donderdag 1 april 2010
Het conflict Israël-Palestina
Samenvatting van de ontwikkelingen in de regio Palestina gedurende de laatste anderhalve eeuw
(auteur: Egbert Talens)
Deel 1: de totstandkoming van de staat Israël
Een Joodse staat is een politieke ideologie die inspeelt op de wens van Joden te wonen in een eigen, Joods, gebied. Bij het moderne Israël gaat het om gebied waar Israëlitische (voor)ouders leefden en woonden. Sinds vele eeuwen hebben er Joden gewoond in dit gebied, dat diverse namen had: Judea, Samaria, Israel en daarvoor zelfs Canaän. De naam Palestina ontstond toen Romeinen het gebied verdeelden in Palestina I, II en III. Latere heersers (Kruisvaarders, Arabieren) leggen het gebied hun stempel op. Vanaf 1518 beheersen Ottomanen het gebied. Ze delen het gebied op in Vilayets en Sanjaks, terwijl Jeruzalem een Mutasarriflik (vrije vertaling van deze Turkse term: subprovincie, district) wordt. In 1917 wordt Jeruzalem ingenomen door generaal Allenby. Palestina was een soort zuidelijke provincie in Syrisch gebied. Van een staat Palestina was nooit sprake, maar de regio Palestina was onder die naam wel bekend.
Rond 1860 kwam in (Oost-)Europa een beweging op gang, die tot doel had een Joodse staat te stichten. Daarbij wordt vooral Theodor Herzl genoemd. Overleden in 1904 maakte Herzl de stichting van Israël (dus) niet mee. Maar Chaim Weizmann, in dit verband ook een veel voorkomende naam, werd de eerste president van Israël. David Ben-Gurion zal voor velen nog bekender klinken. Op het eerste Zionistische Congres (Basel 1897) was voor de stichting van de Joodse staat de keus gevallen op de regio Palestina. Het plan was deze regio, aan het eind van de 19e eeuw nog onderdeel van het Ottomaanse Rijk, aan deze sukkelende Reus op Lemen Voeten te onttrekken. Andere regio's als Argentinië en Uganda waren afgevallen wegens gebrek aan bijzondere relatie met Joden.
Ben-Gurion zoekt vanaf het begin van WO-I steun bij de Britten. Op 2 november 1917 laten die weten dat ze het idee van een Nationaal Tehuis in Palestina voor het Joodse volk steunen. Dat leidt tot de Balfour Declaration. Als na WO-I de Volkerenbond Groot-Brittannië een Mandaat voor Palestina verleent en in de statuten de Balfour Verklaring wordt meegenomen, lijkt het streven naar de Joodse staat in Palestina op weinig tegenstand meer te stuiten. Op dat moment viel nog nauwelijks iets te ontdekken van de grootste ramp ooit die het Joodse volk op het punt stond te overkomen...
Vanaf 1880 trokken Joodse pioniers naar Palestina, waar ze met nederzettingen een eigen bestaan probeerden op te bouwen. Financiële ondersteuning (van o.a. de Rotschilds) maakte deze ontwikkelingen mogelijk, al ging een en ander wel gepaard met tegenstand vanuit (de) niet-joodse geledingen in Palestina. Onlusten, waarbij ook doden vielen, beloofde weinig goeds voor de Palestijnse regio en voor de Britse mandataris, die verplichtingen had tegenover alle gemeenschappen. Het 'land' rijp maken voor zelfbestuur, zo luidde de richtlijn vanuit de Volkerenbond.
Als de Duitse Nazi’s het in tal van Europese landen voor het zeggen krijgen breekt voor de Joden een rampzalige periode aan. Nergens zijn ze veilig, hoewel velen erin slagen nog weg te komen, o.a. naar Palestina. Na de duizenden Joden die gedurende de eerste en tweede Aliya (emigratie) naar Palestina waren getrokken komen duizenden vluchtelingen hun gelederen versterken. Het wantrouwen bij de Palestijnse Arabieren groeit. Wat gebeurt er als zij geen meerderheid meer vormen? Nadat de nazi’s zijn verslagen pakken de Europese landen de draad weer op en slaan de hand aan de ploeg. Van het Joodse volk heeft slechts een handjevol de enorme ramp, de Sho'a, overleefd. Miljoenen werden vermoord, vertrapt, vergast. Wat nu?
Tijdens WO-II blijft Ben-Gurion c.s. volledig bij de les. Direct met het ter ziele gaan van de Volkerenbond (1939) voorziet hij de opvolger ervan, de Verenigde Naties. Dit politieke lichaam wordt opgericht in 1945. Die VN zal de erfenis van de Volkerenbond moeten overnemen, is de opvatting van de politieke zionisten. De Britten zien eindelijk in dat ze er niet in zullen slagen de Mandaatopdracht te vervullen, omdat de wederzijdse partijen er onverzoenlijke standpunten op na blijven houden. Palestina staat aan de vooravond van complete chaos. In februari 1947 besluit Groot-Brittannië het Palestina-mandaat terug te geven aan de VN. Vanaf 2 april 1947 zwoegen commissies en delegaties van de VN maanden dag en nacht aan een oplossing. Met een twee-derde meerderheid in de Algemene Vergadering voor VN-resolutie 181-II, slepen de politieke zionisten de zozeer gewenste internationaalrechtelijke steun voor hun Joodse Staat in de wacht. Grote vreugde alom in het Joodse kamp. Trieste grafstemming onder de niet-joodse Palestijnen.
Zouden de oorspronkelijke politieke zionisten hun project onder de maatschappelijke verhoudingen van vandaag nog realiseerbaar zien? In haar boek Land and Power stelt professor Anita Shapira: “Zionism was late in coming”. Ik waag mij aan de stelling dat de huidige staat Israël misschien te laat tot stand is gekomen. Dat is niet zonder slag of stoot gegaan. Het feit dat Palestina een bewoond gebied was maakte het politiekzionistische project uitermate gecompliceerd. Herzl wilde af van de oorspronkelijke niet-joodse gemeenschappen. Sommigen bagatelliseren de aanwezigheid van deze gemeenschappen en verwijzen naar immigratie naar het gebied waar de Joodse pioniers een zekere welvaart hadden gebracht. Het staat vast dat voor de komst van de Joodse pioniers al Palestijnse 'Jaffa's', bananen en citroenen, de Europese markten bereikten. De plantages van de Palestijnse fellahin waren verre van onderontwikkeld.
(wordt vervolgd)
(auteur: Egbert Talens)
Deel 1: de totstandkoming van de staat Israël
Een Joodse staat is een politieke ideologie die inspeelt op de wens van Joden te wonen in een eigen, Joods, gebied. Bij het moderne Israël gaat het om gebied waar Israëlitische (voor)ouders leefden en woonden. Sinds vele eeuwen hebben er Joden gewoond in dit gebied, dat diverse namen had: Judea, Samaria, Israel en daarvoor zelfs Canaän. De naam Palestina ontstond toen Romeinen het gebied verdeelden in Palestina I, II en III. Latere heersers (Kruisvaarders, Arabieren) leggen het gebied hun stempel op. Vanaf 1518 beheersen Ottomanen het gebied. Ze delen het gebied op in Vilayets en Sanjaks, terwijl Jeruzalem een Mutasarriflik (vrije vertaling van deze Turkse term: subprovincie, district) wordt. In 1917 wordt Jeruzalem ingenomen door generaal Allenby. Palestina was een soort zuidelijke provincie in Syrisch gebied. Van een staat Palestina was nooit sprake, maar de regio Palestina was onder die naam wel bekend.
Rond 1860 kwam in (Oost-)Europa een beweging op gang, die tot doel had een Joodse staat te stichten. Daarbij wordt vooral Theodor Herzl genoemd. Overleden in 1904 maakte Herzl de stichting van Israël (dus) niet mee. Maar Chaim Weizmann, in dit verband ook een veel voorkomende naam, werd de eerste president van Israël. David Ben-Gurion zal voor velen nog bekender klinken. Op het eerste Zionistische Congres (Basel 1897) was voor de stichting van de Joodse staat de keus gevallen op de regio Palestina. Het plan was deze regio, aan het eind van de 19e eeuw nog onderdeel van het Ottomaanse Rijk, aan deze sukkelende Reus op Lemen Voeten te onttrekken. Andere regio's als Argentinië en Uganda waren afgevallen wegens gebrek aan bijzondere relatie met Joden.
Ben-Gurion zoekt vanaf het begin van WO-I steun bij de Britten. Op 2 november 1917 laten die weten dat ze het idee van een Nationaal Tehuis in Palestina voor het Joodse volk steunen. Dat leidt tot de Balfour Declaration. Als na WO-I de Volkerenbond Groot-Brittannië een Mandaat voor Palestina verleent en in de statuten de Balfour Verklaring wordt meegenomen, lijkt het streven naar de Joodse staat in Palestina op weinig tegenstand meer te stuiten. Op dat moment viel nog nauwelijks iets te ontdekken van de grootste ramp ooit die het Joodse volk op het punt stond te overkomen...
Vanaf 1880 trokken Joodse pioniers naar Palestina, waar ze met nederzettingen een eigen bestaan probeerden op te bouwen. Financiële ondersteuning (van o.a. de Rotschilds) maakte deze ontwikkelingen mogelijk, al ging een en ander wel gepaard met tegenstand vanuit (de) niet-joodse geledingen in Palestina. Onlusten, waarbij ook doden vielen, beloofde weinig goeds voor de Palestijnse regio en voor de Britse mandataris, die verplichtingen had tegenover alle gemeenschappen. Het 'land' rijp maken voor zelfbestuur, zo luidde de richtlijn vanuit de Volkerenbond.
Als de Duitse Nazi’s het in tal van Europese landen voor het zeggen krijgen breekt voor de Joden een rampzalige periode aan. Nergens zijn ze veilig, hoewel velen erin slagen nog weg te komen, o.a. naar Palestina. Na de duizenden Joden die gedurende de eerste en tweede Aliya (emigratie) naar Palestina waren getrokken komen duizenden vluchtelingen hun gelederen versterken. Het wantrouwen bij de Palestijnse Arabieren groeit. Wat gebeurt er als zij geen meerderheid meer vormen? Nadat de nazi’s zijn verslagen pakken de Europese landen de draad weer op en slaan de hand aan de ploeg. Van het Joodse volk heeft slechts een handjevol de enorme ramp, de Sho'a, overleefd. Miljoenen werden vermoord, vertrapt, vergast. Wat nu?
Tijdens WO-II blijft Ben-Gurion c.s. volledig bij de les. Direct met het ter ziele gaan van de Volkerenbond (1939) voorziet hij de opvolger ervan, de Verenigde Naties. Dit politieke lichaam wordt opgericht in 1945. Die VN zal de erfenis van de Volkerenbond moeten overnemen, is de opvatting van de politieke zionisten. De Britten zien eindelijk in dat ze er niet in zullen slagen de Mandaatopdracht te vervullen, omdat de wederzijdse partijen er onverzoenlijke standpunten op na blijven houden. Palestina staat aan de vooravond van complete chaos. In februari 1947 besluit Groot-Brittannië het Palestina-mandaat terug te geven aan de VN. Vanaf 2 april 1947 zwoegen commissies en delegaties van de VN maanden dag en nacht aan een oplossing. Met een twee-derde meerderheid in de Algemene Vergadering voor VN-resolutie 181-II, slepen de politieke zionisten de zozeer gewenste internationaalrechtelijke steun voor hun Joodse Staat in de wacht. Grote vreugde alom in het Joodse kamp. Trieste grafstemming onder de niet-joodse Palestijnen.
Zouden de oorspronkelijke politieke zionisten hun project onder de maatschappelijke verhoudingen van vandaag nog realiseerbaar zien? In haar boek Land and Power stelt professor Anita Shapira: “Zionism was late in coming”. Ik waag mij aan de stelling dat de huidige staat Israël misschien te laat tot stand is gekomen. Dat is niet zonder slag of stoot gegaan. Het feit dat Palestina een bewoond gebied was maakte het politiekzionistische project uitermate gecompliceerd. Herzl wilde af van de oorspronkelijke niet-joodse gemeenschappen. Sommigen bagatelliseren de aanwezigheid van deze gemeenschappen en verwijzen naar immigratie naar het gebied waar de Joodse pioniers een zekere welvaart hadden gebracht. Het staat vast dat voor de komst van de Joodse pioniers al Palestijnse 'Jaffa's', bananen en citroenen, de Europese markten bereikten. De plantages van de Palestijnse fellahin waren verre van onderontwikkeld.
(wordt vervolgd)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten