“The borders of Israel and Palestine should be based on the 1967 lines with mutually agreed swaps, so that secure and recognized borders are established for both states.” Dat zei president Obama in zijn “Arab spring” toespraak op 19 mei 2011, aan de vooravond van het bezoek van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu aan Washington. De Amerikaanse president vindt dus dat de grenzen tussen Israel en Palestina moeten worden gebaseerd op die van 1967, met wederzijds overeengekomen uitruil van gronden om tot veilige en erkende grenzen voor beide staten te komen. Daarmee wil Obama dat partijen onderhandelen over een oplossing die alleen maar kan leiden tot een versnipperde, machteloze Palestijnse staat. De verwijzing naar “uitruil van land” maakt voor Israel immers de weg vrij om de grote stroken land op de bezette Westelijke Jordaanoever te houden die het zich toe-eigende voor het bouwen van illegale nederzettingen. [1]
Vrijwel onmiddellijk volgde de aanval van de rechtse Israëlische Likoed partij en de Amerikaanse Republikeinen. Tevoren zou Netanyahu zelfs hebben getelefoneerd met minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton met de vraag om de opmerking uit de toespraak te verwijderen, telefoongesprek dat leidde tot een discussie met medewerkers van Obama en 35 minuten uitstel van de toespraak. Het feit dat de inhoud van de toespraak werd afgestemd met de regering Netanyahu spreekt boekdelen over de “speciale” relatie tussen de VS en Israel. Voor zijn vertrek naar de VS wees Netanyahu in een verklaring Obama’s voorstel ijskoud van de hand, onder het mom dat die haaks staat op de positie van de regering Bush dat gegeven “de nieuwe feiten op het terrein” het niet realistisch is een “volledige en totale” terugkeer naar de grenzen van voor 1967 te verwachten. Daarbij herhaalde de premier zijn eis dat de Palestijnen Israel als “het rijk van het Joodse volk” moeten erkennen - waarmee de Palestijnse Arabieren in Israel zich zouden blootstellen aan een nieuwe ronde van etnische zuivering - als voorwaarde voor elke regeling.
Maar Obama week in zijn uitspraak in essentie niet af van het standpunt van zijn voorganger. Wat verder opviel was dat hij niets zei over de illegale nederzettingen, noch over de voortdurende Israëlische aanvallen op Palestijnen, waaronder de recente waarbij 16 ongewapende demonstranten werden doodgeschoten en ruim 100 gewond. De kritiek van Netanyahu was vooral gericht op zijn politieke aanhang onder de fanatieke kolonisten op de Westelijke Jordaanoever en het fascistoïde Israëlische rechts. Kritiek die werd gesteund door belangrijke Republikeinen, waaronder presidentskandidaten. Zo beschuldigde Mitt Romney de president ervan “Israel onder de bus te hebben geduwd” en “zijn kansen om over vrede te onderhandelen te hebben ondermijnd”, en Eric Cantor dat zijn voorstel “onze speciale relatie met Israel ondermijnt en de mogelijkheid van onze bondgenoot verzwakt om zich te verdedigen.” Maar Netanyahu zette de Amerikaanse president pas echt in zijn hemd tijdens de persconferentie na hun onderhoud. Obama stelde zich verzoenend op, maar Netanyahu liet er geen twijfel over bestaan dat hij elke onderhandeling over de grenzen van 1967 van de hand wijst.
De harde opstelling van Netanyahu leverde hem een vernietigend redactioneel artikel in de Israëlische kwaliteitskrant Haaretz op. [2] “Men mag zich afvragen welk meningsverschil nu groter is, dat tussen Israel en de Palestijnen of tussen Israel en de Verenigde Staten”, zo luidt het. “Netanyahu liegt het Israëlische publiek voor en leidt de Amerikaanse regering om de tuin als hij stelt dat Israel’s huidige grenzen onverdedigbaar zijn. Grenzen op zichzelf garanderen geen veiligheid. Maar grenzen die erkend zijn door de internationale gemeenschap geven het land de legitimiteit om zijn soevereiniteit te verdedigen. Zulke grenzen heeft Israel niet”, aldus de Haaretz redactie, die zich heel wat duidelijker uitlaat dan de Nederlandse media. Het NOS journaal van 20 mei 2011 komt niet veel verder dan de vaststelling dat het gebrek aan vertrouwen tussen Obama en Netanyahu lijkt te zijn omgeslagen in onversneden wantrouwen. NOS correspondent in Tel Aviv Sander van Hoorn beantwoordde de vraag “kunnen zij het ooit eens worden” met: “ze zullen wel moeten, ze hebben elkaar nodig, Obama heeft het Congres nodig … daar zitten de vrienden van Israel.” Zie de onderstaande video.
Het NOS journaal en Sander van Hoorn slaan de plank echter mis. Obama heeft wel degelijk alle troeven in handen. Op het podium van de VN heeft hij plechtig beloofd dat een onafhankelijk Palestina tegen de herfst van 2011 het levenslicht zal zien en volledig lid van de VN wordt. Een belofte die hij zonder meer kan waarmaken. Maar waarom laat de president zich dan keer op keer aftroeven door harde pro-Israel lobbyisten, die tegen het belang van de VS in onvermoeibaar werken tegen onafhankelijkheid voor Palestina? [3] Het door de Republikeinen gecontroleerde Huis van Afgevaardigden mag de premier van Israel die zich verzet tegen vrede dan hebben uitgenodigd op 24 mei 2011 een toespraak te houden voor een gezamenlijke zitting van het Congres, maar de president hoeft zich daar absoluut niet door te laten ontmoedigen. In het Amerikaanse systeem heeft het Congres de controle over de begroting, maar het buitenlands beleid wordt gevoerd door de uitvoerende macht, in casu het Witte Huis, niet door de wetgevende macht, het Congres. [4] Vanwaar dan de koudwatervrees van de president? Waarom drukt hij zijn wil niet door? Welnu, dat heeft alles te maken met de komende presidentsverkiezingen. De president wil een tweede termijn. En bekrompen politieke krachten blijven proberen het Amerikaanse beleid om te buigen in het voordeel van een schurkenstaat die zich onverkort verzet tegen de wil van de wereldgemeenschap.
Tegen de achtergrond van de “Arabische lente” heeft Obama een unieke kans om te wegen op de Amerikaanse buitenlandse politiek. Al wat hij moet doen is zeggen waar het op staat. Een Amerikaans buitenlands beleid dat spoort met Amerikaanse waarden kan van doorslaggevende betekenis zijn om vrede en gerechtigheid te bereiken in het Midden Oosten. Maar of we dat van deze Amerikaanse president mogen verwachten moet men alleszins betwijfelen. Keer op keer blijken Obama’s echte loyaliteiten immers eerder bij het Zionistisch project dan bij de Palestijnen te liggen. [5] Krijgt de befaamde Amerikaanse historicus en politicoloog Howard Zinn dan gelijk toen hij enkele dagen voor zijn overlijden ruim een jaar geleden zijn mening over het eerste jaar van Barack Obama, de eerste “zwarte” president van Amerika, gaf: “Ik heb intensief gezocht naar een hoogtepunt. In zijn optreden en beleidsdaden blinkt hij op geen enkele manier uit. Ik denk dat hij met zijn welsprekendheid de mensen verblindt. Men moet zo langzamerhand inzien dat Obama een middelmatige president wordt, wat, gegeven de uitdagingen waar we voor staan, een gevaarlijke president betekent”. [6]
[1] Bill Van Auken: “Netanyahu snubs Obama over 1967 border remark”
[2] Haaretz editorial: “Today's borders are the 'indefensible' ones”
[3] Daoud Kuttab: “What Obama Should Say”
[6] Ibid: “Barack Obama, de wankelmoedige Nobel laureaat in het Witte Huis”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten