Nadat de derde gespreksronde tussen Iran en de P5+1 (VS, China, Rusland, Frankrijk en Duitsland) in Moskou in een impasse eindigde leverde de technische bespreking in Istanbul op 3 juli slechts een nieuwe afspraak op. De ingelaste technische gespreksronde moest de basis leggen voor hernieuwde onderhandelingen op politiek niveau. Het aanslepend wantrouwen tussen partijen en de druk van de presidentsverkiezingen op de Amerikaanse onderhandelaars maken het bereiken van een doorbraak er echter niet waarschijnlijker op. De strategie van partijen ligt mijlenver uit elkaar: de Westerse onderhandelaars denken dat sancties Iran op de knieën zullen krijgen, Iran rekent op een herkozen president Obama die zich flexibeler zal opstellen en op Europese vrees voor negatieve gevolgen van sancties voor de Europese economie.
Geen van de strategieën van de gesprekspartners ligt voor de hand. Bij uitblijven van een overeenkomst moet men eerder wederzijdse escalatie verwachten, en toenemende druk van Israel voor een militaire oplossing. [1] Het zijn vooral de Europese onderhandelaars, met Duitsland voorop, die vrezen dat een Israëlische aanval op Iran de voorbode is van een lange periode van instabiliteit en mogelijk een uiterst destructieve oorlog. De Europeanen moeten zich echter nog groter zorgen maken over de Amerikaanse oorlogsplanning. De VS bereidt zich serieuzer voor op militaire actie tegen Iran dan de wereld zich realiseert. [2] De haviken in het Pentagon menen dat een korte, felle militaire actie, heel precies gericht op de Iraanse nucleaire en raketinstallaties de enige manier is om een verzwakt Iran “wakker te schudden” en voor eens en voor altijd zijn nucleaire ambities te laten opbergen.
Het idee van de strategen in het Pentagon is om Iran vooraf te laten weten dat de VS geen oorlog tegen Iran, de Iraanse bevolking of de Islam beoogt, maar enkel een preëmptieve aanval tegen de nucleaire installaties. Dit scenario gaat er van uit dat de Iraniërs, geconfronteerd met een gigantische overmacht, zich zonder slag of stoot gewonnen geven. De geschiedenis leert dat de Amerikaanse planners de Iraniërs volkomen verkeerd interpreteren. [3] Nog zorgelijker is dat het Pentagon blijkbaar niets heeft geleerd van de aanslepende en bloedige oorlogen in de regio: eind 2001 was de Taliban niet vernietigd, en voorjaar 2003 was de Irak-oorlog niet in drie weken gedaan. De Amerikaanse oorlogsplanning betekent niet dat een Amerikaanse aanval op Iran ophanden is. Maar als de onderhandelingen mislukken, als Mitt Romney begin volgend jaar het Witte Huis betrekt en de Republikeinen een meerderheid verwerven in tenminste één van de huizen van het Congres zien de zaken er heel anders uit.
Iran geeft zich dus niet zo gemakkelijk gewonnen. Na de inwerkingtreding van de Europese boycot van Iraanse olie werd in het Iraanse parlement vorige week een wetsontwerp ingediend dat voorziet in afsluiting van de Straat van Hormuz, van essentieel belang voor de aanvoer van Arabische olie naar het Westen en deels gesitueerd binnen de territoriale wateren van Iran. Eveneens vorige week gaven Iraanse vlootmanoeuvres in de Perzische Golf een goed beeld van de rakettechnologie van het land. “Is dit wapengekletter of reële dreiging? Gaat Teheran ooit in op de eis om zijn nucleaire programma volledig open te stellen voor internationaal toezicht?” Die vragen komen aan de orde in de bovenstaande videoclip van Al Jazeera, [4] waarin Mike Hanna spreekt met de international olie-econoom Mamdouh Salameh, de Iraanse politicoloog Sadegh Zibakalam, en Phyllis Bennis, verbonden aan het Institute for Policy Studies en auteur van het boek Understanding the US-Iran crisis: A Primer.
Uit de discussie komt naar voren dat Iran wel degelijk de Straat van Hormuz kan afsluiten, maar dat niet snel zal doen omdat het daarmee ook de eigen olie-export hindert. Iran zal de Straat alleen afsluiten bij een volledige Amerikaanse blokkade. Maar het kan bijvoorbeeld wel raketten afvuren voor de boeg van olietankers, of tankers ophouden en “inspecteren”. Het hinderen van de olieaanvoer uit de Perzische Golf zal een dramatisch effect hebben op de olieprijzen en vooral economisch zwakke landen in Europa in de problemen brengen. Iran bluft niet. Het reageert niet enkel op de sancties, maar ook op de gigantische Amerikaanse aanwezigheid in de Golf. Wordt het in een hoek geduwd dan zal het niet capituleren maar optreden. Gegeven de escalatie is er ook geen direct contact meer tussen de wederzijdse militaire bevelhebbers. De situatie is dus zeer gevaarlijk. De spanning stijgt, de Iraanse dreiging is echt.
