dinsdag 15 februari 2011

De als burgerrevolte vermomde militaire staatsgreep in Egypte

    

De Egyptische president Hosni Moebarak is afgetreden, een militaire raad neemt de leiding over. De betogers op het Tahrir Plein vierden de val van Moebarak en de triomf van de democratie. De grondwet werd buiten werking gesteld en het parlement naar huis gestuurd. De militaire raad zal een nieuwe grondwet opstellen, deze aan een referendum onderwerpen en het land leiden tot de verkiezing van een nieuw parlement en een nieuwe president. En dat alles binnen zes maanden. Moebarak is dan wel van het toneel verdwenen, maar het militaire regime waarbinnen hij opereerde heeft zijn macht aanzienlijk versterkt. [1] Dat is op zich niet onverenigbaar met democratische hervormingen. Maar het organiseren van verkiezingen, politieke partijen en kandidaten vergt tijd. Oprecht of niet, de militairen zullen dat wel op zich nemen. Maar in zes maanden kan er heel wat veranderen. De volkswoede kan luwen, de beloftes kunnen worden vergeten. Wat er dan gebeurt kan niemand zeggen.

Over wat er de afgelopen weken is gebeurd bestaat een groot verschil tussen perceptie in het Westen, en de werkelijkheid. De macht blijft in handen van het regime, niet bij de massa. Zeker, er was een grote massa samengestroomd in Cairo en er werd in andere steden gedemonstreerd. Maar de massa bleef van beperkte omvang. Bij 4 betogers per m² kunnen op het Tahrir Plein van 10.000 m² [2] niet meer dan 40.000 mensen. Dat is een grote massa, maar gering in vergelijking met de massa’s die op straat kwamen bij de volksopstanden van 1989 in Oost Europa en 1979 in Iran. Daar ging het om massaal volksoproer, met miljoenen mensen op straat. De massa’s in Cairo deinden nooit uit tot een groot deel van de stad. In een echte revolutie zijn de massa’s niet meer in de hand te houden. In Egypte kwam het nooit tot een confrontatie met de militairen. Die gingen akkoord met de belangrijkste eis van de demonstranten: weg met Moebarak. Omdat de militairen in essentie het regime uitmaken kan men in Egypte dus bezwaarlijk van een revolutie spreken.

Hoe telegeniek ook, de massa in Cairo was het decor, niet de hoofdakte van het drama. Die begon al maanden geleden, toen Moebarak [3] zijn hervormingsgezinde 47-jarige zoon Gamal [4], die niet uit het leger voortkomt, als zijn opvolger naar voren schoof. Dat betekende een bedreiging van het regime, dat Moebarak in feite trachtte omver te werpen. De legerleiding probeerde de ambities van Moebarak, die in 1981 na de moord op Anwar Sadat [5] aan de macht kwam, te blokkeren en stuurde aan op zijn aftreden. De verkiezingen van september moesten dan een kandidaat van het leger aan de macht brengen. Het regime bestaat uit een complex kluwen rond militair apparaat en de door het leger gecontroleerde civiele bureaucratie. Hosni Moebarak, die steeds meer zijn eigen agenda volgde, paste niet meer in dat plaatje. Hij werd steeds meer als bedreiging van het regime gezien, en dus tot aftreden gedwongen. Dat was precies waar de demonstranten om vroegen, die eisten niet direct de val van het regime.

Het Egyptisch militair apparaat is een diffuus geheel. Wie binnen het leger uit was op de val van Moebarak blijft onduidelijk. Het waren vermoedelijk vooral in de VS opgeleide jongere officieren die de benoeming van Gamal Moebarak wilden blokkeren. Wel staat vast dat die het niet tot een harde coup wilden laten komen, maar onder druk van de demonstraties toch de doorslag hebben gegeven. In Egypte heeft dus geen revolutie plaatsgevonden. De demonstranten hebben Moebarak niet ten val gebracht, en al zeker het regime niet. Wij zijn getuige geweest van een militaire coup die onder de dekmantel van de protesten in Cairo Moebarak afzetten om het regime in stand te houden. Of de coup leidt tot een revolutie moet worden afgewacht. De demonstranten eisten vrije en eerlijke democratische verkiezingen en een einde aan de repressie. De legerleiding heeft toegezegd die eisen te zullen inwilligen.

Of dat ook daadwerkelijk gebeurt is de vraag. De democratisering van Egypte is geen gemakkelijke opgave. De repressie onder Moebarak heeft het maatschappelijk middenveld te gronde gericht. Het vergt tijd om politieke partijen te vormen en kandidaten te vinden. En dat moet gebeuren in een situatie waarin de legerleiding zich moet bezighouden met een aanhoudende stroom dagelijkse problemen. Of dat alles binnen zes maanden lukt blijft onzeker, nog afgezien van de vraag of het leger wel afscheid wil nemen van zijn machtspositie van meer dan een halve eeuw. Het gevoel dat er iets fundamenteels heeft plaatsgevonden bestaat, net als het idee dat Twitter en Facebook daar voor iets tussenzitten. Maar we moeten ons beseffen dat de echte revoluties van 1989 en 1979 het zonder deze digitale media moesten doen, die van 1979 zelfs zonder PC’s.

De nieuwe regering heeft toegezegd alle internationale overeenkomsten te zullen naleven. Tijdens de feestvreugde op het Tahrir Plein na het vertrek van Moebarak gingen de spreekkoren over twee onderwerpen: democratie en Palestina. Het nieuwe regime mag zich dan hebben geëngageerd om het vredesverdrag met Israel na te leven, de massa’s op het plein leken daar anders over te denken. Of zij daarmee de wensen van de 80 miljoen Egyptenaren vertolkten blijft onduidelijk. Wij mogen dan van alle kanten te horen krijgen dat de Egyptische bevolking democratie eist, feit blijft dat de demonstranten een uiterst kleine minderheid vormen op de totale Egyptische bevolking. Hoe over dit onderwerp daadwerkelijk wordt gestemd blijft de vraag. Wel duidelijk is dat de Egyptische regering in zijn relatie met Israel weinig in te brengen heeft. Het leger werkt met Amerikaans bewapening en is van Amerika afhankelijk voor onderdelen en onderhoud. Het kan niet meer terugvallen op een Sovjet-Unie. Herbewapening en training van een leger als dat van Egypte vergt vele jaren, geen weken of maanden. Egypte trekt op korte termijn niet ten oorlog.

De nuchtere werkelijkheid is dus dat het Egyptische regime er nog altijd zit, met bejaarde generaals aan de macht. Het buitenlands beleid blijft dat van de man die zij tot aftreden dwongen. De generaals stellen democratie in het vooruitzicht, maar of zij het menen blijft onduidelijk. Wat er is gebeurd is niet hetgeen de media ons hebben getoond en de resultaten zijn niet weergaloos. Er is een complex proces in gang gezet. Het blijft onduidelijk of het gebeurde de Egyptische binnen- en buitenlandse politiek wijzigt, noch of dat beleid in de praktijk wel kan worden omgebogen, hoezeer men dat ook nastreeft. Wat begon met een oude militair aan de top eindigt met andere oude militairen, die zelfs een grotere macht hebben. Hoe opgetogen de wereld ook is over de ontwikkelingen in Egypte, het optreden van de massa’s heeft nog maar weinig veranderd. Dat kan nog gebeuren, maar het is nog niet gebeurd. Een 82-jarige autocraat is afgezet en hij wordt niet opgevolgd door zijn zoon. De grondwet is buiten werking gesteld, het parlement ontbonden en een militaire junta aan de macht gekomen. Al het overige is niet meer dan speculatie.

[1] George Friedman: “Egypt: The Distance Between Enthusiasm and Reality
[2] zie Google maps: “Al Tahir Sq.”
[3] Wikipedia: “Hosni Moebarak
[4] zie Samuel Tadros: “THE STORY OF THE EGYPTIAN REVOLUTION
[5] Wikipedia: "Anwar Sadat"      

Geen opmerkingen: