zaterdag 25 september 2010

Chas Freeman: forceer een doorbraak in het vredesproces Israel-Palestina

Bewerkte samenvatting van de speech van voormalig VS ambassadeur in Saudi Arabië Chas Freeman op 1 september 2010 in Oslo.

Deel 2: het falen van Amerika als honest broker


Waarom werkt het Amerikaanse Midden-Oosten beleid niet? Daartoe moet men vooral kijken naar het eindeloze “vredesproces”. Tijdens de Koude Oorlog was de schijn van een onpartijdige Amerikaanse zoektocht naar vrede in het Heilige Land de prijs voor invloed in het Midden-Oosten. Het verschafte conservatieve Arabische regeringen ook politieke dekking om hun verontwaardiging over de Amerikaanse steun aan Israel voor zich te houden. Zo kon men zich samen met het Westen afschermen tegen het Sovjet communisme. En kon Amerika in zijn relaties met Israel en de Arabieren van twee walletjes eten. En het mobiliseerde binnenlandse Joodse steun voor Amerikaanse presidenten. Het afgelopen decennium is van een “vredesproces” onder auspiciën van de VS hoegenaamd geen sprake geweest. Het bleef als fantoom overeind, zodat niemand hoefde toe te geven dat het in feite dood en begraven was.

Maar zelfs de schijn van een “vredesproces” was nuttig. Het gaf de bedriegers dekking en stelde de pers tevreden. Zij die baat hadden bij de status quo kregen een excuus om niets te doen. En het verschafte werk aan beroeps-“vredestichters”. De Israëli’s konden het buitenland zand in de ogen strooien op de momenten waarop zij Palestijnen uit hun huis zetten, een half miljoen Joden in nederzettingen in bezet gebied installeerden, en Palestijns gebied bij Jeruzalem aanhechtten. Palestijnse leiders hadden ook reden om met het “vredesproces” te collaboreren. Meewerken aan de schijnvertoning leverde internationale begunstiging en Israëlische steun op, waarmee zij hun status in de bezette gebieden konden behouden. Zij kregen toegang tot de media en mochten al eens naar Washington reizen. De VS werkte mee aan het hypocriete “Midden-Oosten vredesproces” om geloofwaardigheid in de Arabische en Islamitische wereld - en steun van de immer royale Joodse gemeenschap in Amerika - te behouden.

Het heeft anderhalf jaar diplomatie van VS speciaal afgezant George Mitchell gevergd om partijen aan tafel te krijgen. Of de spelers het nu over een andere boeg gooien blijft de vraag. De regering Obama zet dezelfde impresario’s in, zonder draaiboek. In Camp David in 2000 kostte dat beide delegatieleiders hun politiek gezag. Het resultaat was geen vrede, maar escalerend geweld. Partijen komen nu opdraven om - aan de vooravond van de tussentijdse verkiezingen in de VS - het gezicht van president Obama te redden, niet om de zaken tot een goed einde te brengen. De problemen met dit nieuwe hoofdstuk uit het “vredesproces” zijn fundamenteel. Het Likud Handvest verwerpt een Palestijnse staat ten westen van de Jordaan en bepaalt dat “de Palestijnen in vrijheid kunnen leven, maar niet als soevereine staat”. De Israëlische regering is zowel aan dat Handvest als aan de Joodse heilige oorlog om Palestijns gebied gebonden. Het is uit op verdere gebiedsuitbreiding en heeft geen enkel belang om die te ruilen voor vrede. Het voelt zich niet gebonden aan VN resoluties, afspraken bij vorige onderhandelingen, de Road Map of het principe van een “twee-staten oplossing”.

Alleen beëindiging van de Israëlische bezetting kan de waardigheid van de Palestijnen herstellen en zorgen voor veiligheid. Maar de onderhandelingsmarge van hun onderhandelaars wordt bepaald door Israel en de VS en berust niet op hun aanzien bij de Palestijnen. De autoriteit van Fatah, dat maar een deel bestuurt van Palestina, werd bij de laatste verkiezingen verworpen. Mahmoud Abbas blijft in het zadel bij de gratie van de Israëlische bezetter en de VS. Die werken liever met hem dan met een gemandateerde regering. Abbas, wiens termijn al lang verstreken is, zit een parlement voor waarvan de invloedrijkste leden in Israel gevangen zitten. Sinds 2 september onderhandelen dus de onverschilligen met de mandaatlozen. De gesprekspartners zijn een sterk aan internationale geloofwaardigheid ingeboet Amerika ter wille. Om partijen aan tafel te krijgen moest Washington een beroep doen op de bescheiden reputatie van andere spelers: de EU, Rusland en de VN. De gesprekken vinden plaats onder de auspiciën van een Amerikaanse president die door de Israëlische premier openlijk werd vernederd over een kernpunt in het geschil: de annexatie van Palestijns gebied.

Het “vredesproces” heeft altijd gespot met termijnen. Sinds de Camp Davis akkoorden van 1979 zijn allerlei beloftes gedaan. In Oslo werd een termijn van vijf jaar vastgelegd. De huidige besprekingen kunnen maar resultaat opleveren als de internationale gemeenschap dit maal vasthoudt aan de termijn van een jaar. Maar er komt pas vrede als lang vermeden onderwerpen worden aangepakt. Vrede is vooral interessant voor de partij die bij machte is om die met geweld te verbreken. Vrede kan men niet opleggen. Vrede komt niet duurzaam tot stand in afwezigheid van Hamas, dat langs democratische weg het mandaat verwierf om de Palestijnse bevolking te vertegenwoordigen. Egypte en Jordanië zijn slechts waarnemers, zij voegen niets toe aan hun vredesakkoorden met Israel, akkoorden die tot stand kwamen mits verlening van zelfbeschikkingsrecht voor de Palestijnen, wat Israel consequent negeerde.

Waar Joodse activisten zwaar doorwegen in de Amerikaanse delegatie staat de Palestijnse diaspora buitenspel. Ook de Arabische Liga en Saudi Arabië, auteur van het vredesinitiatief van 2002, blijven weg. Een van de redenen is het gebrek aan samenhang in politieke cultuur en onderhandelingstechniek tussen Israëli’s, Arabieren en Amerikanen. Israel en de VS zijn nooit ingegaan op het Arabische vredesinitiatief van 2002 dat normalisatie van de betrekkingen in het vooruitzicht stelde. Nu lijken de VS en het Kwartet zich het Arabische aanbod toe te eigenen, waarbij ze de eerste vereiste - het sluiten van een overeenkomst met de Palestijnen - naast zich neerleggen en zonder blikken of blozen nieuwe eisen naar voren schuiven. Zo is de eis op erkenning van het “bestaansrecht” van Israel voor Arabieren beledigend. Daarmee vraagt men iets wat de inpassing van een Joodse staat in het Midden-Oosten overstijgt. Men vraagt de Arabieren erkenning van de status quo. De Arabieren moeten het Zionisme omarmen alvorens Israel zijn expansie laat varen en vrede aanvaardt. Dat zijn zaken die men niet kan vragen.

Arabieren en Moslims die de Europese geschiedenis kennen kunnen aanvaarden dat het Europees antisemitisme de oprichting van een thuisland voor getraumatiseerde Europese Joden rechtvaardigt. Maar men mag hen niet vragen impliciet de gedwongen verdrijving van Palestijnse Arabieren te aanvaarden. Dat geldt ook voor de erkenning dat verzet daartegen verwerpelijk was en is. Voor de Palestijnen is de eis om een Joodse staat te erkennen nog voor de grenzen vastliggen een sluwe poging om hun akkoord te verwerven met de eenzijdige Israëlische gebiedsuitbreiding. Het feit dat de VS elke Palestijnse bekommernis over het Israëlische optreden afdoet als antisemitisme werkt dat in de hand. In plaats van in te gaan op de Arabische kritiek sporen de Amerikaanse onderhandelaars de Arabieren aan om gebaren van goede wil naar Israel te maken, om hen te helpen zich over hun op de Holocaust geïnspireerde politieke neurose heen te zetten en risico’s te nemen om tot vrede te komen. Maat dit beroep op Arabische psychotherapie voor Israëli’s stuit op ongeloof. Het etaleert Washington’s sympathie voor de Israëli’s en arrogantie ten opzichte van de Arabieren.

Het beroep op Arabische edelmoedigheid ter compensatie van Amerikaanse lafhartigheid overtuigt niet. Dat verklaart de afwezigheid van de Saudi’s en andere Arabieren. Zij zijn in voor waardige, formele besprekingen op basis van wederzijds respect (Arabisch: mufaawadhat), niet voor een partijtje sjacheren (Arabisch: musaawama). De Egyptische president Anwar Sadat reisde destijds naar Jeruzalem om een proces van mufaawadhat van de grond te tillen, net als het Arabische vredesinitiatief van 2002. Dat vroeg om weerklank in dezelfde toonsoort. Maar de Israëlische poging om te marchanderen wordt enkel als een beledigend gebrek aan meegaandheid opgevat. Dat zegt iets over de kwaliteit van de diplomatie. De Amerikanen hebben veel empathie en expertise over Israel, maar een tergend manco hieraan over de Arabieren. Het sterk militaristische karakter van het Midden-Oosten beleid van Amerika draagt nog bij aan de problematiek. Vroeger telde de Amerikaanse diplomatieke dienst heel wat Arabisten, mensen die begrip en empathie cultiveerden bij Arabische leiders. Nu moet men die met een lantaarntje zoeken. En dat belooft weinig goeds.
  

4 opmerkingen:

Likoed Nederland zei

Het zijn de Arabieren die al twaalf keer elke vredespoging hebben afgewezen.
Zie: http://www.likud.nl/historie.html

Paul Lookman zei

Likud (http://en.wikipedia.org/wiki/Likud) Nederland: met permissie, is uw reactie niet een beetje een achterhoedegevecht? Ook in Nederland weten steeds meer mensen hoe de vork in de steel zit. Uw site geeft een totaal verkeerde weergave van de feiten. Neutrale, wetenschappelijke gefundeerde bronnen geven een heel ander beeld van de werkelijkheid. Denk aan “Een bijzondere relatie” van Egbert Talens (hoofdstuk 11, en de epiloog vanaf p. 303), of het werk “The Ethnic Cleansing of Palestine” van de Joods/Israëlische historicus en professor aan de universiteit van Exeter (Groot-Brittannië) Ilan Pappe (hoofdstuk 11 “Nakbah Denial and the “Peace Process”). En de essays van diens in Amerika woonachtige collega Jerome Slater (http://www.jeromeslater.com/) spreken eveneens duidelijke taal.

Uw reactie geeft mij de gelegenheid te wijzen op de constructieve reacties die Egbert Talens al vele jaren geeft op de - soms wat eenzijdige en/of onjuiste en/of onvolledige - berichtgeving in de Nederlandse media. Waarbij constructief moet worden verstaan als “oplossingsgericht”. Iets waar uw reactie nu niet bepaald in uitblinkt. Kijkt u bijvoorbeeld eens naar de reactie van Talens van 21 augustus 2010 22:57 in het debat “Vredesoverleg Midden-Oosten vlug hervat” op het Nederlands Dagblad (http://www.nd.nl/artikelen/2010/augustus/20/vredesoverleg-midden-oosten-vlug-hervat), waaruit ik de volgende woorden citeer:

“Voor de zoveelste keer gaat nu dus geprobeerd worden een nieuwe ronde van gesprekken tussen Israël en de Palestijnen op touw te zetten. Het Kwartet -- VN, VS, Rusland en EU -- zou er goed aan doen, meer de VN-grondregels te hanteren, dan naar de manipulaties van de twee kemphanen te luisteren. De twee voornaamste VN-resoluties toepassen, op een dusdanige manier dat voor beide partijen de hierboven genoemde lucht tot ademhalen ontstaat; dus op basis van 181-II (het VN-AV-verdeelplan voor Palestina van november 1947) en 242 (de Veiligheidsraad-resolutie van november 1967) de zaken regelen, kan het niet goedschiks, dan maar kwaadschiks. Daarbij moet, naast de letter, vooral de geest van de beide resoluties in acht worden genomen. Het moet afgelopen zijn met het bedenken en/of opwerpen van allerlei uitvluchten en chicanes... “

Begrijpelijk dat de grootste (rechtse) Israëlische politieke partij (van premier Netanyahu) ook in Nederland aan de weg timmert. Maar mag ik u wel herinneren aan het in de rubriek “Over de blog” gestelde over reacties op de artikelen op Geopolitiek in perspectief. Die moeten toegevoegde waarde hebben.

Likoed Nederland zei

@Paul Lookman

Merkwaardig, u reageert niet op onze stelling, die juist alles te maken heeft met het verloop van het vredesproces.
Onze stelling is dus: de Palestijen hebben al 80 jaar op de beslissende momenten elk compromis afgewezen en gekozen voor geweld:
* de pogroms tegen Joden in de jaren twintig,
* het afwijzen van het Britse delingsplan in 1937,
* het geweld daarna tegen Britten en Joden (met behulp van nazi bewapening en financiering),
* het afwijzen van het delingsplan van de VN in 1948,
* het oprichten van de PLO terreurorganisatie in 1964 (nog voor de 'bezetting'),
* de uitspraak 'nooit erkenning van Israel, nooit onderhandelen met Israel, nooit vrede met Israel in 1967,
* het afwijzen van de Camp David akkoorden in 1978,
* de vele zelfmoordaanslagen na de Oslo vredesakkoorden in 1993,
* het afwijzen van het aanbod van president Clinton voor een Palestijnse staat in 2000 en 2001,
* de raketbeschietingen vanuit Gaza door Hamas, na de Israelische terugtrekking in 2005, in plaats van een normale samenleving daar op te bouwen.
* het afwijzen van het vredesvoorstel van premier Olmert in 2008.
* de recente trainering van directe vredesonderhandelingen.
Al 80 jaar kiezen de Palestijnen elk decennium altijd consequent voor geweld in plaats van voor vrede.

Het werk van Ilan Pappe is trouwens allang ontmaskerd als onwetenschappelijk, want (extreem-links) ideologisch gekleurd.
Bijvoorbeeld in het recente boek 'Palestine betrayed'.

Paul Lookman zei

Likoed Nederland: opnieuw een serie losse flodders en … u valt in herhalingen. Voor wat “Palestine Betrayed” betreft: de Canadees Jim Miles maakt in The Palestine Chronicle brandhoud van dit werk van Efraim Karsh. Zie http://palestinechronicle.com/view_article_details.php?id=16227. Een citaat:

“One of the particular outcomes of this work is both subtle yet obvious - a nuance of the idea of betrayal. The Israelis have always claimed that there are no leaders to negotiate peace with. This problem started particularly with the brutal British repression of the Arab revolt of 1937-39 and continues through to the present with the few leaders that rise to the occasion being assassinated, imprisoned and tortured, expelled, or bought out to become quisling representatives of the Palestinian people. The message, not stated, is clear from Karsh: the Arabs cannot be trusted as they would betray their own kind - and if they would betray their own kind, how could one expect to negotiate a peace treaty with them now? When one’s leaders are continually done away with in one form or another, yes, it is certainly hard to negotiate with them. One could of course be more democratic and give the people of occupied Palestine a referendum on what they wanted for their own future - as if the answer is not already known”.

Karsh permitteert zich in “Palestine Betrayed” de mallotigste uiteenzettingen over de gang van zaken in Palestina ten tijde van de politiek-zionistische inspanningen waarbij die zionisten bezig waren er hún Judenstaat van te maken. En volgens Karsh was er met die inspanningen niets mis. Integendeel, als er al ellende voor de Palestijnen ontstond of voorkwam, dan waren daar hun eigen leiders en ook Arabische leiders op enige afstand verantwoordelijk voor. Enzovoort, enzovoort...

Dat we ook andere uitingen van Efraim Karsh met een flinke korrel zout moeten nemen kwam hier 13 augustus aan de orde in het artikel “Enquête: 63% Arabische bevolking ontgoocheld in VS en Obama” (http://geopolitiek-in-perspectief.blogspot.com/2010/08/enquete-63-arabische-bevolking.html), waaruit ik de volgende zinsnede citeer:

“Een nuchtere analyse leert dat het door de professor aangehaalde onderzoek geen enkele wetenschappelijke waarde heeft”.

Likoed Nederland: uw spreektijd is over. Bij een volgend artikel mag u gerust weer reageren, maar - nogmaals - enkel mits met toegevoegde waarde.