Obama speelt dit gevaarlijke spel omdat hij onder druk staat van de komende verkiezingen en van het Congres dat een wet wil laten aannemen waarmee elke reële onderhandeling onmogelijk wordt. De president staat ook onder druk van Israel dat een militaire aanval wil doordrukken. Israel weet heel goed dat Iran geen existentiële bedreiging vormt, maar als nuclear capable mogendheid Israel het nucleaire monopolie in het Midden-Oosten ontneemt. Met een nieuwe kernmacht in de regio boet Israel aan macht in. De regering-Obama wil geen militaire, geen politieke escalatie, geen oorlog met Iran, maar de druk is gigantisch. De agitatie van Israel en de VS tegen Iran heeft het nucleaire programma gemaakt tot een project van nationale eer: zij die kritiek op het programma hebben worden afgeschilderd als verrader, als lakei van de VS. Economisch heeft Iran wel degelijk behoefte aan goedkope kernenergie. Het moet elke druppel olie die het nu voor elektriciteitsopwekking gebruikt exporteren. Iran gaat dus hoe dan ook door met uraniumverrijking, binnen de limieten voor vreedzame toepassingen.
De immer goed geïnformeerde Phyllis Bennis noemt een belangrijke reden waarom de VS zo vastbesloten is om de opkomst van Iran als regionale grootmacht tegen te werken. Historisch konden enkel Irak en Iran in het Midden-Oosten uitgroeien tot regionale grootmacht. Deze landen beschikten daartoe over de drie essentiële troeven: olie, omvang en water. De VS moedigde de bloedige Irak-Iran oorlog (1980-1988) van harte aan omdat de twee potentiële regionale grootmachten elkaar zo perfect konden uitputten. Na de tweede Amerikaanse Irak-oorlog bleef Irak achter als een verwoest land. Iran blijft dus als regionale grootmacht over. Een ander land van belang in de regio is vanzelfsprekend Turkije, dat als NAVO-lid echter goed in het gareel van Washington loopt. Vandaag moet Iran dus absoluut plooien voor grootmacht Amerika.
Harde sancties en militaire middelen hebben dan Irak klein gekregen, die strategie werkt niet voor Iran. [5] Iran zal leren leven met de sancties. Anders dan de Westerse media suggereren staat het land niet alleen. Het kijkt dan wel aan tegen een gedeeltelijke olieboycot en is afgesneden van de internationale betalingssystemen, voor zijn olie-export kan het rekenen op China als vaste klant voor groeiende hoeveelheden. En ook diplomatiek is Iran niet geïsoleerd. Sommige analisten [6] stellen ijskoud dat “de internationale gemeenschap uitkijkt naar barsten in de onverzettelijke houding van Iran”, maar “de internationale gemeenschap” is meer dan de NAVO + GCC [7] + Israel. Naast de opkomende BRICS landen [8] zijn ook de ruim 110 niet-gebonden landen (samen de overgrote meerderheid van de “internationale gemeenschap”) geschokt over de manier waarop Iran door de vijf permanente leden van de VN Veiligheidsraad plus Duitsland in de P5+1-onderhandelingen als paria wordt behandeld.
Intussen gaan in Iran stemmen op om de economische oorlogsvoering te beantwoorden door het viseren van Westerse belangen, het destabiliseren van de Perzische Golf, of steun aan anti-NAVO bewegingen in Afghanistan. [9] Iran kan maritieme guerrillatactieken ontwikkelen tegen buitenlandse olietankers en een kat-en-muisspel spelen tegen de Amerikaanse militaire overmacht. Het kan het uraniumverrijkingsprogramma opvoeren tot boven de 20%, de samenwerking met het Atoomagentschap op een laag pitje zetten en zelfs uit het non-proliferatieverdrag stappen. De tot in het absurde opgeschroefde Westerse sancties tegen Iran kunnen er enkel toe leiden dat Iran, Rusland en China hun energie enkel nog vermarkten in andere munten, wat meteen het einde van de petrodollar en de Amerikaanse hegemonie inluidt. De regering-Obama zal dus moeten kiezen of delen: kanonnendiplomatie of échte diplomatie.
[1] Persbericht International Crisis Group: “The P5+1, Iran and the Perils of Nuclear Brinkmanship”
[2] Paul Rogers: “America's war on Iran: the plan revealed”
[3] Paul Rogers: “The Iran complex: why history matters”
[4] Inside Story (Al Jazeera): “Is Iran's show of force a real threat?”
[5] Pepe Escobar: “Iran won’t crack”
[6] Meghan L. O'Sullivan: “Will Iran crack?”
[7] Wikipedia: “Cooperation Council for the Arab States of the Gulf”
[8] Wikipedia: “BRICS”
[9] Kaveh L Afrasiabi: “Iran's Persian Gulf gambit takes shape”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten