Op 22 juni 2011 stelde Peter Lavelle in CrossTalk [1] op het Russische satellietkanaal RT de vraag aan de orde of de Arabische Lente inmiddels is geëvolueerd naar een Arabische Herfst. In verschillende Arabische landen lijken de opstanden in sneltreinvaart te gaan in de richting van burgeroorlogen. Waren de verwachtingen te hoog gespannen? Is democratie en vrijheid in deze landen een illusie? Gaan deze landen niet eerder op weg naar stammentwisten en etnisch geweld? Als panelleden traden in CrossTalk op: David Pryce-Jones, redacteur bij de National Review [2], Omar Baddar [3], politicoloog en mensenrechtenactivist, en Alan Kuperman [4] [5], lector aan de LBJ School of Public Affairs van de University of Texas. Wat kunnen we leren uit dit debat?
De opstanden in Tunesië en Egypte kwamen voor de regeringen als volslagen verrassing. Daarom ziet men in déze landen betekenisvolle veranderingen. Maar leiders in andere Arabische landen, wrede, niets ontziende mensen die blijven vasthouden aan de macht, hebben hieruit lessen getrokken en de opstanden onderdrukt. Deze regimes weten nu om te gaan met massale volkswoede, met het fenomeen van sociaal netwerken. Het verzet krijgt het daar heel wat moeilijker, maar heeft inmiddels ook geleerd. De volksbeweging bestaat niet uit harde misdadigers of bruten, maar uit mensen die opkomen voor hun rechten en een fatsoenlijke samenleving. Maar het lijkt niet de goede kant op te gaan. De mensen op straat zijn enthousiast genoeg, maar het ontbreekt aan een manier om dat enthousiasme te institutionaliseren. Een maatschappelijk middenveld ontbreekt: een verkiezingssysteem, politieke partijen, authentieke volksvertegenwoordigers die naar huis kunnen worden gestuurd.
De grote vraag is waarom de internationale gemeenschap wel in Libië en niet in Syrië intervenieert. Nog afgezien van het feit dat er geen sprake is van een eenduidige “internationale gemeenschap”. De landen die deel uitmaken van “het Westen” hebben elk hun eigen politieke agenda, hun eigen belangen, en zijn onderling met elkaar in concurrentie. En is Westerse interventie wel zo’n goed idee? Het imperialisme van de 20e eeuw bleek ook niet te werken. Deze landen moeten zélf hun problemen tot oplossing zien te brengen. Internationale druk werkt niet. De opstand in Libië was een binnenlandse aangelegenheid. De interventie daar leidt tot een vreemde paradox: waarom mag het Westen wel Muammar Gaddafi een kopje kleiner maken, maar niet Bashar el-Assad? Militaire interventie brengt geen democratie, alleen maar verwoesting, woede en frustratie. Denk aan Servië. De kwestie Kosovo is nog altijd niet opgelost. Libië gaat ook die kant op. Misschien worden de provincies Cyrenaica en Tripoli gesplitst, maar of dat wat oplost moet men betwijfelen. De huidige grenzen zijn er niet voor niets gekomen.
Alom werd beweerd date er een verschrikkelijk bloedbad zou komen in Benghazi. Maar analyse van de bronnen leert dat dit verhaal niet uit Libië kwam, maar uit Zwitserland, en dan ook nog zonder enige onderbouwing. Uit statistieken van Human Rights Watch blijkt dat twee maanden strijd in Misrata leidde tot 250 doden, vooral rebellen. Dat is geen bloedbad, maar een burgeroorlog die ook in Benghazi in het verschiet lag. Rebellen die zo dom waren om daar te blijven zouden ongetwijfeld zijn gesneuveld, maar de meesten zouden zijn gevlucht, en de burgerbevolking gespaard. Dat was ook wat Gaddafi zei en bewees in Misrata. Hij nam de rebellen op de korrel, niet de burgerbevolking. Dit hele verhaal berustte op propaganda om een NAVO interventie uit te lokken. En zo werd het Westen voor het lapje gehouden. Dat de NAVO erin slaagt Gaddafi te verdrijven lijkt slechts een kwestie van tijd. De NAVO zal dat verkopen als een geslaagde humanitaire interventie, een succesvolle democratiseringscampagne. Maar dat is een vals beeld. De oorlog in Libië zou zonder NAVO-interventie maanden eerder zijn geëindigd. De interventie heeft honderden mensen onnodig het leven gekost en meer kwaad dan goed gedaan. Libië is een regionaal en onder stammen verdeeld land. Hoe plak je dat na Gaddafi aan elkaar? Onderhandelen lijkt de beste weg. Een militaire overwinning leidt zeker niet tot een democratische samenleving en is absoluut geen model voor andere landen.
Egypte is geen goed voorbeeld van een verandering te goede. De volksopstand heeft een militaire coup teweeg gebracht. Mubarak’s collega’s uit het leger blijven aan de macht. Het leger heeft zo’n 60% van de economie in zijn bezit, is in hoge mate betrokken bij de Egyptische zakenwereld. Wat de nieuwe grondwet aan verandering teweeg brengt blijft ook uiterst kwestieus. De mensen in Egypte blijven onderdanen, geen burgers van hun land. Het lijkt erop dat de mensen die op Tahrir Square protesteerden zijn misleid. Al het lawaai dat ze gemaakt hebben heeft het militaire regime gewoon niet geraakt. Dat regime wordt geleid door een clubje generaals, zoals dat sinds Nasser het geval was. In Jemen zien we het begin van een burgeroorlog. In Bahrein werd de opstand uiterst hardhandig neergeslagen met interventie van Saudi Arabië. Maar in heel de Arabische Lente lijkt Syrië een sleutelrol te spelen. Het Westen komt in dat land niet tussen. Buurland Israel weet waar het met Assad aan toe is. Na diens val ontstaat een uiterst onzekere situatie, die kan leiden tot militaire interventie van Israel en een regionale oorlog waarbij Iran en Hezbollah betrokken raken. Een ontwikkeling die wel eens slecht zou kunnen aflopen voor VS-bondgenoot Israel en dus ten koste van alles moet worden vermeden.
Het is uiterst merkwaardig dat in vrijwel elk debat over de Arabische Lente het Israel-Palestina conflict buiten beschouwing blijft. Er moet dringend een afdoend initiatief komen om de Israëlische bezetting van Palestina en de gewelddadige onderdrukking van de Palestijnse bevolking te beëindigen. Niet enkel om een einde te maken aan het onrecht van tientallen jaren, maar ook omdat het conflict tot instrument is geworden van veel regeringen in de regio om elke verandering in eigen land te belemmeren en de aandacht voor binnenlandse problemen af te leiden. Zo oogst het Syrische regime nog heel wat aanhang omdat het kan zeggen dat het dan misschien niet zo vriendelijk is voor de eigen bevolking, maar wel stelling neemt tegen Israel en opkomt voor de rechten van de Palestijnen.
Dat de Egyptische militaire junta in de afgrendeling van Gaza en de collectieve bestraffing van 1,5 miljoen Palestijnen met Israel onder één hoedje blijft spelen blijkt zonneklaar uit de onderstaande video. De Hamas regering had Egypte gevraagd alle beperkingen aan de juist geopende grensovergang van Rafa op te heffen. Egypte had de grens geopend na jaren van hermetische afsluiting onder de afgezette president Hosni Mubarak. Maar na enkele dagen stelde Egypte een grens van 400 mensen per dag in en stuurde hele busladingen mensen terug die tevoren een toelating hadden gekregen. Bovendien blijft de grens voor goederen, die voor de benarde economie in Gaza zo broodnodig zijn, gesloten. Met deze schrijnende beelden voor ogen lijkt de Arabische Lente te evolueren naar de Arabische Herfst, de Palestijnen buiten de boot te vallen en Israel, met steun van de VS, aan het langste eind te trekken. Tenzij de Saudische waarschuwing [7] dat een Amerikaans veto in september tegen internationale erkenning van een Palestijnse staat in de Verenigde Naties “rampzalige gevolgen voor de VS-Saudi relatie zal hebben” de VS op andere gedachten brengt.
[1] RT: “Arab Fall?”
[7] Turki al-Faisal: “Failed Favoritism Toward Israel”
1 opmerking:
Selectieve verontwaardiging=selectief ingrijpen=selectieve mensenrechten.
Een reactie posten