maandag 18 mei 2015

Aalsmeer: vastgeroest in een monistische politieke cultuur?



 Bloemenveiling FloraHolland. Foto: Mediabank I amsterdam

Vandaag trad waarnemend burgemeester Jeroen Nobel (PvdA) aan in de ruim 30.000 inwoners tellende Nederlandse gemeente Aalsmeer. De gemeente verwierf wereldbekendheid door de bloementeelt en vooral de bloemenveiling, de grootste ter wereld. Recent was burgemeester Jobke Vonk-Veder (CDA), die de gemeente als onbestuurbaar had bestempeld, voortijdig afgetreden. Waarnemend burgemeester Nobel kreeg van Commissaris van de Koning Johan Remkes (VVD) een opdracht mee die kort samengevat luidt: onderzoek hoe de huidige [verziekte] Aalsmeerse bestuurscultuur kon ontstaan, en initieer een traject gericht op verbetering.

Wie het woord 'bestuurscultuur' googelt krijgt snel in de gaten dat er in meer Nederlandse gemeenten wat schort. Om er maar enkele te noemen: Amsterdam, Maasdriel, Zoetermeer, Den Bosch, Den Haag, Zutphen, Roermond, Leiden, Oldenzaal, Utrecht, … Nu de landelijke overheid de afgelopen jaren steeds meer overheidstaken heeft gedecentraliseerd moeten burgers meer dan ooit kunnen rekenen op een volwassen lokaal bestuur dat zijn opdracht op een kwalitatief goed niveau kan vervullen, met sterke bestuurders en een zelfbewuste gemeenteraad die op hoofdlijnen aanstuurt en scherp controleert.

Leidt de wet Dualisering van 2002 tot instabiliteit?


Waarom rommelt het binnen veel Nederlandse gemeenten? Heeft dualisering wat te maken met de politieke instabiliteit in gemeenteland? De wet Dualisering Gemeentebestuur van 2002 veranderde de verhouding tussen gemeenteraad en college. De raad moest kaders stellen voor het beleid, het college kreeg als taak dat beleid uit te voeren en het was aan de raad om daar toezicht op te houden. Wethouders waren niet langer lid van de gemeenteraad. Raadsleden zouden minder moeten vergaderen, meer tijd krijgen voor volksvertegenwoordigende taken, en konden beschikken over instrumenten als enquêterecht, fractieondersteuning en ambtelijke ondersteuning.

Het proces van dualisering verloopt in veel gemeenten blijkbaar erg moeizaam, en de wet heeft tot veel kritiek geleid. Maar uit een uitgebreid evaluatieonderzoek van bestuurskundige Merel de Groot van de Universiteit Twente blijkt dat die kritiek onterecht is. Om de dualisering te evalueren is het van belang te kijken naar het feitelijk verloop van gemeentelijke besluitvormingsprocessen en het feitelijk gedrag van raadsleden en wethouders. Tijdens een symposium op 11 april 2012 dat ter gelegenheid van de 10e verjaardag van de wet werd georganiseerd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werden daar een aantal behartenswaardige uitspraken over gedaan.

Minder dominante wethouders, maar veel colleges blijven de baas spelen


Volgens prof. mr. J.W.M. Engels van de Universiteit Leiden heeft de dualisering geleid tot minder dominantie van wethouders op het politieke gebeuren. Vooral hun greep op de eigen fractie is verminderd. Voor de dualisering hadden wethouders volop ruimte voor gecontroleerde coalitiepolitiek door besluiten voor te koken en de burgemeester* politiek buitenspel te zetten. Sommige colleges opereren nog te defensief richting raad en focussen te sterk op de competentieverdeling. De raad wordt bijvoorbeeld overvoerd met leesvoer en zoetgehouden met nutteloze informatiebijeenkomsten, foute cursussen en ceremoniële werkbezoeken, terwijl de wezenlijke informatie vaak te lang of zelfs volledig wordt achtergehouden. Blijkbaar is de ambitie van veel colleges nog gericht op het behouden van de politieke leiding, aldus Engels.

In het kader van de dualisering moet de raad het meeregeren loslaten, sturen op hoofdlijnen (en het begrip 'kaderstellen' vermijden), zich in de controle maximaal laten bijstaan door rekenkamer, accountant en extern onderzoek, en als volksvertegenwoordiging meer in samenspraak met de burgers de politieke agenda bepalen. Voor Engels is het nog onderontwikkelde gevoel voor de nieuwe werkelijkheid op het gebied van integriteit een zorgpunt. Het omgaan met (de schijn van) belangenverstrengeling, vooringenomenheid, geheimhouding en vertrouwelijkheid blijkt nog teveel te steunen op klassieke, of - erger nog - eigen opvattingen over de normativiteiten die daarin van belang zijn, aldus de professor.

Afspiegelingscollege in Leiden, breed college in Maasdriel


Het Leidse D66-raadslid Jeffrey van Haaster liet in de discussie weten dat Leiden in 2010 resoluut afstapte van de monistische wethouderscultuur en een afspiegelingscollege vormde met een uit slechts 16 punten op twee A4-tjes bestaand coalitieakkoord. Buiten de 16 punten zijn de coalitiepartijen vrij, zodat het debat niet in eigen fractie wordt gevoerd maar in de raad, met meer ruimte voor inbreng van de burger. Nu niets tevoren is dichtgetimmerd kunnen coalitie- en oppositieraadsleden schitteren in hun controlerende en volksvertegenwoordigende rol, aldus Van Haaster. Waarnemend burgemeester Dick de Cloe van Maasdriel herkende de punten van Van Haaster en liet weten dat Maasdriel vandaag een breed college kent dat steeds naar meerderheden zoekt.

In Aalsmeer, waar de coalitie steunt op 12 zetels tegen 11, is er - net als in een aantal andere Nederlandse probleemgemeenten - van dualisering nog weinig terecht gekomen. De website van de gemeente Aalsmeer zegt wel dat “de gemeenteraad het beleid bepaalt en controle uitoefent op de uitvoering” en het college het beleid uitvoert, de realiteit is dat B&W van Aalsmeer zowel coalitie als oppositie in hun greep hebben. De CDA-bestuurdersvereniging zegt ijskoud dat de aanwezigheid van de wethouder in de fractievergaderingen belangrijke voordelen heeft, maar als de fractie meeregeert “de Trias Politica gewond” is en “machtsmisbruik op de loer” ligt.

Lokale CDA-voorzitter bepleit suprematie van “de integere elite”

Voor CDA-Aalsmeer voorzitter Hermen de Graaf die Elsevier** citeert, is “het duale stelsel” mislukt. Versterking van “de authentiteit van het leiderschap,” terug naar “acceptatie van leiderschap,” weg van “de vetocratie die ons nu terroriseert” en “luisteren naar de integere elite die het beste met de mensheid voor heeft”, dat zijn de griezelige zaken die De Graaf bepleit.

In Aalsmeer wordt het beleid nog altijd bepaald door het college. De wethouders formuleren samen met de coalitiefracties het collegeprogramma. Aalsmeer heeft geen boodschap aan de wet Dualisering. De raad mag vragen stellen, zelfs moties indienen, maar het coalitieakkoord wordt uitgevoerd. De raad mag meepraten over de programmabegroting en de voorjaarsnota, maar het beleid ligt vast en wordt te vuur en te zwaard verdedigd door de coalitiefracties.

Ziedaar de Aalsmeerse bestuurscultuur. Vastgeroest in een achterhaald monistisch politiek model.

*)  In Nederland wordt de burgemeester aanbevolen door de gemeenteraad, voorgedragen door de minister van binnenlandse zaken en benoemd door de regering
**) Elsevier is een uiterst rechts ogeoriënteerd opinieblad, en zowat de spreekbuis van de PVV van Geert Wilders

Geen opmerkingen: