UpdateHet incident in Khan Shaykhun op 4 april 2017 was voor Trump aanleiding om vanaf oorlogsschepen in de Middellandse Zee 59 Tomahawk raketten af te vuren op de vliegbasis in Shayrat. Dat gebeurde op een moment waarop niet bekend was wat er precies was gebeurd en wie eventueel schuldig was aan een aanval met chemische wapens. Achteraf bleek dat het incident was gefingeerd. Internationaal onderzoek leerde dat de helft van de vermeende slachtoffers in het ziekenhuis aankwamen vóór het tijdstip van het incident.
Maar Jens Franssen had zijn radiopubliek al laten weten dat “het regime van Assad” een aanval met sarin had uitgevoerd. Fake news dus op de publieke omroep.
En ook de ziekenhuisscène met kokhalsende kindertjes na de “sarin aanval door Assad” in Douma op 7 april 2018 was gefingeerd. Dat zegt Riam Dalati, een gereputeerde BBC-verslaggever die het incident ter plaatse heeft onderzocht. Het incident werd door de VS, het VK en Frankrijk gebruikt als voorwendsel om Syrische overheidsgebouwen en militaire installaties te bombarderen, en dat terwijl er over de toedracht niets vaststond en tenminste één NAVO-land wist dat het om een gefingeerde sarinaanval ging.
Daar waar de ziekenhuisscène wereldwijd tot in het absurde werd vertoond op de grote televisiestations bleef het oorverdovend stil over het relaas van Dalati. En ook onze publieke omroep kwam niet met een rechtzetting.
donderdag 14 februari 2019
De tendentieuze berichtgeving rond Iran en Syrië
Niet
iedereen in blij met de huidige Iraanse regering. Veel Iraniërs
willen meer vrijheid en een eind aan de corruptie. Maar zij wijzen
het Westerse imperialisme af. De tendentieuze berichtgeving over Iran
op het platform van onze publieke omroep is gevaarlijk want bereidt
de publieke opinie voor op gewelddadig Westers ingrijpen. Een oorlog
met Iran wordt geen lachertje.
‘Met
de herverkiezing van president Rouhani in 2017 hoopten de Iraniërs
op een betere toekomst. Maar vandaag staat uw land door mismanagement
en corruptie voor een economische en politieke crisis. Daar komen de
nieuwe Amerikaanse sancties nog eens bij toen president Trump zich
terugtrok uit de nucleaire deal. De bevolking moet tegen het regime
in opstand komen. Een nieuwe regering moet dringend orde op zaken
stellen’. Dat is in de bovenstaande aflevering van HARDtalk
van 15 augustus 2018 de boodschap van de Britse journalist Stephen
Sackur aan de Iraanse politicoloog Mohammad Marandi.
Professor
Marandi geeft toe dat de Iraanse economie door een diep dal gaat,
maar binnen enkele maanden zal stabiliseren. “Ons land heeft veel
zwaardere crises overwonnen. De Amerikanen willen het Iraanse volk
klein krijgen, maar dat zal niet lukken. Ja, er is protest, er zijn
demonstraties. De mensen hebben dat recht. Gebeurt zoiets in ons
land, dan spreekt de wereld over burgeroorlog. In het Westen heten
identieke demonstraties een verworven recht in een democratische
rechtsstaat. Ja, de sancties van maffiabaas Trump doen pijn”, aldus
Marandi.
Tendentieuze
berichtgeving van Jens Franssen over Iran
Aan
de beeldvorming over Iran schort in het Westen het één en ander. Zo
publiceerde Jens Franssen, journalist bij de Vlaamse publieke oproep
VRT, op 11 februari het artikel
‘In beeld: 40 jaar Iraanse revolutie’, dat samenviel met zijn
reportage
op Terzake TV over de Iraanse Volksmoedjahedien in Albanië. Zowel
het artikel als de reportage geven een vertekend beeld van de
werkelijkheid.
Anders
dan wat Franssen eufemistisch “oppositie en druk op het regime via
sociale media” noemt gaat het om het verspreiden van verachtelijk
fake news
vanuit een NAVO-lid en kandidaat-EU-lidstaat
door een groepering die
door de Amerikaanse geheime dienst financieel en logistiek wordt
gesteund. Het komt neer op een internetoorlog tegen Iran door leden
van de Mujahedin-e Khalq (MEK), een groep Iraanse dissidenten die tot
voor kort op de Amerikaanse lijst van terreurorganisaties stond en
daarvan werd
geschrapt om opportuniteitsredenen.
Franssen’s “druk op het regime” is dus in werkelijkheid
cyberterreur tegen een soeverein land dat al kreunt onder verlammende
eenzijdige Amerikaanse sancties.
Het zijn de beproefde imperialistische tactieken die aan een
militaire aanval voorafgaan.
Franssen
schrijft
dat
ayatollah Khomeini de macht greep en een “antiwesterse theocratie”
installeerde. Dat is tendentieuze
berichtgeving.
Het
terreurbewind
van
de
sjah was
dan pro-Westers want geïnstalleerd
na
de regime
change
operatie tegen de democratische regering van Mossadegh, het huidige
Iran
is daarmee
niet
antiwesters. Het land
wil goede betrekkingen met iedereen, maar
verzet
zich tegen de onrechtmatige
druk
van de VS, Israel, Saoedi-Arabië
en
enkele ex-koloniale Europese mogendheden. Wikipedia
plaatst de nieuwe Iraanse staatsvorm in de juiste context: in een
referendum sprak de bevolking zich uit voor een islamitische
republiek,
een staatsvorm die men ook in andere VN-lidstaten zoals Pakistan, en
Afghanistan aantreft. Met de regeringsvorm is dus niets mis.
Tegelijk
bagatelliseert Franssen de “erg bloedige oorlog” tussen Iran en
Irak in de tachtiger jaren. “Tijdens
de oorlog wordt gifgas ingezet. Zo’n half miljoen Iraakse en
Iraanse militairen komen om,” aldus
Franssen, die insinueert dat ook Iran chemische wapens gebruikte en
daarmee Iraakse slachtoffers maakte. In
werkelijkheid
viel
Saddam
Hoessein
Iran
binnen,
met
Amerikaanse
steun: bewapening,
inlichtingen,
doelwitcoördinaten
en
materiaal
voor
de productie van chemische
en
biologische
wapens.
Zo
konden Iraakse
troepen dagelijks chemische wapens inzetten
tegen Iraniërs. “Iraniërs
weten hoe chemische wapens ruiken” bloklettert Thomas Erdbrink op
11 november 2002 in NRC.
Alle resoluties in de Veiligheidsraad tegen deze manier
van oorlog voeren sneuvelden
door Amerikaanse
en
Britse
veto’s.
En
voor alle duidelijkheid: Iran
heeft nooit
(chemisch) teruggeslagen. Een decreet van Khomeini verbood
chemische wapens.
Jens
Franssen checkt zijn bronnen over chemische wapens in Syrië niet
Eerder
sprak
ondergetekende Jens Franssen al eens aan over zijn verwijzing in het
radioprogramma ‘De
Ochtend’ naar de fact-finding
missie
van
de
OPCW,
de
Organisatie
voor het Verbod op Chemische Wapens in Den Haag, rond
het
incident in
Khan Shaykhun (Syrië) op
4 april
2017 waar chemische wapens zouden zijn gebruikt. Het
OPCW-rapport
spreekt slechts van de site
of the incident,
maar Franssen
maakte
daar
ongegeneerd “bominslag”
van en verwees naar een Nederlandse anonieme bron (waarschijnlijk
een
lid van de Nederlandse diplomatieke
missie
bij de OPCW),
die “met aan zekerheid grenzende zekerheid” wist dat Assad de
schuldige was. Opnieuw tendentieuze informatie want
onbevestigde geruchten,
die de publieke opinie moet warm maken voor ingrijpen.
Franssen
verwees naar een OPCW-rapport dat slinks
zegt: “mensen zijn blootgesteld aan sarin, een chemisch wapen”
zonder opgave van de
manier waarop dat wapen
werd
ingezet. In een later
rapport zegt de OPCW:
“Er is sarin
gebruikt.
Dat is een zenuwgassubstantie.
Wij veroordelen deze
gruwel[ijke daad], die haaks staat op de normen van de Conventie”.
Geen van deze rapporten
bevestigt dat sarin als
wapen is gebruikt,
noch door het Syrische
regime. Maar Jens
Franssen zegt dat zijn bronnen de
Syrische president Assad
als schuldige aanwijzen. Tot op vandaag is daarvoor
geen enkel bewijs. Franssen was niet bereid op
Radio1 in prime time
zijn berichtgeving recht
te zetten, minstens te nuanceren. Al
wat hij deed was ondergetekende blokkeren op Twitter.
Jens
Franssen slaat zowel met zijn reportage als met zijn artikel de bal
goed mis. En dat is verwijtbaar want hij moet beter weten. Het is ook
gevaarlijk omdat zijn optreden op het platform van de publieke omroep
bijdraagt aan de beeldvorming bij het publiek op grond waarvan de VS
“eindelijk” Iran en Syrië militair kan aanvallen. In het geval
van Syrië deinsde president Obama daar voor terug toen hij werd
geïnformeerd over fake news over chemische aanvallen door het
regime van Assad en het Britse parlement groen licht voor een
coalition of the willing weigerde en ook het Amerikaanse
congres met vragen bleef zitten.
Directe
gewapende confrontatie in de Golf
Iran
viert deze
week zijn veertigste
verjaardag. Het
heeft zich tot
een belangrijke actor in de regio ontwikkeld.
Als
rivaal van Saoedi-Arabië
geeft
het steun
aan
Jemen, Irak en Syrië en heeft nauwe banden met de Libanese
sjiitische beweging Hezbollah die
een belangrijke
fractie vormt in de Libanese regering. Op
de Iraanse regering is veel
aan te merken. Veel
Iraniërs
willen
niet
alleen bevrijd worden
van
het huidige regime, maar ook van het Westerse
oriëntalisme en imperialisme. Tegen
die achtergrond is correcte berichtgeving
van essentieel belang.
Iran
verdient
de
Amerikaanse
sancties
niet.
Trump’s
bewering dat Iran zijn
verplichtingen niet
nakomt
wordt tegengesproken
door de VN-atoomwaakhond.
Wat
de Amerikaanse president
ook
beweert, hij voert
een hoog
risico campagne
om het regime in
Teheran
te provoceren, te
intimideren,
omver te werpen. Door
zijn funeste onwetendheid kon
de
president,
daartoe aangemoedigd door zijn oorlogszuchtige veiligheidsadviseur
John Bolton, wel eens belanden in een veel groter conflict dan een
eenvoudige crisis met
het oog op zijn herverkiezing.
Iran
kent ook hardliners.
President
Rouhani kon die tot op heden in bedwang houden, maar deze lieden
konden wel eens de macht grijpen. Dan
komt het
schrikbarende
vooruitzicht
van
een
directe
gewapende confrontatie in de Golf steeds
dichterbij.
Als
de vlam in de pan schiet loopt het echt uit de hand. Iran heeft
aangekondigd dat het de Straat van Hormuz zal afsluiten als het geen
olie meer kan uitvoeren. Er kunnen dan opnieuw raketten vallen
op Saoedische olietankers in de Rode Zee. De Amerikaanse marinebasis
in Bahrein kan ook een doelwit worden. Hoe reageren de
salonkrijgslieden Trump, Bolton en Pompeo dan? Die kunnen dan nog
moeilijk terugkomen op hun roekeloze oorlogstaal van de afgelopen
maanden. Het antwoord kan enkel
nog maar geweld zijn. Deze gestoorde
lieden
hebben elke weg naar diplomatie afgesneden.
Wordt
het conflict met Iran in Syrië uitgevochten?
De balans in het Iran-dossier
is treurig. Iran laat zich niet afpersen. Men mag kritiek hebben op
de islamitische republiek. Maar de bevolking komt niet in opstand. Er
komt geen tweede revolutie op bevel van Washington, om tegemoet te
komen aan Trump’s valse, primitieve ideeën over vrijheid en
democratie. In dit hele dossier heeft de VS zich van zijn Europese
vrienden en Russische en Chinese rivalen vervreemd. Tenzij er snel
iets verandert krijgt Trump gewild of ongewild zijn oorlog. Als we
president Rouhani mogen geloven wordt dat de “Moeder van alle
Oorlogen”.
Teheran
is
niet van plan te capituleren, en al zeker niet zonder serieuze
strijd.
Het probeert een
oorlog op allerlei manieren te vermijden, maar verwerpt de eisen van
Bolton en Pompeo die neerkomen op onvoorwaardelijke overgave. De
cultureel
rijke en trotse Iraniërs aanvaarden geen van
buiten opgelegde
regeringswissel,
zelfs niet onder druk van pijnlijke sancties. Dan
blijft de mogelijkheid
open om het
conflict - waar
vooral Israel op aanstuurt - buiten
de landsgrenzen uit te vechten, in
Syrië.
Maar
ook dat wordt geen lachertje.
Labels:
Afghanistan,
België,
China,
EU,
Groot-Brittannië,
Internationale organisaties,
Irak,
Iran,
Israel,
Jemen,
Libanon,
NAVO,
Pakistan,
Rusland,
Saudi Arabië,
Syrië,
VS
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten