the bow of the Nimitz-class aircraft carrier USS Theodore Roosevelt (CVN 71) in the Persian Gulf
(Reuters/Nathan Laird/U.S. Navy photo)
“De Republikeinse partij bekommert zich niet over Amerika. Zij trekt zich niets aan van de economie.” Dat zei eerder op deze site [1] [2] niet een “linkse gek”, maar een ervaren, serieuze, rationele stafmedewerker van het Congres met zowat 30 jaar ervaring: de historicus Mike Lofgren, die de tactiek en doelstellingen van zijn eigen partij aan de kaak stelde. “De Republikeinen stellen zich steeds minder op als traditionele volksvertegenwoordigers; de partij verwordt tot een apocalyptische cultus die zich kan meten met de uiterst ideologische autoritaire partijen in het Europa van de 20e eeuw”, aldus Lofgren vorig jaar. “Het ongebreideld militarisme van het laatste decennium en het laffe verzuim van de Democraten om die te doen keren zijn strategisch en financieel nefast geweest. Vandaag is de VS minder welvarend, minder veilig en minder vrij. Het militarisme dat gepaard gaat met interventies in het wilde weg zal maar bedaren als de schatkist leeg is, net zoals dat gebeurde met de Republiek der Nederlanden en het Britse Rijk.”
Vandaag krijgen we in de bovenstaande videoclip van het interview op het Russische Engelstalige satellietkanaal RT met één van Lofgren’s partijgenoten een nieuwe waarschuwing. Clyde Prestowitz, [3] een voormalig adviseur van de Minister van Handel uit de regering-Reagan, [4] zegt dat de VS afstevent op rampspoed door de wereldheerschappij voor te laten gaan op de eigen economie. Het is bezig met stompzinnig gemanoeuvreer en toont een gebrek aan kordaat optreden uit angst opkomende wereldmachten tegen zich in het harnas te jagen. De monetaire handelsoorlogen zijn een voorbode voor de ineenstorting van de wereldeconomie. De VS dreigt net als de Sovjet-Unie te imploderen. Het streeft nutteloze militaire doeleinden na die ten koste gaan van de economie. De VS volgt een riskante en destructieve koers.
De VS verlegt zijn militaire en geopolitieke aandacht van Afghanistan, Irak en het Midden-Oosten naar de Stille Oceaan en het gebied waar China het voor het zeggen heeft. Die aanpak ondermijnt de mogelijkheid om te investeren, om te concurreren met China, Japan en andere Aziatische landen. De VS lijdt nu juist aan een afnemende economische concurrentiekracht: een groot handelstekort, een grote schuld aan China en aan de rest van de wereld. De belangrijkste bron van onze macht in de wereld is niet economisch, maar militair. Wat dat betreft lijken we sterk op de voormalige Sovjet-Unie. Die bezweek niet wegens gebrek aan militaire macht, maar aan economische macht. Met de VS gaat het ook die kant op.
Wij versterken onze militaire macht in de westelijke Stille Oceaan terwijl daar geen enkele dreiging tegen ons bestaat. China valt de VS niet binnen, de raketten van Noord-Korea reiken niet tot de VS, Amerika voert zijn olie niet aan via de Straat van Malakka. Wat is dan de dreiging? Hoe kan de inzet van deze militaire middelen onze belangen dienen? Wij zijn verslingerd aan de wereldheerschappij, aan het uitoefenen van macht. Een erfenis uit de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog. We houden er een grote oorlogsmachine op na, een machine die politieke macht verschaft. Het systeem waarover we nu eenmaal beschikken probeert zich nuttig te maken, dat is waar we mee bezig zijn. Maar of dat in het belang van de VS is blijft de vraag.
De VS heeft een enorme militaire aanwezigheid in de Perzische Golf. De mensenrechtensituatie in Bahrein is uiterst pijnlijk voor de VS. Het zou daar de kant moeten kiezen van de Sjiieten, maar steunt het Soennitische regime omdat Bahrein de thuishaven is van de Amerikaanse Vijfde Vloot. De geopolitieke belangen van Amerika krijgen voorrang op principes. Vanwege dezelfde belangen vraagt de VS China om minder Iraanse olie aan te kopen en Noord-Korea onder druk te zetten over hun rakettenprogramma. Maar daar hangt een prijskaartje aan. Daarom vragen we de Chinezen niet om te stoppen met het manipuleren van hun wisselkoers. We reppen er niet over dat ze hun munt ondergewaardeerd houden. Maar het probleem van de ondergewaardeerde Chinese munt is van veel groter belang voor de Amerikaanse economie dan de Iraanse olie.
Minister van Financiën Tim Geithner stelt dat gewoon niet aan de orde omdat hij dan moet optreden. En optreden levert een enorm conflict met China op. President Obama heeft weliswaar een team samengesteld om op te treden tegen oneerlijke handelspraktijken, maar wisselkoersproblemen vallen daar buiten. Handelsgeschillen komen aan de orde bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO), muntproblemen bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF). De president gaat dus een confrontatie met China over het muntprobleem uit de weg. Sommige Amerikaanse experts zijn misschien bang voor China, voor Chinese overheersing, maar de echte zorg gaat over de toekomst van Amerika. Vandaag heeft de VS nog alle troeven in handen, maar het speelt het spel slecht. We hechten teveel belang aan onze geopolitieke machtspositie. We blijven militaire macht opbouwen in Afghanistan, de Perzische Golf, Azië. Tegelijk zijn andere landen, zoals China, Brazilië en Duitsland, bezig met investeren, onderwijs, innovatie en vergroting van het concurrentievermogen. Dat wij dat niet doen is een bron van zorg in de VS.
[1] Geopolitiek in perspectief: “Kan grootmacht Amerika de wereld uit de economische onrust leiden?”
[2] Geopolitiek in perspectief: “Het verrottingsproces van de Amerikaanse democratie, naar Mike Lofgren”
[3] Wikipedia: “Clyde V. Prestowitz Jr”
[4] Wikipedia: “Ronald Reagan”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten