidt tot een farce.”
Moeten de Palestijnen tot de conclusie komen dat het Westen de Israëlische oorlogsmisdaden en mensenrechtenschendingen tolereert? Dat het een beleid van straffeloosheid voert waardoor Israel ongestoord kan doorgaan met het kolonisatieproces van bezet Palestijns gebied, de legitieme rechten van de Palestijnse bevolking aan zijn laars lappen en deze inwoners van Israel als tweederangs burgers blijven behandelen? Dat Israel al tientallen jaren tal van VN- en Veiligheidsraad resoluties naast zich neer kan leggen, waar andere landen onder bedreiging van sancties worden gedwongen deze uit te voeren?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Volgens mij heb je een punt Paul.
Israel moet aan internationale voorwaarden voldoen die de OESO stelt.
Een delegatie van oud politici onder aanvoering van Dries van Agt was zich een hoedje geschrokken over de gang van zaken in Israel. Wordt wakker Nederland.
Een reactie posten