Over het Israël-Palestina conflict is op Geopolitiek in perspectief al heel wat geschreven. Vandaag laten we de vredesactivist Miko Peled [1] aan het woord. Peled stamt uit een bekende Zionistische familie. Zijn grootvader, Avraham Katznelson [2], was - als lid van de Va'ad Le'umi, [3] de Joodse Nationale Raad in het Britse Mandaatgebied Palestina - op 14 mei 1948 medeondertekenaar van de Israëlische onafhankelijkheidsverklaring. Miko’s vader, Matti Peled, [4] vocht eerst als jong officier in de oorlog van 1948, en later als generaal in de oorlog van 1967, toen Israël de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook, de Golanhoogvlakte, en de Sinaï veroverde. Het verhelderende beeld dat Miko Peled schetst ligt in het verlengde van de visie van zijn vader. Generaal Peled was een oorlogsheld die zich allengs ontpopte tot vredesactivist, zoals dit met vele andere Israëliërs het geval is.
Miko Peled is ervan overtuigd dat Israël/Palestina één staat is, in weerwil van de afscheidingsconstructie, de gigantische investering in infrastructuur in de bezette gebieden, de steden en de nederzettingen. De snelwegen die de nederzettingen met elkaar verbinden en de Palestijnen niet mogen gebruiken delen de Westelijke Jordaanoever op in bantoestans. Dit alles doet elk uitzicht op een leefbare Palestijnse staat teniet. De realiteit is immers dat Israëliërs en Palestijnen worden bestuurd door één regering, de Israëlische. Voor elk van deze bevolkingsgroepen gelden echter verschillende wetten. De kern van Peled’s conclusie is het besef dat Israëliërs en Palestijnen in vrede en als gelijken kunnen samenleven in hun gedeelde vaderland. In de bovenstaande video [5] leest Miko Peled passages voor uit zijn boek The General’s Son, dat later dit jaar uitkomt bij Just World Books [6], en citeert daaruit de volgende drie mythes [7]:
Eerste mythe: een land zonder volk (1948). In onze jeugd werd ons ingeprent dat de Arabieren Israël hadden verlaten, deels uit eigen beweging, deels op aanwijzing van hun zogenaamde leiders. Het leek dus moreel oké ons hun grond en huizen toe te eigenen. Het kwam dan ook nooit bij ons op dat, zelfs indien ze werkelijk vrijwillig waren vertrokken, wij niet het recht hadden hen te beletten terug te keren.
"Dit alles tart met de werkelijkheid. Israëlische historici bevestigen dat Israël is gesticht op de ruïnes van Palestina. Palestina was in 1948 weliswaar nog geen staat, het had wel alle kenmerken van een staat in wording. Het enige wat ontbrak was een leger, er was zelfs geen militie. En de stichting van de staat Israël was geen strijd op goed geluk, waarbij de Arabieren, onder druk van hun leiders, hun huizen ontvluchtten, maar een eenzijdige, systematische etnische zuiveringscampagne door de Joodse milities, die gepaard ging met bloedbaden, terrorisme en grootschalige plundering van een hele natie."
Tweede mythe: de existentiële bedreiging van 1967. De legers van drie Arabische staten rukten ons land binnen, en de Joodse strijdkrachten slaagden er op miraculeuze wijze in hen allen te verslaan en uitgestrekte stukken land te veroveren.
"Het doel van de oorlog was verovering. Bij mijn research kwam ik interessante passages in de notulen van kabinetsvergaderingen tegen. In een stormachtige vergadering op 2 juni 1967 tussen de IDF-top [8] en het Israëlische kabinet stelde mijn vader, generaal Matti Peled, ondubbelzinnig dat de Egyptenaren nog tenminste anderhalf jaar nodig hadden om gereed te zijn voor een grootschalige oorlog. Zijn punt was dat het nu de tijd was om een vernietigende slag toe te brengen aan het Egyptische leger." De aanval werd dus niet ondernomen vanwege een existentiële bedreiging, maar omdat het Egyptische leger niet voorbereid was en het een kans was om het opnieuw te vernietigen.
"De andere generaals waren akkoord, maar het kabinet aarzelde. De Premier [9] leek terug te deinzen voor een grootschalige oorlog. Zijn weifelende houding leidde tot een heftige discussie. Mijn vader zei tegen de Premier: "President Nasser zet een slecht voorbereid leger in omdat hij rekent op de besluiteloosheid van het kabinet. Hij is ervan overtuigd dat wij niet zullen aanvallen. Uw aarzeling werkt in zijn voordeel." Tenslotte beschuldigde hij de Premier ervan het leger te beledigen, een leger dat nog nooit een veldslag had verloren, door het de toestemming om nu aan te vallen te onthouden." De notulen spreken nergens over een existentiële bedreiging, enkel over een kans om de macht van Israël te laten gelden. En zo viel het besluit om op 5 juni 1967 aan te vallen.
"De verrassingsaanval leidde tot de volledige vernietiging van de Egyptische luchtmacht, uitdunning van het leger van Egypte, de herovering van de Gazastrook, en het schiereiland Sinaï, en dat binnen een paar dagen. Het Israëlische leger wist ook dat het bij het Syrische leger een janboel was en dat de Jordaniërs geen partij waren voor de machtige IDF. Nadat de veldtocht tegen Egypte zo soepel was verlopen, vestigden de generaals hun aandacht op de Westelijke Jordaanoever en de Golanhoogten, twee regio’s die Israël al vele jaren had begeerd. Beide beschikten over strategische waterbronnen en heuvels die uitkeken op Israëlisch gebied, terwijl de Westelijke Jordaanoever het centrum van het Bijbelse Israël in zich sloot, met het kroonjuweel, de oude stad Jeruzalem. In zes dagen was alles achter de rug. Het aantal Arabische slachtoffers werd geschat op 15.000, het Israëlische op 700. Het gebied dat Israël nu onder controle had, was bijna verdrievoudigd. En het had niet alleen gebied en hulpbronnen verworven, maar ook de grootste voorraden Russische wapens buiten Rusland. Israël had zich opnieuw doen gelden als de sterkste macht in de regio.
Op de eerste wekelijkse vergadering van de Generale Staf na de Zesdaagse Oorlog, jubelde stafchef Yitzhak Rabin de overwinning uit. Maar tegen het einde van de vergadering vroeg mijn vader het woord. Hij stelde de unieke Israëlische kans aan de orde die de overwinning bood, om het Palestijnse probleem voor eens en voor altijd op te lossen. Voor het eerst in de Israëlische geschiedenis stonden de Israëliërs oog in oog met de Palestijnen, zonder de aanwezigheid van andere Arabieren. Ze hadden nu de kans om hen een eigen staat aan te bieden op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza. Hij stelde met nadruk dat het in Israëlisch bezit behoud van de Westelijke Jordaanoever, met de daar woonachtige bevolking, haaks stond op de Israëlische lange termijn strategie. Er zou zeker volksverzet tegen de bezetting ontstaan en het Israëlische leger zou daartegen moeten worden ingezet, met desastreuze en demoraliserende gevolgen. Zo zou de Joodse staat zich ontwikkelen in een steeds gewelddadiger bezettingsmacht en uiteindelijk in een binationale staat." En dat is precies de realiteit van vandaag, bijna 4½ decennia later.
Derde mythe: de Israëlische democratie
Zuid-Afrika heeft een soortgelijk parcours doorlopen. Daar kwam een einde aan de gelegaliseerde segregatie, discriminatie en racisme. Dit jaar zien wij hoe de Arabische leiders in het Midden-Oosten zich vastklampen aan de macht. Ook de Zionisten houden vast aan het idee dat een racistisch regime kan overleven, dat onrecht en gruwel kan voortduren en de misdaden tegen andersdenkenden straffeloos blijven. Maar de Zionistische droom van een etnisch homogene staat is vernietigd door de Zionisten zelf. Hun onverzadigbare honger naar land heeft een binationale staat gecreëerd waar bijna de helft van de bevolking Joden noch Israëliërs zijn, maar Arabische Palestijnen, zonder rechten. Het vreedzaam verzet van de Palestijnen - gesteund door gewetensvolle Israëli’s - zal leiden tot een binationale staat waar een ieder dezelfde rechten heeft en vreedzaam samenwoont.
***
De onthullingen van Miko Peled zijn voor ingewijden niet geheel nieuw. De afgelopen decennia gingen Avi Shlaim, Bennie Morris, Tom Segev, Simha Flapan, Egbert Talens, [10] en vele anderen hem voor in het aanreiken van onthullende informatie. Toch moeten wij uitzien naar de publicatie van Miko’s boek, dat de inkeer van de generaal die zo sterk aandrong op wat de geschiedenis inging als de Zesdaagse Oorlog -- die geen verdedigingsoorlog, maar een agressieve veroveringsoorlog was -- tot uitgangspunt heeft. Een oorlog die de grenzen drastisch verlegde, grenzen die tot op de dag van vandaag onderwerp zijn van heftige discussie en debat.
[1] Alternate Focus: “The General’s Son”
[2] PIWP database: “Avraham Katznelson”
[3] Ibid: “Jewish National Council of Palestine (Vaad Leumi)”
[4] Wikipedia: “Mattityahu Peled”
[5] YouTube: “The General’s son”
[6] zie de Just World Books website
[7] zie ook Geopolitiek in perspectief: “Het Israel-Palestina conflict hangt van mythes aan elkaar”
[8] Israeli Defence Forces (IDF), het Israëlische leger, zie Wikipedia: ”Israëlische defensieleger”
[9] zie Wikipedia: “Levy Eshkol”
[10] zie diens artikelen op deze weblog onder de label “bijdrage van Egbert Talens”
5 opmerkingen:
Ofschoon ik niet kapot ben van de wijze waarop Miko Peled zijn koopwaar aan de man brengt, kan ik mij in de strekking van zijn verhaal volledig vinden. Uit zijn benadering komt echter niet naar voren, hoe van 'Israëlische' kant de verovering, c.q. bevrijding, van Yesha, op touw werd gezet. [Yesha = Judea en Smaria] Óf Miko heeft onvoldoende gesnuffeld in de Israëlische staats-archieven, óf hij heeft over relevante info heen gekeken, óf... deze info bevindt zich dáár niet. Met 'Israëlische' bedoel ik aan te geven, dat slechts een uiterst kleine groep Israëliërs in het diepste geheim heeft gewerkt aan een plan, dat die bevrijding van Yesha als doel had. Vanaf 1951 vonden die voorbereidingen plaats. En het was mede daardoor dat (de) Israëlische leiders, politiek én militair, na de Zesdaagse Oorlog ongevoelig bleven voor oproepen, o.a. zoals die van generaal Matti Peled, de Westelijke Jordaanoever en de strook van Gaza aan de Palestijnen te laten. Zo'n oproep kwam tevens van Uri Avneri c.s., en ook hij kwam van een koude kermis thuis...
Miko Peled is te slordig met zijn uiteenzetting over de gang van zaken rond de tot-stand-koming van Israël, en de latere wederwaardigheden van deze staat. Te hopen valt dat in zijn boek de zaken wat helderder en in elk geval kloppend worden omschreven. In elk geval zit Miko op de goede lijn, die inhoudt dat er voor beide partijen een lans wordt gebroken.
Egbert Talens.
This post was an interesting read, though these "myths" that he is shattering have been shattered a long time ago amongst the liberal crowd in Israel. I agree with most of what he says, and think it is important you gave a stage to his point of view for people in Holland to be more aware.
Dear Yermi Brenner,
Worthwhile remark! Do have a question though: how long will it take the liberal crowd in Israel to see to it that Miko Peleds views, and yours, and those views by that crowd, are going to change the political agenda of thís Israel? No time to lose, I´d say.
Hi Talens,
The liberal crowd in modern Israel is a minority - a shrinking minority.
People like Miko Peled are often viewed as extreme leftists and traitors by the Israeli mainstream,
I agree with you there is no time to waste but I am not optimistic about Israel's policy's regarding the Palestinians changing anytime soon.
Egbert,
Those who wish both Israelis and Palestinians well understand that without outside help things will not change for the better. As Mr Brenner pointed out, the “liberal crowd in Israel” is a minority. It is well known that its shrinking has everything to do with undue pressure from within, which has led to the departure of many imminent voices, for example Ilan Pappe (“The Ethnic Cleansing of Palestine”). Some go so far as saying that Israel is moving to fascism. Immigrated Jews from Russia reveal themselves pretty much as politically on the extreme right and as settlers in occupied territory they behave accordingly. Under the circumstances, the Israeli political spectrum is moving more and more to the right, with ever less interest in a settlement of the Israeli-Palestinian conflict. Consequently, it is up to the international community, which supported the creation of the state of Israel, to hold the country to account. That requires consistent communication, in all forms. Communication as an antidote to the Israeli PR machine. And it will take courage by Western politicians. See for example http://geopolitiek-in-perspectief.blogspot.com/2010/11/what-obama-could-have-said-in-his.html , http://geopolitiek-in-perspectief.blogspot.com/2011/06/israel-blijft-voor-nederland-het.html , http://geopolitiek-in-perspectief.blogspot.com/2011/05/de-teleurstellende-arabische-lente.html , http://geopolitiek-in-perspectief.blogspot.com/2010/10/barack-obama-president-van-amerika-waar.html , http://geopolitiek-in-perspectief.blogspot.com/2010/09/het-vredesproces-israel-palestina.html , http://geopolitiek-in-perspectief.blogspot.com/2010/06/het-amerikaanse-midden-oosten-beleid-op.html. Last, but by no means least, I feel Mr Brenner as an Israeli video journalist is doing more than his bit in reporting injustices with which the Palestinians have to cope, see his various articles on ‘Geopolitiek in perspectief’ as a guest author. So rather than encouraging the Israeli opposition, perhaps we must push our Western governments to take their responsibility. They can do so in September in the UN, hey can do so in September in the UN, where the Palestinians will seek international recognition of their State. I understand the pro Israel Lobby, rightist forces in the US and even the White House are putting undue pressure on the Palestinians to drop their intention to this effect, as a veto would seriously embarrass the US. So, communication, protests, demonstrations, letters to the editor, boycotts, …, by all peace loving people. On the double.
Een reactie posten