

Men moet de Israëlische aanval op het hulpkonvooi zien als een poging om de Palestijnen te radicaliseren. Zo krijgt Israel de kans de indirecte onderhandelingen waar George Mitchell, de Midden-Oosten afgezant van president Barack Obama, zich zo voor inspant, nog voor die zijn begonnen te kelderen.

De Zionistische veiligheidsdoctrine lag al vast voor de stichting van de staat Israel door David Ben-Gurion, de eerste premier. Om zijn veiligheid en overleving in een vijandige omgeving te garanderen moest Israel militair de baas van de regio zijn, sterker dan welke coalitie van tegenstanders ook. Israel mag zich nooit zwak tonen en nooit nalaten om op elke uitdaging krachtig te reageren, zelfs als die wordt gesteld door ongewapende pro-Palestijnse vredesactivisten. “Nooit meer!” is de slagzin van een strijdlustige en onverstoorbare Joodse staat.

Vandaag ziet Israel in Iran zijn belangrijkste bedreiging. Als het de Iraanse nucleaire installaties aanvalt wil het zeker zijn dat Amerika meedoet, het werk afmaakt en Israel beschermt tegen elke tegenactie. Om zich van die Amerikaanse steun te verzekeren moet het zich vastberaden tonen om elke bedreiging van zijn suprematie, hoe nietig ook, de kop in te drukken. De aanval op het Gaza konvooi moet daarom misschien worden gezien als politieke en psychologische voorbereiding voor een aanval op Iran. In Netanyahu’s denktrant, en ook in die van Obama, sluit de strijd van Israel met de Palestijnen aan op het geschil met Iran. Voor Netanyahu natuurlijk een uiterst riskante en kostbare strategie. Israel ligt nu overhoop met een groot deel van de wereld. De haat tegen de Joodse staat neemt toe, en niet alleen onder Moslims, wat gepaard gaat met de onvermijdelijke dosis antisemitisme. De “ontwettiging” van Israel - waar veel Joodse intellectuelen in de VS en Europa zich zorgen over maken - zal alleen maar toenemen.
Israel zal wel zwichten onder de internationale druk en de belegering van Gaza opheffen. Egypte komt onder druk van zijn bevolking om de betrekkingen met Israel te verbreken. De Egyptische president Husni Mubarak, die door veel Arabieren van medeplichtigheid met de blokkade van Gaza wordt beschuldigd, liet de Rafa grensovergang al openstellen voor hulpgoederen. Jordanië, dat goede relaties met Israel onderhoudt, zou ook gedwongen kunnen worden om zich van Israel te distantiëren. En ook Turkije, ooit Israëls bondgenoot, behoort nu tot het vijandige kamp. Dat is de zwaarste prijs die Israel moet betalen voor de gewelddadige onderdrukking van de Palestijnen, voor zijn honger naar land en zijn buitensporige regionale ambities. De crisis is uitgegroeid tot een strijd om regionale hegemonie tussen Israel en Turkije. Ter illustratie wijst Patrick Seale op de uitspraak van de rechtse Israëlische commentator Mordechai Kedar op Ynet vorige week: “Wie is de baas in deze regio?... De macht van het Ottomaanse Rijk, dat er opnieuw naar streeft de lakens uit te delen in het Midden-Oosten ... moet aan de kust van Gaza de kop worden ingedrukt”.
Ook de VS zal een zware prijs moeten betalen voor het agressieve gedrag van Israel. Zijn moeilijke bondgenoot is een last geworden. Ziedaar Obama’s dilemma. Als hij Israel het vuur aan de schenen legt, wat hij ongetwijfeld graag doet, loopt hij binnenlandse politieke schade op. Treedt hij niet op, dan beschadigt hij zijn reputatie in het buitenland. Blijft de vraag of de internationale crisis zal leiden tot een binnenlandse crisis in Israel. Het is niet uitgesloten dat de Israëlische publieke opinie, verontrust door de wereldwijde vijandige reacties en bang om de Amerikaanse steun te verliezen, in opstand komt tegen de onverzoenlijke en gevaarlijke politiek van Netanyahu. Die zou wel eens tot aftreden gedwongen kunnen worden en nieuwe verkiezingen onder ogen moeten zien. Een uitkomst waar Obama misschien om bidt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten