dinsdag 10 april 2012

Verkiezingen in Birma: democratische revolutie of slimme machtspolitiek?

(auteur: Jurriaan Regouin)

Aung San Suu Kyi gives speech to supporters at Hlaing Yar Township in Yangon, Myanmar on November 2011.
Photo: Htoo Tay Zar - Wikimedia Commons

“Baby Baby Baby” schalt uit de luidsprekers en weerkaatst tegen de met zestig ton bladgoud beklede rondingen van de Shwedagon Pagode in Rangoon, Birma. De mierzoete teksten van Canadees tieneridool Justin Bieber vormen een schril contrast met de serene rust van het belangrijkste heiligdom van het land, maar zijn tegelijkertijd een mooie metafoor voor de recente detente in de betrekkingen tussen Birma en het Westen. Al maanden wordt de loftrompet geblazen over de democratische ontwikkelingen in het land. Westerse hoogwaardigheidsbekleders zoals Hillary Clinton en William Hague staan in de rij om het land met een bezoek te vereren. Honderden politieke gevangenen zijn vrijgelaten en de controle op de media is versoepeld. Oppositieleidster Aung San Suu Kyi is, na vijftien van de afgelopen tweeëntwintig jaar onder huisarrest te hebben doorgebracht, weer op vrije voeten en hield vorige maand voor het eerst in de geschiedenis een toespraak op de staatstelevisie. [1] Hoogtepunt van deze democratische revolutie waren de deelverkiezingen van 1 april jl.

Een van de laatste loepzuivere dictaturen gaat dus in rap tempo vrijwillig ter ziele. Hier wordt geschiedenis geschreven! Of zijn we te goedgelovig? Mooi excuus om zelf eens polshoogte te gaan nemen dacht ik, daar ik de val van de muur en het uiteenvallen van de Sovjet Unie als vijf jarig jongetje toch niet geheel bewust heb meegemaakt. En ja hoor, na de vriendelijke douane op het vliegveld van Rangoon gepasseerd te hebben die mijn regime-kritische boeken niet eens wil controleren, steekt de taxichauffeur direct van wal. Hij vertelt honderduit over het regime en de ontwikkelingen in het land.

Zijn Engels is zo goed omdat hij chemie heeft gestudeerd op de Universiteit van Yangon. Helaas voor hem studeerde hij af in een tijd dat de studenten het voortouw namen in protesten tegen het militaire regime. Deze was behoorlijk kordaat in haar reactie; het verbood alle studenten te gaan werken voor staatsbedrijven. Met de (energie)bedrijven in handen van de staat wordt het je als chemist dan niet makkelijk gemaakt. Ook werden de universiteiten voor een aantal jaar gesloten en, met de Britse kolonisator als lichtend voorbeeld, het principe van verdeel en heers toegepast. De universiteiten werden opgeknipt en over het land verdeeld.

Tijdens de rit naar mijn backpackershotel vallen meer zaken op. Zo moet Birma wel het enige land zijn waar het verkeer rechts rijdt maar de auto’s ook rechts gestuurd zijn; een maar ten dele geslaagde poging af te rekenen met sporen van Britse invloed. Een dictatuur heeft echter ook zijn voordelen, zo blijkt. In de belangrijkste stad van het land is geen enkele brommer te vinden, wat zeker in Azië werkelijk een verademing is. Als je de Lonely Planet moet geloven komt dat omdat de auto van een hooggeplaatste militair een aantal jaar geleden in botsing kwam met een brommer, waarop prompt besloten werd alle gemotoriseerde tweewielers te verbieden. Een sterk staaltje besluitvorming waar ons poldermodel nog van kan leren.

Een ander bijkomend voordeel van een dictatoriaal regime is dat je door de internationale sancties niet kan roamen: buitenlandse mobieltjes hebben geen bereik. Daarnaast heeft Birma, door krankzinnig hoge prijzen voor simkaarten, de dubieuze eer het laagste aantal mobiele telefoons per capita te hebben ter wereld. [2] Dit zorgt voor een oase van rust en een opmerkelijk sociaal straatbeeld als je de met een Iphone vergroeide Wordfeud spelende forens in Nederland gewend bent.

Minder handig is dan weer dat internationale bank- en kredietkaarten niet te gebruiken zijn, en je dus al je geld cash het land in moet brengen. Dat is wel fijn voor het regime, die zo stapels Amerikaanse dollars naar hartenlust bijeen kan harken. Want overal waar dollars te verdienen zijn, is de regering opvallend aanwezig. De belangrijkste toeristische attracties, hotels en vervoersmiddelen zijn in handen van de staat en er moet in dollars cash worden afgerekend. Een mooi voorbeeld van deze selectieve overheidsbemoeienis is de entreeprijs van de belangrijke pagodes. Volgens Boeddhistische wetgeving mag er namelijk geen geld worden gevraagd voor het betreden van een tempel. Desondanks staat er bij de ingang altijd een keurige meneer de toeristen uit de rij te plukken die verplicht een toegangskaartje moeten kopen: “I’m sorry, it’s the government, sir!”.

Verder zie je als buitenlander weinig van het repressieve leven onder een militaire junta, met een civiele marionettenregering. Er is bijzonder weinig zichtbare politionele en militaire aanwezigheid op straat. Wat vooral opvalt is dat de mensen zo ontzettend hongerig zijn naar kennis en verandering. Overal op straat word je geconfronteerd met Aung San Suu Kyi en haar Nationale Liga voor Democratie; haar gezicht op stickers in de bussen, op de voorpagina’s van de kranten en op T-shirts die openlijk op straat verkocht worden. Een enkeling durft zelfs en public vurig zijn voorkeur voor de charmante politica te verkondigen; zaken die nog geen twee jaar geleden onmogelijk zouden zijn geweest.

Het blijft echter gissen naar de werkelijke beweegredenen van het regime om te democratiseren. Waarom zou men de macht vrijwillig gaan delen, nadat de Saffraanrevolutie van de monniken in 2007/2008 zo vakkundig in de kiem is gesmoord? Wellicht is men geschrokken van de Arabische Lente en denkt men met milde hervormingen eenzelfde lot te voorkomen. Een eerste belangrijke observatie is in ieder geval dat de deelverkiezing van 1 april 2012 nauwelijks iets aan de huidige machtsstructuur heeft veranderd. In totaal waren er maar 45 zetels te verdelen: 37 van de 440 in het parlement, 6 in de senaat en 2 in regionale vertegenwoordigingen. The Lady heeft er 43 van gewonnen maar ondanks deze monsterzege zal haar macht minimaal zijn. [3] Alleen het leger heeft volgens de grondwet al recht op 110 zetels van het parlement, ofwel 25%.

Daarnaast hebben deze verkiezingen dus vooral een grote symbolische waarde, waar de huidige machthebbers handig gebruik van maken. Zo is de aankondiging van de verkiezingen voor de Europese Unie een belangrijke reden geweest om de eerste sanctie (visumverbod) op te heffen. De kindertjes van de generaals kunnen dus net als het kroost van wijlen Ghadaffi weer keurig naar de London School of Economics gestuurd worden. Ook de Europees Commissaris voor Ontwikkeling, Andris Piebalgs, is vol goed vertrouwen en toverde bij een recent bezoek zo 150 miljoen euro aan steun uit zijn zak. [4]

Dat recent nog door zowel het Westen als Aung San Suu Kyi het vrijlaten van alle politieke gevangenen en het staken van militaire acties tegen etnische minderheden als harde voorwaarde voor het opheffen van de sancties werd gesteld, wordt daarbij gemakshalve even vergeten. Naar schatting zitten er nog tussen de 600-1500 mensen om politieke redenen gevangen in Birma en is er nog een felle burgeroorlog gaande in de Kachin staat, waarbij talloze mensenrechten geschonden worden. [5] De regering heeft deze onlusten zelfs aangegrepen om de verkiezingen van 1 april in het noorden van het land uit te stellen. Het lijkt wel alsof het Westen graag goedgelovig en selectief kritisch is om niet buiten de boot te vallen bij het verdelen van het vele goud, jade, gas, teakhout en andere natuurlijke bronnen die de laatste slapende Aziatische tijger nog rijk is. China, India en Thailand houden er sowieso andere ethische standaarden op na en zijn allang begonnen met de economische exploitatie van het land.

Maar ik moet niet pessimistisch zijn. Een militaire dictatuur omtoveren in een bloeiende liberale democratie gaat niet over één nacht ijs. Wellicht dat de handreiking van het Westen juist een duw in de goede richting kan geven en voor een democratisch momentum zorgt. Of we een Aziatische Lente mee gaan maken moet de toekomst uitwijzen, maar de eerste winst is in ieder geval behaald. Het land is in de ban van een democratische verkiezing en de oppositieleidster is het gesprek van de dag. Laten we hopen dat dit voor een sneeuwbaleffect zal zorgen die Birma een betere toekomst brengt. De voorlopige winnaar is echter nog steeds het huidige regime, die de wereldmachten handig tegen elkaar uitspeelt en garen spint bij de tsunami van toeristen die het land inmiddels overspoelt. De Birmezen moeten dus een lange adem hebben en uitgaan van de profetische teksten van Justin Bieber: “Just shake me 'til you wake me from this bad dream!

[5] NRC: "Birma laat politieke gevangenen vrij"

Jurriaan Regouin (1984) studeerde Internationale Betrekkingen in Groningen, Barcelona en aan Instituut Clingendael en woont en werkt in Yangon, Birma.

Noot van de redactie: voor meer informatie over het geopolieke belang van Myanmar in het opkomende Azië, zie:
How Europe's Falling Behind Accelerates China's Rise

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Wat een goed stuk ! Informatief en uiterst leesbaar. Geeft een erg goed beeld. Nu inderdaad afwachten hoe de komende jaren zich gaan ontrollen voor de Birmezen.
Flip van Koesveld

Anoniem zei

Inderdaad mooi stuk, dat de interne tegenstelling in de titel bevestigt: allebei is waar en de tijd zal het leren wat d eoverhand krijgt, ik hoop het eerste en vrees het tweede ...
Peter Sluiter

Anoniem zei

Mooi stuk. Wel hoop ik dat je in je volgende blog wat dieper in kunt gaan op het opkomende toerisme en de (mogelijke) conmerciele exploitatie van de lokale bevolking. Met grote interesse wacht ik af. Groet durko